ram [tT|l ui in Itlauii m itsltrlttll, laDdbonw,
No. 1185.
Zaterdag 15 Februari 1908.
Vijf en twintigste jaargang.
EN
Eerste Blad.
Grasmest.
J. TL C. POT,
Publicatie n.
Een nieuw werk over de geschiedenis
van Zeeland.
BINNENLAND.
o N d e r w u s.
Van onze berichtgevers.
ERSEKSCHE
s»
THOOLSCHE COURANT,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65 met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
per post fl,10. Voor het buitenland 90 cents.
1 Ingezonden stukken, enz. worden nlterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
het bureau te T h o I e n ol vóór DONDERDAGMIDDAG bi) onzen medewerker te lerseke.
UITGEVËR
ÏHOtl»,
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 o-'utsiedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering
Burgemeester ea Wethouders van Tholen brengen
meiter openbare kennis, dat door den kerkeraad der
uit Gereformeerde Gemeente te Tholen aanvraag is ge
daan, om het gebouw, plaatselijk bekend Kruittoren
aiiNr. 2 en Kadastraal bekend Sectie F Nr. 952 en
1220, tot uitoefening van den openbaren godsdienst
te mogen inrichten, welk perceel is gelegen binnen
den afstand van 200 meter van een bestaand bg de
s DGèreformeerde Kerk alhier in gebruik zijnd kerkge-
ralbouw.
Na verloop van 8 d tgen na heden zal op het
natverzoek worden beschikt.
Tholen, den 15 Februari 1908.
De Burgemeester en Wethouders van Tholen,
M. G. VAN STAP ELK.
De Secretaris,
H. J. LABAN.
'De Burgemeester der Gemeente Tholen brengt bg
ieze ter kennis van de Ingezetenen, dat bij hem
>yjuntvangen en aan den Ontvanger der Directe Belas
tingen ter invordering is verzonden, het Kohier der
cheFirsoneele belasting No 7 voor het dienstjaar 1907,
I 4(met uitnoodiging aan een eigelijk, wien znlks aangaat,
l'^m na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag,
ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten,
vamet herinnering tevens, dat de bezwaren, welke
8 lienaangaande mochten bestaan, binnen zes weken
na heden behooren te worden ingediend.
'68 Tholen, den 10 Febrnari 1908.
0 De Burgemeester voornoemd,
ej, M. G. VAN STAPELE.
0.p
0.
eru Dat ook de weide en het hooiland moeten be-
worden, wie twijfelt er tegenwoordig nog
'tan 't la maar de vraag koe, waarmede
Toch is die vraag niet moeilijk te beantwoorden.
Er is geen enkele reden, waarom het bouwland
tel en het grasland niet zou moeten hebben een
b iottedige bemesting. Ook de weide moet dus, be-
"ve Kalk (die gij waarschijnlijk reeds gegeven
it) tot bemesting hebben Stikê/of, phosphor-
uur en Kali. Zonder de stikstof ontstaan er te
eel klavers, zonder het phospborzuur en de
:ali verdwijnen ze.
Een uitstekende bemesting voor de weide en
iet hooiland (zoowel in het voorjaar, als na de
erste snede) is daarom Ohlendorff1 s speciale
r'asmestdie opzettelijk voor weidebemesting
ordt'fttvaardigd is op den basis van Peru-Guano.
itscl?'y°oral de grassen hebben voedingsstoffen
loodig, die hun gedurende de gansche groeipe-
•eubde ten dienste staan. Dat viuden zij iu de
rganische Peru-Guano, dus ook iu genoemden
;nsmest.
Wanneer men in Februari of Maart ongeveer
spi',00 800 K.G. van dezen grasmest per Hectare
itstrooit, bespaart men zich een massa werk en
erra' meQ er ze^er van, dat de stikstof èn het
{eraJjfrtphorzuur ®Q de kali gelijkmatig verspreid
53pP\ 8ras za^ overvloediger en in betere
wiliteit groeien. Zure grassen, mossen, enz.
ir eerc*wyQen en de weide betaalt hondervoudig
kjj et haar gegevene terag.
idoG Voor Huis en Hof.
De geneeskundige eigenschappen van citroenen
/ertfordeu steeds meer geroemd. Een brochure
>r, tóe Citronenkur", bij den uitgever Payne te
ij D<eipzig verschenen en voor 1 mark (60 ets.)
ert Igemeen verkrijgbaar, bevat tal van uitkomsten,
uch'aet citroensap verkregen,
it «f Citroensap wordt tegen velerlei ongesteldheden
anbevolen. In een kop heete koffie heet het in
kin^ele gevallen een goed middel tegen hootdpijn
et o et sap van een citroen, 3 maal daags in een
raariop sterke koffie zonder melk gebruikt, moet
ieuKOOïts, huivering en rillen kunnen verdrijven
,er et sap van twee citroenen in een half glas
>p w ater wordt een krachtig middel geacht tegen
r üoderdaagsche koorts en rheumatiek.
De geneeskracht is het sterkst, wanneer men
et sap gebruikt zonder suiker, verdund met
m weinig water, opdat maag en tanden niet
or<^? aangetast. Gebruikt men evenwel, ter
gedardrijving van verkoudheid warme limonade
hef naar bed gaan, dan mag men die met
^d.)4ker zoet maken. Vooral op reis is de citroen
aontbeerlijk.
■Bij het Doitsehe tijdschrift Dat Neut Blatt
kwam een schriftelijke verklaring in van een
heer uit Breslau, dat hij door een citroenkuur
bevrijd was geworden van de jicht en zijn vrouw
daardoor volkomen genezen was van galsteenen.
Ten slotte zij nog vermeld, dat citroensap
ook dienstig is om ruwe handen glad te maken.
Dikwijls worden citroenen onvoldoende uitge
perst, ook al gebruikt men er huishoudelijke
machinetjes voor. Dit komt, doordat het daarbij
niet alleen op het persen, maar ook op de snede
aankomt. Men snijdt de citroenen dwars door,
en dat is verkeerd. Wie het samenstel van de
citroen oplettend beschouwt, zal gemakkelijk
tot de overtuiging komen, dat alleen door de
snede in de lengte de cellen der vrucht naar
vereischte geopend worden en dan gewilliger
het sap afgeven. Dus moeten de vruchten, welke
men wil uitpersen, in de lengte opengesneden
worden.
Carbolzuur. Zuiver carbolzuur kan men uit klee
deren verwijderen door deze met een ruime
hoeveelheid water te behandelen ook kan zuivere
carbolzuur met alcohol worden weggewasschen.
Onzuiver carbolzuur is slechts te verwijderen
door middel van sterke loog.
Of dit kan geschieden zonder de kleederen
te beschadigen, is moeilijk te zeggen, daar er
hierbij veel vvn afhangt, welke kleederen be
handeld worden. OBSERVATOR.
Onder bovenstaanden titel komt in de Middel-
burgsche Courant van Maandag 27 Jan. 11. voor,
een artikel, waarin het werk van den heer
Hollestelle //De Honte en het eiland Borsaele,
alsmede eene verhandeling over de heerlijkheden,
ambachten of leenen in Zeeland" wordt beoor
deeld en veroordeeld en wel door den heer
R. Fruin; het is feitelijk een stout vermeten,
om eeu deskundige als de heer Fruin te durven
zeggen, dat men in meeniog verschilt en vooral
als dit uit de pen komt van een leek, die in
zijne omgeving werkelijk den heer Hollestelle
beschouwt als da vraagbaak in historische
quaesties, die, hij moge dan niet geschoold zijn,
zooals de heer Fruin opmerkte, toch genoeg
bekend is, ook buiten zijn omgeving, als een
persoon, die een groot deel van zijn leven be
steedde aan het nagaan, verwerken en in ge
schriften ten beste geven van tal vau historische
bijzonderheden omtrent verschillende deelen der
provincie.
Naar aanleiding van de vrij scherpe critiek,
die tot conclusie leidt, dat dit boek, „dat naast
veel belangrijks veel verkeerds bevat, door den
deskundige soms met vrucht zal geraadpleegd
kunnen worden, maar gevaarlijk is in de handen
van den leek, die het goede niet van het ver
werpelijke weet le onderscheiden", het volgende:
ln verband met het aangehaalde citaat laat
de beoordeelaar den heer Hollestelle zeggen,
*dat ingeval andere bronnen ontbreken men
trachten moet zich te behelpen met afleidingen."
Welzeker, maar geschiedt dat niet onder allerlei
omstandigheden, vooral als men de zaken in
verband met elkander beschouwt, waaraan schakels
ontbreken? Ook als Rijks- of Provinoiaal archief
geen licht geven, zou meu dan niet een enkele
maal zich aan een gissing mogen wagen wanneer
men op bladz. 107 het aangehaalde leest, dan
zal men bemerken wat overgeslagen is, om aan
de woorden te komen „ln die gevallen moet
men zich dan trachten te behelpen met aflei
dingen of oude kaarten."
De heer Fruin rekent het den heer Hollestelle
een fout, dat hij op bladz. 27 gesproken heeft
van „Nieuwen stijl", zonder aangeduid te hebben,
wat daaronder verstaan moet wordenm. i.
heeft de schrijver alleen willen wijzen op de
verandering, omdat het charter zegt, dat de
oude stijl tot veel misbruiken had geleid.
Op bladz. 44 is gezegd dat Ambachtsheeren
bezwaren hadden tegen de inning der beden,
wat volgens de meening van den heer Fruin
niet schijnt geweest te zijn. In het aangehaalde
charter (door den schrijver) van Karei, graaf
van Charlois, wordt toch bepaald, met de in
vordering der beden door tusschenkomst van de
Ambachtsheeren voort te gaan, ongeacht de be
zwaren door hen daartegen uitgebracht. Hoe
kau men zoo tegen die inniog bezwaren hebben,
als deze voor hen een rijke bron van inkomsten
was f
Eu nu over de splitsbaarheid der Zeeuwsche
leenen of ambachten. Op bladz. 426 wordt ge
zegd, dat de Zeeuwsche leeuen of ambachten
niet splitsbaar waren,, doch de heer Fruin zegt,
dat des ondanks toch vele voorbeelden vau
splitsing door schrijver zijn bijgebracht. Het is mij
echter tot heden niet duidelijk geworden, waar
die tal van voorbeelden te vinden zijn in het
werk van den heer Hollestelle. Wel is er sprake
van bepaalde aandeelen in leenen (zie o. m.
bladz. 433), maar van verdeeling of splitsing
is naar mijn bescheiden meening geen melding
gemaakt; trouwens, hoe zou schrijver dat kunnen
verdedigen Hoe zou recht van etting, beplan
ting, veren, visscherij te deelen of te splitsen
zijn geweest Alleen in betrekking tot de beden
of lasten kon elk aandeel vau een ambacht iu
omvang of grootte worden uitgedrukt, b.v. wan
neer A. B. en C. elk een derde deel in een
leen bezaten, en bedroeg de omvang daarvan
300 gemeten, dan was elk der gerechtigden in
zekeren zin verantwoordelijk voor 100 gemeten,
maar de grenzen dier deelen konden nooit
worden bepaald, want hoe zou dat mogelijk zijn
geweest met het oog op de vrijlanden en de
zoo verspreid liggende vroonlanden, terwijl mede
het recht der straks genoemde etting, veren,
visch- en jachtrecht, maalderij en vooral ook dat
van aanwas, het splitsen ongetwijfeld onmogelijk
zou gemaakt hebben; daarvoor raadplege men
uit het werk maar even de bladz. 131, 423,
431, 433, 434 en 435.
De heer Fruin verwijt den heer Hollestelle,
geen taalgeleerde te zijn; ik geloof, dat dit den
schrijver wel een glimlach zal ontlokt hebben,
want ik heb hem nog nooit betrapt op zoo'n
naam zelfs maar een schijn van recht te willen
hebbenbescheiden, steeds raadplegende oude
kronieken, een open oog hebbende voor het
opengeslagen boek der natuur, in deze de polder-
gronden met hun hoogten en, laagten, voormalige
geulen en kreken, daaiuit afleidende oude toe
standen van polders en wateren, heeft hij gemeend
in den naam Hoedekenskerke te ontdekken
Odens- of Odanskerke en dat moet hem nu óp
breede wijze uitgemeten worden alsof schrijver
deed aan dwaze afleidingen als Beconus zaliger
gedachtenis. Kom, dat is wat al te erg Zou
de heer Fruin meenen, dat naast zoo'n afleiding
niet geplaatst mag worden Odenkirchen in de
Rijnprovincie, Odenheim in Badeu, Odenioald
in Duitschland en Odenholmeen eiland be-
hoorende aan Rusland En Odense Het wordt
gehouden voor de oudste stad van Denemarken,
zijnde, als naar wordt beweerd, 70 jaar vóór
Christus gesticht door Odin, zooals o.ui. aange
haald wordt in Kramer's Geographisch woorden
boek der geheele aarde.
Ziedaar eënige opmerkingen van een leek,
naar aanleiding van het schrijven van den heer
Fruin, maar ik vrees als leek, die zich verstout
heeft in de oude historie van ons geliefd
Zeeuwsch gewest nu en dan eens te grasduinen,
met den schrijver van het werk, den heer Holle
stelle, te veel op te hebben misschien is zijn
autoriteit op het gebied der Zeeuwsche historie
hij mij al zoo ingeroest, dat ik ook behoor tot
hen, die het gevaarlijke van het werk'voor den
leek, zooals de heer Fruin zegt, niet ziet.
Misschien is dit laatste niet zoo erg gemeend.
Ik hoop dan ook, dat de scherpe critiek aan
leiding zal geven, dat nog velen het werk in
handen zullen nemen om eens na te gaan of de
heer Hollestelle, die een groot deel van zijn
leven wijdde aan de nasporing van zooveel, wat
voor mij en houderden andere bewoners vau
ons land in den nacht der historie verloren lag,
aan het licht te brengen, of, zeg ik, de schrijver
van het werk nu werkelijk zoo zwaar gezondigd
heeft, als de criticus meende te moeten aangeven.
W.
De benoeming van het nieuwe Kabinet is
Woensdag 12 Februari ingegaan, op welken dag
tevens de nieuwe ministers door H. M. de
Koningin zijn beëedigd.
Het ri.uwe ministerie bestaat uit de volgende
heerpj
1. Mr. Th. Heemskerk, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, Minister van Binnen-
landsche Zaken.
2. Jhr. Mr. R. de Marees van Swinderen,
Hr. Ms. gezant te Washington (met verlof hier
te lande), Minister van Buitenlandsche Zaken.
3. Mr. A. P. L. Nelissen, Raadsheer in den
Hoogen Raad, Minister van Justitie.
4. Vice-admiraal J. Wentholt, Minister van
Marine, blijft Minister van Marine.
5. Mr. M. J. C. M. Kolkman, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, Minister
van Financiën.
6. Luit.-Gen. F. H. A. Sabrou, Chef van
den Generaal Staf, Minister van Oorlog.
7. Mr. J. G. S. Bevers, lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, Minister van Water
staat.
8. A. S. Talma, Lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, Minister vau Landbouw,
Nijverheid en Handel.
9. A. W. F. Idenburg, Gouverneur van
Suriname, Minister van Koloniën, met tijdelijke
opdracht van het Departement van Koloniën aan
Mr. Heemskerk, nieuw-beuoemd Minister van
Binnenlandsche Zaken.
De heer Idenburg, benoemd minister van
koloniën, zal zoo spoedig mogelijk repatrieeren,
ter aanvaarding van zijn nieuw ambt.
Door de benoeming tot minister van de heeren
Heemskerk, Kolkman en Talma zullen aan-
vullings-verkiezingen voor de Tweede Kamer
moeten plaatshebben in de districten Sliedrecht,
Rheden en Tietjerksteradeel. De benoeming
van den heer Bevers tot Minister brengt eene
vacature in de Eerste Kamer voor Zuid-Holland.
Bij geruchte is vernomen dat, indien het
nieuwe Kabinet tot het indienen van Grond-
wetsherzienings-ontwerpen overgaat, het dan ook
zal voorstellen den tijd, waarvoor de leden dür
Tweede Kamer worden gekozen, van 4 op 6
jaren te brengen.
Door den Commissaris der Koningin in Zeeland
zijn de dagen bepaald voor de aflevering van de
manschappen, die dit jaar ter inlijving bij de
militie moeten worden opgeroepen.
Zij zijn voor hen, die bestemd zijn tot vol
ledige oefening: Vrijdag 13 en Dinsdag lï
Maart te Vlissingen Zaterdag 14 en Woensdag
18 Maart te Middelburgen Donderdag 19 Maart
te Tholenvoor hen, bestemd tot korte oefening,
Maaudag 18 Mei te Tholen, Dinsdag 19 Mei
te Middelburg en Woensdag 20 Mei te Vlissingen.
Op de voordracht ter benoeming van een
onderwijzer te Middelburg staat de heer L, van
Tiggele te Poortvliet
1ERSËKE. Een commissie uit België heeft
Zondag een onderzoek ingesteld naar de reinheid
der oesterputten alhier. De uitslag gaf reden
tot veel tervredenheid.
Woensdag is te Goes opricht eed Zuid-
Bevelandsch districtsvereenigiug //Het Groene
Kruis." De vereeuiging zal rechtspersoonlijkheid
aanvragen. Tot de toegetreden vereeniging be
hoort de vereen. «/Ziekenzorg" te lerseke. In
't voorloopig bestuur, uit 7 leden bestaande, is o.a.
gekozen de heer T. Cupéry te lerseke,
Uit déze gemeeDte vertrekt in Maart een
gezin naar den polder Rilland waar gebrek aan
werkvolk is.
Voor de militie zijn te lerseke 56 lote-
liugen aangegeven, 11 daarvan willen bij de
zeemilitie geplaatst worden.
Op den veestal van den landbouwer M.
Vermue is in ergen graad het mond- en klauw
zeer uitgebroken. Bijna alle dieren zijn aangetast.
OUD-VOSSEMEER. In de jaarvergadering
der vrijzinnige kiesvereeniging ^Eendracht en
Vrijheid" alhier werd rekening en verantwoording
gedaan over het afgeloopen jaar. Hoewel de
periodieke verkiezing voor Lid van de Proy.
Staten nogal geld had gekost, bleek toch dat
een goed slot in kas is gehouden. Tot bestuurs
leden werden drie aftredenden bij acclamatie
herkozen, terwijl in eene vacature werd voorzien
door de verkiezing van den heer A. A. Rijsten-
bil, A. Jz., Besloten werd alsnog te blijven
aangesloten bij de centrale vereeniging in het
district Goes.
Zooals de vorige week werd gemeld, was men
in eenigszins spannende verwachting hoe in de
overstroomde polders het graan- en koolzaad
gewas den winter, met zijn afwisselende vorst