i eeliilai, pp aai ie Mum m onsterteelt, laiiloiv, enz. No. 1184. Zaterdag 21 September 1907. Vijf en twintigste jaargang. EN J. H. C. POT, ALGE G ADERING HA/> Eerste Blad. Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Afd. „T H 0 f - 'J eelt in Zeeland, ri BIJNA EJN LAM». IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT, Dit blad rerschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco oer oost f1,10. Voor het buitenland 90 cents. j.*..1,1,— mmt worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan Inaezoaden stukken, enz. worden uiterlijk op donderdagavond ingewacnt aan het bureau te T h o I e n o< v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: Tholih. Advertentiën van 1 tot i regels 40 ceuts; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebraoht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. op Vrijdag 27 Hötel VAN, 4. voormiddags 10i/2 uur in het STAVENISSE. ideelig slot fentoonstelling Ét Tholen, te doe a. Behandeling adres van de Qplandsche Landboi Landbouw Ongevallen-Verzekerin b. Schrijven der afd. Oostbuj^^in zake betere keA bengstenkeuring, voor zoover^ptreft het zware paard. c. Schrijven der afd. OostbdJ in zake de oprichting d. Schrijven aan Gedeputt^^ie Staten over wegen-ondern Rondvraag. Namens het Bestuur der afd. voornoemd J. VAN VREDENBURCH, Voorzitter. J. A. SNIJDER, Secretaris-Penningm. ragen atdeelid^öl Openbare Gemeenteraadsvergaderinggehouden te 1 holen, den iSen September 1907. Afwezig de heer Wa ge mak er. De heer C. A. H. Wagthoherkozen raadslid, in de vorige vergadering niet aanwezig, legt in handen van den voorzitter de by do wet vereischte eeden af en neemt zitting, na door den voorz. te zyn ge complimenteerd. De notulen der vorige vergadering worden, na voorlezing, goedgekeurd en vastgesteld. Ingekomen le. Verzoek van de Schietvereeniging „Koningin Wilhelmina" te Tholen, om eenmaal per week te mogen beschikken over het voorlokaal der Bewaarschool tot het houden van schietoefeningen met het flobertgeweer. Na eenige bespreking wordt het voorstel van B. en W., om hierop gunstig beschikken, mits de noodige voorzichtigheid in acht genomen en de vei lichting door de vereeniging betaald worde, met algemeene stemmen aangenomen. Mocht gevaarlyk met de vuur wapenen worden omgesprongen, dan zijn B. en W. ten allen tyde gerechtigd, de oefeningen onmiddellyk te doen eindigen. 2e. Enkele missives van Ged. Staten, welke, na voorlezing, voor kennisgeving worden aangenomen. 3e. Een schrijven van den heer B. A. Overman, inhoudende kennisgeving dat hy ontslag neemt als lid der Commissie tot wering van schoolverzuim. De heer Overman geeft als oorzaak biervoor op, de Vrijdag 13 September door B. en W. verleende vacantie aan de schoolkinderen. Waar gedurende den tyd, dat hy in deze commissie zitting had, menig maal menschen voor hem verschenen, die hun kind hadden doen verzuimen, waarvoor zij zich trachtten te verontschuldigen en hij noode tut het opleggen van boete moest adviseeren, wordt door B. en W., nu het pas vacantie is geweest en het weldra weer eenige dagen geen school zal zijn, tegen het advies van een der commissieleden, tevens wethouder, in, vacantie gegeven. Dit stuit hem tegen de borst en waar het streven der autoriteiten zoo geheel anders is dan dat der commissie, daar wordt hem de lust ontnomen, verder in die commissie zitting te hebben. De voorz. zegt hierop, een schryven van hei hoofd der school te hebben ontvangen, waarin werd mede gedeeld dat vele ouders hem hadden gevraagd, hun kinderen vry te geven, teneinde de vlootrevue te kunnen bijwonen. Van de beide wethouders had de een bezwaar, de ander niet. Ook hem kwam bet voor, den kinderen dit genot niet te mogen ont houden wellicht zal het slechts eenmaal in hun leven voorkomen, dat bet Hoofd van den Staat een gedeelte van dit gewest bezoekt. En wat de kinderen betreft, die daar niet heen gingen, ook zy hebben gaarne een vrijen dag, anderen konden Uien gebruiken om aardappelen te gaan buiten. Het spijt hem dat de beer Overman om dit motief ontslag genomen heelt. Namens B. en W'. en den raad zegt hij hem dank voor alles, wat hij in die betrekking heelt gedaan. 4e. Verzoek van J. Quist om een strookje gemeente grond, grenzende aan het door hem gekocht perceel naby de Oudelandsche poort, te mogen huren. Dit wordt toegestaan en de huurprijs bepaald op 50 ct. per jaar, behoudens goedkeuring van Ged. Staten. Enkele wyzigingen in de begrooting voor 1907 en af- en overscbryving daarop, worden goedgekeurd. Op de verordening op de heffing van het haven geld, van kracht tot 31 December 1907, zal opnieuw de Kon. goedkeuring worden gevraagd. Daarna stelt de voors. aan de orde de behandeling der gemeente-begrooting en die der armbesturen voor 1908. Voorlezing wordt gedaan van het rapport, uitge bracht dóór de Commissie, belast met het nazien dezer begrootingen. Dit luidt alsvolgt De bij Raadsbesluit van 23 Augustus 1907 be noemde Commissie tot het nazien of beoordeelen der Gemeente-begrooting inet die van bet Algemeen Arm en Weezen-armbestuur voor 1908, heeft de eer om trent een en ander het volgende te berichten De Gemeente-begrooting loopt over een bedrag aan inkomsten van f 36,577.045 en aan uitgaven van 36,577.045. Onder de inkomsten is begrepen 1 1334,75 als batig slot der rekening over het dienstjaar 1905 en f 1300 als gedeeltelijk batig slot der rekening over 1906. Onder de uitgaven is vervat een bedrag van f 300, over hetwelk met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, en f 484,71, waarover zonder hunne mach tiging kan worden beschikt. In hoofdzaak gaf de begrooting geene aanleiding tot bedenking en ook hare toelichting verstrekte schier doorgaande voldoende opheldering. In betrekking tot de inkomsten werd niets ter vermelding in het ver slag opgemerkt en ook in opzicht tot de aitgaaf als geheel, vielen geenerlei bemerkingen. Wat de onderdeelen aangaat, Hoofdstuk II, afdeeling 1, art. 6 gaf, ook in verband met het ingekomen adres van dén eersten ambtenaar ter Secretarie, den heer W. J. YVolpf, aanleiding tot meer of min uit voerige bespreking, met gevolg, in overweging te geven, in de voorgestelde verhooging van den tweeden ambtenaar te berusten, doch alsnu ook aan den genoem den eersten ambtenaar, in voldoening aan diens be scheiden verzoek, een geringe verhooging van zijne niet ruime bezoldiging, ten bedrage van f 50.toe te staan. Hierover ontspon zicli eenige discusic. Do voors. licht toe dat B. en W. de jaarwedde van den heer Naerebout, omdat bij in 't bezit van een diploma voor gemeente-administratie is, gelijk hebben ge bracht met die van den heer Wolff, eerste amb tenaar ter secretarie, die geen diploma heeft. Zij achten dit billijk tegenover eerstgenoemde. Nu wil de commissie, berustende in de verhooging van don heer N., den heer W. f50 meer geven. De heer C. A. H. Wagtho vraagt op welken grond de commissie de jaarwedde van den heer W. wil verhoogen. De heer Overman, lid der commissie, zegt, ver hinderd te zijn geweest de zitting der commissie bij te wonen, doch de stukken, waaronder ook het request van den heer Wolff, bij hem thuis te hebben gehad. Op zijn verzoek wordt dit ge lezen en blijkt hieruit dat reqr. verhooging vraagt, omdat de werkzaamheden ter secretarie en ook het aantal kantooruren (met één uur), zijn ver meerderd. Bij den heer Overman weegt ook in deze het pre-advies van B. en W. zwaar en waar deze van oordeel zijn, de jaarwedde van den heer W. niet te verhoogen, daar zou, bij inwilliging, tegen dit advies gehandeld worden, te meer daar door de commissie noch buitengewone bekwaamheid, noch bizonder aan den dag gelegden ijver, noch iets anders als oorzaak wordt opgegeven. De heer Hollestelle geeft toe dat er geen bi- zondere reden tot die verhooging bestaat. Hij stelt prijs op het hebben van een diploma, 't is nu een maal mode, maar op velerlei gebied wordt er te groote waardo aan gehecht en de heer W. schiet niet tekort in het doen van zijn plicht. De heer Moelker zegt, buiteu stemming te zullen blijven, doch wil alleen opmerken, dat, wanneer hij zijn werkvolk gelastte een uur langer te werken, zij zouden bedanken. Meer werk, ook meer loon. De heer Van Vredenburch kan zich met dit laatste vereenigen; wordt van een ambtenaar meer werk gevorderd, dan is hot niet meer dan billijk, dat zijn salaris verhoogd wordt. Hij kan echter niet voldoende deze zaak beoordeelen en zal dus buiten stemming blijven. De heer Overman meent dat de heer Van Vreden burch nog niet voldoende op de hoogte is van de bedoeling van B. en W. Wat de vergelijking van den heer Moelker aangaat van wcrkraenschen met ambtenaren wier kantooruren van 5 op 6 worden gebracht, deze gaat z.i. in het geheel niet op. De heer Hollestelle merkt nog op dat de com missie de meening van B. en YV. bij do behande ling van dit punt der begrooting niet kende. De heer Van Vredenburch zegt, na het gehoorde beter op de hoogte te zijn; hij zal nu meestemmen. Het blijkt thans duidelijk dat het verzoek om ver hooging door den heer Wolff is ingekomen nadat B. en YV. in de begrooting de jaarwedde van den heer Naerebout op f300. hadden gebracht, dus niet omdat er meer werk verricht moet worden. Het voorstel der commissie om de jaarwedde van den heer Wolff met f 50 te verhoogen, wordt fiaarna met 6 tegen 3 stemmen verworpen. Vóór komdeu de hh. Hollestelle, Kegge en Var* Elsacker. De heer Moelker bleef buiten stemming. Ook het voorgestelde onder afdeel ing 2, art. 1 van datzelfde Hoofdstuk gaf aanleiding tot opmerkingen. In de raming van f 1290 is vervat een bedrag van f 100 voor schilderwerk van de Raadszaal, 't geen de commissie zoo hoog voorkwam, dat eenige ophel dering deswege als gewenscht werd beschouwd. Eveneens werd aan Hoofdstuk IV, Afdeeling 1, art. 1. inzonderheid naar aanleiding van het inge komen adres van P. Blaas, aandacht gewyd. Alge meen was men van gevoelen, dat bet wenschelyk is, aan den opzichter der Wandeling gelijke bezoldiging toe te kennen als aan den vasten werkman wordt uitgekeerd, en diens salaris, in plaats van op f 500, alsnog vast te stellen op f 520 per jaar. Voor zyne te presteeren diensten als agent van politie zou de Commissie hem bovendien nog een bedrag van f 30 willen zien toegekend, waardoor zyne gezamenlyke inkomsten klimmen tot f 550, De commissie had in deze. zoowel als in het geval betreffende den eersten ambtenaar ter secretarie, gaarne het gevoelen van het dagelijksch Bestuur voor zich gehad, doch daar de daarop betrekking hebbende adressen zyn verzuimd te behandelen, miste ey tot haar leedwezen elke voorlichting. De heer Moelker, hierop het woord vragende, zegt, dat de diensten door Blaas gepresteerd in aanmerking genomen, deze te weinig betaald wordt, vooral voor de politiediensten. Nog onlangs, op eou Zaterdagavond, deed hij geheel alleen dienst, omdat Kaan in de herberg stond te biljarten, hetgeen de Secretaris kan ge tuigen. De heer Van Vredenburch kan zich volkomen vereenigen met het door den heer Moelker ge sprokene. Het doet hem genoegen, thans openlijk een geformuleerde beschuldiging te hooren tegen den gemeente-veldwachter. Het voorstel der commissie wordt daarna met algemeene stemmen aangenomen.. Naar aanleiding van Hoofdstuk IV, Afdeeling I, art. 5 deed men ook de vraag, of de voorgenomen verbetering van het dak van de YVaag verband houdt met de vroeger besproken inrichting van dien bouw tot woning voor den veldwachter. Naar men meende was in zake die verandering, ook van andere zyde noodig geacht, doch nog niets beslist. In verband met hooldstuk Vil, afdeeling 4, art. 1 werd door een lid der Commissie de vraag gesteld, of zij, die het in der tyd afgetreden personeel van de Bewaarschool hebben vervangen, thans dezelfde bezoldiging genieten als die aan hare voorgangsters werd uitgekeerd. Daaromtrent werd opgemerkt, dat naar men meent alleen Mej. Mina Jansen, die Mej. Tan netje Slager vervangt, daartoe nog niet gekomen is, en dit zoo zijnde, deze daartoe kon worden gebracht. De raad kan zich hiermede vereenigen. Met algemeene stemmen wordt besloten, de jaarwedde van Mej. Jansen van f175 op f200 te brengen. Eindelyk vond de Commissie het raadzaam om bij gelegenheid van bet bespreken van deze Begrooting ook nog te wyzen op den meer en meer onhoud- baren toestand van de Vest. Eenparig werd zelfs de wenschelykheid eener geleidelyke verbetering daarvan uitgesproken. En deze verbetering zou volgens bet oordeel der Commissie kunnen bestaan in het jaarlyks uitbaggeren van de meest vervulde gedeelten. Het beschikbaar stellen van zeker bedrag tot vinding der arbeidsloonen en der kosten tot aankoop van het daarvoor benoodigde materiaal, acht zij daarom zeer gewenscht. Algemeen is men overluigd, dat afdoende maatregelen tot verbetering van den toestand der vest dienen genomen te worden. Do heer Holle stelle, rapporteur der commissie, licht dit puut nader toe. Geleidelijk uitbaggeren is te verkiezen boven hot uitvoeren in eens van dit werk, ware hot alleen om do groote koeten. Nu kan elk jaar een zeker bedrag daarvoor uil getrokken en be gonnen worden met de plaatsen, waar zulks bet méést noodig is, b.v. bij de moudingon der riolen, die nu bij lagen waterstand bijna blootkomeu. De heer Kegge zou het eerste jaar f 500 willen toestaan, volgende jaren miuder, omdat dan geen werktuigen behoeven te worden aangeschaft. De voorz. stelt echter de vraag waar die f 5'üO uit gevonden moeten worden er staan geen in komsten tegenover en de post voor onvoor ziene uitgaven zou er te veel door inkrimpen. Vroeger, zegt hij, is ook wel gesproken over- vernauwing van de Vest, als aan de Vosmeersche poort is geschied, doch dit acht do heer Holle stelle lieelemaal niet gewenschthiermede zou men niets winnen, terwijl het ook voor het Watea- schap bezwarend zou zijn. Kan geen f 500 worden toegestaan dan b.v. f 300. Do heer J. W. Wagtho oppert het denkbeeld om het Waterschap in de kosten te doen bij dragen dit zou z.i. billijk ziju. De heor Chriatiaante, mede ten volle over tuigd van hot onhoudbare van den tegenwoordlgen toestand, zegt, het voorstel om een aanvangspost van f 300 toe te staan, te zullen steunen. Even zoo de heer Overman. De heer C. A. H. Wagtho beweert dat de Vest door de uitdieping der watergangen niet achter uit, integendeel vooruitgaatdit zal ook do heer Hollestelle moeten toestemmen. Voorts maakt hij bezwaar tegen het bergen van den grond naby de Oudelandsche poort. De heer Van Vredenburch neht oordeelkundige uitvoering van dit werk noodzakelijk. Niet eerst de meest vervulde gedeelten, maar achtereen volgens moet het uitdiepen geschieden. Het voorstel Hollestelle c.s. om f300 voor geleidelijke uitdieping toe te staan, aangevuld mot het voorstel YVagtho om later te beslissen waar de grond zal geborgen worden, wordt daarna met 9 tegen 1 stem aangenomon. Tegen stemt de heer Van Vredenburch. De Begrooting van het algemeen-Armbestuur, loopende over een bedrag aan inkomsten van i 1700,58 en aan uitgaven van 1700,58 een en ander nagenoeg gelijkstaande met die bedragen voor den loopenden dienst, gaf geen aanleiding tot opmerking. De Begrouting van het Weezen-Armbestuur loopt over een bedrag aan inkomsten van f 499.83 en aan uitgaven van 499.83, zijnde f 115,63 minder dan de bedragen in den loopenden dienst daarvoor gesteld. Ook dit stuk gaf geen aanleiding tot opmerking. Tholen, 9 September 1907. De Commissie A. HOLLESTFXLE. W. MOELKER. W AG KM AKER. J. KEGGE. Overigens hadden geen belangrijke besprekingen over de begrooiing plaats, waarna deze voorloopig wordt vastgesteld op de bedragen hiervoren ge noemd. De voorz. dankt de commissie voor haar grondig onderzoek. De begrootingen voor het Algemeen- en het YVeezen Armbestuur worden daarna vastgesteld en do subsidiën aan deze iusleliingeu succ. bepaald op f 1700 en f 350. Daarna sluit de voorz. de openbare vergadoring tot het doen oener mededeel mg in geheime zitting. Met iögang van 1 October a.s. ia benoemd tot schipper 3e klasse bij de Visscherij-politie de knecht le klasse A. Verinaat te Tholen. Dinsdag zijn de Kamers weer geopend en de troonrede is er weer. Wat al pennen heeft de laatste als altijd in beweging gebrachtIedere nieuwsblad-redactie acht zich geroepen er iets van te zeggen. Lof

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1907 | | pagina 1