van Zaterdag 8 Maart 1913. Tweede Blad. jn diner bij den kapitein. Chilisalpeter op de weide. Publicatie n. FEUILLETON. [erseksche en Thoolsche Courant I de duurte van het vee is verzorging van stal en dus ook verzorging van de weide el gewenscht. Hoe meer en hoe betere en de boer heeft, hoe meer vee hij kan en en hoe heter de kwaliteit van het vee zijn. De hoedanigheid van het vee hangt lauwste samen met de gesteldheid der weiden, de verzorging der weide behoort ook hare sting. Hoe vroeger in het voorjaar het gras it te groeien des te voordeeliger voor den iuder, des te beter voor het vee, want te vroeger kan men met de stalvoedering oden. Wanneer voor of in den winter of et late voorjaar de kali en het phosphorzuur de weide gegeven zijn, kan men in het aar den groei van het gras dwingen met lalpeter. In tijd van 14 dagen ziet men de e na eeo bemesting van 150 K.G. chilisal- per H.A. totaal veranderd en kau men oeien er op sturen. iet alleen dat het gras sneller en krachtiger it door een doelmatige en gulle bemesting, ook de aard der grassen schikt zich daar- ?t Is in 't geheel niet hetzelfde wat voor er op de wei groeit en nu is het een feit, een rijke bemesting o.a. met chilisalpeter zeer gunstigen invloed uitoefent op de anigheid van het gras wanneer in voorjaar, dat de koeien op de weide gaan, een bemesting 150 K.G. chilisalpeter per Hectare gegeven is, it misschien op sommige weiden niet genoeg In den regel doet zon, regen en wind de rest. als >'t niet zoo is, kau men, als de wei reten is en de koeien een 14 dagen elders tid kunnen worden, voor de tweede maal kleine gift chilisalpeter uitstrooien b v. 100 per Hectare. Dit zal voornamelijk het ge- zijn, als de temperatuur laag blijft. Maar is het gewoonlijk ook voor den ganschen r genoeg. MILITIE TE LAND. HERHALINGSOEFENINGEN IN 1913. Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat n het verlofgangersregister dezer gemeente in- ireven verlofgangers, behoorende tot de hier- r vermelde lichtingen korpsen en korpsonder- n, bij deze worden opgeroepen om op den datum, r elk korps ol' korpsonderdeel vermeld, krachtens 80, in verband met art. 114 der Militiewet 913 voor herhalingsoefeningen in werkelijken st te komen. Infanterie, Lichting 1906. piment Grenadiers en Jagers, 9 September, regiment, 19 Augustus. 2de, 3de en 4de regi- 9 September. 5de regiment, 19 Augustus. 6de lent, 9 September. 7de, 8ste en 9de regiment, Augustus. 10de regiment, 3 September. 11de bent, 19 Augustus. Lichtingen 1907 en 1908. »n de hierboven gemelde korpsen respectievelijk 1 Aogosius, 8 September, 5 Augustus. 5 Augustus, ugustus, 8 September, 5 Augustus, 8 September, iptember, 8 September, 5 Augustus, 8 September. Wielryders, Lichting 1906. te en 2de compagnie, de 8-maanders en de 4- tders, allen op 17 September. 3de eu 4de com- ie, de 8-maanders en de 4-maanders op 19 DStUS. Lichting 1907. te, 2de en 3de 'compagnie, de 8-maanders en de landers, allen op 2 September. 3de compagnie, l-maanders, 5 Augustus. 4de compagnie, de 8- iders en de 4-maanders, 2 September. Lichting 1908. te, 2de, 3de en 4de compagnie, de 8-maanders -maanders, allen op 2 September. 4de compagnie, •maanders, 9 September. Hospitaalsoldaten, Lichting 1906. Ie, 2de, 3de en 4de compagnie, 17 September. Lichtingen 1907 en 1908. ite en 2de compagnie, 2 September. 3de en 4de «gnie, 5 Augasius. Administratietroepen, Lichting 1908. gebcele compagnie (plaats van opkomstUtrecht), September. Huzaren, Lichting 1910. lste regiment, alle eskadrons. 8 September. 2de regiment, lste eskadron, 20 man op 13 Mei, de overigen op 11 September. 2de eskadron, 20 man op 2 Juni, de overigen op 11 September. 3de eskadron, 20 man op 31 Maart, de overigen op 11 September. 4de eskadron, 20 man op 21 April, de overigen op 11 September. 3de regiment, alle eskadrons op 8 September. 4de regiment, 1/2 van het lste, van het 2de, van het 3de en van bet 4de eskadron op 18 Augustus. l/2 van het lste, van het 2de, van het 3de en van het 4de eskadron op 8 September. Veld-Artillerie, Lichting 1908. lste regiment, l/2 der lste, der 2de en der 3de batterij, 28 Juli. l/2 der lste, der 2de en der 3de batterij, 2 September. l/4 der 4de batterij op 9 Juni. 1/4 der 4de batterij op 7 Juli. l/2 der 4de batterij op 4 Augustus, i/jj der 5de batterij op 28 Juli. 112 der 5de batterij op 2 September. l/2 der 6de batterij op 28 Juli. l/2 der 6de batterij op 2 September. 2de regiment, l/2 der lste batterij op 4 Augustus. 1/2 der lste batterij op 25 Augustus. 2de, 3de, 4de, 5de en 6de batterij op 7 Juli. 3de regiment, l/2 der lste, der 2de en der derde battery op 2 Juni. 112 der lste, dor 2de en der 3de batterij op 30 Juni. 112 der 4de, der 5de en der 6de baiterQ op 26 Mei. 1/2 der 4de, der 5de en der 6e batterij op 23 Juni. 4de rigiment, l/2 der lste, der 2de, der 3de, der 4de, der 5de en der 6de batterij op 23 Juni. l/2 der lste, der 2de, der 3de, der 4de, der 5de en der 6de batttery op 2 September. Lichting 1910. lste regiment, l/2 der lste, der 2de ed der 3de batterij, 2 Juni. l/2 der lste, der 2ile en der 3de batterij, 30 Juni. 1/3 dor 4de batterij, 14 April. 1/3 dor 4de batterij, 13 Mei. i/s der 4de batterij, 2 September. l/2 der 5de en der 6de batterij, 2 Juni. 112 der 5de en der 6e batterij, 30 Juni. de miliciens, gedetacheerd bij de 4de Mitrailleurafdeeling, het militiekader inbegrepen, 13 October. 2de regiment, 112 der lste batterij (plaats van opkomstLegerplaais bij Oldebroek), 14 April. l/2 der eerste batterij plaats van opkomst: Legerplaats bij Oldebroek; 13 Mei. 1/2 der 2de batterij, 9 Juni. l/2 der 2de batterij, 18 Augustus. 112 der 3de batterij, 2 Juni. l/2 der 3de batterij, 11 Augustus. l/2 der 4e, der 5de en der 6de batterij, 9 Juni. l/2 der 4de, der 5de en der 6de batterij, 4 Augustus, de miliciens, gedeta cheerd bij de lste Mitrailleurafdeeling, het militie kader inbegrepen, 13 October. 3(le regiment, l/2 der lste, der 2de en der 3de batterij, 28 Juli. l/2 der lste, der 2de en der 3de batterij, 25 Augustus. l/2 der 4de, der 5de en der 6de battery, 21 Juli. l/2 der 4de, der 5de en der 6de batterij, 18 Augustus, de miliciens, gedetacheerd bij de 3de Mitrailleur afdeeling, het militiekader inbegrepen, 13 October. 4de regiment, lste, 2de, 3de, 4de, 5de en 6de batterij, 21 Juli, de miliciens, gedetacheerd bij de 2de Mitrailleur-afdeeling, het militiekader inbegrepen, 13 October. Korps Rijdende Artillerie, Lichting 1910. 1/3 der lste en der 2de batterij, 20 Juni. 1/3 der lste en der 2de batterij, 25 Juli. 1/3 der ls e en der 2de batterij, 2 September. Korps Pontonniers, Lichting 1908. lste compagnie, 13 October. 2de compagnie, 16 Juni. Lichtiug 1910. lste en 2de compagnie, 30 Juni. Vesting-Artillerie, Lichting 1906. lste regiment, lste, 2de, 3de en 4de compagnie, 6 October. 5de compagnie, 18 Augustus. 6de compagnie, 16 Juni. 7de eu 8ste compagnie, 4 Augustus. 9de compagnie (plaats van opkomst: Legerplaats bij Oldebroek^, 23 April. 10de compagnie (plaats van opkomstLegerplaats bij Oldebroek) 19 Mei. 2de regiment, lste compagnie 19 Mei. 2de compagnie, 4 Augustus. 3de en 6de compagnie, 29 September. 4de en 7de compagnie, 7 Juli. 5de compagnie, 16 Juni. 8ste compagnie, 30 Juni. 9de compagnie, 14 Juli. 10de compagnie, 18 Augustus. 3de regiment, lste, 2de, 3de, 4de en 5de compagnie, 2 September. 6de en 7de compagnie, 29 September. 9de en 10de compaguie, 18 Augustus. 4de regi ment, lste en 4de compagnie, 18 Augustus. 2de compagnie, 4 Augustus. 3de compaguie (plaats van opkomstlort 1'rins Fre- derik bij OoltgensplaatJ 4 Augustus. 5de compaguie plaats van opkomst: Brielle, 18 Augustus. 6de compagnie plaats van op komst Muiden, 2 September. 7de, 8ste, 9de en 10de compagnie, 2 September. Lichting 1910. lste regiment lste, 2de, 3de, 4de en 7de compagnie, 20 October. 5de compagnie, 4 Augustus. Ode compagnie, 16 Juni. '/.t der 8ste compaguie, 4 Augustus, 'ƒ3 der 8ste compagnie, 15 September, '/j der 8ste compagnie, 13 October. 9de compagnie plaats van opkomst: Legerplaats bij Oldebroek, 9 Juni. 10de compagnie plaats van opkomstLegerplaats bij Oldebroek, 23 Juni. 2de regiment, lste, 2de, 3de, 4de, 5de, 6de, 7de. 8ste eu 9de com pagnie, 4 Augustus. 10de compagnie, 19 Mei. 3de regiment, lste en 5de compagnie, 6 October. 2de en 7de compagnie, 16 Juni. 3de, 4de en 6de compagnie, 14 Juli. 8ste compagnie, lste peloton plaats van opkomst: Fort bij Pannerden, 7 Juli. 8ste compagnie, 2de peloton, plaats van opkomst-.Fort bij Westervoort, 7 Juli. 9de eu 10de compagnie, 19 Mei. 4de regiment, lste en 2de compagnie, 8 September. 3de compagnie, 2 September 4de compagnie, 8 Sep tember. 5de compagnie, 22 September. 6de compagnie, 20 October. 7de, 8ste, 9de en 10de compagnie, 2 September. Korps Pantserfort-Artillerie, Lichting 1908. lste compagnie, 2 September. 2de compagnie, 23 Juni.3decom- pagnie, 4 Augustus. 4de compagnie, 18 Augustus. Door Charles Dickens. ier man stierven eer wij Kaap Hatteras be ten, die zeker allen in het leven zouden even zijn zonder de woeste behandeling en 'aarlooziog die zij aan boord te verduren len. De scheepsdokter zorgde alleen voor passagiers. De zieke matrozen verklaarde voor inalengers zij werden met het eindje naar boven gedreven, en moesten werken lang j staan konden. Zij stierven als en als honden werden zij begraven, mstreeks deozelfden tijd hadden eenigen ernstig bezeerd en weinigen of geen van •aren zouder wonden, kneuzingen of zwerm de officieren niet zuinig waren met het ge- der koperen kneukelstoffers, die bij iederen slag eea open wond veroorzaakten. De meer doodelijke wapenen kan ik niet zeggen dat veel gebruikt werden. Slechts eenmaal heb ik den kapitein een luien matroos een lichten stoot met den spoojaard zien geven, en twee anderen door deu stuurman met. de pistool in de kuiten zien schieten, maar de wonden waren onbe duidend en blijkbaar met voordacht op de minst gevaarlijke plaatsen toegebracht. Er zou echter niet veel noodig zijd geweest om het schieten en houwen iu vollen ernst aan den gang tehel- pen. Maar het volk was over het geheel welgezind en tevreden. Velen zelfs vroolijk; want de kost was uitmuntend en in ruimen overvloed; hem den, kieleD en andere kleeduigstukken werden, op crediet en op gage, rijkelijk uitgedeeld; ook aan grog was geen gebrek. Alleen wanneer zij pas straf hadden gehad, lieten de minder be- dachtzamen moedeloos het hoofd hangen. Voor enkelen echter scheen de strenge tucht aau boord geheel onverdragelijk, en werd de kapitein gevreesd als ware hij de duivel in eigen persoon. De officieren waren hard genoeg, maar de kapitein was een volslagen tiran. Hij scheen er vermaak in te vinden om de zwakken Lichting 1910. lste compagnie, 2 September. 2de compagnie, 23 Juni. 3de compagnie 4 Augustus. 4de compagnie, 18 Augustus. Korps Torpedisten, Lichting 1907. lste. compagnie, lste en 2de peloton plaats van opkomst: Brielle, 10 Maart. 3de peloton plaats van opkomst Hoek van Holland, 16 Juni. 2de compagnie, plaats van opkomstDen Helder, 13 Mei. Lichting 1909. lste compagnie, lste en 2de peloton plaats van opkomst: Brielle, 25 Maart. 3de peloton plaats van opkomst: Hoek van Holland, 2 September. 2de compagnie plaats van opkomst: Den Helder, 4 Augustus. Lichting 1911. lste compagnie, lste peloton plaats van opkomst: Fort de Ruijter. 2de peloton plaats van opkomstHellevoetsluis, 3de peloton plaats van opkomstHoek van Holland, 4 Augustus. 2de compaguie plaats van opkomstDeu Helder, 2 September. Regiment Genietroepen, Lichting 1906. Het pionierbataljon, lste compagnie plaats van opkomst: Fort bij Vechten, 15 Juli. 2de compagnie, 12 Augustus. 3de compagnie, 20 Mei. 4de compagnie, plaats van opkomst Fort bij Rijuauwen, 17 Juni. De Technische Spoorwegcompagnie, plaats van opkomst Legerplaats bij Zeist, 10 Juni. De Telegraafcompagnieën, met uitzondering van de miliciens-telegrafisten, 20 Augustus. Lichtiug 1908. Het Pionierbataljon, lste compaguie, 14 Mei. 2de compaguie, 10 Juni. 3de compagnie, 1 Juli. 4de compagnie, 5 Augustus. De Technische Spoorwegcompagnie, plaats vau opkomstLeger- S laats bij Zeist, 9 Juni. De Telegraafcompagnieën, met uitzon ering van de miliciens-telegrafisten, 1 Juli. Lichtiug 1909. De miliciens-telegrafisten, die geschikt worden geacht om als oudste-telegrafist op te treden, 6 October. De miliciens-telegra fisten, die niet geschikt worden geacht om als oudste-telegrafist op te treden, 8 September. Lichting 1910. Het Pionierbataljon, 5 September. De Technische Spoorweg- compagnie plaats van opkomst: Legerplaats bij Zeist, 23 Juni. De Telegraalcompagnieën, met uitzondering van de miliciens- telegrafisten, 2 September. Lichting 1911. De miliciens-telegrafisten, 8 September. Vrijdom van opkomst. Bovenbedoelde oproeping heeft geen betrekking op hen lo. die gedurende drie jaren of langer bij de koloniale troepen hebben gediend 2o. die, na bij een bereden korps ten minste een jaar of bij een onbereden korps ten minste acht maanden in werkelijken dienst te hebben doorgebracht, een verbinteuis tot vrijwililgen dienst hebben aangegaan en een vrijwilligen diensttijd van ten minste 3 jaren bij een bereden ol van ten miuste 2 jaren en acht maanden bij een onbereden korps hebben volbracht. Uitstel van eerste-oefening. Zij die in het genot zijn geweest van uitstel van eerste-oefening, moeten voor herhalingsoefeningen opkomen met de lichting van het jaar, waarin zij de eerste- oefening hebben aangevangenzijn zij echter ingelijfd in het jaar, volgende op dat hunner lichting, dan komen zij op met de lichting van het jaar te voren. Wijze en uur van opkomst. De opgeroepen ver lofgangers zullen zorg dragen, dat zij zich ieder op den voor hem aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van hun zakboekje met verlofpas, als mede van alle verdere tot hun verlofsuitrusting be hoorende voorwerpen van kleeding en uitrusting, bij hun korps aanmelden en wel a. zij, die verblijf houden in de plaats van op komst, uiterlijk te 8 uur voormiddag b. zij, die verblijf houden binnen 20 Kilometer van de plaats van opkomst, uiterlijk te 10 uur voormiddag c. de overige verlofgangers voor zooveel zij binnen het Rijk verblijf houden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van op komst, waarheen zij zich met het oerstvertrekkend openbaar middel vau versnold vervoer, langs de op de vervaerbewijzen aangegeven route en met de op die bewijzen vermeldo vervoermiddelen, moeten be geven, of, indien bij gebruikmaking van een later vertrekkend middel van versneld vervoer langs die zelfde route zulks mogelijk is, uiterlijk te 10 uur voormiddag voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namiddag. Ziekte. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten verhinderen, dient de verlofganger hiervan zoodra doenlijk door overlegging van eene gelegali seerde geneeskundige verklaring ter Gemeente secretarie te doen blijken. Na ziju herstel vervoegt hij zich onverwijld bij zijn korps. Vervoer. De verlofgangers, die per spoor, tram of stoomboot moeten reizen of op de reis een of meer veren moeten passeeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de vereischte op wit papier gedrukte en met rooden inkt ingevulde vervoerbewijzen en passagebiljetten, behoeven zich vóór hun vertrek naar het korps niot ter Gemeentesecretarie aan te melden, doch begeven zich rechtstreeks naar hot station of de aaulegplaats van vertrek en stellen aldaar hun zakboekje ter haud aan den beamb e, met de uit gifte van plaatsbewijzeu belast, of aan den veermau. De verlofgangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van het vervoerbewijs, aangezien deze strook bun gedurende de reis moet dienen als plaats bewijs Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs of passagebiljet, ingericht om daarop de reis te kunnen volbrengen dan wel van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich op den laatsten werkdag vóór hun vertrek naar het te onderdrukken en te kwellen, en het meest vau allen den ongelukkigen jongen Zwitser. De arme opgelichte huisschilder was een geschikte welwillende kerel, maar zwak eu bedeesd, en nooit geheel vrij vau walging of zeeziekte. Hij mag een knap werkman aan wal zijn geweest, maar aan boord deugde hij niet. Ik beschermde hem doorgaans tegen de grove gasten in de voorplecht en sprak in zijn voordeel bij Coffic, maar Natban en de kapitein maakten het hein des te zuurder De arme stakker hij had het vaak erg te verantwoorde!', en ik zou nauwelijks in bijzonderheden durven beschrijven wat al onbillijkheid en harde behandeling hij moest doorstaan. Nooit zal ik vergeten hoe hij op zekeren nacht, loeu wij samen op het dek de wacht hadden, stil naar uoij toe kwam en mij bijna in 't oor fluisterde, dat hij eeuige nachten geleden in den droom zijn vrouw eu kind had gezien, stervende van honger en gebrek dat hij ze nu weder in den droom had gezien, verlost van kommer en verdriet en dat zij hem hadden toegelachen en gewenkt om bij hen te komen. „Ik zal spoedig bij hen zijn," zeide hij wild. „Ik kan het leven hier aan boord niet langer korps, des voormiddags tusschen 10 eu 12 uur, ter Gemeentesecretarie aanmelden, ten einde aldaar in het bezit te worden gesteld van de vereischte be scheiden. Met is noodig, zich ten minste een half uur vóór het vertrek van den trein, de tram of de stoomboot aan het station of de aanlegplaats te bevinden. Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk, heeft de verlofganger, die niet verblijf houdt in de plaats van opkomst, voor den dag van opkomst recht op een daggeld van f 0,25. Het.is niet noodig dit daggeld ter Gemeentesecretarie te vragen aan hem, die het niet vóór zijne opkomst heeft ontvangen, wordt het uitbetaald na aankomst bij het korps. Bijzondere bepalingen. Hij, die zonder geldige reden niet voldoet aan deze oproeping, wordt, na daartoe door den Minister van Oorlog verstrekten last, als deserteur afgevoerd. Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij het korps aanmeldt, maakt zich strafschuldig. Het niet-ontvangeu van eene persoonlijke kennis geving van de oproeping ontheft den verlofganger geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar de openbare kennisgeving, tenzij de verlofganger zich op den dag van laatst bedoelde kennisgeving buitenslands ophoudt eu zijn adres bij den Burgemeester bekend is, eenig en alleen als bewijs geldt, dat bij behoorlijk is opge roepen. Vrijstelling. Geheele of gedeeltelijke vrijstelling van herhalingsoefeningen kan worden verleend aan hem lo. die na volbrachte eerste-oefening gedurende zoodanigen tijd in werkelijken dienst is gebleven of gekoineD, dat bij geacht wordt in die mate te zijn geoefend, dat herhalingsoefeningen voor hem niet of slechts gedeeltelijk noodig zijn: 2o. die tijdens den duur der herhalingsoefeningen onmisbaar is hetzij voor het bedrijf, waarin hij werk zaam is, hetzij voor de instandhouding der middelen van bestaan van zijn gezin of van «lat, waartoe hij behoort of waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel voor personen, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan een en ander ter booordeeling van den Minister van Oorlog. Wie op een van deze gronden voor vrijstelling in aanmerking wensclit te komen, behoort spoedig eene aanvrage daartoe te zenden aan den Minister van Oorlog. Het verzoek kan op ongezegeld papier worden geschreven en behoeft, tenzij het uit het buitenland wordt verzonden, niet gefrankeerd te worden. Vergoeding. Indien ten gevolge van het verblijf in werkelijken dienst van den opgeroepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbroken of zouden komen te ontbreken aan zijn gezin of aan dat, waartoe hij behoort of waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel aan personen, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan, dan kunnen belangheb benden zich rechtstreeks tot den Minister van Oorlog wenden met een ongezegeld, door den verlofganger mede onderteekend, verzoekschrift, tot het ontvangen eener geldelijke vergooding. Het verdient aanbeveling het verzoekschrift spoedig, zoo mogelijk ten minste zes weken vóór de opkomst, in te dienen. Het be hoeft niet gefrankeerd te worden, tenzij het uit het buitenland wordt verzonden. Tholen, den 27 Februari 1913. De Burgemeester voornoemd M. G. VAN STAPELE. MILITIE. Vrijstelling van den dienst wegens eigen vrijwilligen dienst, broederdienst of tanwezigheid vaa in hetzcllde jaar geboren broeders of halfbroeders. De BURGEMEESTER der Gemeente Tholen brengt ter keunis van belanghebbenden, dat ten aanzien van vrijstelling van den. dienst bij de militie om een der hierboven vermelde redenen het volgende geldt Eigen vrijwillige dienst. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens eigen vrijwilligen dienst moet worden overgelegd een bewijs van dienst of een uittreksel uit bet stamboek. Voor hen, die nog dienen of wier verbintenis nog loopende is, worden deze stukken door de zorg van de daarbij betrokken autoriteiten bij den Militieraad ingediend, zonder eenige be moeienis van de zijde van belanghebbenden, uithouden, het. is mij al9 de hel op het water." In het maanlicht zag ik ziju bleeke gezicht vol schrammen van builen, en ik las er een nieuw besluit. Ik poogde hem te troosten, hem hoop in te boezemen en moed te geven om den strijd ten eiude toe vol te houden. Hij drukte mij de haud, bedankte mij en sloop weg als een schim. Dienzelfdeu nacht, onder het gescharrel bij bet aflossen der wacht, sprong hij over boord en verdronk. „Die dief I hij heeft mij zijn handen ontstolen," was al wat de kapitein er van zei. Wij waren toen onder de keerkringen, de wind was gunstig en zacht, en de klipper streek als een meeuw over het water. Het was een ver*onderlijk snelle zeiler. Het volk werd na minder hard behandeld dan bij ruw weer. Evenwel hadden we zeven dooden eer wij de linie passeerden. Niet ver ten zuiden van de linie overkwam ons een onheil aan boord. De groote ijzeren waterbak, een patent-kuip, kreeg een lek in den bodemal bet water liep er uit, stroomde over de lading en vermengde zich met het kielwater in het hol. Alleen de vaten bleveu ons over.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1913 | | pagina 3