m oesterti 1519. Zaterdag 4 Juli 1914. Dertigste jaargang. EN Tweede Blad. is FEUILLETON. IERSEKSGHE THOOLSCHE COURANT de Geschiedenis van de Bietsuiker en |uikerbiet, door L. van Dijk L.Kzn. jfbouwkundige, naar„Der praktische Rübenbau" van Hermann Briem. 88$ iDtdekker van de suiker in de biet is Sigismund Marggraf, die den 3en Maart Berlijn geboren werd. ^was aanvankelijk apotheker, studeerde nog in de medicijnen, mineralogie en rgie, werd in 1738 lid van de Akademie tenschappeu te Berlijn enin 1754 direkteur (scheikundig laboratorium aldaar. •mJgeheele leven wijdde hij aan het natuur- Jfcek en behalve de ontdekking van de "in de biet zijn we hem nog verschillende s belangrijke ontdekkingen verschuldigd, iggraf behoorde tot de meest op den voor al! tredende scheikundigen van zijn tijd en O ontdekking van de suiker in de biet lag Am van onze tegenwoordige op zoo enorme ^verbreide suikerindustrie. .bedoeling van Marggraf was Europa on- Jliplijk van de Indische rietsuiker te maken lichtte daarom een Europeesche plant te jö die net zoo goed suiker zou kunnen y jsn als het Indische riet. Hij onderzocht Poe tal Tan inheemsche planten die .zoet- beeatten o.a. maïsitengels, diuiTenaap, tnaap, pruimen, tarwe, aardappels, roode- >e mangel wortels. i. hij in verschillende planten het „zoete .gevonden had, publiceerde hij in 174.7 derzoekingen. publicaties vinden we dat hij uit l/l itte mangelwortels 18 Gr. suiker en uit roode 10 Gr. suiker kon maken en suiker met machines in 't groot te in zou zijn. mededeelingen brachten heel wat hooiden avehet denken, met het gevolg dat de proeven Marggraf wijd en zijd herhaald en voortge- _rerden en een groot aantal geschriften hot duurde evenwel nog geruimen tijd eer men i zou overgaan de biet op grootere schaal voor de suikerindustrie. Marggraf aan- Ue dan ook niet meer de praktische •en van zijn wetenschappelijken arbeid trieed den 7en Augs. 1782 te Berlijn. rtijd werd evenwel de praktische bieten- overal geprobeerd. Vilmorin bracht in 1775 naar Frankrijk over; in 1795 werd de elt in Bohemeu ingevoerd, in 1799 in ijk en in 1800 in Rusland, der voormannen op 't gebied van de ilt was Franz Carl Achard, die er in mede begon op een groot proefveld op -Undgoed Caulsdorff bij Berlijn. Hij teelde alle mogelijke suikerhoudende gewassen daaronder wel 22 soorten van suiker- Ten gevolge van een brand moest zijn landgoed verkoopen, doch op een landgoed bij Berlijn werden de proeven voortgezet. Ook hij was tot de conclusie ge komen dat van de suikerhoudende planten, die hij teelde, de biet wel het meest geschikt was voor de suikerfabricage. Achard stelde zich nu de moeilijke vraag „Hoe bereid ik zoo voordeelig mogelijk uit de beste bieten de grootste quantiteit suiker?" Zijn geheele denken en kunnen, zijn have en goed offerde hij aan deze vraag op en na zeer veel groote moeilijkheden overwonnen te hebben kwam het met zijn praktische onderzoekingen zoo ver dat hij deu 1 len Januari 1799 Koning Frederik Wilhelm III ruim 10 poud bietsuiker kou aanbieden, welke suiker van voortreffelijke qualiteit was. Ongeveer een half jaar daarna kreeg Achard een voorschot van den Koning van 50,000 Thaler voor het stichten van de eerste bietsuikeffabriek te Cunern in Silezië, welke in 1802 in bedrijf kwam. In 1809 verscheen een groot boek van Achard over de bietenteelt en de bietsuikerfabricage. Dat hij tegen geen moeite op zag blijkt wel het best daar waar wij lezen dat hij toen (in 1809) al 23 jaren gezocht had naar de beste bieten en vooral in de eerste jaren geen resul taat had. Dit schreef hij hieraan toe, dat le er zoo veel minderwaardige bieten in zijn gewas kwamen, m.a.w. dat het ontaardde, en 2e kende hij uiet voldoende de eischen die de beste biet stelde aan bodem en bemestiDg. Een Diet geringe teleurstelling was het voor Achard toen door den oorlog de fabriek zoo goed als vernietigd werd. In 1810 was deze evenwel weer zoo ver herbouwd dat ze als leer school dienen kon. De grondlegger van de zegenrijke bietsuiker industrie Franz Carl Achard, die tevens de leermeester van de rationeele bietencultuur en tegelijk de eerste bietenteler in modernen zin was, overleed den 2len April 1821 te Cnnern op 69 jarigen leeftijd. Zeer Dadeelig op de uitbreidiug van de bieten- cultuur werkten de toenmalige slechte politieke toestanden en de concurrentie van de rietsuiker, waarbij nog kwam dat de eerste bietsuikerfa brieken nog zeer primitieve installaties hadden. Doch ondanks dit alles verbreidde de nieuwe cultuur zich sterk, dank zij het streven van energieke mannen als Achard, de steun der verschillende regeeringeD, zoo b.v. Duitschland en Oostenrijk, en zeker niet het minst door het Continentaal-stelsel van Napoleon. Cunern bleef een geruimen tijd het centrum der kennis van de bietenteelt en de bietsuiker fabricage. De fabrikant bezocht niet alleen de suiker- school daar maar betrok er ook het zaad voor de best» bieten van. Ook de beroemde Parijsche kweeker Vilmorin betrok hier in 1809 zijn bieteozaad; toen was dus de Silezische biet ook in Frankrijk ingevoerd. In Oostenrijk waren het vooral Fischer en Jakob Veilh die op groote schaal propaganda voor de bietencultuur maakten. Ook niet weinig is men hier in deze verplicht aan Carl August Neninann die belangrijke geschriften over den bietenbouw publiceerde. Veith was evenwel de meest beteekenende. Hij had zich door eigen vlijtig werken een flink landgoed weten te verwerven en daar ook van den beginne af de bieteucultuur zoo goed mogelijk aangepakt. Dank zij de goede vooruit gang van de techniek stichtte bij in 1832 een nieuwe suikerfabriek in plaats van zijn oude siroop en suikerfabriek die hij in 1810 ge bouwd bad. Zoo verbreidde zich de bieteDCultuur lang zamerhand over Duitschland, Oostenrijk, Frankrijk en Rusland, welke landen nu thans ook nog van enorm gewicht zijn voor die cul tuur en tevens groote uitvoerders ziju van bietenzaad naar elders. Wordt vervolgd.) LANDBOUW-VEETEELT. de bekende speldjes te verkoopen, hebben zich reeds aangemeld de navolgende plaatsen Zeist, Beemster, Goes, Hellevoetsluis, Castricum, Mid- wolda, Wateringen, Muntendam, IJselstein, Enk huizen, Zuidïand, Stavenisse, Steenwijk, Andijk, Haarlem, Oldeberkoop, Schoonhoven, Scheemda, Aalsmeer, Nuuspeet, Elburg, Amstelveen, Baam- brugge, Zaamslag, Meeden, Westzaan, Ruiner- wold, Krommenie, Swichum, Den Haag, Arnhem, Nijmegen, Utrecht, Oldebroek, Bergum, Oud- karspel, Rijsoord. Dagverdeeling van de Tentoonstelling te Steenbergen. 11 Augustus. Opening door den HoogedelGe- strengeu Heer P. van Hoek, Di recteur-Generaal van Landbouw. Jaarvergadering van de Noord- Brabantsche Maatschappij van Landbouw. Rijtoer en bezoek aan de hofstede van den heer Anl. Bom te Dinteloord. Gemeenschappelijk diner. 12 Augustus. Groote Nationale paardententoon- stelling. Klein conconrs-hippique van inlaodsche paarden. Bonds- keuring van geiten. 13 Augustus. Groote tentoonstelling van geiten, schapen, varkens, konijnen, kippen, duiven, enz. Groot Provinciaal concours-hippique, uitgaande van de Provinciale Regelingscommissie op de paardenfokkerij in de Pro vincie Noord-Brabant. 14 Augustus. Groote Rundveetentoonstelling. Lezingen op landbouwgebied. 15 Augustus. Ringrijderij onder den man en aangespannen. Jan Olieslagers geeft vliegdeinonstratie's met ge heel nieüwe nummers. 16 Augustus. Groot Internationaal festival. Schit terend vuurwerk. 17 Augustus. Sluiting. Naar aanleiding der premiekeuringen van 313 jarige merries wordt o.m. opgemerkt wat het eiland Tholen aangaat, dat de fokkerij niet vooruitgaat; er zijn nog te weinig eigenaars van paarden die zich op de fokkerij toeleggen. Ver scheidene paarden van Belgische afstamming konden voor geen premie in aanmerking komen, omdat zij van zeer geringe kwaliteit waren. Naar het Duitsch. r Iet bal in de fraaie vertrekken ran het mandantshuis liep ten einde. De tallooze Marsen waren bijna uitgebrand en de laatste Stille werd gedanst. log eenmaal bogen de gepoederde hoofden dames zich voor hare caveliersde slepen ohten over den grond de waaiers klapperden, het geroep naar rijtuigen en draagstoelen fklonk door het voorportaal. Iravin Schwichard liet zich in de garderobe Ojjpels om hare volle en nog altijd fraaie ^■"telers hangen. Naast haar stond de slanke, iige gestalte harer dochter Armgard, even- <jjj *ij iu een ruimen, warmen pelsmantel ge- waaruit haar bekoorlijk kopje als eene te voorschijn kwam. Het hoog opgemaakte gepoederde haar was met rozen getooid, onder de fijngepenseelde wenkbrauwen straalden een paar donkerblauwe oogen met zachten gloed en om den schoon gevormden mond speelde een droomerige, onbeschrijfelijke liefelijke glimlach. Het meisje scheen geheel het tegenovergestelde van hare trotsche, energieke moeder, ofschoon een opmerkzaam toeschouwer de overeenkomst in enkele trekken zeker zou hebben ontdekt. Bijvoorbeeld nu, terwijl het jonge meisje al hare wilskracht inspande om hare ontroering te ver bergen. De schoonste jonkman uit het geheele gezelschap, die zooeven in de laatste quadrille haar cavelier was geweest, had bij den aanvang zacht hare band gedrukt, met zijn schitterende bruine oogen diep in de hare gekeken en, terwijl zij eene deftige buigiDg voor elkander maakten, haar haastig fluisterend gevraagd of zij zijn voorstel in overweging genomen had. In hare verwarring had Armgard zich naar den verkeerden kant gewend, maar toch nog tijd gevonden om haastig haar hoofdje te schudden. Toen zij elkaar bij een der weudiogen van de quadrille nog eens ontmoetten, had zij hem even Hoefijzerverbond. Tot 28 Juni is bij het Hoefijzerverbond inge komen een bedrag van 65933,595 gld. Voor deelname aan de hoefijzerweek, 1 tot 8 Augustus, om met toestemming van B. en W. Openbare gemeenteraadsvergadering op Dinsdag 30 Juni 1914, des namiddags 2 ure te Stavenisse. Met den voorzitter alle leden aanwezig. Opening door den Voorzitter. Daarna lezing der notulen van de vorige vergadering; deze worden ongewijzigd vastgesteld. Ingekomen stukken: le!^ Wijziging begrooting 1914 door teruggeven van de bijdrage groot f 50 ge geven door H. J. Dorst inzake vooronder zoek waterleiding, voor kennisgeving aan genomen. 2e. Een schrijven van het hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie inhoudende, dat de belooning of het tractement van de kantoorhouder(ster) der telefoondienst be hoort te staan op f200, een gelijkmatige bezoldiging van dergelijke gemeenten. Op deze kennisgeving diene te worden gelet bij vacature's, of wanneer de bezoldiging thans bestaande een lager bedrag is. De voorzitter merkt op, dat het bedrag thans hooger is, waarop hij ook bij de vaststelling heeft gewezen en dus dat bedrag zijn inziens te hoog is. De heer Verstraate merkt op, dat het schrijven van het goofdbestuur der P. en T. een jaarlijksche gewoonte is, dus is deze inhoud alleen voor vacature's of bij een bestaand te laag tractement en vind dan ook, dat de bespreking van den voorzitter ongemotiveerd is. 3e. Missives Ged. Staten, inhoud en de verzetten kermis gemeente Bosch-Kapelle. Dit vond geen bezwaar. 4e. Procesverbaal van kasopname slui tende met een bedrag van f569,95 voor kennisgeving aangenomen. Mededeeling van den Voorzitter: dat B. en W. als tijdelijk onderwijzer vacature de heer Harthoorn, heeft benoemd de heer Mecuse van Ierseke. In behandeling kwam een adres van de besturen der ïieide weegbruggen alhier, verzoekende vergunning om een rioleering aan te mogen brengen van de weegbrug kelders naar de havenkom ter uitloozing van het water, dat in de kelders regent of bij eventueele hooge vloeden er in is geloopen. B. en W. stellen voor afwijzend te be schikken. haastig en zacht beduid, dat zij de hoop op de toestemming harer moeder nog niet geheel op gaf, waarop hij met smeekenden blik had geantwoord, dat bij heden eeuals altijd op het afgesproken teeken zou wachtenalles was voorbereid. Hoe had haar jong hart gejuicht, en toch angstig gebeefd, bij deze woorden. O, waarom was deze knappe jonkman uiet haar gelijke in stand en vermogeu Een beweging harer moeder stoorde haar in hare droomerijeu. Op een gebiedenden wenk der Gravin verdwenen de lakeien, en de statige dame wendde zich tot hare dochter, in plaats van Daar de deur, waarachter generaal Von Hoppestedt, de stads-commandant, haar wachtte, om haar aan zijn hand de trap af te leiden. „Gij hebt de laatste quadrille weder in de war gestuurd en uw danser daardoor in groote verlegenheid gebracht", zeide de Gravin in het Fransch tot bare dochter. „Een Gravin Schwichard mag zich niet schuldig maken aan dergelijke verstrooidheden, want aller oogen zijn op u gevestigd. Uw opvoeding, Armgard vermoeit mij, ik zal die aan andere handen toevertrouwen! Morgen om 11 uur moet gij bereid zijn mijn neef Graaf Trosche te outvaDgen, die uw hand heeft gevraagd voor zijn zoon. Ik heb toegestemd de zaak is besloteu". De Gravin verliet het vertrek, zonder hare dochter aan te zieu. Gfaviu Armgard zag als wezenloos om zich heen. In hare oogen lag stomme wanhoop te lezenhaar pels benauwde haar tot stikkens toe. Zij rukte dien open, keek om zich heen, daar viel haar blik op den spiegel, waaroit haar eigen bleek gelaat haar ontsteld aanzag. In haar kapsel wiggelden de rozen. Bij het zien vaD deze bloemen keerde de kleur op hare bleeke wangen terugzij richtte zich op, haar gelaat kreeg een andere, meer vastberaden uit drukking en langzaam liet zij een van hare handschoenen op den grond vallen. Toen nam zij handig eene roos uit het haar en verliet het vertrek. Daarbuiten drukte zij de roos tweemaal aan hare lippen, liet hem vallen en snelde toen hare moeder achterna, die statig aan den arm van den generaal vooruitging. Zij deed dit zóó haastig, dat zij op den sleep der Gravin trapte een pijnlijk ongeval, dat eenig oponthoud ver-

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1914 | | pagina 5