veBfcMag, pffjjfl aai ie belaapi Tan eesterteelt, landboiv, eaz. No. 1078. Zaterdag 10 Februari 1906. Drie en twintigste jaargang. EN J. M. C. POT, Eerste Blad. IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT, Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco per post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden niterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T h o I e n ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: Tholin. A.drertentiën van 1 tot 4 regels 40 uts; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven wordt sleohta 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Publicatie n. Burgemeester en Wethouders van Tholen, gelet op de beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, dd. 3/6 Febr. 1906, no. 54*2brengen ter algemeene kennis dat de Minister voornoemd beeft goedgevonden te bepalen, dat alhier een Ryksteleloonkantoor wordt gevestigd, 'twelk met ingang van 13 Februari 1906 voor bet algemeen verkeer zal worden opengesteld, Tholen, den 8 Februari 1906. Burgemeester en Wethouders van Tholen, brengen ter kennis, dat het suppletoir kohier van den hootdelij- ken omslag in deze gemeente voor 1905, in afschrift gedurende vyf maanden, op- de secretarie der ge meente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Tholen, den 8 Februari 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. G. VAN STAPELE, Burgemeester. P. LABAN, Secretaris. Ofschoon geen oud bedreven vakman in de oestercultuur, gevoel ik mij toch, reeds door de ervaringen daariu opgedaan, aangemoedigd, eens te mediteeren over de treurige toestanden, die ons dagelijks meer en meer onder de oogen komen. Ik geloof met overtuiging te mogen zeggen dat deze branche van nijverheid meer lijdende is dan ooit te voren. Is er iets te doen om dezen toestand eenigszins te verbeteren Na rijpelijk onderzoek kom ik tot de con clusie dat deze van jaar tot jaar verergerende kwaal nog vatbaar is voor genezing, door flink aan het werk te gaan de vinger op te wonden >lek te leggen en niet te weilelen, al is het (au ook door strenge middelen te trachten, het kwaad te verwijderen, om den eens zoo gezonden toestand terug te geveu aan de anders ten doode opgeschreven oestercultuur. En daarmede wordt dan voorzeker een goed i werk verricht, 1 stens in ons eigen belang is het, alles te doen wat mogelijk is, om te voor komen de profetie die ik eens van een oud ervaren oesterhandelaar moest hooren, namelijk, dat wellicht binnen een korter of langer tijd- ierk van de oestercultuur niets meer zou over- ilijveo, dau een arm visschersbestaan, en ik beken zulks voluit. Op den dag van heden zijn er voorzeker duidelijk sprekende ver schijnselen voor. 2de. Verhoeden wij dat door het steeds slechter slechter wordeo van den toestand in deze, de werkloonen weldra tot den minimum standaard zullen afdalenja dat op deu duur door in krimping van personeel, voor velen die weleer in den winter in dit vak een goed stuk brood verdienden, nu gevaar zullen loopen, in den winter iugeschreven te worden op de lange lijsten der werkloozen. Aldus, voortduring van dezen toestand kan geene andere dan slechte gevolgen hebben, zoo voor werkgever als arbeider. Wat moeten wij nu beschouwen om eens een duidelijk inzicht te krijgea in de zaak Ik wil trachten zulks met de volgeude punten eenigszins duidelijk aan te toonen le. Hoe zijn de prijzen op het oogeublik, waarvoor verzonden wordt? 2e. De prijzen die de detailhandelaar maakt in vergelijkiug met de eugros-prijzen. 3e. De groote risico aan de oestercultuur verbonden, een faktor waar rekeuing mede ge houden moet worden iu evenredigheid tot prijzen. Punt 1. De engros-prijzen der oesters zijn de laatste jaren, in evenredigheid, met de door de meesten nog duur betaalde pachten, gepaard aan hoog oploopende bedrijfskosten, daarbij den post van onvoorziene uitgaven (zoo veelvuldig ia dit vak) van dien aard, dat het niet te ont kennen valt, dat veler verdienste de laatste jaren zoo miniem zijn geworden, dat menigeen er ernstig over denkt, zijne zaken aanzienlijk an te krimpen; ja anderen zelfs om ze geheel ran de hand te doen. Weer anderen, die het voorrecht hebben over flink kapitaal te beschikken, werken door, in de hoop op beterschapdaarbij gedwongen, daar het toch maar niet zoo gaat, om uit de zee te stappeu, niettegenstaande er misschien onder hen zijn, wier balansen der laatste jaren met grootere of kleinere verliezen sluiten. Volgens mij zijn dat geen treurige gevolgen van overproductie, maar alleen gevolgen van dwaze concurrentie. In het begin van het seizoen wordt steeds geopend met redelijke prijzen, en de detailver- kooper is er ten volle mede tevreden, 't is hem al heel onverschillig of hij al enkele franken meer ot minder betaaltaan hem wordt het artikel toch goed genoeg betaald. Ja, hij zou wenschen dat de oesterprijzen vaster waren, dit zou het artikel meerder in eere houdenbezwaar van zijn kant is er weinig. Doch jawel, het seizoen is enkele weken in gang, of de jacht begint, men reist, en er moet verkocht worden maar hoe? In enkele weken daalt de markt, met 10 h 15 franken per 1000 voor 1ste en 2de soort. Succesivelijk wordt door den een na den an der afgeslagen, tot eindelijk de verstandige koop lieden hunne handen in elkaar slaan, met de verzuchting: nu kan het niet lager meer. Als we weten dat er oesters aan de markt worden gebracht: 65 KG., aan franken 26,00 per 1000, en 85 90 KG. aan fr. 60; dit zijn toch wel bewijzen, die eenig gewicht in de schaal werpen, om mijn beweren te schragen; n.ml. dat de concurrentie doodend is, en er geene winsten meer zijn. Punt 2. Wat staat daar tegenover? Dat de detail-handelaar nog zulke fabelachtige prijzen maaktja het zijn geen zeldzaamheden, dat wij tot de overtuiging komen, dat die luidjes ons artikel met 75 h 100 procent winst omzetten, en nu vraag ik is dit in evenredigheid tot de engrosprijzen der oesters Het is dus omdat in den detail-handel het arti kel nog zoo goed is, dat ik haast moet geloo- ven, dat de kweekers liefdadig schijnen te wor den, om zelf de laatste pcDniug aan den reeds I overbetaaldeu detail-handelaar af te staan 't is werkelijk grootmoedig, maar vooral al te dwaas. Was het artikel Zeeuwsche oesters niet meer gewild door den consument, dan was het iets anders, dan moest het weg zoo het kon, doch dit is niet het geval, de consument eert nog de Zeeuwsche oesters, hij betaalt haar goed; de detail-handelaar weet zulks, hij is wijzer dan wij, hij profiteert nog van dien goeden naam, en als bewijs dat die naam goed is, woekert men er zelfs mee, om de eerste soort Engelsche oesters onder onze vlag te plaatsen. Na dit alles gezien en overwogen te hebben besluit ik, dat de beste nog veel en veel te duur is voor den verbruiker, in vergelijkiug waarme de ze engros betaald wordt. Willeu wij dus blij- ven werken, laten we dan trachten, zelf zooveel mogelijk de baten aan den verbruiker te bren gen en dan tegen veel lagere prijzen dan hij ze op het oogenblik betrekt, dit zal in ieder geval het verbruik bevorderen, en er zal wat uieer ruimte komen. Iedereen zal bij de stijging van verbruik gemakkelijker afzet vinden. Of wel, wil uien niet tot deze maatregelen overgaan, weet dan ook, gij kweeker, Uwe Zeeuwsche oester in eere te houden, laat haar de plaats onder de luxe—artikelen, waar zij immer ouder thuis behoorde, en ofschoon ze het voor U niet meer is, toch heeft de detail-hande laar, niet tegenstaande hare goedkoopte, haar kunstig nog in die orde gehandhaafd. Punt 3, Welke risico's aan de oestercultuur verbonden zijn, behoef ik hier niet alle op te sommen; een ieder die daarin is heeft wellicht reeds menigmaal, tot zijn spijt, het wrange daar van genoten. Hooge sterfte, tegenslag in groei, schade ver oorzaakt door stormen, enz., allen factoren die menigmaal teleurstellingen baarden. Aldus engrosprijzen, waren ze ook nog eenigs zins loonend, dan toch waren ze te laag tegen over de detailprijzen, doch daar het eerste juist het tegenovergestelde is, zonder de billijkheid, dat hierin verandering komt. De overdreven zucht om zaken te doeu legen alle prijzen, moet plaats maken voor bezadigde rede. We mogen toch nog gerust zeggen, dat ieder seizoeu als liet ten einde loopt, ook nagenoeg de verkoop bare oesters zijn opgeruimd, eu ik zeg dus uit volle monder is verandering in te brengen, doch het eerste daarvoor noodige is, een goeden wil. En dan een degelijke Vereenigiug van alle flinke kweekers en engroshandelaars, uie door samenwerkiug, en een goed inzicht in de zaken veel zullen verkrijgen. Dat een ieder dan zijn eigen belang begrijpe. Werken dat niet loonend is dat moet ophouden. Zulk eene Vereeniging moet tot stand komen, de contributie van het lidmaatschap moet onder ieders bereik zijn, een degelijk bestuur is voor zeker onder de vakmauneu in Zeeland wel te vinden, en zij zullen zeker met eenige opoffe ring, en de noodige energie, veel goeds tot stand brengen, indien ze op de medewerking van hunne leden kunnen rekenen. Alle beginselen zijn moeilijk en moeilijker dan ooit zal misschien dit begin zijn, doch is er eenmaal een degelijk initiatief, dan zal het ook gemakkelijk zijn dit met elkander te bepleiten. Daar het terrein der oestercultuur zich toch slechts over enkele uren langs de Bcheldeoevers uitstrekt, aldus zulleu de leden iu de toekomst gemakkelijk voeling met elkander kunnen houden. Zou er veel gedaau kunnen wordeu langzamer hand *ot prijsregeling, een goede vereeniging kan meer. Verhoogde rechten in Duitschlaud dreigen in de toekomst dit afzetgebied geheel eu al verloreu te doeD gaandit alles moet tot nog toe lijdelijk worden aangezien; de eeu- ling kan zuchten over zijne onmacht, doch de Vereeniging is sterk, zij zal op haar quivive zijn waar het uoodig is. Reeds meerdere malen werdeu pogingen gedaan tot oprichting eener Vereeuiging, doch helaas steeds leed men schipbreuk door on voldoende samenwerking, 't Is niet mei enkelen dat men deze beweging op touw zet. Neen allen, zoo grooten als kleinen, op als één inau cn laat reeds voor eeu volgend seizoen de weg eenigszins geëffend ziju. Niet zult gij in één jaar van de Zeeuwsche oestercultuur maken wat het zijn moet, doch waar gewerkt wordt met goeden wil, zal vrucht het loou zijn vaD den arbeid na korteren ut langereu tijd. Met de aloude spreuk, waar eeu wil is, is eeu weg, beveel ik mijn schrijven aan, dat, hoe onvolmaakt wellicht, doch gesteuud door eene goede opbouwende critiek, in de naaste toekomst vele verbeteringen iu de Zeeuwsche oestercul tuur tot stand zal brengen. Maastricht, J. VAN TILBURG. BINNENLAND. Het Staatsblad No. 22 bevat het Kon. Besluit ter nadere uitvoering van de artikelen 6, eerste lid eu 35, eerste lid der Drankwet. Bij dit besluit wordt overwogen, dat het wenschelijk is eischen vast te stellen, waaraan, met betrekking tot ruimte, licht en luchtverver- schiug, een localiteit moet voldoen, om iu aan merking te kunnen komen voor eene vergun ning voor den verkoop van sterken drank, ot voor een verlof voor tien verkoop van alcohol houdenden drank, anderen dan sterkeu drank. voor Koningin, land eu volk, waarop de min. De Meester o.a. antwoordde, dat, mocht de Kamer een besluit uemeu in den geest van het door den heer 't Hooit gesprokene, de regeering in ernstige overweging zou nemeu, wat haar te doen stond. De h. Reekers, die zich aan de zijde van 't Hooft schaarde, liet zich daardoor niet afschrikken, maar voegde dea minister toe, dat, als 't Kabinet wilde weten, hoe de kamer er over denkt, dit maar een motie van zijn vrienden moest uitlok ken; dan zou zelfs de zachtste goedkeuring geen genade viuden bij de meerderheid. Gelukkig bleet de motie achterwege, noch de minister, noch de vrienden, noch de vijanden hapten toe, of durfden het aan. Gedurig wordt geïnsinueerd, dat de regeering als onmoudige kinderen, aan den leiband van vader Borgesius loopt, meermalen is dit weer sproken, eu ook nu weer verklaarde de minister, dat de toezegging vau een lojale uitvoering der onderwijsuovelle geheel uit eigen bewegiug, bui ten deu iuvloed der Kroon, ol van Borgesius, is geschied. Minister Rink verdedigde de aanst. grond wetsherziening. In 1848 eu 1897 hoorde meu dezelfde argumenten van de tegenstanders als thanshet land zou er door te gronde gaan, wat het kiesrechtbetrelt de regeering wil art. 80 blanco maken, hetzelfde waar de heer Van Houten die er nu zoo tegen is, al tweemaal vergeefsche moeite voor gedaau heeft. De regeering wil dat, om aan de verschillende kiesstelsels gelijke wapenen in den strijd te verschaffen. De minister van ourlog bracht de blijde tyding, dat de voltooiing vau de stelling Amsterdam niet tot verzwaring vau lasteu zal leiden. Als 't maar waar is I Bij de hoofdstukken kwamen verschillende ouderwerpeu ter sprake, over welke wy uiet in bijzonderheden kunnen treden. Alleen vermelden we, dat minister Rink verklaarde de Woningwet vrijgevig te zulleu uitvoeren, maar zich toch streug te zullen houieu aan het op ziju tijd tol stand komen van woniugverordeningen. Gemeenten, die daaraan niet voldoen, zullen een verordening van Ged. Staten toegezonden krijgen. Friesland eu Groningen kregeu hieromtrent een woord van lof. Daar hebben alle gemeenten reeds aan de wet voldaan. De heer 1. K. van der Weele, klerk der posterijen eu telegrafie te lerseke, is verplaatst naar Bas van Geul. Vau ouzc weiiuiiigevers. De Eerste Kamer heelt haar hartzeer over den val van haar afgod niet kunnen en waarschijnlijk ook niet willen verbergen, ülschoou de regeering niet bepuald afvallende, kwam toch au eu dan de aap uit de mouw. 't Ergste maakteu het de heeren t Hooft en Reekers, die het verlot van minister Kraus als eeu stormram schenen te willen ge- bruikeu om het ministerie ten val te brengen. We zeggen schenen, want de verwezen- lijkiug van zulk eeu catastrophe hebben ze waarschijnlijk toch niet voor hun verantwoording durven nemen. In ieder geval was de aanval tamelijk venijnig. De heer 'l Hooit zag in dat verlot een bewijs dat de regeenug geen beset heeft vau nationale eer. Al breugi die daad minister Kraus misschien honderdduizenden in deu zak toch bleel hij die ongehoorde daad beschouwen als diep beschamend en vernederend BT. ANNALAND. Jl. Woensdagavond werd de gewone jaarvergadering gehouden door de aandeelhouders der weegbrug „de Waarborg" alhier. Uit het verslag bleek dat op de weegbrug in 19U5 was gewogeu een gewicht van 10.93U.582 Kg. tw. aan suikerbieten 6.996.359 Kg., pulp 1639877 Kg., aardappels 1.708.899 Kg., over* gewogen id. 34.278 Kg. mangel wortelen, 23789 Kg. ajuin, 328.740 Kg. hooi en stroo, 3669 Kg. sieeukuleu 2428 Kg., granen 23198 Kg., vlas 44868 Kg., droge cicuorei, 71146, gioeue oicuorei 38488 Kg., yzer 6398 Kg., andere ariikeleu 8450 Kg. eu 76 stuks vee. De alireUeude bestuursleden de heeren A. J. Biereus, Jr., J. Boogaard en J. Goedegebuure werden mei algemeene stemmen herkozeu, evenzoo de weger de neer Js. Elenbaas, Jz. Op de Weegbrug „De Concoirent" alhier, werd in 1905 gewogen een gewicht van 7.123.7^6 K.G. t.w. aan suikerbieten 4.581.806 K.G. Aardappels 1.355.810 K.G. Ajuiu 165.539 K.G. Urauen 102.629 K.G. Maugelworleleu 51.161 K.G. Cokes 55.561 K.G. Fulp 787.673 K.G. Andere artikelen 23.567 K.G. Vee 201 stuks. Benoemd tot ambteuaar van den burger lijken staud iu de gemeente St. Annaland de heer J. Goedegebuure Jz. en zulks iu de plaats van wijlen den heer J. Zandee. IERBEKE. Deze week is een groote houten loods tusscnen Wemeldinge eu Katleudijke, eigendom van den heer O. A. E. Bauer alhier algebraud. Dit is de vierde loods, die in een niet ruim tijdsverloop van den heer Bauer is al gebraud.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1906 | | pagina 1