I Tiitllit Wip mi it Wiuil ra oeslerteell. lattin, m IIÜHH Hr In. 2010. Zaterdag 25 April 1914. Dertigste jaargang. EN' Eerste Blad. stibl Firma J. M. C. POT, THOLEN. Bil AN zoc Pnblicatiën. klei. ALGEMEENE ONTWIKKELING. vr 9,fbek BINNENLAND. Van onze berichtgevers. op Zt n kli len, IER SEKSOHE THOOLSGHE COURANT (FeCtfDit blad verschijnt eiken Zaterdag. ERC" Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad fl.02s, franco 'dVk sr nost f 1.10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad. J. Ho |„,z„J«n slakkan. aar. warjan nltnHIJk «,DONDERDA«AVONDIa|iwieht aan Jat bureau te Tb# n ef v6ér DONDERDAGMIDDAG bl onzen medewerker te lereeke. UITGAVE Tklbf. Inthc. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 centsgrooter letters naar plaatsruimte. Elkt advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt aleohta 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. bg MILITIE. Eerste zitting van den Militieraad. De Burgemeester der Gemeente Tholen brengt izo het navolgende ter openbare kennis. In de eerste zitting ran den Militieraad wordt het algemeen uitspraak gedaan omtrent a. vrijstelling van den dienst wegens eigen vry- illigen dienst en wegens broederdienst b. uitsluiting van den dienst. Voor zooveel betreft vrijstelling van den dienst egens aanwezigheid van in hetzelfde jaar geboren II i poeders, doet de Militieraad eerst uitspraak in zijn llaKen^eede EjUingj welke later zal worden bekendgemaakt. De ingeschrevenen dezer Gemeente voor de lichting 5-62'fan het volgend jaar, die vrystelling wegens eigen r.50 vrijwilligen dienst of wegens broederdienst hebben $.80 aangevraagd zullen in de gelegenheid worden gesteld [).60 desgewenscht die aanvrage toe te lichten of te doen L.721U>elichten en vervolgens de uitspraak hieromtrent van j 27 Jen Militieraad te vernemen op Woensdag, den 29 [*10 April e.k., te I uur namiddags, te Middelburg op v'7w het stadhuis (ingang Helm.) D® uitspraak zal voorts door ondergeteekende X ïiibriftelyk ter kennis worden gebracht van den in geschrevene, die aanvrage om vrijstelling deed. De aandacht wordt nog gevestigd op onderstaande w bepalingen 1 Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent •irystelling ef uitsluiting kan binnen tien dagen, te tekenen van ilen dag, waarop die uitspraak is ge- acbied, bij Gedeputeerde Stalen der Provincie bezwaar '".J» orden ingebracht door den Militiecommissaris en door i lo. den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of cnrator 2o. elk der overige voor de Gemeente ingeschre- venen of door zijn vader, moeder, voogd of curator. Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het daartoe atrekkend verzoekschrift, dat behoorlijk met redenen omkleed moet zyn, in ter Secretarie dezer Gemeente. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst Uitgereikt. Bezwaarschriften, niet ingericht of niet ingeleverd op de hierboven aangegeven wyze, kunnen geen ge volg hebben. Tholen, den 21 April 1914. De Burgemeester voornoemd JM. G. VAN STAPELE. Wij leven in een tijd van vooruitgang op allerlei gebiedeen streven is steeds merkbaar 4 om op de baan der wetenschap vooruit te komen ,T en wie zich voor een vak of een ambacht be- kwaamt, weet wel dat ontwikkeling een factor is, in het leven meespreekt, een factor, die niet alleen een eisch is tot de uitvoering van het 85«MB mei alleen een eisch is tot de uitvoering van werk, maar ook voor het oog van hen, die medezeggenschap hebben, een motief in vele gevallen om bij dat streven de behulpzame hand bieden. Die ontwikkeling heeft soms plaats eenzijdige richting, een poging om zich te 'bekwamen in de lijn van wat in het dagelijksch leren, om een platte uitdrukking te bezigen, in den strijd om het bestaan aarde aan den dijk brengt en waarbij dan opgemerkt wordt, dat verder alle andere dingen voor een groot deel als ballast aangemerkt kannen worden. Anderen '.40 i evenwel plaatsen zich op eenigszins breeder grond slag en hechten groote waarde aan een ontwik keling, die geen verband houdt met wat recht streeks tot het vak of ambt behoort. Zij spreken van een „algemeene" ontwikkeling, en bedoelen dan daarmede een weinig kennis van dit, een weten van dat, kunnen praten over alles of veel wat in het dagelijksch leven voorkomt, een i kennen en weten van tal van kunsttermen, die plegen aan te geven een graad van beschaving, welke men van een net en degelijk mensch mag verwachten. Men zegt van zoo iemand, dat hij op de hoogte is van wat het leven vordert en naarmate hij tact heeft om die kennis op den voorgrond te schuiven, zonder evenwel daar merkbaar prat op te gaan, dat hij een aangenaam mensch is. Nu wordt ook vaak beweerd, dat het een vernis is, dat hem bedekt, en waardoor de ondergrond voor den waren proever duidelijk heen schemert. Goed, een vernis, maar dan toch een bewijs dat hij leeft in wat ruimer wereld dan zijn kleine omgeving, dat hoe flink hij overigens ook in eigen zaken moge zijn, daar naast nog wat meer hoort. Natuurlijk mag het geen factor worden, die algemeene ontwikkeling, waarop kennis-torens fl.0 1.< geboren mogen worden, maar tevens toch de erkentenis geeft, dat het weten op zich zelf luttel waarde bezit, wanneer er geen vruchtbaren bodem van geestelijke toebereiding is om dat weten met blijdschap te aanvaarden. En hoe komt men daartoegeen schoolsche geleerdheid geeft dat enkel, maar het wordt gevonden laDgs den weg waar men timmert, in de dagelijksche gesprekken met hen waarmede men verkeert, in lectuur, in allerlei kleiuere en grootere invloeden, waarvan beschaving uitgaat, waardoor het geestelijk en het gemoedsleven zijn gerijpt om bevrucht te wordeo door het weten. Zoo'n algemeeu ontwik kelde is daarom nog geen veelweter, hij is veeleer een wijze, bezittende den tact waarover hierboven gesproken, zonder eenige aanstellerij, in gepasten vorm, die ontwikkeling op gepasten tijd eu op ge paste plaats weet te geven in degelijken vorm. Zoo zal die algemeeue ontwikkeling degelijk blijken, nimmer dor, wel beslist en toch bescheiden, wars van oppervlakkigheid in den letterlijken zin. Wij vonden het gezegd, en goed gezegd, dat algemeene ontwikkeling in die richting, een groot woord is, want dat het beduidtbreng 's menschen geestelijk bestaan in aanraking met de openbaringen des geestes buiten hem, opdat hij waarlijk mensch worde, doch niet zonder eerst zijn innerlijk leven te hebben gevormd, tot begrijpen, tot liefhebben van de schatten door kennis aan het licht gebracht. Wie hiertoe medewerkt, vergete echter nooit, dat algemeene ontwikkeling zelfs voor de meest beschaafden een relatief begrip blijven moet, hare grenzen heeft bij 's menschen begrensdheid. Ieder wordt door zijn aanleg, zijn smaak in den weg gewezen. Naar alle kanten uit kan hij een eind worden voortgeduwd, maar om of ver moeid van te groote inspanning geestelijk onder te gaan of van alle wetenschap den brui te geven, of wel, en hij is best uit, met nieuwen moed den koers te richten naar het doel, dat zijn liefde heeft, waarbij ervaring leert het meer dan overvloedig de gelegenheid openstaat tot veelzijdige verwerking van kennis. Op dezen regel valt geen uitzondering. Zelfs wandelende en cyclopedieën stellen te leur, en zoo Joost van Vondel van Gerard Vossins ge tuigde „Al wat in boecken steekt, is in dat hooft gevaren", laat niemand zich misleiden door dichterlijke overdrijving. We zouden er aan moeten toevoegeD, dat het den tijd is van leeren, leeren en nog eens leeren, van examens en nog eens examens, van een splitsing, zooals wij het weieens gezegd vonden, in menschen, die examens doen en examens afnemenhet concrete leeft meest in strijd met het abstracte, maar het laatste mag niet verwaar loosd worden. Moge de algemeene ontwikkeling in den goeden zin steeds vooruit gaan en moge het worden een factor die in den letterlijken zin duizenden ten zegen en genoegen strekt. DE TWEEDE KAMER zette sedert Donderdag der vorige week de al gemeene beschouwing van het ontwerp-inkomsten- belasting bijna onverpoosd voort, hoewel de vergaderingen wegens onvoldoend aantal leden op sommige dagen pas te half 12 konden be ginnen. De discussies hadden tot heden een *:alm verloop alles ging glad en zonder op winding. Ouder de gehouden redevoeringen trokken die van de partijleideis uit den aard der zaak de meeste aandacht. De heer Bos (Vr.-detn.) trad in een uitvoerige bescbonwing van den fioantiëelen toestand, dien bij niet gunstig noemde, hoewel de economische toestand van ons volk kerngezond mag heeten. Een der redenen van den ongunstigen fioantiëelen toestand zocht hij in de uitbreiding der staats bemoeiing, hoewel die twee niet noodwendig behoeven samen te gaan. Zestig jaar geleden, toen van democratie nog weinig te bespeuren viel, waren de finantiëu leelijk in de war. Men overdrijft dan ook wanneer men de democratie de schuld geeft en, zooals de heer Lobman deed, den toestand van thans vergelijkt met het tijd perk van de cadentie (verval), van het Romeinsche keizerrijk. Het parlement moet zich leeren be- heerschen en zich klaar bewust zijn, wat het doet. Dit is van de rechterzijde niet genoegzaam gedaan. Onder de regeering der ministers Kuijper en Heemskerk is verzuimd te zorgen dat de uitgaven steeds gedekt waren. Dit moet auders worden. Ook moet het belastingstelsel worden verbeterd in dien zin, dat de minder gegoeden zooveel mogelijk worden ontlast. Spreker ver dedigde de vrijzinnige belastingpolitiek tegen de verwijten van den heer Lohman. Altijd hebben de vrijzinnigen er naar gestreefd de zwakke schouders te ontlasten. De rechterzijde heeft wetten, die dit beoogden, altijd bestreden. Op den heer Bos volgde de heer Tydeman (oud-üb). Deze noemde den finantieeleu toestand uiet slecht, doch slechts tijdelijk ontredderd. Hij was sterk voor het ontwerp van miniitet Bertling, al had hij eenige bezwaren. De opne ming van den landbouw in de wet achtte hij billijk en rechtvaardigbovendien bloeit de landbouw. De heer Vliegen (soc.-dem.) bestreed ook de rede van den heer Lohman. We leven volgens dezen spreker niet in een tijdperk van decadentie, maar van verjonging en nieuwe bezieling. De heer Lohman, zei hij, critiseerde de hoogere uitgaven, maar voor bijzonder onderwijs, militairisme en hooge pensioenen heeft hij nooit bezwaar. De klassen van bezit en groote inkomsten kunnen best wat missen. De vermogens stijgen sterk. Hij verklaarde zich voor belastingen op waarde vermeerdering van vaste goederen, op dividenden en op successievoor hooger bieraccijns en voor tabaksbelasting voelde hij weinig. Na nog een paar andere sprekers kwam min. Bertling aan 't woord. Hij begon met dankbaar te constateeren, dat algemeen de noodzakelijkheid van versterking der middelen ingezien wordt. Den heer Patijn verzekerde spr. dat hij zich den ernst van den finantieelen toestand volkomen bewust is. Wat zijn plannen betreft, hij wilde eeo geheel nieuwe zegelwet voorstellen. Een successie belasting in Engelschen stijl, zooals de heer Vliegen wilde, is van spr. niet te wachten. Hij verklaarde te werken in de rechten van een steeds beter wordend staatscrediet. Overliet tarief zou hij niet spreken, maar al zijn directe be lastingen voor hem hoofdzaak, acht hij daarnaast matige indirecte heffingen, als op bier en tabak denkbaar; op bier zal de verhooging slechts cent per liter bedragen. Hij denkt er niet aan het snikerpotje aan te raken, maar voorloopig zal het niet aangevuld worden. Wat het ontwerp- inkomstenbelasting betreft, spr. acht uitsluiting van slichtingen onbillijk tegenover andere be drijven. Hij verdedigde de dividendenbelasting en de aanslagregeling door de registratie in plaats van door belasting-ambtenaren. Z. E. verklaarde zich ten slótte tegen heffing van opcenten voor de gemeenten (waar meer dan één spreker om gevraagd bad) maar overigens meende hij, dat het ontwerp zich zeer goed leent om dienstbaar gemaakt te worden ten behoeve der gemeenten. Na deze rede van den minister volgden de replieken, die wel niet aantoonden, dat de ver schillende sprekers door de discussies tot andere gedachten gekomen waren maar toch niet van belang waren ontbloot, o.a. die van de heeren Patijn en Tydeman. De laatste zei, naast de directe belasting ook niet de kleine vermeerdering van inkomsten uit den verhoogden bieraccijns en uit de tabaksbelasting te versmaden, en hij achtte dit ook niet in strijd met het concen tratie-manifest, dat niet uitsluitend van directe belastingen sprak. De heer Vliegen daarentegen beschuldigde de heeren Patijn en De Meester van woordbreuk tegenover het kiezersvolk, omdat zij, naar sprekers beweren, de beide genoemde indirecte heffingen aanvaard hadden. ST-ANNALAND. Ouder presidium ran den heer J. Polderman, werd j.l. Dinsdag in het locaal van den heer Tichelaar, alhier, de eerste algemeene jaarvergadering der Coöperatieve Boerenleenbank gehouden, die door 44 leden werd bijgewoond. Uit de rekening bleek dat over het tijdvak van 1 Juli31 Deo. 1913 de totale omzet wa» geweest 133465,13. Aan spaargelden was ont- vaugen f 13698,24 en terugbetaald f2745, Aan voorschotten uitgegeven f 3200.Daarop terug ontvangen f 1500. In loopende rekening was ontvangen f 17998,53 en uitgegeven f 27171,55. De rekening sloot met een verlies van f 101,42. In de plaats van wijlen den heer J. W. Slager werd tot Bestuurslid gekozen de heer N. Broijnzeel. Herkozen werd de directeur de heer J. Pol derman en het lid van den Raad van Toezicht de heer A. Bierens. De bezoldiging van den kassier werd voor 1914 vastgesteld op f 80. De administratie was op 24 October 1913 en 5 Maart 1914 door de daarvoor aangewezen Inspecteurs onderzocht en telkens in orde bevonden. IERSEKE. Op de lijsten voor plaatselijke keuze zijn hier 1187 handteekeningen inge zameld. Woensdag viel hier een kind in de sluis- kom op den Dam. De grootvader begai zich te water maar kon het kind niet bereiken. Een jongeling, die daar in de nabijheid was, was gelukkiger, door duiken wist bij het kind, dat iu hoogen nood verkeerde te grijpen. Het gelakte den geneesheer met moeite eindelijk de levens geesten van hot kind weer op te wekken. De Schietvereeniging Ierseke's Weerbaar heid heeft deelgenomen aan de wedstrijden te 's Gravenpolder en te Nisse en behaalde te zanten niet minder dan 10 prijren. Er namen 17 korpsen aan die wedstrijden deel. Bij den publieken verkoop van 3 perceelen bouwland op Vrijdag der vorige week liepen de prijzen tot f 1260 per Bl. gemet. In de Dinsdag 1.1. gehouden vergadering der Spoorweg.-Mij. Zuid-Beveland werden de aanwezigen bekend gemaakt met eenige wijzi gingen in het voorloopig tracé. Daaronder be hoorde dat het station te Ierseke zal verrijzen bij de hoeve vao Verbeek in plaats van in de Langeviele zooals oorspronkelijk het plan was. Wijl hieromtrent in de gemeente en ook in het ooilego van B. en W. verschil van gevoelen

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1914 | | pagina 1