nitHit pp aan li talaiiti ra inttrMI, late», ml
o. 1448.
Zaterdag 22 Februari 1913.
Negen en twintigste jaargang.
ïe
EN
Ll
Eerste Blad.
wmm
JU
iu
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
BINNENLAND.
Tïona lekker fekker
cnjjocdkoo/i cnjoêdkoo/i.
IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukken, onz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het
bureau te T h o I o n of v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lereeke.
UITGAVE
Teler. Jnterc. 16.
Advertenties van 1 tot 4 regels dC cjutsiedere regel meer
10 cents; grooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohta
2 maal in rekening gebraoht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
HE
tee
vei
3ij Kon. Besluit is benoemd tot dijkgraaf
den Kramerspolder, de heer A. Geelhoed
St-Philipsland.
De Provinciale Staten van Zeeland zijn
lengeroepen tegen Vrijdag 28 dezer, teneinde
een lid der Ged. Staten in de vacature
J. Siegers te kiezeD.
h— De commissie, welker instelling onlangs
■d aaugekondigd om den minister van marine
advies te dienen in zake het onderhoud van
marine-werken op Schouwen, is samengesteld
de heeren B. Hoogenboom oud-inspecteur-
neraal van den rijkswaterstaat, voorzitter
F. G. J. Tavenraat, griffier der Prov. Staten
Zuid-Hollandinr. A. J. F. Fokker, voor
ter van het bestuur van het waterschap Schou-
n, te Zierikzee, en schout-bij-nacht titulair
W. A. F. van Maren Bentz van den Berg,
pectenr-geueraal van het loodswezen iu Den
N. B. Ct.
TWEEDE KAMER
Volgens art. 60 der invaliditeits- en ouderdoms-
reekeringswet gaat de invaliditeitsrente in, als een
rkman wegens ongeval minder dan 1/3 van zijn
roon werkloon kan verdienen. Hierin wilde Vrydag
vorige week de beer Duys verbetering brengen
stelde voor voor 1/3 te lezen, een half, en de heer
ipp rgesias stelde een ander amendement in 't belang
verzekerden voor, nam. Invaliditeitsrente kan niet
rden ingetrokken, nadat de verzekerde aan wien
rente is toegekend den leeftijd van 60 jaar beeft
'hoieikt.
De minister wilde er nieta van weten omdat hij
K' it wist, hoe aan het geld te komen en niet kon
1 «kenen, wat die amendementen kosten zonden,
rechtsche leden zwegen, er over eo hiervan
akte de heer Duys hun een verwyt, zeggende
e zwijgen niet als moffen maar als coalitieleden.
De heer Lobman voerde daartegen aan dat de
ihterzyde geen last had om over geïmproviseerde
op lendamenten te discussieeren. In het optreden van
heer Borgesius zag hij niets anders dan politieke
nieren, om de rechterzijde verdacht te maken,
laar over myn amendementen." antwoordde de
5r Duijs die al maanden lang bij de Kamer liggen,
ijgt de rechterzijde ook. Rechts kan een puntje
igen aan de wyze waarop mijn vrienden en ik
v n taak als Kamerlid vervallen.
Wjj werken ons kapot, en wat doet gy Een en
der deed een groot rumoer ohlSlaan, waarby de
rekers niet verstaan konden worden, en tusschen
heeren Ankerman en Duijs verrees een persoonlijk
datyiog niet uitgevochten is.
Toen de orde was teruggekeerd, trok de heer
rgesius zijn amendement in om dit later weer in
dienen, en werden die van den heer Duijs ver-
rpen.
de discussie had laatstgenoemde nog gelegen-
td om den heer Nolens, die de manier van doen
linkerzyde afkeurde, te vragen of deze dan den
zet der wet goed achtte.
Merkwaardiger wijze kreeg hy een ontwijkend
twoord.
Na art. 60 kwam er wat meer schot in het werk,
odat de Kamer Woensdag tot arl. 166 kwam. Ook
tbij had de heer Duijs weer een amendement in
- belang van de verzekerden, doch de minister ver-
9- sarde, er niet aan te denken het over te nemen
adat het niet in het systeem past.
Dit gaf den beer Daijs aanleiding tot de nuchtere
juiste vraag, of de minister een sociale wet maakte
wille van billijkheid en rechtvaardigheid of ter
He van het systeem. Zijn amendement werd ver-
arpen. Bij art. 167 wilde de heer Treub de premies
or gehuwden en de lagere loonklassen lager en die
or de hoogere loonklassen hooger maken, doch ook
vond geen genade by de rechterzyde, dus werd
verworpen.
Openbare Gemeenteraadsvergadering,
kouden te Tholen op Woensdag 19 Februari 1913.
Afwezig met kennisgeving de h.h. J.K. v. d.
el, wegens ziekte jhr. J. van Vredenburch,
egens uitstedigheid.
De notuleu der vorige vergadering worden,
shoudens een opmerking van den heer Wage-
aker, ongewijzigd vastgesteld.
I» Ingekomen stukken.
Request van M. J. Scheffelaar en anderen,
22 November 1912, verzoekende een gas-
ntaren te plaatsen op den hoek van de Looisa-
raat en de straten van de Voorstad in eigen-
om der gemeente te nemen.
De voorzitter wil herhalen hetgeen hij in een
bngc vergadering opmerkte, dat de grond aan
adressant is afgestaan, onder speciale voorwaarde
dat de bouwondernemer zou zorgen voor straten
aanleg en rioleeriug. Gaat de gemeenteraad nu
dit verzoek toestaan, dan zal dit oorzaak zijn,
dat de gemeente later op allerlei kosten zal
komen Bovendien, de verleende concessie
van gasaanleg aau de gasfabriek, verplicht
deze eokel in de kom der gemeente verlichting
aan te brengen en spr. voor zich zelf is van
meeuing dat gunstige beschikking op het adres
gepaard zal gaan met groote financieele offers
voor d8 gemeente. Bovendien heeft men geweten
dat men geen aanspraak kan maken op een en
ander.
De heer Quist acht het een feit ten alge-
meenen nutte om Scheffelaar van gemeentewege
te helpen, hij heeft goede woniugen voor arbei
ders gebouwd en dat wil voor een werkman
iets zeggen. Spr. kan er over meepraten hoe
huisjesmekers te werk gaaD, zelf moet hij per
jaar f 78.gulden verwonen, dat moet je eens
bezien, waar zou het heen als er niet bijgebouwd
werd. Voor de bouwvereeniging is wel gezorgd,
en spr. vindt dat alleu dezelfde rechten moeten
hebben.
De voorzitter antwoordt dat de bouwvereeni
ging terrein heeft binnen de bebouwde kom en
daarop komt het hier neer.
De heer Quist zegt als de Voorstad dus niet
tot de gemeente behoort, de burgemeester van
Oud-Vossemeer er dus maar over kan regeerer»,
't is dan maar ellendig.
De heer Moelker vindt het wel jammer voor
die menschen, doch we dienen geen precedent
te scheppen, stel, als we dit toestaan, dan kunnen
de bewoners van Stoofhof eveneens met recht
een dergelijk verzoek doeu.
De heer Noske vindt dat niet voldoende is
toegelicht, waarom het verzoek niet toegestaan
kan worden. Scheffelaar gaat eischeD stellen, die
niet ingewilligd kuuuen wordeD, adressant
eischt voor het afstaan der straten verlichting
door gasgloeilicht. Hieraan is niet te voldoen
daar de gasfabriek niet is te verplichten buiteo
de kom gas te leveren. De lantaarn aan den
Postweg is op kosten van de h.h. v. Vredenburch
en J. W. Wagtho daar geplaatst. Toen spr. zelf
zijn villa verlicht wilde hebben, zouden de kosten
ongeveer f 500.beloopen hebben. Als we het
verzoek dus inwilligen en wij zeggen aan de
fabriek om gas te leveren, zou die ons hartelijk
bedanken.
De heer Christiaanse zegt dat een der vorige
sprekers zeide dat er onderscheid werd gemaakt.
l)it is niet waar, de bouwvereeniging beeft eerst
de straten aangelegd benevens een rioleering
aangebracht als nergens in de stad en daarna de
grond overgedaan aan de gemeente, bovendien
moeten we onderscheid maken met de be
bouwde kom. Spr. vreest fe recht dat, wordt
dit verzoek toegestaan, ook verzoeken met de
zelfde strekking van Oudeland, Molenvliet enz.
eveneens zullen moeten worden toegestaan.
De heer Kegge kan meegaan inet bet voorstel
van B. en W., de bouwondernemers behooren
zelf voor stralen, rioleering en verlichting te
zorgen.
Als ze maar klaar ziju met bouwen dan komen
ze direct met een verzoek aan de gemeente om
overname.
De heer Quist als het
De voorzitter verneemt gaarne eerst of de heer
Quist het woord verlangd.
De heer Quist als het een heerenhuis betreft
dan zou er wel anders worden besloten.
Ja, zegt de heer Wagemaker dat hebben we
gezien bij hetgeen de heer Noske zooeven mede
deelde.
De heer Quist is van meening dat als een
sloot te wijd is er geen stok voor te vinden is
om er over te springen.
Het voorstel van B. en W. om afwijzend op
het verzoek te beschikken wordt met op een na
a)g. st., de heer Quist tegen, aangenomen.
b. Adre9 van A. K. Donken e.a, verzoekende
de Paulinastraat te verharden. Dit verzoek werd
eveneens in een vorige zitting aangehouden.
De voorzitter deelt mede dat een onderzoek
is ingesteld of de eigenaar van de zich in dien
straat bevindende regenbak, van zijne rechten
atstaud zou willen doen. Na de gehouden verga
dering van B. en W. is echter bij spr. een
brief ingekomen van den betrokken persoon,
waarin deze te kennen geeft geen bezwaar te
hebben tegen verharding over die bak heen,
doch als voorwaarde stelt dat bij een eventueele
buizenaanleg voor gas- of rioleering hem f 50,
schadevergoeding worde gegeven. Men ziet dat
de eigenaar zijn eischen reeds lager stelt, hij is
eerst begonnen t 100,te eischen en nu is
dat bedrag reeds gedaald, echter, hoewel hij
meent dat in de eerste jareu geeu rioleering ter
plaatse zal behoeve,d worden uitgevoerd, viodt
spr. dat we ons niet knnnen verbinden tot een
dergelijke voorwaarde en vindt het nogal sterk
een bedrag van f50,voor een regenbak te
betalen.
De heer Christiaanse meent dat door de ge
stelde voorwaarden te aanvaarden, de gemeente
vroeg of laat moeilijkheden er door zal onder
vinden en waar de gemeente de straat wil
verbeteren, kan de liefde niet van een kant
komen.
De heer Wagenmaker acht het hoo£ tijd die
die vuile rommel daar eeas op te ruimen, kan
die straat niet worden verbeterd met de keien
die uit het achterom vrijkomen
't Zal practischer zijn dan volharding met
grind, die oorzaak zal zijn dat direct de goot
vol zal zitten bij regeD.
De heer Wagtho vraagt of de voorzitter ook
kan zeggen hoe diep de bak onder de straat
oppervlakte ligt.
De voorzitter zegt dat er na 't ontvangen
van den brief geen tijd meer is geweest dit
te onderzoeken.
De heer Hollestelle is van meening dat, on
geacht de diepte waarop zich de bak bevindt^
deze bij een eventueele rioleering toch geslecht
zou moeten wordeD. Wat de keien betreft die
uit het Achterom zijn gekomen, daar blijft niet
veel van over daar ze voor andere bestrating
nog zullen kunnen dienen.
De heer Wagemaker vraagt of het dan niet
mogelijk is de nog oudere die los komen door de
dan te gebruiken steeuen. voor bestrating te
bezigen.
De heer Hollestelle vindt dit onmogelijk, ook
dit materiaal, al is het nog zoo versleten, kan
zeer zeker worden gebezigd om den toestand
bij de Zoutkeet en in de omgeviug van de haven
te verbeteren.
De heer Moelker is van meening dat bet
aanbeveling zou verdienen de straat eens flink
te begrinden, de toestand is er beroerd en slecht.
De heer (Quist meent dat we voorzichtig
moeten zijn met het oog er op dat de eigenaar
der regenbak geen afstand wil doeu van zijn
lechten.
De heer Wagemaker vraagt of de heeren den
toestand hebben opgenomen, hij is van meening
du er in die straat geen riool noodig zal zijn
daar de afloop naar de verder gelegen hoek
sterk genoeg is.
De heer Hollestelle zegt dat men het oog
moet houden op het groote rioleeringsplan eu
voor het dan te leggen riool is de bak misschien
in den weg.
De heer Kegge zou gaarne vernemen of de
regenbak de geheele breedte der straat beslaat.
De voorzitter antwoordt, dat dit voor een groot
gedeelte het geval is.
De heer Noske is van oordeel dat, neemt de
gemeente de straat over, ze de volle beschikking
er over behoort te hebben daar anders vroeg of
laat zich moeilijkheden zullen voordoen.
üp voorstel van den voorzitter wordt met
alg. st. besloten aan den eigenaar van den
regenbak voor te stellen deze kosteloos aan de
gemeente af te staan, waarop B. en W. den raad
zullen voorstellen de Paulinastraat te verharden.
c. Wordt voor kennisgeving aangenomen eene
missive van Ged. Staten, houdende goedkeuring
van onderhandsche verhuring van tuingrond.
d. Verzoek van S. de Korte en Iz. Lindhout,
om een stuk grond aan den Molenkom, tusschen
de h.h. Laban en Bout in erfpacht te bekomen.
De voorzitter stelt voor dit verzoek voor kennis
geving aan te nemen, daar adressanten de grond
vragen zonder bewijs te geven dat er gebouwd
zal worden.
De heer (Quist wil naar aanleiding van dit
verzoek opmerken dat aan te bevelen is om de grond
uit te geven aan iemand die de geheele open
ruimte zal bebouwen.
De voorzitter zegt dat hij verzuimde mede te
deelen dat de aanvragers een schelstcekeniug bij
voegden, waaruit blijkt dat het plan is twee
huisjes te zetten met een stalling in het midden.
Verder is echter niets aangegeven en spr. zou
er voorkeur aan geven indien daar te. bouwen
huizen net zoo hoog werden als dat van de
omliggende.
De heer Kegge vindt de teekening wel aardig
en zou met toestemming geven tot bouwen niet
te lang willen wachten.
De voorzitter blijft van meening dat het
aanbeveling zal verdienen, dat de te bouwen
huizen dezelfde hoogte moeten hebben als de
zooeven genoemde en een volledige teekening
dient te worden overgelegd.
De heer Moelker acht het wenschelijk aan
aanvragers te berichten dat het aanbeveling ver
dient de hoogte der te bouwen perceelen in
overeenstemming met de naastliggende te nemen.