int uittilt, piji aai li htlupi ni oesterteelt, luilin, au. No. m\. Zaterdag 22 September 1906. Vier en twintigste jaargang. EN J. M. C. POT, Eerste Blad. R' Publicatie n. i Invloed van het Landbouwproefveld. BDLNEJiLANl). Van onze berichtgevers. b ov< s zon IOLi IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT, »jg- de )Uie; bij acht 1,30 Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents. Ingezondan stukken, enz. worden aderlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het bureau te T h o I e n of v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lersoke. UITGEVER T H O L R. Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 centsieders regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elkt advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegsven, wordt eleohta 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijks prijsvermindsring. Nationale Militie. Burgemeester en wethouders der gemeente Tholen. Gelet op art. 24 der wet van den 19 Augustus 61 (Staatsblad no. 72), zooals die is gewgzigd bij wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad no. 159); rengen bij deze ter kenni9 van belanghebbenden dat bet register van de in dit jaar voor de nationale litie ingeschrevenen, benevens de daaruit opge- akte alphabetische lijst, voor elk op de secretarie lezing zullen nederliggen van den 21 September en met den 1 October 1906. Dat tegen register en lijst, binnen den tijd der lerligging, bezwaren kunnen worden ingebracht bij Commissaris der Koningin in de provincie door ddel vau een door de noodige bewijsstukken ge- afd verzoekschrift op ongezegeld papier, ondertee- nd door hem, die ze inbrengt Dat dit verzoekschrilt moet worden ingebracht bij n Burgemeester tegen bewijs van ontvang. Tholen, den 20 September 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. CHRISTIAANSK, 1. B. De Secretaris, H. J. LABAN. 9, Gij kent mijn buurman niet waar Het is Bt voor de eerste maal, dat ik u over hem rtel. Zooals gij dus weet, is het een verstandig, redeneerd man, maar iemand, die nog al stijf zijn stuk blijft staaniemand, die alles doet ilgeus een systeem, maar daarbij nog al tarae- koppig is (de man hoort het toch niet en heb het voor een enkelen keer dus maar ns ronduit gezegd). Ik zei„koppig is", maar had eigenlijk moeten zeggen „koppig was", int inderdaad, er is iets gebeurd, waaruit ik q moeten opmaken, dat ook hij wel eens van eening kan veranderen. Laat ik u het geval ededeelen. Mijn buurman is een boer die voor eenige ren alles nog in zija bedrijf deed, zooals hij it vroeger in zijn j"ugd bij zijn vader had ge- die een hekel had aan alle mogelijke ieuwigheden. Nu moet ge toch niet denken, het in alle opzichten een slechte boer was. n, door vlijt en stiptheid, doordat hij niet ^bemiddeld was, zeer veel vee hield en buiten- woon veel stalmest maakte, bracht hij het nog melijk vermaar de man had het eel wat verder kunnen brengen, als hij niet o afkeerig was geweest van al wat de heden- aagsche toestanden eischen, van al wat de oderne landbouwwetenschap voorschrijft, als hij meer met zijn tijd medeging. Om u een torbeeld te geven zoolang hij boerde, had hij )g nooit kunstmest gebruikt. 't Is wel vreemd, 't is haast onmogelijk, maar 12 2 is het zoo. Zelfs nooit chilisalpeter. Chili- 12,2 ipeter was voor hem „zout". En zout smolt, weg, den grond en de slooten in, 't was les weggegooid geld, 't was op zijn minst „goed gegi ld naar kwaad geld gooien'*, enz. enz. Tot verleden jaar, toen kwam de verandering, al u zeggen hoe. Ik had een proefveld in herfst van 1905. Het waren verschillende anen tarwe, rogge gerst, gezaaid op bieten- )d. Het is in dea laatsten tijd zoo dikwijls dat de wintergranen, die vóór den W8 nter nog 50 a 100 K.G. chilisalpeter per izeu ectare krijgen, bij andere, in overigens gelijke Barb Qstandigheden verkeerende, wintergranen veel zijn, dat ik zelf eens wilde probeereu of edei !t waar was. En ik bezaaide op verschillende aatsen zes veldjes met chilisalpeter (2 met laauffwe, 2 met rogge en 2 met gerst) waarvoor 80 K.G. per H.A. nam. Mijn buurman zelf boel Qg mede en alhoewel hij ongeloovig en mee- arig zijn hoofd schudde, hielp hij me toch. Lu zie, toeu het graan begon uit te komen, tot ieo Lil d n den, dal bei irge rekl tonde buurman )eha|een dag ging vreeselijk veel belangstelling, voorbij, of hij wandelde eens aai Qgs de proefveidjes. Gelukkig slaagde de proef eu Istekend. De met chilisalpeter bemeste graan- ran ddjes, waren van 't begin voor, bleven voor toen de winter aankwam en de groei stil- ren< °od, waren het wezenlijk krachtige plantjes, <lgd ^geleken bij de andere. In het voorjaar van 1906 waren het de met chilisalpeter bemestte veldeu, die het eerst den groei hervatten (dat was voor mij erg natuurlijk, maar buurman stond versteld). En stroo en graan ziin altijd voor gebleven en hebben het op het eind dan ook glansrijk gewonnen. Zelfs buurman moest bekennen, dat het ver schil niet kon geloochend worden. Ik heb dit jaar mijn buurman nergens meer over gesproken, maar hem wel een beetje bestu deerd. En ik meen gezien te hebben, dat hij dit voorjaar op zijn haver chilisalpeter gestrooid heeftzeker weet ik het niet, maar wat ik wél zeker weet, is, dat hij op het oogenblik chili salpeter besteld heeft voor zijn wintergranen. In de Midd. courant dd. 20 September schrijft de heer 1. 1). Fransen van de Putte het vol gende De Polders en Waterschappen in Zeeland geldelijk bedreigd. Na en naar aanleiding van den noodlottigen storm vloed van 12 Maart, welke ons, Zeeuwen, lang zal heugen, werd door de Gedeputeerde Staten van onze Provincie aan den Hoofd-ingenieur van den Provin cialen Waterstaat de vraag voorgelegd, welke midde len zouden kunnen worden beraamd, om rampen als toen ons troffen, in- en overstroomingen van buiten en binnenpolders, zooveel mogelijk te voorkomen. De Hooldingenieur adviseerde niet alleen tot het aandringen op \erdere verhooging van zeedijken, maar ook tot het bevelen om al de eerste binnen- dijken met de daarin gelegen kunstwerken binnen den tijd van twee jaren in behoorlek waterkeerenden staat te brengen, minstens tot het peil van 2,50 M. boven gewoon hoogwater. Die raad kan allerminst bevreemding wekken van het standpunt van dien hoogen Waterstaatsambtenaar, en de eisch van 2.50 M. mag zelfs nog matig heeten, waar enkele meters meerdere hoogte diens verant woordelijkheid nog verder zouden kunnen dekken. Maar Ged. Staten, vermoedelijk rekening houdend met de enorme kosten van iedere verhooging van binnendijken, vonden geen vrijheid dien raad op te volgen en hebben den meer gematigdea eisch gesteld, aan hun college de bevoegdheid te geven, om uit breiding of nieuwen aanleg van buitenwerken en ver hooging met verzwaiing van binnendijken te kunnen bevelen, telkens als hun dit noodig zal voorkomen en tot niet vooraf bindend te stellen malen. Om hiertoe te geraken is een voorstel geformuleerd tot wijziging van „het Algemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeeland", waarover de Provinciale Staten zullen hebben te beslissen. Gedeputeerde Staten zijn zoo menschlievend geweest, om aan de naastbetrokkenen, de ingelanden van alle polders en waterschappen in Zeeland, gelegenheid te geven, bezwaren tegen dat voorstel in te dienen. Jammer genoeg is de termijn hiervoor zóó kort ge nomen (de circulaire werd 30 Aug. verzonden en moest vóór 17 Sept. beantwoord zijn), dat aan het voorstel niet die aandacht gewyd is kunnen worden, welke het verdient. Tot rnyne bevreemding heeft slechts een deel van de besturen der polders en waterschappen uitvoering gegeven aan de opdracht van Ged. Staten, om de ver gadering van ingelanden te hooren. Enkele besturen meenden te kunnen volstaan met op hunne beurt een circulaire aan de ingelanden uit te zenden, waarbij ieder individueel gelegenheid wordt gegeven bezwaren in te dienen, wat naar mijne meening afkeuring verdient, omdat dit niet gelyk staat met vergaderen. In de eerste plaats wordt niet gevraagd het oordeel van de ingelanden individueel, maar van de vergadering van ingelanden, en vooral is het verschil hierin gelegen, dat om begrijpelijke redenen het aantal schriftelijk geformuleerde bezwa ren uitermate beperkt zal zyn, terwyl eene samen komst van ingelanden gelegenheid geeft tot voorlich ting van het Bestuur en onderlinge besprekingen, met vermoedelijk geheel andere uitkomstem. Weer andere besturen van polders en waterschap pen hebben alleen maar voor zichzelf, enkele wel licht in het geheel niet geantwoord, waaruit Ged. Stalen mogen concludeeren, dat de ingelanden van die polders en waterschappen geenerlei bezwaren heb ben Deze handelingen veroorloof ik mij in verdubbelde mate af te keuren. Want er zyn bezwaren, vele en groote, en ik houd mij overtuigd, dat, indien alle polders en water schappen hadden vergaderd ter bespreking van het aanhangige voorstel, de bezwaren daartegen van de zijde der ingelanden nagenoeg algemeen zouden zyn gedeeld, en de voorstanders vaD het voorstelvan Ged. Staten zich tot zeer enkelen zouden bepalen. Om den indruk weg te nemen, dat van de zyde der meest belanghebbenden weinig bezwaren bestaan, omdat daarvan betrekkelijk weinig is gebleken, dit als uitsluitend gevolg van den geschetsten overhaasten loop, meen ik goed te doen in het kort weer te ge ven de bezwaren, welke geuit en met roerende een stemmigheid gedeeld zijn in de vergaderingen van ingelanden, welke ik het voorrecht had by te wonen en in die, welker beslissingen in de bladen zijn vermeld. In de eerste plaafs moet bezwaar worden gemaakt tegen het inbreuk maken op de zelfstandigheid van de polders en waterschappen, buitenpolders zoowel als binnenpolders, aan wie kan en moet worden overgelaten om te zorgen voor eigen veiligheid. Na de stormvloeden van December 1894, toen eenige zeedijken doorbraken, is een groot deel van de Zeeuwsche zeedijken verhoogd en verzwaard, enkel op advies van den Waterstaat, dus zonder eenig bevelde hoofdingenieur herinnert daaraan in zijn ambtsbericht aan Ged. Staten. De jongste stormvloed, waarby ook binnenpolders instroomden, gaf Ged. Staten aanleiding een gemoede lijke circulaire in zee te zenden {Provinciaal blad no. 49), om ook de aandacht te vestigen op de eerste binnendijken, welke circulaire met ernst behandeld is geworden in alle poldervergaderingen en waarvan de uitwerking kan worden waargenomen uit de velerlei genomen maatregelen en voorbereidingen tot voorzieningswerken aan zeedijken, zoowel als aan eerste binnendijken. Met deze ervaring schijnt eenig dwingend bevel niet gewettigd. Tweedens bleek men algemeen van gevoelen, dat, wanneer vanwege Ged. Staten of den Froviccialen Waterstaat buitengewone vernieuwingswerken aan de dyken in het algemeen belang worden noodig ge oordeeld, de billijkheid meebrengt dat die werken uitvoering vinden voor rekening van het algemeen, in het onderhavige geval van de Provincie. En mochten deze denkbeelden geen ingang kunnen vinden, dan werden met eenstemmigheid de na volgende veranderingen in het voorstel van Ged. Staten begeerd. a. de voor verhooging of verzwaring aan te wyzen binnendyken worden beperkt tot de eerste binnen dyken, waartoe zelfs de Hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat zich bepaalt in zyn advies van overigens zooveel verdere strekking b. de kosten van de buitengewone vernieuwings werken aan de dijken, zeedyken, zoowel als (eerste) btuuendijken, woiden niet gedragen door hen, die tot beheer en onderhoud verplicht zyn, maar door alle polders of waterschappen, die belang hebben by die werken. In den aanvang had ik gelegenheid te wyzen op de enorme kosten, welke iedere verhooging van binnendyken zal vorderen, waarby dient in 't oog te worden gehouden, dat niet alleen veel grondwerk zal moeten worden verricht, maar ook de rijwegen met op- en afritten, veelal van kunstbedekking voor zien, verlegd en dure gelden uitgeteld zullen moeten worden voor de onteigening van grond en houtgewas beide. Alles overwegende, kom ik er toe Ged. Staten en heeren leden der Provinciale Staten, die het vonnis zullen te vellen hebben, met eerbied te verzoeken, om naast de inkomende bezwaren ook van dit myn schryven te willen kennis nemen, met de bede: zyt den grondbezitters genadig, spaart de polders en waterschappen voor een geldel ijken ondergang, I. D. FRANSEN VAN DE PUTTE. G o e 8, 15 September 1906. Benoemd tot Kantonrechter-plaatsvervanger te Goes de heer W. E. J. Wagtho, Burgemees ter vau Kloetinge, De lotiug der nationale militie in Zeeland zal plaats hebben te Middelburg 26 en 27 Oct., Goes 15 en 31 Oct., Zierikzee 2U Oct. en Tholen 29 Oct. Naar in verschillende kringen wordt vermoed, zal dr. A. Kuijper worden aangezocht, de can- didatuur te aanvaarden voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, voor het district Leiden. Door H. M. de Koningin werd Dinsdag in de vereenigde zitting van de belde Kamers der Staten-Generaal met krachtige stem de troon rede uitgesproken. Ken driewerf „leve de Koningin", „leve de Prins" werd na de voorlezing door de geheele vergadering aangeheven. Overal waar de koninklijke stoet passeerde, heersohte een buitengewone geestdrift. Ken over- talnjke menigte juichte de Koningin en den Prins toe, toen zij, na terugkeer in het paleis, op het balkon verschenen. Ongeveer 25 wetsvoorstellen van zeer ver schillenden aard (juridische, militaire, sociale, finautieele d. w. z. belastingen rakende enz.,) werden aangekondigd. Natuurlijk is dat slechts bij wijze van program-ontwikkeling en niet in de verwachting, dat deze regeering ze alle, althans niet in de loopende vierjarige periode in het Staatsblad brengtdaarvoor zijn, gegeven de slakkengang, van onze wettenmakerij, 3 jaren op verre na niet voldoende. Laat ons hopen, dat er een groot gedeelte van klaar komt, want er zijn hoogst noodige langgewenschte bij. Onder de reeks van in vooruitzicht gestelde voorstellen noemen wij, als zulke w.aar een ge woon courantenlezer het best bij kan en misschien het meest belang insteltsnellere berechting van strafzaken, waarvan de kantonrechters kennis nemen, wettelijke regeling der banken van lee ning, samensmelting van bedrijfs- en vermogens belasting, wijziging suecessiereehten, verlaging van den suiker en verhooging van den drank accijns, zitkte- en onderdomsverzekering. Ken heel nieuw soort van wet is een debiet- recht op tabak, waarvan we, eerlijk gezegd liet weten, wat voor een recht dat is, maar dat na tuurlijk dienen moet om de schatkist aan meer dubbeltjes te helpen. Ten slotte vermelden wij, dat de Regeering er aan deukt, om de droogma king der Zuiderzee te beginnen met een enkele polder zonder afsluitdijk. Tot voorzitter van de Kerste Kamer werd wederom gekozen baron Schiinmelpennink van der Oye. Tot len candidaat als voorzitter van de Tweede Kamer werd met 72 van de 73 uit gebrachte geldige stemmen gekozan de heermr. J. Roëll. Kr waren 14 stemmen in blanco uit gebracht. De heer mr. Goeman Borgesius werd als tweede candidaat benoemd met 46 en de heer Kolkman als derden candidaat met 86 stemmen. Uit dit drietal is Jhr. Roëll door H. M. benoemd. Te Leeuwarden had, geheel volgent hét daarvoor opgemaakt program, door H. M. de Koningin de onthulling plaats van het stand beeld van Graaf Willem Lodewijk vaa Nassau. Dr. K. Wagenaar, pred. bij de Ger. Kerk te Middelburg, hield daarbij een kernachtige en schoone rede, welke door H. M. werd beant woord. De bevolking was een eu al geestdrift. De oudste van een deputatie vischvrouwèn werd door H.M. outvangeu en kreeg een gelde lijke gift, waarna de wachtende vrouwen vóór het paleis een dausje maakten. De Rijksmiddelen vloeiden in Augustus weer bevredigend mild, bijna 8 ton ruimer .dan verleden jaar. In 't geheel is 1906 nu 1905 reeds bijna 43/t millioeu vooruit. Evenwel ia %a der raming nog niet bereikt. IERSEKE. Een ingezetene dezer gemeente, die hedenavond zijn motorfiets Tallen wilde, stortte daarbij eenige droppels benzine. Hiermede kwam een brandende lucifer in aanraking, zoo dat zij vlamvatten en deze mededeelden aan de kist met benzine. Bij de poging, om den brand te blusschen, geraakten de kleederen van den eigenaar der fiets en van zijn dochtertje in brand, zoodat beiden ernstige brandwonden kregen, vooral het meisje. Geneeskundige hulp moest ingeroepen worden. In den Molenpolder ziju verschillende proeven genomen met het zaaien van zomer vruchten na den watervloed, als tarwe, haver, suikerbieten, lucerue en mosterdzaad. De opbrengst van alle was zeer onbeduidend, zelfs zoo, dat zij meestal de moeite van het oogsten niet loonde. Zoo brachten 5 gemeten mosterdzaad slechts 550 KG. op, die op 10 c. de KG. kwamen. Een stukje bieten was wat beter, doch nog verre beneden het middelmatige. Van een stuk zomer- en een stuk wintertarwe, vóór den watervloed gezaaid, was de oogst ook uiterst schraal.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1906 | | pagina 1