E.Br^ndsm^j
Van Heel ÓC Co.
van Zaterdag 8 Februari 1908.
Tweede Blad.
feuilletqh.
|De valsche erfgenaam.
Sfoom-Piatiofabriek
ANTOINE MES,
W. POTTER,
AMSTERDAM.
Tegen Hoest en Verkoudheid
ƒ3,50
Ierseksche en Thoolsche Courant
Openbare Gemeenteraadsvergadering, gehouden
te Tholen, den 5en Februari 1908.
Afwezig de hh. Overman, Van Vredenburch, J.
"W. Wagtho en J. M. Wagemaker, met kennisgeving.
De voorzitter opent deze eerste bijeenkomst in 1908
met een hartelijk welkomstwoord.
De notulen der vorige vergadering worden, na
voorlezing, goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen: le. Een schrijven van den heer J.J.
Rombouts, inhoudende kennisgeving, dat hij zijne
herbenoeming tot lid der Commissie tot wering van
schoolverzuim aanneemt.
2e. Eenige missives van Ged. Staten, welke voor
kennisgeving worden aangenomen.
3e. Procesverbaal van kasopneming bij den ge
meente-ontvanger, waaruit blijkt dat in kas was en
ook moest zijn 1 5928,355.
4e. Een schryven van het bestuur der schietver-
eeniging „Koningin Wilhelmina" te Tholen, inhoudende
verzoek om in het lokaal der bewaarschool met Marga-
patronen te mogen schieten in plaats van met flobert
patronen en voorts, om een gemeente-lokaliteit als
voor die patronen. In een begeleidende
toelichting beweert de heer Geill, deskundige, kapitein
der infanterie, dat het gevaar, aan het schieten met
Margapatronen niet grooter, eerder minder is, dan
met het flobertgeweer. Over hei eerste gedeelte van
dit verzoek, om in de bewaarschool inet die patronen
te schieten, is men het spoedig eens, dit toe te staan,
loch over het opbergen der ammunitie ontspon zich
ien langdurige discussie.
De voorzacht het ziekenhuisje aan de Oudelandsche
loort de meest geschikte bewaarplaats, waartegen de
ieer C. A. H. Wagtho bezwaar heelt. Op zijn vraag
oeveel patronen in voorraad zyn, antwoordt de voor-
itter, voor elk der 70 leden 150. patronen per jaar,
dus 10500. Waar zoo spoedig met die patronen ge
lieven, wanneer in het ziekenhuisje iemand ter ver-
leging moet opgenomen worden en ook bij brand,
raagt de heer C. A. H. Wagtho. Het Rijk zal er
ijn reden wel voor hebben, te bepalen dat deze
latronen in een gemeentegebouw moeten bewaard
orden, maar hij is beslikt tegen het afstaan van het
iekenhuisje daarvoor en er bestaat veel kans, dat de
mwonenden er tegen opkomen. Ook zegt de des
kundige, kapitein Geill, wel dat bij het schieten geen
[evaar bestaat, maar niet voor het bewaren der pa-
ronen.
De heer Van Elsacker brengt ook bezwaren te
berde en de heer Kegge vraagt of in het gemeentehuis
jeen onderaardsche kelder is, die tot bergplaats zou
tunnen worden ingericht. Hiertegen heeft de voor
zitter bezwaar, omdat in het gemeentehuis het archief
en vele andere stukken bewaard worden, waarop de
ieer C. A. H. Wagtho opmerkt, dat de voorz. er
dan toch wel gevaar in 6chynt te zien, en dit dan
evenzeer voor het ziekenhuisje bestaat.
De heer Moelker beweert dat z. i. alleen bij brand,
|H^evaar voor ontploffing is.
De heer Kegge vraagt wat de vrucht zal zijn van
al die geoefendheid in het schieten. We zien het nu
vlWetT 'n Portugal, zöflt bÜ» waar de Koning en de
Kroonprins zijn doodgeschoten.
J0 Daarna wordt op voorstel van den voorz. besloten
aan het bestuur der achietvereeniging te berichten,
dat het eerste gedeelte van het verzoek is toegestaan,
doch dat de gemeente geen geschikte bewaarplaats
voor de Margapatronen heeft,
jjjfl 5e. Het verslag omtrent den toestand van het lager
onderwijs in de gemeente Tholen, over 1907, op
gemaakt door het hoofd der school, den heer Luijendijk.
De voorz. acht dit verslag zoo belangrijk, dat hij
het niet alleen ter kennis van den raad, maar ook
onder de aandacht der ouders van schoolgaande
kinderen wenscht te brengen, waarom hy voorstelt,
het gratis in de Thoolsche Courant te plaatsen, waartoe
de uitgever zich bereid heeft verklaard. Met algeoi.
st. wordt hiertoe besloten.
Na behandeling van het rapport in zake het ge-
wijzigd reglement van orde voor den gemeenteraad,
wordt dit goedgekeurd en vastgesteld.
De wijzigingen, door de commissie voorgesteld,
S worden allen, op één na overgenomen, en dit ééne
punt is juist zeer belangrijk.
Aan art. 27 nl., dat de wijze bepaalt waarop
stemmingen over verschillende onderwerpen moeten
plaats hebben, wenscht de commissie toe te voegen,
dat alleen de stemopnemers inzago van de briefjes
a sullen nemen. De heer Hollestelle, lid der commissie
If tot herziening van dit reglement, licht dit nader toe,
door de mededeeling, dat de bedoeling hiermede is,
Uil hel Duilsch.
(25)
k, hond nog steeds vol, dat ge u vergissen
moet, zeide baron Wemer hoofdschuddend,
tegen Reinhard, „de man is arm maar braaf."
1 1 „Hoe lang is hij in uw dienst?"
//Eerst sinds kort, dat is waar, maar zou hij
Men dienst gezocht hebben, wanneer hij die mis-
g daden begaan had, die hem dan toch een klein
vermogen moesten opbrengen
„Den roof kon hij spoedig opgemaakt of ook
J>weer verloren hebben, zou gewonnen, zoo ge
ronnen I
„Ik geef zulks toe, doch ondanks zijn korten
C tensttijd, ken ik dezen man toch zóó goed, dat
*"meen borg te kunnen blijven voor zijn
•erlijkheid."
»Ik vrees, dat deze borgtocht n duur te staan
om de briefjes aan al de leden van den raad ter
inzage te verstrekken.
De meeiderheid der leden kan zich echter hiermee
niet vereenigen.
De heer H. Cornelisse, aftredend lid der Commissie
tot wering van schoolverzuim, wordt als zoodanig
herkozen
Alsnu is aan de orde bespreking der aanbesteding
havenwerken en contr' escarpe.
De voorz. zegt dat begrooting, voorwaarden, bestek,
enz. hiervoor in orde en goedgekeurd zijn en dus tot
aanbesteding kan worden overgegaan, liij dit werk
it> echter ten nauwste betrokken het verhoogen der
wallen. Nadat ingelanden van het Waterschap be
sloten hadden, ile kosten hiervan niet te zullen dragen,
nocb geheel noch gedeeltelijk, is door den raad een
commissie benoemd, bestaande uit de hb. Hollestelle,
J. W. Wagtho en Van Vredenburch, om betreflende
deze zaak rapport uit te brengen. Het spijt hem ten
zeerste, dat deze commissie nog niets van zich heeft
doen hooren, want het zou een groote besparing van
kosten zyn, indien de grond, verkregen door het
uitdiepen der haven, gebezigd kon worden voor het
ophoogen der wallen.
De beer C. A. H. Wagthohierop het woord ver
krijgende, stelt voor, aangezien de hh. Wagtho en
Van Vredenburch er geen prijs op schijnen te stellen
deel uit te maken van die commissie, beiden heeren
eervol ontslag te verleenen en twee anderen in hunne
plaats aan den heer Hollestelle toe te voegen.
De voorz. vindt dit een wel wat krasse maatregel,
nog al ingrijpend en niet alleszins le verdedigen.
De heer Wagtho blijft bij zijn gevoelen de zaak
is dringend en mag niet langer uitgesteld worden.
De heer Hollestellelid der commissie, zegt, voor
nemens te zijn geweest, te dezer plaatse, deze zaak
breedvoerig te bespreken doch hij is hierin teleur
gesteld alleen wil hij mededeelen, dat bij niet ge
lukkig is geweest, om met zijne medeleden te ver
gaderen. Met hun drieën zijn ze nimmer samen ge
weest, telkens scheen er verhindering te zijn. Wat
hem aangaat, hij is gereed met zijn rapport, hij
heeft er niets meer aan toe te voegen, maar had zoo
gaarne gewild, dat het andere lid zijne gedachten en
bewijsgronden ook eens op papier gebracht en gegevens
had verzameld, dan ook zou hij zyn verslag hebben
overgelegd.
De voorz. is teleurgesteld, nu hy verneemt, dat in
deze vergadering geen rapport wordt uitgebracht, dat
zelfs de commissie niet éénmaal vergaderd heeft. Hij
had gedacht dat de heeren, ingevolge besluit van
den gemeenteraad, zich tot een ander deskundige
zouden gewend hebben om ook diens advies in te
winnen en aan de hand daarvan een voorstel aan
den raad te doen. De tegenover elkander staande
meeningen in deze quaestie van de heeren Hollestelle
en Wagtho zijn ons bekend blyven beiden op hun
standpunt, dan komt men niet tot overeenstemming,
en een spoedige beslissing is gewenscht, ook uit het
financieel oogpunt. De heer Christiaanse beaamt dit
ten volle. Er mag niet langer gedraald worden.
De heer Hollestelle zegt, in deze geen voorop
gezette meening te hebben. Hy wil niets liever dan
dat ook de heer J. W. Wagtho zyne argumenten
schriftelijk meedeelt en tegenover de zyne stelt. De
heer W. kan toch inlichtingen bekomen te Middel
burg en op andere plaatsen. De heer H. zal toch
zijn rapport bekend maken, is het niet hier in den
gemeenteraad, dan elders.
Het bevreemdt den heer Moelker dat de commissie,
drie maanden geleden benoemd, geen enkele maal
by elkaar is geweester schijnt een zekere spanning
te heerschen kan men het niet eens worden, dan is
het beter uit elkaar te gaan.
De heer C. A. H. Wagtho dacht, toen hy punt
4 der agenda las, dat alles gereed zou zyn dit is
helaas, niet het geval; daarom dringt hy nogmaals
aan, om andere heeren in de commissie te benoemen.
De heer Hollestelle geeft in overweging, den heer
Wagtho te verzoeken, zoo spoedig mogelijk met hem
te vergaderen, teneinde het rapport aan den raad
samen te stellen.
De heer Kegge wil hieraan toevoegen, dat de raad
niet langer kan wachten en bij niet voldoening aan
het verzoek, een ander commissielid in zyn plaats
zal worden benoemd.
De voorz. zegt, het verzoek zoo bindend mogelyk,
maar toch beleefd te zullen doen.
Voorts wordt besloten, in plaats van den heer
Van Vredenburch, die uitlandig is, een lid te be
noemen, teneinde de commissie toch voltallig te
hebben. By tweede stemming wordt hiervoor gekozen
de heer Kegge, die zich daartoe bereid verklaart.
B. en W. worden inmiddels gemachtigd tot aan
besteding van het uitdiepen der haven en het her
stellen der contr' escarpe over te gaan, aangezien het
havenslik toch eerst moet besterven alvorens tot ver
hooging der wallen te kannen worden gebruikt.
Het contract met de tramweg-maatschappij be
treflende de electrische verbinding aan het veer wordt
goedgekeurd. De tramraaatachappij draagt f100 in
de kosten hiervan.
Het kohier hoofdelyken omslag en dat der honden
belasting door B. en W. aangeboden, wordt
gesteld in handen eener commisie, bestaande uit de
hh. Hollestelle, Overman, Moelker, Kegge en Wage
maker.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorz. de
vergadering.
Bevroren aardappelen.
Een van de ongemakken, die de wintervorst
met zich brengt, is het bevriezen (of vaak z.g.n.
bevriezen) van aardappelen.
Werkelijk bevroren aardappelen gaan, zoodra
ze ontdooien, tot rotting over en zijn dan natuur
lijk voor de consumptie ongeschikt geworden.
Gewoonlijk evenwel spreekt men ook reeds
van „bevroren" aardappelen, wanneer ze tenge
volge van de koude den onaangenamen zoeten
smaak hebben bekomen.
Dit euvel is zeer gemakkelijk te verhelpen.
Laat ons eerst nagaan wat er in den z.g.n.
bevroren aardappel is geschied.
Ken aardappel is een levend wezen, en dat
leven wordt, evenals het onze, onderhouden door
de ademhaling, door het verbruik van zuurstof
dus, waarbij het opgehoopte reservevoedsel (zet
meel aardappel meel) langzamerhand vermindert,
iets wat in het voorjaar niet moeilijk is te
constateeren.
Intusschen kan het zetmeel niet direct voor
de ademhaling dienst doen het moet daarvoor
eerst in suiker veranderen. In gewone omstan
digheden, nl. als de temperatuur hoog genoeg
is, wordt de gevormde suiker terstond bij de
ademhaling verbruikt (verbrand). Daalt evenwel
de temperatuur tot bij het vriespunt, dan gaat
wel het eerste proces door, nl. de suikervorming,
de ademhaling staat dan echter zoogoed als stil.
Om zulke zoete aardappelen weer geschikt te
maken voor de consumptie, is het voldoende,
ze een of twee dageu aan verhoogde temperatuur
bloot te stellen kamertemperatuur is voldoende.
De ademhaling wordt daardoor bevorderd en
weldra is de opgehoopte suiker verdwenen.
TliOt NAlk
Alleen in verzegelde pakjes verkrijg
baar. Te Oud- Vossemeer bij J. M. de
Graaff; St. Annaland bij J. Goedegebure;
Stavcmsse bij P. PotappelIer sekt bij
de Wed. S. Duinkerke, en te Tholen bij
J. M. Geluk.
In het bijzonder wordt de aandacht
gevestigd op Souchon-Thee a f 1,30
per 5 ons.
gebruike men
zal komen/' antwoordde Reinhard, nogmaals een
onderzoekenden blik op den houtvester werpend,
die hem thans den rug toekeerde en al zijn aan
dacht scheen te wijden aan het vellen van het
hout.
„Wilt ge thans nog een aanklacht tegen hem
inbrengen
„Neen, ik heb immers geen bewijzen, en een
schuldbekentenis is moeilijk te verwachten/'
„Nu, ik zal de zaak onderzoeken," zeide de
baron, „vind ik de vreeselijke verdenking, die
ge op hem hebt geworpen, gegrond, dan zal ik
den man onverwijld uit mijn dienst ontslaan,
hoe ongaarne ik ook een bediende verlies, waar
voor ik niet zoo spoedig een plaatsvervanger te
vinden weet. Ge schenkt me op een der eerst
volgende dagen toch zeker de eer van uw be
zoek
„Zeker, baron, ik neem uw vriendelijke
uituoodiging met dank aan."
„Ge hebt hier nog geen kennissen P"
Buiten u tot dusver nog geen enkele
yin de herberg logeert op het oogeublik een
neet van uaij."
„Een gewezen ritmeester, als ik mij niet ver*
ei co
C* eo r- r-.
5
O
PQ
X
H
o co t-
t- r-t CO C* O» CO
i—i ©4 uj -»
CO o O »-•
t- QO «1 lO f
f »o co eo o»
t— co ai O 1—r—
r—I r—I
OS M KJ f O
O «O iO IQ CO
rl N dj O iQ (O t-
lO O» »-H t—
co 95 N r-
1 eó t «fi vo t»
t- H (O 52 O a co
-r ifl w i-
c- co ai o" T-i i—
eo t- as co co «o
O r-u SM co
n s a i£ a
MIDDELBURG.
Goedkoopste adres voor PIANO'S, AMERI-
KAANSCHE- en KERKORGELS.
Vraag geïllustreerde Prijscouranten.
Vijf jaar degelijke garantie. 1503
Agent voor Tholen en omstreken de heer
C. LABAN, organist.
gis, ik heb hem reeds gezien en eenige woorden
met hem gewisseld."
//Wanneer gij hem nader zult leeren kennen
zal hij zich wellicht over mij beklageo; geloof
hem echter niet, hij verdraait de feiten, om iets
te verkrijgen, wat hem van rechtswege niet toe
komt."
//Ik zal mij deze waarschuwing herinneren,
baron."
„Ja, doe dat, en ik hoop, dat wij goede
vrienden zuilen blijven. Het is mogelijk, dat
ik er toe overga om mijn goed te verkoopen,
ik weet zulks voor het oogenblik echter nog
niet zeker, later komen wij daar wel op terug.
Ik zal u ook met mijn aanstaanden schoonvader,
graaf Waldringen, in keunis brengeD, altijd in
de veronderstelling, dat ge voor eenigeu tijd
hier blijft
Reinhard raakte slechts vluchtig de hand aan,
die de baron hem aanbood, hij deed dit met
een innerlijken afkeer, doch hij moest het wel
doen, wilde hij geen argwaan wekken.
„Hoe lang ik hier nog blijven zal, weet ik
nog niet, zeide hij, „zulks hangt af van de om
standigheden vind ik niet, wat ik zoek, dan
Abdijsiroop per flac. f 1,f 2,
Kloosterhonig a
1,—
Kloostersiroop
0,80
Borsthonig b
20, 30, 60
Salmiakpastilles
15, 20 et.
Menthapastilles
25 ct.
Teerlikeur Goudron
B 1.
Teercapsules b b
1,—
Teercapsules b
45 ct.
Teercapsules
Bi,— 35 ct.
Pastilles Poncelet per doos
75 ct.
1/ Géraudel b
75 ct.
Frog b
S75 ct.
Einserpastilles b
40 ct.
Balsempillen b
625 ct.
Hoestpoeder b
80 ct.
Ingapillen j
70 ct,
Salmiakpastilles per ons
25 ct.
Anijsdrop b
25 qt.
Witdrop j
40 ct.
Katjesdrop t>
12, 20 ct.
Gomballen b
20 ct.
Zoute Jujubes b
20 ct.
Zoute Jujubes b
20 et.
Laurierdrop per pijp
6, 10 ct.
Verkrijgbaar bij
Kerkstraat, THOLEN
Kassiers, Commissionnairs in Effecten,
CORRESPONDENTSCHAP v
NEDERLANDSCHE BANK.
THOLEN, ST. MAARTENSDIJK
Belasten zich met den aan- en verkoop van Effecten
Het verzilveren van coupons.
Vreemde Bank- en Muntspecie tot voordee-
lige koersen.
Het verschaffen van Reiswissels.
Nemen gelden a déposito met eene rente
vergoeding van
3V2 a 4
Kantoor Tholen Zaterdags bij de Wed. C. BAL,
Logement Zeeland.
Donderdags te St. Maartensdijk bij
Z. DE RUITER. 8994
reis ik denkelijk ook weer spoedig af, om ergens
anders^ uit te kijken. Vaarwel, baron, tot weer
ziens."
Baron Werner zag hem een lange poos pein
zend na de vroolijke uitdrukking verdween van
zijn gelaat, zijn voorhoofd trok zich in plooien,
hij gaf den houtvester een wenk en verwijderde
zich met dezen in tegenovergestelde richting.
„Ken je dien heer, met wien ik zoo even
sprak
„Neen", antwoordde Holter, met schijnbare
onbevangenheid.
„Maar hij kent jou wel."
„Dat kan wel zijn, baron, ik beu destijds in
Berlijn met vele personen in aanraking gekomen,
die ik mij op dit oogenblik zoo juist niet meer
kan herinneren."
„Wat heb je in Frankrijk uitgevoerd?"
„Een zonderlinge vraag 1" spotte Holter met
eeö loereoden blik op zijn meester, wiens ge
laat steeds duisterder werd. „Ge weet toch, dat
ik marketenter was."
„Ben je dat altijd geweest Wa3 dat je
eenige bezigheid?"
„Wat ik daarbij nog op uw last gedaan heb