vettlilad, wijl ui t( belaipi ru otstaMt luim, ui
ACAO
VAN HOUTEN
DE VOLKSDRANK
I
DE BESTE VOOR DEN PRUS
ree
Elf
No. 1424.
Zaterdag 14 September 1912.
Negen en twintigste jaargang.
EN
sdi
Firma J,
I. C. POT, THOLEN.
Eerste Blad.
LA
pla
ÜP Zij die zich met I October a.s.
ons blad abonneeren, ontvangen de
dien datum verschijnende nummers
ATIS.
Pnblicatiën
mif
3ek
bo
na
iOO
ide
;eu,
Overbrugging van de Eendracht.
zo
gefabriceerd door
Goedkoop Alom verkrijgbaar
1.50
0.80
0,42%
0.18
VIERKANTE
BUSSEN
Botvisscherij.
IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad fl.025, franco
post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke,
Telep. Interc,
UITGAVE
16.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 c^uts; iedere regel meer
10 centsgrooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
MILITIE.
VOORKEUR OMTRENT DE INLIJVING.
)e BURGEMEESTER der gemeente Tholen maakt
end, dat de lotelingen dezer Gemeente, lichting
3, die hnnne wenschen met betrekking tot de
jving niet by den Kenringsraad of op andere bij
geldende voorschriften bepaalde wijze hebben
ibaar gemaakt, alsnog vóór 10 October a.s. van
ie wenschen ter Secretarie dezer Gemeente konnen
n blijken.
'holen, den 9 September 1912.
Be Burgemeester voornoemd
M. G. VAN STAPELK.
Jargemeester en Wethouders van Tholen, brengen
openbare kennis
dat door C. W. Hendrikse, landbouwer, wonende
Ood-Voesemeer, een aanvraag is gedaan om van
Gemeente in opstal te verkrygen een stuk grond,
lot ongeveer 200 M2., deel uitmakende van den
van den Molenkom
at het terrein door belanghebbende is afgepaald,
lezwaren tegen inwilliging van het verzoek kunnen
tden ingediend ter secretarie vóór 20 September a.s.
rholen, den 11 September 1912.
Burgemeester en Wethouders van Tholen,
M. G. VAN STAPELE.
Be Secretaris,
H. J. LABAN.
MO
CORRESPONDENTIE.
OD8 no. van 7 dezer schreven we als
Uoord op een ingezonden stuk o. m. in een
laatste alinea's daar de-plannen en bescheiden
'M geruimen tijd bij het gemeentebestuur te
o'len ziju ingediend.
üe zin moet zijn daar de plannen en be
dien zooals reeds geruimen tijd werd besloten
het gemeentebestuur van Tholen zullen worden
(fdiend.
ffe laïen in het verslag der vergadering vaD
8Ï1S 1 CoDgres der Kamers van Koophandel en
Fabrieken in Limburg en Noord-Brabant,
de vorige week te Bergen op Zoom werd
looden en door Z. Ex. den Minister van
odbouw, Handel en Nijverheid gedeeltelijk
lipr fd bijgewoond, in „Dè Zoom" o. m. het
J gende
lf f I, voornaam punt blijft ook de overbrugging
er Eendracht bij Tholen. De pogingen daartoe
11 tngewend hebben helaas tot heden geen gun-
ELEI ige resu tateo mogen hebben en zelf heb ik
lid der daartoe gevormde commissie nog
u bet bijltje er bij neer moeten leggen ten
ïerate is het te betreuren, dat de berekening
in onkosten, door den heer Hoofdingenieur
!ecbel
ILL
krach
>r, Die
gewic
f UDC
•zond
wekt
dt uil
iwel
s ael
datgi
riek
of sl
2c/4,
ar f8
flessc
iD
m het ministerie van Waterstaat overgelej
dien aard was, dat in jaren niet aan eene
'erbrugging kan worden gedacht. Toch zullen
niet versagen, maar gedachtig zijn het
aPpez, frappez toujours en zoodra de
&hte heer notaris v. d. Velde te Tholen
ook zeide al is deze zaak voor ditmaal
iet gelakt, wij zullen haar zoodra mogelijk
eder ter hand nemen, als Voorzitter der Kamer
an Koophandel heb ik hem direct mijn steun
zegd om te helpen het eiland Tholen met
nijvere en stoere bevolking, op te heffen
het isolement, waardoor 't zoo lang van
andere provinciëu onzes Rijks is afgesloten".
Hieruit blijkt o. i. volkomen, dat het brug
ge de zaak als niet gelukt beschouwde,
rr. Gelukkig echter dat wij er tevens lezen
-f.» '5 ZQHeu haar zoodra mogelijk weer ter hand
men'"
En de woorden van waardeering door den
orzitter van het Congres gesproken en de hulp
hij daarin toezegde, om de pogingen te doen
'jj- ^en, ze doen ons indachtig worden de zin-
0#
M it
zeehonden, dat waarneembaar is op de kanten
der zandbanken in de Zeenwsche Stroomen, in
den loop dier jaren zeer sterk is verminderd en
dat troepen van 100 tot $00 stuks, zooals die
telkens en telkens voor'" 1900 werden gezien,
niet meer worden opgemaakthoogstens bedraagt
dit getal nu 30 tot 40
schuw geworden, dat des
zichtige dieren niet
jongeren, die het klaj
niet zoo kenneü, latei
[tuks eu deze zijn zoo
toch reeds zoo voor-
;r zijn te naderen. De
ien van de zweep nog
zich verschalken en
spreuk onder het Zeeuwsche wapen Ik worstel
en kom boven". We voelen immers dat die
woorden ook van toepassing kunnen zijn in deze
kwestie op ons eiland en we zeggen onwille
keurig we zullen worstelen en we zülleu ten
slotte overwinnen I Zoodra mogelijk moei de
zaak ter hand genomen en dóo, volst reden tot
het eindeAlle pogingen aangewend, met alle
krachten aangepakt, met moed en energie ge
werkt we heeten immers //de nijvere stoere
bevolking van Tholen", en het wordt ons immers
van alle kanten toegeroepen, dat het tijd is nti
aan te pakken, nu door te zetten en nu te
voleinden. Welnu laat ons niet versagen en ons
niet laten afschrikken door z.g. onoverkomelijke
bezwaren, die toch wel te overkomen zijn. Laat ons
de spreuk beamen
„LUCTOR ET EMERGO".
Eu als straks het rapport der commissie bij
het gemeentebestuur inkomt, hopen we van harte,
dat de taak der commissie slechts is geweest
het fundament der brug over de Eendracht bij
Tholen.
„Men moet geen heiroepen voor men over
is", wordt wel eens beweerd en hoewel geen
deskundigen zijnde meenen wij dat dit ook geldt
voor de visscherij, die hierboven vermeld wordt
en die voor Tholen van zooveel beteekenis is
of liever kan zijn, omdat het grootste getal der
visschers, die dat bedrijf uitoefenen, aldaar
woonachtig is. Zijn wij welingelicht dan is dit
jaar de vangst in vergelijkingtmet een vorig
jaar, zeer slecht te Doemen eq zal het bedrijf
voor heo, die er zich mede/onledig houden,
zeker geen gouden eieren lfl&gen waar wij
voorop zetten, dat wij leek fijn op het gebiei
der visscherij, daar is het oq| ook niet gegeve
de factoren aan te wijzen,|welke oorzaak zija!
dat het bedrijf zulke minwaardige uitkomsten
geeft, al moet ons dadelijk weftoegegeven worden^
dat het aanhoudende ruwe tfeer oorzaak is, dat
er minder vischdagen zijn ftan een vorig jaai^
toen het bedrijf met groole «ekerheid dag aan
dag onbelemmerd kon voortjjnian voor zoover
de dagen geen belemmqjing geyen kan ons in
ziens ook gerust beweeqü word^i, dat de tem
peratuur van het vis«i water '^nede wel zal
veroorfcakeD, dat dë vislh, om fcu eens eeu
geijkte «isscherstepm te |ebruiken£, weinig den
kant opktfmi, dk' wil ztegen in d\eper water
blijft en dus verre verwnderd blijft van de
plaatsen, waar de visschers\hun schutwant uit
zetten. Wij herinneren ons 'den tijd, dat de bot-
visschers geen visch van beteekenis aaubrachten
en toen was de algemeene klacht, dat de vraat
zuchtige zeehonden met een groot deel van den
buit gingen strijkenop die algemeene klachten
is ten slotte, naar wij meenen in het jaar 1900,
-de' Regeering ingegaan en heeft bepalingen in
het leven geroepen, waarbij een premie werd
gesteld op het doodeu dezer botdieven, met dit
gevolg, dat jaar op jaar in de aangeef-plaatseu
voor gedoocle zeehouden, een aanzienlijk getal
wordt vermeld. Men zegt dan ook, dat het getal
worden elk jaar Dog ten getale van 400 h 500
stuks zoowel uit de Wester- al9 Ooster Schelde
aangebracht te Bresken9, Veere, Bruinisse,
Ierseke en Tholen en enkele andere plaatsen
de oudere knapen gaan veel meer zeewaarts eu
vertoeven op de banken in de mondingen der
Stroomen, waar zij moeilijk te krijgen ziju, waar
er uit den aard der zaak minder jacht op ge
maakt wordt, maar waar ze deni botvisscher ook
minder schade berokkenen. Mefl moet het van
de visschers hooren, welke hoeveelheid visch
door de zeehonden per dag {kan verorberd
worden en dan bovendien nog eéns hooren ver
zekeren, dat zij de beste exemplaren als prooi
verkiezen.
Men beweert, dat het eigenaardig is te zien,
hoe zoo'n zeehond, na een platvisch te hebben
gegrepen, met zijn buit boven komt om ver
volgens er mee te spelen, als een kat met een
muis, en in elk geval zóó, dat, hoe hoog ook
de visch wordt opgeworpen, deze weer wordt gegre
pen, om ten slotte te verdwijnen in de maag van
het dier, dat zoo'n enorm getal kan verorberen.
Hoe het ook zij, het dooden van de zeehonden
heeft tot gevolg gehad, dat de botstand in de
Zeeuwsche Stroomeh sedert eeu twaalftal jaren
geleidelijk is gestegen eu dat het mogelijk is
geworden, dat een grooter getal visschers niet
alleen kan deelnemen aan de visscherij, maar
ook dat de besommingen van dien aard zijn,
dat er een goed weekloon kan verdiend worden.
We zeggen kan verdieud worden, maar zouden
spoedig genoopt worden voor 1912 een uitzon
dering te maken, daar, zooals reeds boven duidelijk
is aaugehaald, dit seizoen resultaten heeft ge
geven, die voor velen bedroevend zijn. Waar we
ook als leek meenden geep redenen te kunnen
vinden dan de ongunstige weeromstandigheden,
daar zouden wij ons licht moeten ontsteken bij
^de visschers zelf. Méestal loopt men met de
zuivere vangsten niet,zoo te koop, omdat mei
misschien vreest voor verkeerde gevolgtrekkingen,
die zouden wijzen op een soort goudmijn in deze
en wij kunnen dat eeuigszins begrijpen dat
neemt niet weg, dat op de minder goede fiuan-
cieele uitkomsten toch wel mag gewezen worden,
maar wij vermeenen ook, dat bij de visschers
zelf aangaande de ongunstige omstandigheden
weinig mèfet zal vernomen worden. Wat toch is
het geval r% eenvoudige visschersman heeft
het in de'ku^st om te bepalen welke plaatsen
bij voorkeur door de visch worden bezocht en bij
welke waterstanden, windrichtingen en tempe
ratuur dg, Jieste vangsten zijn te wachten en hg
wëëT7'*van jc^dgs af in het bedrijf groot geworden,
van die kennis wel een degelijk gebruik te
maken, maar, wij gelooven niet daardoor te veel
te zeggen, verder reikt ziju kennis niet. Waar
zou hij' die trouwens moeten opgedaan hebben
Het is alleen ervaring welke hem ten dienste
staat en wij erkennen direct dat die ervaring
een zeer meesprekende factor is, maar zoodra
er sprake is van paaiplaatsen, leefwijze, het
voedingsvraagstuk enz., staat hij ook even
blind als de leek, die niet het minste
begrip der visscherij heeft. Hij zou daarvoor
voorlichting dienen te ontvaDgen van deskun
digen, die van het bedrijf in zijn vollen omvang
studie hebben gemaakt en daarvoor zou een
soort school, waar onderwijs werd gegeven door
deskundigen, misschien iu een behoefte voorzieD.
Het bovenstaande is ons maar los uit de pen
gevloeid, misschien dat het opwekt om onder
de visschers, die naast praktische ervaring op
visscheiijgebied, ook hebben geleerd hun ge
dachten op papier te breDgen, eens even hua
meening te kennen geven dan hadden wij met
dit aftikel iets bereikt, dat on9 zeer aangenaam
zou zijn. Wie bindt de kat de bel eens aan?