N°. 1019.
Zaterdag 10 December 1904.
Twee en twintigste jaargang.
EN
Te laat ontdekt.
J.
B. C. POT,
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Zij, die zich van heden af
dit blad abonneeren, ontvangen
tot I Januari a. s. nog te verschijnen
lummers GRATIS.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Van onze berichtgevers.
ERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT,
ittfflal, bïü aai it klaipi ran «tafelt, laaibnv, ai
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per drie maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan
het bureau te T h o I e n ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER
Tnoits.
Advertcntiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven wordt sleohta
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
KANTONGERECHT TE THOLEN.
De Kantonrechter in het Kanton Tholen,
overwegende, dat het wenschelijk is eene ver-
ndering te. brengen in het uur van aanvang der
trafzittingen bij dit Kantongerecht;
onder goedkeuring van Zijne Excellentie den
linister van Justitie
bepaalt, dat de terechtzitting ter behandeling
an Burgerlijke en Handelszaken en voor extra
idicieele werkzaamheden bepaald blijft op eiken
linsdag, des vooriniddags ten elf uur
dat de terechtzittingen ter behandeling van
trafzaken evenals vroeger zullen worden ge-
ouden op MAANDAG, doch te beginnen met
December 1904 in plaats van des voor-
liddags ten elf uur, des middags TEN TWAALF
IUR zullen aanvangen.
Aldus vastgesteld 8 November 1904.
De Kantonrechter te Tholen,
(get.) JAC. PLET, Jz.
Goedgekeurd bij beschikking van den 22
November 1904 le Afdeeling C no. 151.
De Minister van Justitie,
[get,) J. A. LOEFE,
voor afschrift
De Griffier bij het Kantongerecht te Tholen,
J. W. C. MILDERS.
LANDBOUW-VEETEELT.
Uit het jaarverslag over 1903, voorkomende in de
9ste aflevering van het le deel der Mededeelingen
Berichten van de Vereeniging „Het Nederlandsrh
undveefltamboek" blijkt, dat bet ledental inet 12,
aaronder 5 in Zeeland, vermeerderde en 2130 be-
toeg. Door de beide Kamers der Staten-Generaal
erd een subsidie ad f 6600 toegestaan.
De afdeeling Zeeland telde 348 leden.
Het totaal aantal ingeschreven runderen bedroeg
126 stuks, waarvan in Zeeland 38 stieren en 23
oeien.
Het verslag van de afd. Zeeland, uitgebracht door
secretaris, den heer \V. Kakebeeke, meldt, dat
tt bestuur geen wijziging onderging, daardeheeren
Polderdijk en W. Kakebeeke, aan de beurt van
treden, werden herkozen en de heer E. van den
osch als commissaris van het hootdbestnnr, werd
trbenoemd.
De uitslag der in het najaar 1904 gehouden stieren-
turing, is, zoover het het eiland Tholen betreft, als
>lgt
1255
Naar het Duitsck.
43)
„Wanneer zou uwe tante weer wakker worden
roeg de rechterlijke ambtenaar na eene lange
nze.
ffEerst tegen den avond, meeuden de dokters,
et hangt er heelemaal van af, hoeveel chloro-
rm zij heeft ingeademd".
„Zij zal misschien wel in staat zijn iets mee
deelen omtrent den schurk, die beproefd
eft haar te vermoorden".
Deze gedachte, hoe ook voor de hand liggende,
is nog niet bij Cecile opgekomen en zij vroeg
arom opgewonden „Meent u dat werkelijk
„Zeker. Ik stel mij de zaak zoo voorde
ef zou de juweelen kalm hebben gestolen,
nder het risico te loopen van een moordenaar
worden, wanneer de dame niet was ontwaakt
hem had gezien, En daarom bleef hem niets
KRING THOLEN.
A. Vóórkeuring te Sint Annaland.
Aangevoerd 4 jonge Stieren,
f 15.J. L. Groenewege, St. Maartensdijk,
i 15.Max Jan Elenbaas, St. Annaland.
Aangevoerd 3 oudere stieren.
f15.Hendrik 6177 L. G. Tuijnman, Stavenisse.
f 15.Willem III 7067 M. C. Steendyk, id.
B. Vóórkeuring te Poortvliet.
Aangevoerd 5 jonge stieren,
f 15.Al f red, 7066, J. P. Hage, Cz., (Reigersburgh)
St. Maartensdijk.
115.Doris, 7064, C. W. Snijder, Oud-Vossemeeer.
Aangevoerd 1 oudere stier.
f15.Klaas 7068, P. Kodde, St. Maartensdijk.
C. VóOrkeuring teSt. Philipsland.
Aangevoerd 4 jonge stieren,
f 15.Jan 7063, Corn. van Strien, St. Philipsland.
f 15.Juliaan 704S, J. A. Stols, id.
Aangevoerd 1 oudere stier,
f 15.Victor 7065, Adr. v. Dyke, Sint Philipsland,
KRINGKEURINGEN THOLEN.
A. Keuring te Oud-Vossemeer.
Stieren met twee breede tanden.
Aangevoerd 1 stier.
2de Prijs f 48.Victor 7065 van Adr. van Dijke,
St. Philipsland.
Stieren met nog geen twee breede tanden.
Aangevoerd 4 stieren.
2de Prijs f30.Jan 7063, van Corn. van Strien,
St. Philipsland.
2e prijs f 30.Juliaan 7048, van J. A. Stols, id.
In beide categoriëen bleef zoowel het aantal als de
kwaliteit beneden onze verwachtingen, zoodat geen
eerste prijs kon worden voorgedragen.
B. Keuring te S t. Maartensdijk.
Stieren met twee breede tanden.
Aangevoerd 3 stieren,
le prijs f80.- Hendrik 6177, van L. G. Tuijnman,
Stavenisse.
2de prijs f 48.- Klaas 7068, P. Kodde St. Maartensdijk.
Stieren met nog geen twee breede tanden.
Aangevoerd 3 jonge stieren.
le prijs f30.- Alfred 7066, van J. P. Hage, Cz.,
(Reigersburgh) St. Maartensdyk.
Wel hadden wij den aanvoer grooter gewenscht,
doch de kwaliteit der bekroonde stieren vergoedde
dit gemis ruimschoots; vooral de jonge Alfred'
wordt slechts door enkelen van de 30 in geheel
Zeeland bekroonden overtroffen.
De keuringscommissie bestond voor den kring
Tholen en St. Philipsland uit de hh. J. Hage. Mal-
land, Chr. Hartog te Scherpenisse en J. P. Hage, Cz.
te St. Maartensdyk.
No. 3, jaargang 1904, der „Verslagen en mede
deelingen van de afd. Landbouw van het Departe
ment van Waterstaat, Handel en Nijverheid" bevat
een geschrift, getiteld: „De bestryding van de tuber
culose onder het rundvee."
De Directeur-Generaal van den Landbouw, de heer
Lovink, zegt in het voorbericht4
Waar de Regeering, blijkens het in dit geschrift
vervatte Koninklijk besluit van 2 September 1904
(Staatsblad no. 219), weldra zal aanvangen de be
strijding van de tuberculose onder het rundvee binnen
anders over, dan haar voor altijd het zwijgen
op te leggen".
„Ik hoop, dat zij in staat zal wezen, zulk een
nauwkeurige beschrijving van hem te geven,
dat gij hem op grond daarvan kunt ontdekken
riep zij uit, in de hoop dat het duistere ge
heim op deze eenvoudige wijze zou worden op
gehelderd.
„Was de deur dezer slaapkamer des nachts
gewoonlijk gesloten
„Dat geloof ik niet."
„Ik zal nu naar beueden gaan om de kamenier
te verhooren en het geheele huis te doorzoeken,
want ik moet nog te weten komen, hoe de
dief in huis is gekomen", merkte de ambtenaar
op en verliet met den inspecteur de kamer.
De kamenier was intusschen geheel hersteld
van den schrik over den toestand harer meesteres
en van den angst over het ontbreken der ju
weelen, en deed zich nu als een gewichtig
persoon voor. Juist terwijl zij aan de overige
dienstboden uitvoerig het gebeurd» stond te
vertellen viel de huishoudster haar in de rede,
en nam haar mee naar de kamer, om haar door
den ambtenaar te doen verhooren. Zij begon
den kring harer bemoeiingen te betrekken, heb ik
gemeend, dat de bereiking van het beoogde doel
in hooge mate zoude worden bevorderd, indien
vooraf aan de onmiddellijk belanghebbenden dui
delijk werd gemaakt eenerzijds, hoe gevaarlijk de
ziekte is en hoe zij in vele gevallen kan worden
onderkend, en aan den anderen kant, wat ter voor
koming van verspreiding valt te doen en langs welken
weg hun van Overheidswege steun bij de bekamping
zal worden geboden.
Vandaar, dat er in dit geschrift, hetwelk, wat het
veterinair gedeelte betreft, samengesteld werd door
dr. A. W. H. Wirtz, directeur der Rijksveeartsenij
school te Utrecht, en dr. J. Poels, directeur der
Rijksserom-inrichting en plaatsvervangend districts
veearts te Rotterdam, bovenal naar gestreefd is voor
noemde punten op de meest eenvoudige, voor een
ieder bevattelijke, wyze uiteen te zetten met weglating
van alles, wat naar geleerdheid zweemt of van cenigs-
zins betwistbaren aard kan worden beschouwd.
De heer Lovink vertrouwt, dat het geschrift op
zeer ruime schaal door de veehouders zeit zal morden
gelezen en betracht en dat het verder zoowei voor
de verschillende landbouwvereenigingen, van wier
medewerking in deze, gelijk in de volgende blad
zijden nader uiteengezet is, zooveel verwacht wordt,
als voor de ambtenaren, wier taak het is den land
bouwenden stand voor te lichten, tot leidraad zal
kunnen dienen by de hunnerzijds op dit gebied te
verstrekken adviezen.
Me.:* meldt ons:
Het Bestuur der afdeeling Zeeland van de ver
eeniging tot bevordering van de pluimveehouderij en
tamme konijnenteelt, heett zich dezer dagen tot ver
schillende personen per circulaire gewend, met op
wekking om deze door toetreding als lid te steunen,
daarbij wijzende op wat er nog ie doen valt, om de
zoogenaamde boerenhoenders meer productief te
maken en ook de konijnenteelt eischt nog al wat
meer belangstelling. Thans telt de vereeniging circa
325 leden. Het Bestuur, gevestigd te Goes, waarvan
de heer H. A. Hanken, voorzitter en de heer J» M.
Slegt secretaris, geeit gaarne nadere inlichtingen.
Er wordt medegedeeld, dat de coöperatieve super-
phosphaatfabriek in Zeeland voorloopig niet zal
worden opgericht, daar de pryzen dezer mestsiof op
het oogenblik van dien aard zyn, dat de oprichting
onnoodig is.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heelt Dinsdag de slaatsbe-
grooting ter hand genomen en het gewone politieke
tournooi geopend, dat dilinaal nog heftiger dreigt te
worden dan andera. De linkerzijde zal af haar batte
rijen in den alag brengen, maar of het doeide
Regeering in het nauw te brengen en het leven haar
onmogelijk te maken, bereikt zal worden, dat ia zeer
te betwijfelen, want onze eerste minister ia van geen
klein gerucht vervaard en de meerderheid der Katner
volgzaam genoeg. Daarin ligt de kracht van het
kabinet. De liberale aprekera mogen nog zoo logiach
en welsprekend bewjjzen Igelyk tneer dan een hunner
haar omstandig verhaal opnieuw te doen, maar
werd plotseling door den ambtenaar in de rede
gevallen, zoodra zij uitweidde over de gewaar
wordingen en gevoelens, die zij had onder
vonden zij moest alteen de feiten meedeelen.
Nadat de ambtenaar van haar had vernomen,
in de kamer niets was veranderd, nadat de
kamenier die des morgens had verlaten, en dat
ook meubelen, stoelen en tafels op hun plaats
waren blijven staan, begon hij het huis te door
zoeken. Bij ervaring wist hij, dat zulke in
brekers gewoonlijk niet door de huisdeur binnen
komen, maar of door een venster of door den
keukeningang, daar bij zulk een alleenstaande
villa geen sprake kon zijn van inbraak door
een dakvenster.
Hij vond echter de ijzeren spijlen in de ramen
ongeschonden en hij hoorde ook, dat de dienst
bode des morgens om zeven uur eerst de deur,
welke van de keuken naar buiten voerde, had
ontgrendeld en geopend en daarbij alles onge
schonden had gevonden.
Toen gingen de beambten naar de eetkamer,
waarvan de vensterluiken even voor aeht uur
door den bediende waren geopend, en onder-
al dadelijk deden), dat de groepen der rechterzijde
in beginselen verder uit elkaar staan dan de vrij
zinnige partijen, de zaak is, dat die rechtergroepen
één lijn trekken en als 'ter op aan komt alle ver
schil van beginsel over boord werpen. De tyd zal
leeren, ol dit den kiezers op den duur gevalt.
Het zondenregister der regeering, dat haar tegen
standers bezig zijn op te maken, zal groot worden,
maar, beschuldigingen, die men nog niet gehoord
heeft, zal men kwalyk kunnen bedenken. Het nieuwe
dat er aan is, is daarin gelegen, dat zij weer eens
in één boekdeel worden verzameld, en in den vocm
en de heftigheid en bitterheid waarin zy worden
uitgesproken. Nu, aan die heftigheid en bitterheid
zal niets ontbreken.
Van de fouten, de eerste (wee dagen der regeering
en wel voornamelijk Dr. Kuyper aangewreven, zullen
wij er een paar opnoemen. De tegenstelling tusschen
geloovigen en ongcloovigen, door dit Kabinet bedacht,
is gevaarlyk voor de eenheid des volks. De regeering
kweekt geloofshaat, 't welk een verderfelijker gif is
dan alcohol. De regeering heeft in 4 jaar tyds zoo
goed als niets gedaan. Geen pensioen- of verzekerings
wetten, alleen een magere drankwet en snelvuur
kanonnen, De regeering achynt het beginsel te
huldigen, dat de buit (mooie baantjes en ambten)
aan de overwinnaars is. Zij is door het verschil in
beginselen van de rechtergroepen onbekwaam tot
wetgevenden arbeid, gelijk gebleken is en in sociaal
opzicht verschilt haar politiek niet van de gewone
liberale. Er kan geen sprake zijn van wezenlyk
christelijke staatkunde en uit de Overyselsche kwestie
bleek, dat Dr. Kuyper het koningschap beschouwt
als een lastige overbodigheid, waartegenover zelfs
niet de burgerlijke beleefdheid dient in acht genomen
te worden.
Verschillende sprekers maanden de liberale fracties
aan tot aaneensluiting. De heer Troelstra, die een
redevoering hield van enkele uren, trachtte te be
wijzen, dat ook de liberale party geen levenskracht
zal hebben, als zy niet haar laissez faire opgeeft.
Alleen de socialistische partij heeft een toekomst,
omdat zy de arbeidende klasse uit haar nooden wil
verheffen.
De heer Staalman, van wien men zou kunnen
verwachten, dat hy 't dichtst by minister Kuyper
staat, verweet de regeering opnieuw, dat zy baar
heilige christelijke beginselen en God almachtig ver
loochent. Z.Ex., die hem al eens in 't bijzonder de
tuchtroede deed voelen, zal nu misschien geen woord
tneer aan hem verspillen. Althans toen hij aan
't woord kwam. ging de minister heen.
IERSEKE. De door de Regeering voorge
stelde wijziging van de wet op het lager onderwijs
heeft het aanzijn gegeven aan een brochure
i/ Maakt front voor de openbare school."
Deze wordt op ruime schaal en met milde
hand verspreid en zal dus menigeen onder de
oogen komen. Dat zij ook veel gelezen worde
Dat verdient de brochure èn om haar inhoud
èu om het belang der zaakbehoud van de
openbare school.
zochten zoo nauwkeurig mogelijk deze ramen,
maar zij konden er niet het minste spoor van
inbraak aan ontdekken. De ramen der provisie
kamer en van de kamer der huishoudster, die
zich op dezelfde verdieping bevonden, droegen
evenmin de sporen, dat iemand ze met geweld
van buiten had geopend. De ambtenaar werd
eenigszins ongeduldig, want hij moest toegeven,
dat een inbreker door het venster der eerste
verdieping onmogelijk kon binnenkomen, aan
gezien een daartegen geplaatste ladder ongetwijfeld
van de straat af gezien zou zijn toch onder
zocht hij weer even nauwkeurig de ramen der
eerste verdieping. Maar toen liet hij ook de
gedachte varen, dat een inbreker het huis was
binnengedrongen, en hij kreeg nu eeu geheel
ander vermoeden. „Waarschijnlijk zal een der
dienstboden de dief zijn", fluisterde hij den
inspecteur toe.
„Dat heb ik van het begin af al gedacht",
zeide deze.
„Waarom heb-je dat niet eerder gezegd vroeg
de ambtenaar boos.
„Omdat u toch niet naar mij geluisterd zondt
hebben."