van Zaterdag 26 April 1913.
Tweede Blad.
Pnblicatiën.
FEUILLETON.
Uienteelt.
l 115
s2 e»?
1.2
- s
g
Aan het Verslag der gezondheids
commissie over 1912 ontleenen wij het
volgende.
Ierseksche en Thoolsche Courant
Bargemeester der Gemeente Tholen brengt
deze ter kennis van de Ingezetenen, dat bij hem
rangen en aan den Ontvanger der Directe Be-
ingeu ter invordering i9 verzonden, het Kohier
de Personeele belasting no. 1 voor het dienstjaar
3 met nitnoodiging aan een iegelijk wien znlks
uit gaat, om na bekomene kennisgeving van zijnen
slag, ten spoedig3te het door hem verschaldigde
kwyten met herinnering tevens dat de bezwaren,
ke dienaangaande mochten bestaan, binnen zes
:en na heden behooren te worden ingediend,
'holen, den 21 April 1913.
VISCHAKTEN.
BINNEN VISSCHERIJ.
)e Bargemeester der Gemeente Tholen maakt
leod) dat ter Gemeentesecretarie kosteloos verkrijg-
r zijn formulieren voor de aanvragen tot het be
ien van een visch- of hengelakte, voor het jaar,
vangende 1 Juli aanstaande en eindigende 30 Juni
ropvolgende, en noodigt belanghebbenden uit hunne
vragen zooveel mogelyk vóór den 1 Juni e. k.
hem in te dienen.
De navolgende akten, worden uitgereikt
Groote vischakten, tot het visschen met alle
torloofde vischtuigen, tegen betaling van twee
lden en vijftig cents
Kleine vischakten, tot het visschen met een
genoemd vischtuig, tegen betaling van een
den
Hengelakten, tot het visschen met meer dan
>ngel, tegen betaling vari vijftig cents.
Voor het visschen met één hengel, geen loop-
sleephengel en geen peur zijnde, behoeft geene
ivrage te geschieden,
en Kostelooze vergunningen om te visschen worden
niet meer verleend.
Geen akte wordt uitgereikt
aan hem, wien ingevolge art. 34, eerste lid,
Visscherijwet, de bevoegdheid om krachtens een
lent of akte te visschen is ontzegd, voor den
nr der ontzegging
2o. a*n veld- en boschwachters, beambten der
echaussee, niet zijnde hulp-officieren van Justitie
btenaren van Rijks- en gemeentepolitie, beneden
rang van Inspecteur der Rijksveldwacht en van
mmissaris van politie, beambten van den Rijks-
Provincialen Waterstaat en beambten van de
meinen, beneden den rang van hoofdopziener.
Tholen, den 22 April 1913.
De Burgemeester voornoemd
M. G. VAN STAPELE.
Beschrijving voor de
lelasting op Bedrijfs- en andere inkomsten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
uite Tholen
Gelet op artikel 13, 1, eerste zinsnede, en
tikel 19, 7 der Wet van den 2deu Ociober 1893
taatsblad No. 149)
Brengen hiermede ter algemeene kennis, dat door
Heer Commissaris der Koningin in deze Pro-
ocie is bepaald, dat met de uitreiking van de
schrijvingsbiljetten voor de belasting op bedrijfs-
andere inkomsten, over het dienstjaar 1913 1914,
aanvang zal worden gemaakt op Vrijdag, den
Mei aanstaande, en dat de aanslagsregeling voor
l jaar 26 September 1913 moet zijn ten einde
brachtterwijl de regeling van aanslagen, welke
et uit de beschrijving* voortvloeien, of die om eene
idere reden zijn aangehouden moeten worden, moet
afgeloopen binnen één maand, nadat de Com-
issie van Aanslag of het College van Zetters door
Voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen.
Voorts wurdt hierbij de aandacht gevestigd op
'kele der voornaamste verplichtingeu, ten opzichte
r heffing van bovenbedoelde belasting, door het
bliek te vervullen
Art. 15, 2.
Ieder die optreedt als bestuurder of beheerend
innoot van eene hier te lande gevestigde vennoot-
onderlinge verzekeringmaatschappij, coöpera-
vereeniging, of van eene vereeniging of stich-
die een bedrijf of beroep uitoefont, of als
oekhouder eener bier te lande gevestigde reederij,
gehouden daarvan schriftelijk binnen ééne maand
mnis te geven bij het bestuur der gemeente waar
woont.
(i)
Ik kwam te Chamounix op den 6 Augustus
met een mijner vrienden. Wij hadden
D(l8 zes weken Zwitserland doorreisd, en er
gezien en dus ook een weinig ondervinding
de gletschers opgedaan en den Alitsch Hom
'«lommen, welks top geen twee maanden te
voren door een reiziger, lid van de Alpen-
voor het eerst was bereikt. Ook wij hadden
beklimming gelukkig volbracht, en waren
trotsch op tot het tweede gezelschap te
'chooreu, dat de hooge bergspits besteeg, om-
reDt veertien duizeud voet boven de zee.
die gelegenheid hadden wij twee geheele
öageu tusschen sneeuw en ijs doorgebracht.
Ik herin Der mij nog zeer goed mijn eerste
l)kje in een dier vreeselijke kloven, die de
ub,
Art. 16.
Hier te laude wonende beheerende vennooten van
Nederlandsclie vennootschappen en maatschappijen,
als bedoeld in art. 6, 2, en van de in art. lb
bedoelde commanditaire vennootschappen op aan-
deelen, bestuurders van hier te lande gevestigde
naaralooze vennootschappen, coöperatieve en andere
vereenigingen en onderlinge verzekeringmaatschap
pijen, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde
reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen
of uiikeeringen, waarover volgens art. 2, 1 en 2
en art. 6, 2 belasting verschuldigd is, overgaan,
alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere
uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting
betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen
of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover
verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45.
Bestuurders van de bij art. lb en c bedoelde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve vereeni
gingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een
bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekering
maatschappijen en sociëteiten, alsook beheerende
vennooten van hier te lande gevestigde commandi
taire vennootschappen op aandeelen en boekhouders
van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden
binnen veertien dagen na de vaststelling van balans
of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is
tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdee
lingen te doen toekomen aan den voorzitter der
commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19, lb
of 2, die den aanslag moet regelen.
Art. 47, 5.
Hij, die daartoe gehouden, nalaat de verplichtingen
na te komen, bedoeld bij art. 15, 1 eerste lid,
en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene
geldboete van ten hoogste f25,
Gelijke straf wordt opgelegd in geval van over
treding van art. 45.
Art. 47, 6.
Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene
geldboete van ten hoogste f 400,
Art. 34, le lid.
Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen,
die hun bedrijf of beroep rondirekkende uitoefenen,
voor zoover zij behooren tot de bedoelden bij art. la,
h en k, zijn gehouden onverminderd hunne ver
plichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter
plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin
van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het
Gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met
opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun
bedrijf of beroep. Ten blij ke dat zij hieraan voldaan
hebben, ontvangen zij kosteloos een door of vanwege
het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat
zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op
aanvraag aan ambtenaren "der directe belastingen te
vertoonen.
Art. 47, 7.
Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn
als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit
bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te
vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van
ten hoogste f25,
Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het
bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, be
drijf of beroep op, of maken zij gebruik van het
aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f150.
Voorts wordt nog bijzonder gewezen op de in
art. 12. 2, 2o lid, lo d, aan de ingezetenen van
het Rijk verleende bevoegdheid, om zich, bij de
aanstaande beschrijving, de uitreiking van een be
schrijvingsbiljet B ie verzekeren, door vóór of op
lo Mei a.s. het verzoek daartoe schriftelijk te richten
tot den Ontvaujrer der directe belastingen over hunne
woonplaats.
Tholen, den 19 April 1913.
Bargemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
M G VAN STAPELE.
De Secretaris
H. J. LABAN.
In sommige streken van ons land neemt
de uienteelt een gewichtige plaats in bij de
landbouwcultnren. Onderstaande proef, die ik
vond medegedeeld in no. 1 van het dit jaar
vanwege het Departement van Landbouw enz.
verschenen Verslag der Tuinbouwproelveldeu
is dus niet van belang ontbloot en moge hier
een plaats vinden.
gletschers hier en daar doorsnijden. Terwijl de
gids mij aan de eene band vasthield, bukte
ik over den gapenden rand en staarde nauw
lettend in den vreeselijkeu afgrond. De twee
steile ijswanden schenen zich drie honderd
voeten lager te slaiten, doch dit was niet9
meer dan schijn, door de schuiosche en gebogen
richting der kloof, die gewoonlijk eerst eindigt
waar de gletscher den grond raakt.
„Niemand, die in zulk een kloof valt, komt
er levend weder uit," zei een der gidsen. „Ja,"
zei een ander„maar eens is er toch een man
uitgekomen, hij woont thans nog te Grinder-
waldhet was een gemzenjager, die, toen hij
over de gletschers naar huis' terugkeerde uit
gleed en in een kloof nederstortte. Zijn val
werd door de vooruitstekende kanten van een
ijsblok gebroken, dat echter losliet terwijl hij
er zich aan vasthield. Na nog twee honderd
voeten lager te zijn gevallen, was hij op den
bodem der gletscher te land gekomen met een
gebroken arm en een verstuikt been. Op den
bodem vond hij tusschen het ijs en den grond
een holle ruimte, waar een stroom water door
liep. Op goed geluk af volgde hij den stroom
ln 1909 werd bij den heer H. NelisseD,
in het Biesland woonachtig (gemeente Oud-
Vroenhoeven (Limburg) een proef genomen,
waarbij werd nagegaan, of bij de bemesting
van zaaduien het beter was chilisalpeter dan
wel zwavelzuren ammoniak te geven, terwijl
tevens werd onderzocht of het- aanbeveling
verdient het chilisalpeter iu éénmaal of in twee
uit te strooien. De perceelen waren 2 Are groot.
a «o a
>- Z -
eL-2 j,ü
O .1*3 93 O <3
CL. O
O. u 03
o -a -ü
2
Sd
93
0
-O
O.
0
O
es 03
je o
(S3 O
ESJ
J. 93
0
93
-a a.
OlS
00
co
a
n
Ph
Het chilisalpeter heeft dus beter gewerkt
dan de zwavelzure ammoniak hoewel de hoe
veelheid stikstof, aanwezig in de 71/4 K.G.
zwavelzuren ammoniak even groot was als die
in 10 K.G. chilisalpeter.
Voorts blijkt uit deze proef, dat het chilisal
peter het best in één keer wordt uitgestrooid
want waar dit geschiedde (perceel II) was de
opbrengst nog 8 K.G, hooger dan van penceel
III, waar het 2 keer werd gegeven.
(Vervolg.)
ONBEWOONBAARVERKLARING.
Op 12 Maart werden te St-Aonaland onbe
woonbaar verklaard de woningen sectie B no.
2144 en 2177 (ontruimingstermijn 6 maanden).
Op 16 April werden te St-Maartensdijk on
bewoonbaar verklaard de woningen sectie G dos.
719, 667, 668, 596,-597, 634, (ontrnimings-
termiju 6 maanden) en G 635 (reeds ontruimd.)
Op 11 April werd te Oud-Vo3seineer onbe
woonbaar verklaard de woning sectie D no. 175.
(Ontrnimingstermijn 6 maanden.)
Op 30 Aug. werd te Stavenisse onbewoonbaar
verklaard de woning spetie A no. 637 (Ont
ruimingstermijn 6 maanden).
Op 5 April werden te Tholen onbewoonbaar
verklaard de woningen sectie F nos. 1280, 63,
848, 14 (Ontruimingstermijn 6 maanden) en F,
uo. 999 (reeds ontruimd).
Op 24 Mei werd onbewoonbaar verklaard de
woDiog F. uo. 346 (Ontruimingstermijn 6
Op 23 Dec werd ou bewoon baar verklaard de
woning F 124 (Ontruiuringstfrwijn 6 maanden).
Geen der eigenaren kwam in beroep. Voor
alle woningen was door de Commissie een advies
tot onbewoonbaarverklaring ingezoudeD.
De Commissie behoefde geen voorziening aan
te vragen bij Gedeputeerde Staten.
VERLENGING ONTRUIMINGSTERMIJN.
Aan onze Commissie werd in de volgende
en na ougeveer drie uren ver te zijn voort-
gekropen, kwam hij eindelijk weer buiten de
gletscher."
Gewoonlijk zijn de spleten van drie tot acht
voeteu wijd aan- den top, maar de wanden
loopen een eind lager meestal zamen, zoodat
iemand die er invalt, zich als tusschen twee
muren geklemd ziet als hij den bodem bereikt.
Als er dan geen hulp komt van boven om
hem met touwen op te halen, moet hij jam
merlijk omkomen. Het vorige jaar Dog heeft
een edelman op deze wijze half verknepen,
half bevroren, dtn dood gevonden, daar de
warmte van zijn lichaam het ijs gedurig deed
smelten, en hij steeds dieper en dieper wegzouk
in zijn graf.
Mijn tochtgenoot en ik zouden nog eens
voor ons vertrek den Brevat beklimmen, daar
de meeste reizigers Chamounix niet verlaten eer
zij de Mer de Glacé en de Jardin hebben
gezien. Wij maakten ons dus voor ons uit
stapje gereed. Om ons het werk te bekorten,
verlieten wij Chamounix reeds des avonds, en
sliepen te Montanvert, een kleine eenzame
berg-herberg aan den rand der Mer de Glacé.
gevallen advies gevraagd tot verlenging van den
ontruimingstermijn.
Op 18 Nov. te St-Annaland voor de woning
sectie B 2144.
Aan dit verzoek kon niet worden voldaan,
omdat de ontruimingstermijn reeds verstreken was.
Op 16 October te Oud-Vossemeer voor de
woning sectie D 175,
Op 18 October gunstig geadviseerd.
Op 13 April te Stavenisse voor de woningen
sectie A 1091 en 1092.
Op 17 April gunstig geadviseerd.
In verband hiermede werd aan B. en W.
mededeeling verzocht van de maatregelen ge
nomen om aan den woningnood en het gebrek
aan geschikt bouwterrein tegemoet te komen.
Op 9 October voor dezelfde woning sectie
A 1092.
Op 16 October gunstig advies uitgebracht.
Op 22 November voor de woning sectie F
no. 63.
Op 23 Nov. gnnstig geadviseerd.
Op 16 December voor de woning sectie F 346,
Op 18 Dec. gunstig advies uitgebracht.
Ofschoon de Commissie tot hsden meestal
gunstig adviseerde op voorstellen tot verlenging
van den ontruimingstermijn, meent zij hier toch
als haar gevoelen te moeten uitspreken, dat die
verlenging uitzondering en geen regel behoort
te zijn.
ZIEKTEN.
A. ZIEKTEN, GENOEMD IN DE WET VAN
4 DEC. 1872.
In ons ressort kwamen ook in dit jaar geen
gevallen voor van Aziatische cholera, pokken,
dysenterie, pest of gele koorts.
Wij ontvingen mededeeling, dat voorkwamen
de volgende gevallen van andere besmettelijke
ziekten
o S '3 g
«r-l I t* 05 OS
*7 f 52 «5 'o 5
A A j? o
gqoïOchcoco5-iEh
Typhus
Febris lyphoïda.
Roodvonk
Diphtherie
Totaal
2
1 1
1 3
2
1 1
7 13
7 2 19
DRINKWATERVOORZIENING.
Omtrent de plannen voor eene drinkwater
leiding ten behoeve van het eiland Tholen kunnen
wij nog niets naders mede deelen. Naar wij ver
nemen wordt er met kracht aan gewerkt.
In het vorig verslag (zie blz. 25) werd mede
gedeeld, dat ons medelid, de Heer Bernhardi,
arts te Stavenisse, zich bereid had verklaard
het onderzoek naar de qualiteit vaD het drink
water in de onderscheiden gemeenten van ons
ressort in te stdlen.
De Heer Bernhardi wenschte dat onderzoek
aan te vangen in zijne woonplaats. Daarom
wendden wij ons op 27 April tot B. en W.van
Stavenisse, hun verzoekende een 15-tal regen
bakken aan te wijzen, waaruit een tiental voor
monstername konden worden geuomen. Wij deden
dit verzoeK aan het Dagelijksch Bestuur om allen
schijn van partijdigheid te vermijden.
Op 1 Mei kregen wij van B. en W. voor
noemd bericht, dat zij zich onthielden van het
aanwijzen van regenbakken.
Den 30 Mei verzochten wij aan B. en W.
ons te willen berichten, of zij op grond van
artikel 20 der Bouwverordeuing bereid waren
hunne medewerking te verleenen bij het onder
zoeken van water uit regenbakken.
Op 5 Juni antwoordden zij, dat hun een al
gemeen onderzoek van water uit regenbakken
vooralsnog niet gewenscht voorkwam. Mocht
eventueel blijken, dat een onderzoek noodig is,
dan zouden zij te zijner tijd gaarne van onze
adviezen gebruik maken.
Den volgenden morgen werden wij vroeg-
tijdig gewekt. Wij voorzagen ons van eenige eet
waren en wijn, en gingen op weg met den
gids dien wij van Courmayeur hadden mede
gebracht. Het was een heerlijke ochtend en
alles beloofde ons een genoegelijken dag. De weg
liep vooreerst over een smal hobbelig pad
langs de gletscher, die aan de linkerhand be
neden ons lag, vol kloven, en met veel steenen
en kluiten bedekt. Een half uur verder eindigde
bet pad en zeide de gids dat wij thans over
de gletscher moesteu. Wij daalden er af en
gingen door tallooze kloven en spleten voort.
Daar de tocht naar de Mer de Glacé niet
als een eigenlijke gletscher-bek li raming wordt
beschouwd, hadden wij geen touwen of bijlen
medegenomen. Wij dachten aan geen gevaar
en vervolgden onzen weg opgewonden vroolijk
en met grooteu spoedzoo snel zelfs, dat de
gids ons meer dan eens waarschuwde om voor
zichtig te zijn en verzocht voor ons uit te
mogen gaan, daar hij reeds achter was gebleven.
Wij kwamen op dit oogenblik juist bij eeu
diepe kloof, die ons het voortgaan belette. Links
uitziende, zag ik dat zij twintig voet van