ittïÉi, pijl »i It itluiei ra iBtirtidt, laltai, tin
f1
Cacao
-r U
No. 1429.
Zaterdag 19 October 1912.
Negen en twintigste Jaargang.
EN
Eerste Blad.
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Gas of Electriciteit
ii.
m
ior
Gebruiksaanwijzingen!^^,
K IN I
U 1 T.
Kali op granen en waarom.
BINNENLAND.
IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
per post f 1,10. Voor bet buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op OONDERDAGAVOND ingewacht aan het
bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Telrï. Interc. 16.
Advertentuhivan 1 tot 4 regel» 40 centsiedere regel meer
10 cent»; grooter letter» naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohta
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
165
Het koken op gas en electrisch koken.
Hoewel het gas op ander gebied meest verre te
lerkiezen is boven electriciteit, is het dit wel
voornamelijk voor kookdoeleinden.
Duurt de strijd om den voorrang tusscben
electriciteit en ga9 op het gebied der verlichting
reeds een 30-tal jaren, nog niet zoo lang is het
geleden dat de electro-techniek het gebied van
verwarming en wat daarmee samenhangt, aan
ga9techniek als onbestreden terrein toewees,
terwijl zij voor zich het geheele verlichtingsgebied
lenschte gereserveerd te zieD. Sinds 1909 echter
de electro-techniek iü deze van front ver-
uderd en' tracht zich nu tevens op het gebied
van kook- en verwarmingsdoeleinden ingang
te doen vinden.
Men mag als bekend veronderstellen, dat alle
metalen den electrischen stroom geleiden kunnen,
doch tevens dien stroom een zekeren weerstand
[J[ bieden, welke zich in den vorm van warmte
openbaart. Die weerstand van de metalen neemt
toe naarmate de temperatuur stijgt.
Van deze eigenschappen ging nu de electro-
techniek partij trekken. En zoo ontstonden de
electriscbe kachels, kookfornuizen, strijkijzers,
bedkruiken, voeienstoven, etc. etc.
En hierdoor werd weer de strijd aangebonden
met de gastechniek. Maar evenals op het gebied
der verlichting behaalde ook hier weer het gas
ie overwinning en werd weder het spreekwoord,
Jat wij boven ons vorig artikel schreven, be-
»i laarheid. De strijd is de vader van alle dingen
K Ook de gastechnici zaten niet stil Men ging
ie bestaande gaskomforen en- kachels verbeteren
tn vernieuwen en kwam hierbij tot verrassende
resultaten, waardoor de superioriteit van het gas
boren electriciteit ook op dit gebied bleek. Wel
vordt natuurlijk deze superioriteit van het gas
door de electrotechnici bestreden, maar zooals
it gewoonlijk gaat, de verliezende of onder
liggende partij tracht door allerlei kunstgrepen
tr weer bovenop te komen. Er worden becijfe
ringen gegeven waarbij men de goedkoopste
oepassing der electriciteit gaat vergelijken bij
ie duurste toepassingen van gas.
Juiste becijferingen, getrokken uit gehouden
proefnemingen, hebben echter bewezen, dat de
tlectrische stroom voor kookdoeleinden, als hij
til concurreeren met het gas, bij een gasprijs
tan 7 ct. per M3, slechts 2 ct. per K.W. uur
ton mogen kosten. Dat wil zeggen dat de elec
trische centrales dan den stroom ver beneden
n kostenden prijs zouden moeten leveren.
Verder treden nog deze voordeelen van het
op den voorgrond:
le. Zijn de kosten van onderhoud bij elec-
rische toestellen veel hooger dan bij gastoestellen.
2e. Zijn bedrijfszekerheid en veiligheid bij
(astoestellen veel grooter dan bij electrische.
bij de laatste wordt o.a. uitdrukkelijk gewaar-
Eichuwd, dat de stroom niet mag worden inge-
ichakeld, wanneer de pannen nog leeg zijn.
"erzuim in dit opzicht veroorzaakt gedeeltelijke
ft'ern^eling der toestellen en breDgt hooge reparatie-
i losten mee. Bij gastoestellen doet het geen
kwaad als per ongeluk een leege pan op een
ïaudende pit wordt gezet. Ook schijnt kort-
iloiting bij electrische kooktoestellen veelvuldig
'oor te komen.
3e. Zijn gastoestellen veel zindelijker in het
frbruik dan electrische, daar bij de eerste
dies aal is en hij electrische toestellen om-
nr? 'pannen moeren eD poreuze vilt-isoleeringen zijn,
'e bij overkoken der spijzen het overspattende
ocht opzuigen en zoodoende een waar broeinest
onnen vormen van schimmel en fermenten,
ortom, van ongerechtigheid.
4e. Kan men bij de moderne gastoestellen
'et hnn kleinstel-inrichtingen den gastoevoer ge-
«el verkiezing regelendus in korter of
j 0 loger tijd de spijzen gereedmakeu, terwijl bij
Metrische toestellen men steeds een bepaalde
lïoomsterkte heeft.
Iü de electrische keuken i9 du9 niet de
®iavrouw de beerscheres over de toestellen, doch
Me beheerschen de huisvrouw.
Alles te zamen genomen staat het koken op
W boven electrisch koken. (Wordt vervolgd.)
iwe
Bereiding van
Waterchocolade per kop.
In den' kop doet men
eerst suiker (2' a 3 thee
lepels) dan RONA cacao
(1 theelepel ongeveer
6 a 7 gram).
Vervolgens opgieten
met goed kokend water en
dan eerst omroeren.
Bereiding van
Melkchocolade per kop.
In den kop doet men
2 a 3 theelepels suiker
en 1 theelepel RONA cacao
(6 7 gram), maakt dit
met zeer weinig koude
melk tot een papje, en giet
daarop de goed kokende
melk.
Bovenop ziet men dan
een prachtig laagj e schuim.
ronA
Bereiding van
Melkchocolade per
grootere hoeveelheid.
Op. 1 Liter (kan) melk
Zmt men D/2 a 2 eet-
3ls (35 gram) R 0 N A cacao
X en 2V2 a 3 eetlepels (70 gr.)
witte suiker.
Koer in een schaal de
cacao en suiker droog door
elkaar. Maak daarvan met
kokend water een papje.
Giet die pap in de kokende
melk en laat even door
koken.
Uit I Liter melk schenkt
men ongeveer 7 koppen.
Natuurlek kan men des-
gewenschtook gedeeltelijk
melk en gedeeltelijk water
gebruiken.
''V 1 kilo RONA cacao van
/I ,50 geeft dus 200 koppen
chocolade.
Weldra zullen weer de wintergranen gezaaid
worden, dit jaar wellicht iets vroeger dan anders,
omdat de oogst vroeg is en het land vroegtijdig
gereed zal zijn. Dan staat men weer voor de
vraag, hoe men het land moet bemesten. In
bijzonderheden hangt de bemesting natuurlijk
af van de voorvrucht, den vruchtbaarheidstoestand
en den aard van den bodem en nog een der
omstandigheden, maar in bet algemeen kunnen
we toch zeggen, dat tot de bemesting der granen
behoort het een of ander kalizout. In de eerste
plaats, omdat zoowel het stroo als de korrel van
alle granen, gerst, tarwe en rogge, een belang
rijke hoeveelheid kali bevat, en er tegenwoordig
door de groote hoeveelheden suikerbieten, aard
appelen, mangelwortelen, enz. een bijna voort
durend tekort aan kali in den grond is. Vooral
ook met het oog op de hoedanigheid van het
stroo is een rijke kalibemesting gewenscht. Dat
geeft gezonde en krachtige planten, die niet
gemakkelijk legeren. Bij een gemengd bedrijf,
wanneer men zijn stroo in den stal gebruikt,
komt een deel der kali, met het strooisel, weer
in den stalmest en wordt deze daardoor van
betere kwaliteit. Maar het is vooral met het oog
op bet graan zelf. Hoe beter de planten vóór
den winter groeien en hoe minder ze gedurende
den winter van de vorst lijden, hoe krachtiger
ze in het voorjaar zullen groeien en hoe rijker
de oogst zal zijn. Welke kalibemesting men
moet geven, hangt van den aard van den grond
afop lichtere gronden geve men Kaïuit, op
zwaardere gebruike men 40 kalizout of
patentkali. Van het Kaïnit geve men 400 h 600
K.G.van patentkali ongeveer de helft en van
het 40 kalizout gebruike men 150 200
K.G. Al deze kalizouten kan men tegelijk bij
het zaaien der granen geven. Ook kan men ze
kort vóór of na het zaaien ondereggen.
Ingediend is een w.o. tot toepassing van
art. 53 der Pensioenwet voor de landmacht 1902,
ten behoeve van den gewezen lnitenant-kolonel-
titulair (kapitein) S. P. Lindhout.
De heer Liodhoot werd in 1888 gedetacheerd
bij de topografische inrichting, in 1893 benoemd
tot onder-directeur m6t den titul. rang van
majoor, in 1908 tot directeur met den titulairen
rang van luit.-kolonel.
Hij werd van zijn commando bij den troep
ontheven, omdat geen enkel officier even geschikt
als hij voor plaatsing aan die instelling kon
gevonden worden en is op die wijze in het
belang van den dienst, in zijn militaire carrière
zeer geschaad.
Daarom is dit w.o. ingediend, ten einde aan
den heer Lindhont het pensioen te kunnen toe
kennen tot een bedrag als voor den rang van
luit.-kol. is bepaald.
De heer P. J. Siegers, lid van Ged. Staten
van Zeeland, heeft Dinsdag het ongeluk gehad
op een der Prov. booten te vallen en een been
te breken.
Hij werd naar Vlissingen teruggebracht; de
heer Siegers is het oodste lid van Ged. Staten
en hoopt de volgende week zijn 83sten ver
jaardag te vieren.
Heden is te Middelburg opgericht eene
afdeeliug voor de Provincie Zeeland voor de
werkgevers in de Bouw- aanverwante vakken,
ten doel hebbende het onderling dragen van het
risico inzake de Ongevallenwet 1901.
Tot bestuursleden zijn gekozen de heeren
J. van de Zande te Killaud Voorzitter.
A. Groenenberg te 't Zand (Koudekerke, W.)
Secretaris.
H. Steenblok te Nieuwdorp.
A. A. v. d. Walle te Hulst.
J. Schroevers te Kats (N.-Beveland.)
Deze afdeeling is een onderdeel van de reeds
bestaande Onderlinge Omslagvereenigiug voor
Bouw- aanverwante vakkeu ten platte lande
gevestigd te Rotterdam.
Het is gebleken in het belang van de werk
gevers in de Bouwvakken te zijn, om zich bij
deze vereeniging aan te sluiten.
Voor de lichting 1913 is bepaald dat
van Zeeland zullen ingelijfd worden 887 lote-
lingen, terwijl daaraan deelnamen dus alleen
lotelingen, die voor inlijving geschikt waren
1113 jongelieden. Wanneer men dus de breuk
8S7/1113 vermenigvuldigt met het getal lotelingen
van elke gemeente, dan komt men tot het
dat ingelijfd zal worden. Natuurlijk krijgt men
daarbij een breuk en van de grootte dier breuk
zal het afhaDgen of al of niet daarvoor een
loteling nog zal opgeroepen worden. Als voor
beeld diene b.v. een gemeente met 16 lotelingen
887im X 16 1 »«/1M 1283G/lll3 12 dus
vast, terwijl 836/iii3 eeu groote breuk is, dus
kans geeft voor de oproeping van 13 lotelingen
ter inlijving.
DE TWEEDE KAMER
kwam Dinsdag bijeen ter behandeling van de
hoogst belangrijke wet op de invaliditeits- en
ouderdomsverzekering, de wet die op aandringen
van Dr. Kuyper in deze zitting moet klaar
komen, teneinde, naar zijn tegenstanders zeggen,
het ministerie in 1913 niet met leege handen
voor hun kiezers kome. 't Is het 4e voorstel
(althans dat der ouderdomsverzekering) van dien
aard dat door verschillende regeeringen is klaar
gemaakt en geen der 3 voorgaande heeft het
tot een behandeling kunnen brengen.
Voor de kamer met deze taak begon vroeg
en verkreeg de heer Duijs het woord voor een
persoonlijk feit. Hij kwam nam. terug op de
beschuldiging van zijn collegie-kamerlid Duymaer
van Twist, dat hij (Duijs) ten vorigen jare
publiekelijk in de Kamer gevloekt en zijn steno
gram vervalscht had. De heer Duij9 ontkende
beide en riep enkele nieuwsbladen, waaronder
een paar van rechts, tot getnige dat hij Diet
gevloekt had. Maar toen de heer Van Twist
beweerde, dat de heer Duijs toen had gezegd
G. v. d. als Jezus hier in de Kamer was, dan
zou hij jullie (de rechterzijde) niet met touwtjes
maar met kabels de kamer uitgeeselen", toen
ontkende deze niet langer, maar zei, dat de
heer Van Twist ook gevloekt had, nam. te
Ruiten veen in een openbare vergadering. De
heer Van Twist ontkende dit ten stelligste en
riep daarvoor ook een getuige op. Hiermee was
het incident afgeloopen, maar de zaak niet tot
klaarheid gekomen.
Nu begon de groote strijd, die als hij niet
kaustinatig beperkt wordt, lang kan doren.
Maar de voordracht is het waard. Het vonr
werd geopend door het nieuwe lid voor Hoorn,
den heer De Jong, die daarmee zijn eerste rede
hield.
Hij sprak al aanstonds het „onaannemelijk"
uit, omdat vele duizenden economisch zwakken,
die niet betalen kunneu, toch gedwongen worden
tot premiebetaling. Daarom bepleitte hij, wat
reeds anderen, waaronder van rechts, gedaan
hebben, vrijdom van premiebetaling voor de
laagste loonklasse. Verder keurde hij af de samen
koppeling van invaliditeits- en ouderdomsrente,
omdat daardoor de eerste veel te laag en de
laatste geheel ontoereikend zal zijn.
Hij eindigde met staatspensioen voor de ouden
van dagen aan te bevelen. De heer De Jong
zei niet veel nieuws (wat ook na alles wat er
vele jaren achtereen reeds over geschreven en
gesproken is, hoogst moeilijk is) maar het werd
goed gezegd.
De heer Schaper, die nu volgde, had ook
niets dan afkeuring. Hij noemde de wet een
onbillijkheid tegenover werklieden en werkgevers,
het afsnijden van een goeden weg door een heel
slechten. Hij hield mede een pleidooi voor
staatspensionneeriDg, waarvoor zonder veel be
lasting-verhooging het geld wel te vinden zal
zijn, naar hij meende. De heeren Kuyper en
Pastoors hadden het kwaad te verantwoorden.
De derde spreker, de beer Treub, hield een
lange, doorwrochte rede, die ook onbevangen
leden van rechts te denken zal geven. Hij keurde
af de zwenking van minister Talma, die de
door hem eerst vastgestelde volgorde der ver
zekeringswetten heeft laten varen, waardoor we
de dwaze vertooning kregen, dat we midden
in de ziektewet bleven steken. Hij kenrde de
nu behandelde wet af, die geen algemeene volks
verzekering geeft, maar een zuivere arbeiders
verzekering en dan nog een heel slechte.