iKtllii, mi ui lt lilupi ia» oaslsrMt, lullini, cu
Advsrteiitiën.
EN
ÈT NIEUWE MODEBLAD.
Heden en Verleden.
0. 1453.
Zaterdag 29 Maart 1913.
Negen en twintigste jaargang.
Tweede Blad.
an onze Lezeressen.
Publicatie n.
FEUILLETOK.
NIEUWTJES UIT DE APENBUURT.
1913 -- 1813.
2. Ons Huis.
Patentkali op aardappels enz.
HET ZWARE PAARD.
door L. LOUTER,
Prijs f 1,10.
IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
ij de intrede van het voorjaarsseizoen,
igen wij de bijzondere aandacht onzer leze-
en op
taal per maand verschijnende in 14 pagina s,
elk bij ons in 2e uitgave, is verkrijgbaar
;eld tegen den prijs van 65 ets. per 3
inden (fr. p. p. fO.75.)
an wie nog niet mocht hebben kennis ge
kt met dit zeer fraaie en oiterst praktisch
DE-TIJDSCHRIFT, zullen wij gaarne op
rage een Ex. gratis en franco ter kennis-
ing doen geworden.
lij inzage zal een ieder moeten erkennendat
fraai Modeblad nog nimmer tegen znlk
ongekend lagen prijs werd aangeboden.
Ie talrijke gravures, waarmede de bladzijden
't ware zijn bezaaid, geven uitnemende model
voor Dames, zoowel als voor de meer praktische
vrouw, die in dit tijdschrift vinden kan wat
op het gebied van Modes kan interesseereD.
len schat van wetenswaardigheden en een keur
toiletten, zoo van eenvoudige als kostbare,
van gravures van kiuderkleeding, en een
)te verscheidenheid van handwerk,
leerdere malen zal eeue Mode-afbeelding op
oornagina. a*tiatiak in sleuren zijn uitgevoerde
,an het blad wordt toegevoegd een groot
'onenblad, zoodat de lezeres in staat is, met
alp daarvan, zelf het model harer keuze te
digen.
len verzuime niet het in de advertentie-
ommen voorkomende formulier in te vulleD
ons ten spoedigste toe te zenden.
DE UITGEVER.
Vaststelling der Kiezerslijst.
IURGEMBESTER en WETHOUDERS der Re
nte Tbolen maken bekend dat de op heden door
astgestelde kiezerslijst voor het jaar 19131914,
evens de alphetische lijsten» der namen en voor-
len van hen, die met betrekking tot eene of meer
verkiezingen van de kiezerslijst zyn afgevoerd en
'op zijn gebracht, van den 23sten Maart tot eu met
Sisten April a.s. op de Secretarie der Gemeente
een ieder ter inzage worden nedergelegd, en
a betaling der kosten, in afschrift of afdruk
;rygbaar worden gesteld.
'ot en met den 15den April a.s. is een ieder
Degd bij het Gemeentebestuur verbetering van de
engenoemde kiezerslijst te vragen, op grond dat
sell of een ander, in strijd met de wet, daarop
'komt, niet voorkomt of niét behoorlyk voorkomt,
let verzoekschrift kan op ongezegeld papier worden
eld.
'holen, den 22sten Maart 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Be Burgemeester
M. G. VAN STAPELK.
Be Secretaris
H. J. LABAN.
Uit een reisverhaal van 1850.
hoo de lezer genoeg heeft van het land der
latwegen en spoorbanen, en een toertje wenscht
maken buiten de beschaafde, ja zelfs buiten
bereisde wereldzoo hij ziek is van her
gen, reispassen, gidsen, wegwijzers en hotel-
eniogen zoo hij lust heeft in koortsen of
lzucht, en thuis wenscht te komen met een
t van tienmaal de natuurlijke grootte, of met
lever zoo hard en droog als een kurk zoo hij
langt te weten, wat het zegt door dezooge-
kerd te worden tot hij van deö schedel tot
de voetzool met bladders bedekt is; zoo
den wildeman wenscht te zien in zijn naakte
beschilderde woestheid, zoo hij belang stelt
roode reuzenspinnen, scorpioenen, mieren-
Nadruk verboden
Vervolg.
Op de Hoogstraat stond eenige jaren geleden
een zeer oud hui9 als men van de Brugstraat
naar de Kerkstraat ging. Met leede oogen heb
ik dat gedenkteeken der oudheid zien verdwijnen.
Dat huis kon nog getuigen van vroegere bouw
kunde eo weelde, doch het was door den tand
des tijds vermolmd en zóó slecht, dat het iu de
handen des sloopers moest vallen. Het behoorde
lot de kasteelen van Zeeland en wa9 eertijds
de verolijfplaats van de Hoeren Van Blois. Het
was een gedeelte van 's-Gravenhofstede, een
blok huizen van de Hoogstraat tot de Markt.
Het stadhuis is er een overblijfsel van. Hier
werden de Tollen verrekend voorde vreemdelingen.
De Tholenaars waren tolvrij.
Nog vóór dien tijd was dat huis een klooster.
Naar mijn beste herinneringen zal ik het be
schrijven.
Stel u voor een huis met muren van omstreeks
een meter dik. Een trapjesgevel met drie ver
diepingen, zóó hoog, dat men op den vliering-
zolder, volgens overlevering, de beschieting met
gloeiende kogels vau de Citadel van Antwerpen
in 1831 kou zien.
Vóór het huis stonden twee zware banken
met hardsteenen voorstukken en ijzeren leuningen.
Onder het huis wareu twee ontzaggelijke, kille
kelders met zware kruisgewelven, die gemeen
schap hadden door een sterke geheime deur.
Een trap uit het huis leidde in eén der kelders,
ofschoon ze ook van buiten te bereiken waren,
door twee schuine ingangen met zware deuren
eu ijzeren spanningen gesloten. Langs een trap
kwam men er in. Die kelders zijn er nog
In den gevel waren sterke vierkante ramen,
geflankeerd door twee ijzeren toestellen om er
bij donker weer fakkels iu te branden. Vroeger
waren dat groote lichtramen met ijzere ko
lommen en deuren met bewerkte zandsteenlijsten.
Door de deur, op zij van den hoofdgevel, die
drie centimeters dik en geheel doornageld was
met zware ijzereu kopspijkers, kwam men iu
een voorhuis, vroeger de hal en daarna in een
lange gang. Die vr vegere hal diende tot slagers
winkeldan volgde rechtsaf een biunenplaatsje
met regenbak en gelegenheid voor zekere be
hoeften. Een zonderlinge combinatie Daarop
volgde een wenteltrap, die uitliep op een toren;
toen reeds door rniju vader afgebroken, ofschoon
de boventrap bleef en de opening schuin was
afgedekt.
Boven de slagerij was een kamer. Op zij van
den toren waren een slaapkamer en een rom
melkamer.
Na de wenteltrap was in de gang een keuken,
die voor kaarsenmakerij werd gebruikt. Eindelijk
een achterdeur, die uitkwam op een plaatsje,
omringd door een zwaren muur met 9teenen beeren.
Aan den linkerkant van den gang bevonden
zich achter elkander drie groote kamers, 6 M.
legers, doodelijke slangen, gorilla's,monsterachtige
kevers, luipaarden en alligators zoo hij be
last is op een tocht door dampende moerassen
en mangrove-zwampen, of in ranke kano's tusschen
zwermen van baaien zoo hij er niet tegen op
ziet om zijne kleeren en zijne huid verscheurd
te zien in dorenstruiken en aloë-boschjes, met
na en dan eene kans om op verschillende ma
nieren te verdrinken en allerwaarschijnlijkst den
hongerdood te sterven, of in oliiantskuilen te
storten en in wilde wijngaardranken te worden
gevaDgeD, of door kille regens te worden door
weekt en door vliegende wervelwinden uit zijne
hot te worden gestormd, kortom, om op allerlei
wijzen gestoken, gebeten, gekoeosd, verschroeid,
verminkt of verscheurd te worden, laat hij dan
zijn gestel en zijne zinnen en zenuwen gaan
oefenen in een reisje door Midden-Afrika.
Wij allen hebben wel eens het ongeluk ge
had iemand te ontmoeten, die de rol van den
hondschen wijsgeer wil spelen, die er zijn fort
van maakt, om aan ieder woord of daad eene
hatelijke uitlegging te geven om de maatschappij
voor te stellen als hopeloos en reddeloos bedor
ven handel en nijverheid op den rand des
lang, 6 M. breed en 5 M. hoog. In de middelste
kamer, met een groot bovenraam was een alkoof
en daarnaast een kast met een geheime deur,
die uitkwam aan het hoofdeneinde vaneen bed
stede in de achterkamer. Die achterkamer was
verdeeld in een woonkamer en een opkamer
met zware ramen in den achtergevel.
De groote schouwe (schoorsteen) in de voor
kamer was in mijn tijd reeds uitgebroken en
die kamer wa9 modern ingericht.
De schouwen in de binnenkamer en achter
kamer waren merkwaardig groot. Zij rustten op
zwaar gesteente. Die inv de achterkamer was
ondersteund door twee Cararisch marmeren pilaren,
rood met witte adereo, staande op zwart mar
meren voetstukken, gesteand door zwart mar
meren achterplaten, als kinderen kropen we er
tusscben door. Boven die pilaren waren zwart
marmeren dekstukken. Op iedere pilaar was een
witte kroonlijst met arabesken. Wat jammer,
al dat moois is verdwenen
In die kamers waren overvloed van kasten en
slaapsteden, door beschotten afgescheiden.
Iq de binnenkamer kwam men door een por
taaltje. Zij wa9 behangen met een noort doek
van achteren linnen en daarop een soort laken
met allerlei figuren. Dat behangsel wa9 gedeel
telijk door ouderdom vergaan eü afgescheurd.
Boven die kamers waren 2 groote zalen 5 M.
hoog en met schoorsteeuen. Daarboven 2 groote
zolders 3.8 M. hoog en eindelijk daarboveu een
vlieringzolder. Het dak was steil hoog, met leien
gedekt en de goten zoo breed, dat wfj er hard
in durfden loopeu. Ze waren met lood bekleed.
Achter de drie kamers was een groote plaats
met zware vierkapte steeneo geplaveid. Op die
plaats bevoodeu zich een diepe welput eu een
groote regenbak. NA die plaats kwam men in
een grooten tuin, gesloten door een dikken muur.
Op de plaats bevond zich een groote keuken eü
achter in den tuin een schuurtje.
Ziedaar, ons huis, waarin ik als kind leefde.
Mijn vader is op 88-jarigen leeftijd gestorven
in dezelfde bedstede, waarin hij geboren werd.
Wij woonden in de binuenkamer. 's Winters
brandde er een ontzaggelijk vuur. Ik geloof,
dat behalve turf en steeukool er zelfs nog een
9tuk van eeu boomstam bezig was tot asch te
verteren. In wijden kring zaten wij op stoeltjes
of bankjes vóór een groote ijzeren plaat. Boven
een vierkant gat (kolk) iu die plaat was een groote
vuurhaard met traliëo. Op de groote ovale tafel,
achter ons, braudden op de einden der tafel
twee vierenkaarsen, geflankeerd door een snuiter-
bakje, waarin een snuiter, een domper en een
profijtertje. Onze vrouwelijke huisgenooten zaten
bij dat licht te naaien eu te breien en wij ons
schoolwerk te maken
's Aaonds schoof mijn vader ziju leuningstoel
bij den haard, stak eeu lange pijp op en begon
te vertellen van den ouden tijd, zoodat wij soms
bang waren in dat groote huis eu griezelden
van de nare geschiedenissen. Daarbij heeft de
goede man wel wat gefantaseerd. Doch ik geef
het als legeude, waaraan veel waarheid ten
grondslag ligt. Een dier verhalen maakte op
mij grooten indruk en zal ik hier latea volgen.
Wordt vervolgd.)
ondergangs het vaderland in gevaar van oorlog,
honger of pestde wet en de regeering gereed,
om op het strand te worden gezet en schipbreuk
te lijden al wat heilig i9 en eerbied verdient
reeds in den ontzaggelijken Hades verzonken
waant, en iedereen behalve zich zeiven een dwaas
noemt, die dit niet ziet, of een schelm die
er zijn voordeel niet mede doet. Zoo iemand zon
zich volkomen thuis en naar zijn genoegen
vinden in het land der Gorilla's eü het beste
wat hij doen kan, is daarheen te gaanen er te
blijven.
Hij kan er een prins krijgen, die voor hem
wascht, en hij kan er de vrouwen leeren koken
en naaien, zooal9 betere lieden dan hij wel ge
daan hebbeu hij kan het ontzettende schouw
spel genieteu van moorddadige twisten en de
woeste vreugd van een leven ah in de wilder
nis, waar ieders menschenhand gekeerd is tegen
zijne broederen hij kan huiveren en rillen in
koude nachten eu wekenlange plasregens onder
de liniehij kan zijn ooren spitsen op het
schrille gehuil vau den boschkat, en het dave
rend gebrul van den reuzenaap; hij kan erdoor
zijn keukenmeid worden vergiftigd met het
Aardappels moeten zwaar bemest worden. De
ervaring heeft dat geleerd en ieder weet het en
handelt er naar. Meestentijds krijgen de aard
appels een gedeelte van den stalmest, die dan
zoo vroeg mogelijk moet gegeven worden, als
men tedminste eenig belang stelt in den smaak
van het product. Er is wellicht geen landbouw
gewas, dat wat den smaak betreft, gevoeliger is
voor verschillende soorten van bemesting dan de
aardappel. Wanneer hij stalmest krijgt, moet hij
daarenboven nog afzonderlijk kali hebben, tenzij
de bodem van vorige bemestingen zooveel kali
bevatte, dat men het er zoo op wagen kan.
Maar, dat is zelden het geval. Vandaar, dat het
aardappelland zeer vroeg in den herfst wel met
kaïnit bemest wordt, of later, desnoods nog laat
in den winter met kalizout (40 kalizout).
Doch heeft men beide nagelaten, dan moet men
de aardappels met patentkali bemesten. Patent
kali bevat ruim 25 °/Q in water oplosbare kali
en bijna geen chloor. Ze is gewoonlijk wat
duurder dan het dubbele van den kaïnitprijs,
vandaar dat patentkali bij verbouw iu het groot
niet zooveel gebruikt wordt. Toch is het een
uitstekende meststof voor aardappelen en zij, die
niet zoo heel veel aardappels verbouwen en nog
geen kalibemesting gegeven hebben, kan ik niet
genoeg aanraden er een proef mede te nemen.
Behalve bij aardappelen wordt patenlkali ook
met zeer veel succes gebruikt in den tuin, bij
alle tuinvruchten. Ook bij druiven geeft men
met goeden uitslag patentkali. Tabak, waarop
patentkali ook wel gaat, wordt echter in den
laatsten tijd veel niet zwavelzure kali bemest,
die voor dat gewas bijzonder geschikt schijut
te zijn.
Bij FIRMA A. J. BRONSWIJK te Oostbubg
verscheen
Handboek voor Fokkers van zware Trekpaarden
Veearts te IJ zend ij ke.
De VELDPOST schrijft 8 Februari 1905 over dit boek
De heer Louter heeft velen aan zich verplicht door
het schrijven van dit boek. Helder en duidelijk
voor de minst ontwikkelden zelfs gemakkelijk te be
grijpen, zijn de verklaringen van den bouw, het
extérieur, den hoef en de ouderdomskenmerken. Wie
nooit met paarden omging, vindt hierin genoeg om
voldoende op de hoogte te komen van het werkpaard.
Ook de beschrijving van het zware trekpaard in 'I
buitenland en de fokkerij zijn voor den handelaar
en Jokker van groot belangevenzoo de vermelding
der koopvernietigende gebreken, terwyl de wenken be
treffende de gezondheidsleer eiken paardenhouder van
nut zijn. De schrijver heeft inderdand geen overtollig
werk verricht met 't opstellen van dit boek. Wij
bevelen het zonder voorbehoud aan. De uitgever zorgde
voor een helderen en duidelyken druk en niet te
boegen prys. 10885
Ook verkrijgbaar aan het Bureau van dit Blad.
rattenkruid dat hij voor zijne opgezette vogels
en dieren noodig heeft; hij kan zelfs, als de
gelegenheid hem gunstig is, ook antilopen en
gazellen ontmoeten en het geschreeuw van den
adelaar hoorenen zoo hij lust heeft om te
sluimereu te midden van duizend bleekende
skeletten op de begraafplaatsen der Borracoons,
kan hij mijmeren over het treurig lot der mensch-
heid, en met Volney droomen over den val
van Euripides in de ruïnen van een Egypti-
scheu tempel.
Natuurlijk gaan wij bij onze aankomst in
West-Afrika het eerst de menschen bezoeken, die
wij op weinige uitzonderingen na allen leugenaars,
bedriegers en dronkaards bevindenover het
geheel ook vrij smerig, maar daarom niet minder
schilderachtig. Verre het grootste gedeelte van
hen zijn moordenaars, en niet weinigen tevens
lafhartig. Behalve de Fans, die zich ongelnkkig
als menscheueters doen kennen, hebben zij geen
denkbeeld om hunne bloedige veten af te doen met
iets dat naar eer of heldenmoed gelijkt; een
arme vrouw te slachten die naar baar dagelijksche
werk gaateen zwak kind of waggelend oud
man aan stukken te hakken, zijn bij hen helden-