fa. 1701.
Zaterdag 6 September 1913.
Negen en twintigste jaargang.
EN
Eerste Blad.
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Publicatie n.
ifhankelijkheidsfeest te St-Maar-
lijk op Woensdag 3 September.
IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad,
hjizonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau te Th el en ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Telrf. Jnterc. 16.
LOTING VOOR DE MILITIE.
)d Burgemeester der Gemeente Tholen maakt be-
dat de
loting voor de lichting van 1914,
deze Gemeente zal plaats hebben op het Stad-
op Dinsdag, den 30 September 1913, des
iddags te 1,30 uur.
Wie aan de loting deelnemen.
id de loting nempn deel alle voor de lichting
ichreven personen, met uitzondering van hen
die vóór den aanvang der lotiDg voor de Gemeente
len te zijn overleden
die vóór den dienst bij de militie ongeschikt zijn
bevonden
die vóór 1 September van dit jaar bij onherroe
pelijk geworden uitspraak van den militieraad
of van Gedeputeerde Staten of bij Koninklijke
beslissing, op een ingesteld beroep genomen,
voorgoed ot tijdelijk van den dienst zijn vrij
gesteld
vóór 1 September van dit jaar onherroepelijk,
hetzij voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst
i|jn uitgesloten.
ingeschrevenen, die aan de loting moeten deel-
worden uitgenoodigd om op het hierboven
elde uur ter aangegeven plaatse aanwezig te zijn.
Bepalingen betrekkelijk de loting,
ingeschrevenen worden in de volgorde van het
ibetisch register afgeroepen, ten einde zelf een
ir te trekken. Is de afgeroepen ingeschrevene
opgekomen of wel buiten staat of onwillig zelf
nommer te trekken, dan kan dit geschieden door
vader, moeder, voogd of curator. Is ook deze
ipgekomen of wel buiten staat of onwillig een
te trekken, dan geschiedt het trekken door
Bnrgemeester, het Lid van den Gemeenteraad of
Ambtenaar der Gemeente, bij de loting tegen-
dig. Het lotingsbiljet wordt alsdan bewaard ter
larie der Gemeente, voor welke geloot werd.
ar kan de loteling het biljet binnen drie maanden
trekking aihalen of doen aihalen.
Bezwaren tegen de loting,
or belanghebbende lotelingen of door hun vader,
voogd of curator kunnen tegen de wijze,
de loting is geschied, bezwaren worden in-
cht bij den Commissaris der Koningin. Het be-
wchrift kan op ongezegeld papier worden gesteld,
moet, behoorlijk met redenen omkleed en onder-
binnen tien dagen, le rekenen van den dag,
de loting is afgeloopen, tegen bewijs van
ogst worden ingeleverd bij den Burgemeester.
uitspraak van den Commissaris der Koningin
iedt en spoedigste openbare kennisgeving en
ui wordt tevens bij persoonlijke kennisgeving
ieeling gedaan aan hen, die de bezwaren in-
ten.
iwaren, niet ingericht of niet ingeleverd op de
aren aangegeven wijze, kunnen geen gevolg
oleD, den 1 September 1913.
Voorkeur omtrent de inlijving-
Burgemeester der gemeente Tholen maakt be-
dat do lotelingen dezer gemeente, lichting
die hunne wenschen met betrekking tot de
mg niet bij den Keuringsraad of op andere by
eldende voorschriften bepaalde wyze hebben
gemaakt, alsnog vóór 10 October a.s. van
*enschen ter Secretarie dezer gemeente kunnen
blijken.
alen, den 6 September 1913.
AdvertentiënTan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 centsgrooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
der onderwijzers een wandeling door het ver
sierde dorp maakten, was er bij velen de feest
stemming reeds in.
Te 11 □re werd door den beer Ebbinge, voorz.
van het feestcomité, de officiëele openingsrede
nitgesproken.
Na allen een hartelijk welkom te hebben
toegeroepen merkte hij op, dat St-Maartensdijk
tot dusver de eenige plaats op het eiland Tholen
is, waar de herdenking van Neerlands Onaf
hankelijkheid op feestelijke wijze plaats heeft;
dit gaf hem aanleiding zijn dank uit te brengen
aan allen die hebben meegewerkt tot de tot9tand
koming van dit feest. Een woord van bijzonderen
dank richtte hij tot onzen Burgemeester, die
zoo vriendelijk was geweest hel eere-voorzitter-
schap op zich te nemen.
Ook den Raad onzer gemeente bracht bij dank
voor den financiëelen steun, waardoor het mo
gelijk was dat aan de feestelijkheden ook een
schoolfeest kon verbonden worden.
Aan de feesten, die wij allerwege in Nederland
aanschouwen kunnen wij bespeuren, zeide de
heer Ebbinge, dat het Ned. volk blijkbaar be
hoefte gevoelt om eens een oogeublik de zorgen
voor het dagelijksch leven te vergeten en eens
een dag te wijden aan de herdenking van de
verlossing van ons Vaderland van onder het
Fransche juk. Aan de hand der historie schetste
de heer Ebbinge het tijdvak der bevrijding en
ook eenigszins den bloei van Kunsteu en
Wetenschappen van den tegenwoordigen tijd.
Met een opwekking tot de feestgenooten, het
feest zoo ordelijk en netjes modelijk te vieren
en zoo weinig mogelijk straatdeunen te zingen,
doch echt Vaderlandsche liederen, opdat de
tegenstanders van feestvieren, die hier ook zijn,
mogen ervaren, dat hun wantrouwen ongegrond
is, besloot de spreker zijn rede.
Van 12 tot 1 uur mochten wij genieten van
een Matiné gegeven door het Muziekgezelschap
„Eendracht* van Stavenisse, Dir. dhr. Olieslagers
en de plaatselijke Zangvereeniging „Erken den
Heer in al Zijn wegen" Dir. dhr. C. van
Gorsel Az.
Burgemeester van Tholen zal, op Zaterdag den
ipiember a.s., des middags te 12 ure, ten Raad-
aldaar
TWEE HOOPEN COMPOST,
4 verkoopen.
voorwaarden van den verkoop liggen van heden
lezing ter secretarie, iederen werkdag des
dags van 912 uur.
'len, den 5 September 1913
De Burgemeester voornoemd
M. G. VAN STAPELE.
zich in den morgen van den feestdag
'eder eenigszins minder gunstig aanzien, de
liddag bracht ons betere vooruitzichten en
de spreuk vond zijn toepassing: Een don-
borgen een helderen dag. Het gebeier der
ten S ure in den morgen kondigde
Bgezeteneu den aanvang der feestelijkheden
toen de schoolkinderen, waarvan velen
'I en oranje getooid waren onder geleide
Te 2*/2 uur n.m. was het aan de veerdam
hier zwart van meuschen, geen plekje bleef on
bezet, bijna ieder die zich in 't dorp bevond
was daar. De groote gebeurtenis van den dag
zou plaats hebben. Zijne Hoogheid de Erfprins
Willem Frederik van Oranje Nassau, etc., etc.
met zijn gevolg werd ieder oogenblik verwacht.
En zie, 20 min. na 2 uur had de roeiersloep
de plaats bereikt, waar de landing hét meest
geschikt was. Een koor van dames stond den
Prins reeds op te wajbhten en zong hem krachtig
toe op de wijze van Heb je niet gehoor^ van
de zilveren vlootHoor je dat gedruiscb aan
het Scheveningsche strand", enz. Daarna werd
hij verwelkomd door het edele driemanschap de
heeren Van Limburg Stirum,^ Van der Duijn
van Maasdam en Van Hogendorp, die 's Lands
bestuur in deze benarde tijdejtf in naam van
den PriDs hadden tpr hand göhomeD.
De heer van Limburg ,Stirum richtte het
woord tot den Prins en 'sprak het volgende
Eindelijk is het tijdperk dhar, waarnaar wij sedert
19 jaren reikhalsden. {reerlands vrijheid is aan
het Ragen. De Goddafijke Voorzienigheid deed
omstandigheden geb/rcen worden, die haar mo
gelijk maakten en.*nu wordt zij, dank zij der
Vaderlandsche tro^w, niet door vreemde hulp
ons «aangebracht, in aar rijst op uit onzen eigen
boezèm. Overal h^eft de gisting der gemoederen
zich geopenbaard en de Franschen hebben de
uitbarsting van dht edel misnoegen niet durven
afwachten.w Zij zijn gevlucht uit Amsterdam en
's-Gravenhaj*e. Terstond hebben wij den Oranje-
standaard geplant en alles schaart zich rondom
denzelven. Wij hebben ons veroorloofd te spreken
in naam Uwer Hoogheid, en te handelen op
Uwen last. De goede zaak vorderde dit gebiedend;
daardoor alleen kon de opstand algemeen worden,
de geestdrift bij allen ontbranden. Want er be
staan geen partijschappen meerzij zijn in de
haat tegen de Franschen en de ongelukken des
lands verzwolgen. Van Oranje verwacht alles
heil, aan Oranje zweert alles trouw. Uwe Hoog
heid komt terug onder een volk hetwelk den
laatsten droppel bloeds voor haar veil heeft.
Onze onderneming, wij ontveinzen het niet, is
hachelijk, maar wij hebben op de edelmoedige
hulp van Engeland gerekend. Door Uwe Hoog
heid ingeroepen, zal zij sneller en overvloediger
ons geworden. Doch op U, doorluchtige vorst!
rekenen wij bovenal. Aau Uwe goedkeuring onzer
daden verbiedt ons hart ons te twijfelen, maar
Uwe komst is ons alles, is ons meer dan een
leger waardig".
Zijne Hoogheid beantwoordde den toespraak
van den heer Van Limburg Stirum alsvolgt
Na een scheiding van negentien jaren, en na
zoovele rampen, heb ik het onuitsprekelijke ge
noegen, dat ik door U zeiven eenstemmig in
uw midden wordt teruggeroepen ziet mij hier
aangekomen, en gereed om, onder deu Godde-
lijken bijstand, u in het genot van uwe vorige
onafhankelijkheid te helpen herstellen. Dit is
mijn eenig doelwit en het oprecht en vurig
verlangen van mijn hart. Ik kau u de stellige
verzekering geven, dat het insgelijks het oog
merk is van de bondgenooten. Het is in het
bijzonder de wensch vau Zijue Koninklijse Hoog
heid, den prius-regent van het vereenigd konin
krijk vau Groot-Brittannië en Ierland. Hiervan
zult gij overtuigd worden door deu grootmoedigen
bijstand van dat machtige rijk, die u onmid
dellijk staat gegeven te worden en die den
grondslag zal leggen van de hernieuwing dier
oude en nauwe betrekkingen van vriendschap
en alliantie, die zoolang het geluk uitgemaakt
hebben van beide staten. Ik ben bereid, en heb
vastelijk besloten, al het verledene te vergeven
eu te vergeten. Ons gemeen en eenig doeleinde
moet zijn de wouden van ons dierbaar Vader
land te heleu, en hetzelve in zijn vorigen luister
eu ^aanzien onder de volkeren te herstellen. De
herleefde koophandel zal, zoo ik vertrouw, een
der eerste en onmiddellijke gevolgen T§ijn van
mijne aankomst. Alle partijschap moet voor altoos
onder ons gebannen zijn. Geene pogingen: zullen
van mijn kant en van die vau de myneb onbe
proefd gelaten worden, om uwe onafhankelijkheid,
uw geluk en voorspoed, te verzekeren en te
bevestigen.
Mijn oudste zoon die onder den onsterfelijken
lord Wellingtoa^ich deu roem zijner voorouders
niet onwaardig getoond heeft, staat mij binnen-
V*
kort te volgen. Vereenigt u dan, waarde
nootec, met hartv^en ziel ^net mij, en ons ge-
meene vaderland is gered, dë oude tijden zullen
weldra herleven, en wij zullen aau onze kinderen
de dierbare pinden ^vermaken, die wij van onze
ouders ontvangen hfebben.
Laat dan landgenooten, het verbond, door mij
voor vader Prins Willem van Oranje, de vader
des Vaderlands gemaakt, heden worden bevestigd.
Laat het drievoudige snoer God, Nederland en
Oranje opnieuw worden versterkt, want daarin
is ons aller welzijn, onze onafhankelijkheid en
dëu bloèi en welvaart vau ons dierbaar vader-
laud weggelegd.
Daarna stapte Zijne Hoogheid met deszelfs
gevolg in de gereedstaande koets en begaf zich
naar het raadhuis onzer aloude smalstad, waar
hij ontvangen werd door het dagelijksch bestuur
onzer gemeente. Na wederzijdsche begroeting
nam de Burgemeester het woord en schetste
den toestand, waaronder het gezin van den laatsten
stadhouder ons land had moeten verlaten en
welke tijden van druk daarop waren gevolgd,
doch dat thans voor deze gewesten weer een
gelukkige tijd in uitzicht was nu het Fransche
juk weer stond afgeworpen te worden, en wij
ons weder mochten verheugen in de tegenwoor
digheid van een Prins uit het geslacht der Oranjes,
die zich wederom verbinden wilde aan het volk,
waarvan een deel zich in het laatste gedeelte
der vorige eeuw zoo schromelijk ondankbaar had
betoond.
Zijne Hoogheid antwoordde hierop, dat het wel
een ongelukkige tijd is geweest, die achter ons
ligt, zoowel voor deze gewesten als voor zijne
familie eu hoopt dat met zijn terugkeer er weder
gelukkiger dagen voor dit land mogen aanbreken.
Daarna richtte de heer J. Polderman, wien
door ons Dag. bestuur de eer vergund was, bij
deze bijzondere gelegenheid te mogen recepteeren,
het woord tot den Prins en de overige heeren
en sprak ongeveer het volgende
Hoogheid, Excellentie, etc.,
Waar wij de eer hebben te recepteereu achten
wij het een groot voorrecht Uwe Hoogheid en
Uwer Hoogheids gevolg te mogen ontvangen
in dit historisch gebouw uwer residentie. Uwe
landing zooeven begon onder gelukkige voor
teekenen,' wijl ge uwe schreden wildet richten
naar deze zaal, waar uwe voorvaderen meermalen
tegenwoordig waren. Hoogheid, zie om u en
ontwaart de beeltenissen uwer voorzaten, de
prinsen van Oranje. Wij begrijpen, ja gevoelen
het, dat in het gastvrije Engeland door Uwe
Hoogheid met spauning werden tegemoet gezien
de dingen die komen zouden. Hulde, ja driewerf
hulde aan het edele driemanschap, dat met
reuzenhand ingreep en een omwenteling deed
ontstaan, de teugels van het bewind voorloopig
in handen nam om die te leggen in handen
van Uwe Hoogheid, en zeggen wij uwe
Hoogheid dank dat aan de' bede van land
en volk werd gevolg gegegen en den Keltischen
bodem werd verlaten. Een einde gemaakt zijnde
aan de tyrannie en dwinglandij van Frankrijk,
zal voor ons land onder uw bestuur meer voor
spoed en welvaart heerscben en ik vraag Uwe
Hooge toestemming Uwe Hoogheid en Uwe
Excellenties een dronk te mogen wijden, «iet
met het edele nat uit Champagne, want hoe
zou een dronk van den wijn verbouwd op den
grond van den vijand over Uwe Prinselijke lippen
willen maar met een niet minder edel soort,
gewonnen aan de boorden van de Maritza, uit
het land der Magiairen, een volk even roemzuchtig
als dapper en thans strijdeude met leeuwenmoed
tegen de verdrukking en overheersching van
den Turk.
Een wijn, waarvan Z. H. Pius IV getuigde:
Summum Poniificens Thalia vina descens. Hoog
heid, Excellenties, wij nemen het glas op en
drinken op Uw en 's lands welzijn.
Z. Hoogheid beantwoordde dezen toost en vond
bierbij nogmaals de gelegenheid te wijzen op het
groote geluk, dat Oranje weder aau Nederland
verbindt.
Intusschen werd den Prins geboodschapt dat
het rijtuig van Z. Hoogheid stond voor het
Raadhuis. Zich daarop naar buiten begevende
met zijn gevolg en bet Dagelijksch Bestuur dezer
plaats, richtte de Prins tot de voor het stadhuis
verzamelende menigte de volgende proclamatie
//Wij Willem Frederik, Prins van Oranje
//Nassau, enz., enz., enz.
„Onuitsprekelijk waren mijne aandoeningen bij
de intrede van hedeD, binnen deze hoofdstad.
Teruggegeven aan het volk, dat ik nimmer op
gehouden heb te beminnen, zag ik mij na ne
gentien jaren, als een vader in het midden van
zijn huisgezin.
Nooit, Nederlanders, zal mijne ontvangst in
Holland, nooit mijne intrede in Amsterdam uit
mijn geheugen gaan, en bij uwe liefde beloof ik
het bedrogen zult gij u niet viuden. Gij wilt
het, Nederlanders, dat ik u meer zal zijn dan
ik u zonder mijn afwezigheid zou zijn geweest.
Uw vertrouwen, uwe liefde legt de souvereiniteit
in mijne handen, en van alle zijden dringt men
op de aanneming daarvan, wijl de nood van het
Vaderland, wijl de toestand van Europa dit
vordert.
Welaan dan, ik zal mijne bedenkingen aan
uwe wenschen opofferen, ik aanvaard wat Neder
land mij aanbiedt, maar ik aanvaard het ook
alleen onder waarborg eener wijze constitutie,
welke uwe vrijheid tegen mogelijke misbruiken
verzekert, ik aanvaard het in het volle gevoel
der verplichtiug, welke mij dit uw verlangen
oplegt. Mijne voorouders hebben uwe onafhan
kelijkheid doen geboren worden. De handhaving
daarvan zal de nimmer ophoudende taak van
mij en de mijnen zijn. Ik reken, in deze nog
altijd eenigszins hachelijke oogeublikken, op uwe
medewerking en opofferingen, en weldra zal, na
een korte inspanning, geen vreemdeling meer
op uwen grond aan de geestdrift der herborene
natie, aan de zegepralende wapenen onzer bond
genooten, onder Gods hulp, tegenstand kunnen
bieden."
Daarna begaf Z. Hoogheid zich in den stoet
en werd door de verschillende deelen onzer ge
meente een tocht gemaakt welke ongeveer ander
half uur duurde en te half zes ure was afge
loopen, waarbij zich een talrijk publiek, dat
zich laugs de straten bewoog, verlustigde in het
aanschouwen van de prachtige costuums en uit
rustingen.
Vermelden wij nog, dat voor 's Prinsen vertrek
na het uitvaardigen der proclamatie een door
enkele dames vervaardigden krans van groen en
bloemen den beer Burgemeester werd omgehangen,
huldigende hem in zijn kwaliteit vau Eere-
voorz. van het feestcomité.
Het overige van deu avond tot ongev. 9 ure
werden wij vergast op eeu concert van het
Muziek- en Zauggezelschap, welke beide gezel
schappen eeu woqrd vau lof toe komt voor de