Te laat ontdekt.
St. Nieolaasfeest.
„holland;
1018.
Zaterdag 3 December 1904.
Twee en twintigste jaargang.
EN
J.
FEUILLETOH.
it nummer bestaat uit 2 bladen.
Publicatie n.
BONENLAND.
Levensverzekering-Maatschappij
EEN MILLIOEN GULDEN.
ERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
'rijs per drie maanden, franco per post 65 cents.
Ifoor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan
|il bureau te Thelon ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVERAdvertentiën van 1 tot 4 regels 40 centsiedero regel meer
- lO cents; groote letters naar plaatsruimte,
lu. u. f Ui Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven wordt aleoht*
Tholen. 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
DRANKWET.
fcrgemeester en Wethouders der gemeente Tholen
;en ter openbare kennis, dat op 25 November
Ij, b«j hen is ingekomen een verzoekschrift van
I Groenewege, van beroep drogist, wonende te
«jen, om vergunning tot den verkoop van sterken
in het klein in de navolgende localiteitden
lel en de onmiddellijk daarachter grenzende
Ier van het perceel, kadastraal bekend gemeente
llen, sectie F no. 192, plaatselijk gemerkt C no.
jen gelegen aan de Hoogstraat aldaar,
linnen twee weken na de dagteekening dezer
Indmaking kan een ieder tegen het verleenen van
vergunning schriltelyk bezwaren by Burgemeester
Wethouders inbrengen.
[holen, den 26 November 1904.
DRANKWET.
lurgemeester en Wethouders der gemeente Tholen
Igen ter openbare kennis, dat op 29 November
h, bij hen is ingekomen een afschrift van een
Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie
Jcht verzoek van Adrianus van Noort, wonende
jThoIen, om vergunning voor den verkoop van
[ken drank in het klein aan logeergasten, in de
benedenlokalen van bet perceel, kadastraal
lend gemeente Tholen, sectie F, no. 780, plaatselijk
Lerkt wijk C no. 244, en gelegen aan de Hoog-
Jat aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening dezer
ndmaking kan een ieder tegen het verleenen
i deze vergunning schriftelijk bezwaren by Burge
ster en Wethouders inbrengen.
Tholen, den 30 November 1904.
Zitting van den Militieraad.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
olen, brengen ter kennis van belanghebbenden,
de militieraad in Zeeland voor de lichting van
jaar 1905, op Maandag den 19 December 1904
voormiddags te 9'/a uur te Tholen In het
meentehuis aldaar zitting zal houden, om uitspraak
doen omtrent alle lotelingen dezer gemeente
voor den militieraad moet verschijnen de loteling,
vrijstelling verlangt, wegens ziekelijke gesteldheid
gebreken, of gemis van de gevorderde lengte
zy, die wegens ziekte of gebreken niet in staat
n, om voor den militieraad te verschynen, daarvan
or tusschenkomst van den Burgemeester hunner
bonplaats moeten kennisgeven aan den militieraad,
der overlegging van een geneeskundige verklaring
rmeldende den aard van de ziekte of van het
brek vestigen uitdrukkelijk de aandacht van hen,
vrijstelling wegens broederdienst of als eenige
ittige zoon verlangen, op hun belang oin persoonlijk
bovengemelde zitting van den Militieraad te hooren
elke uitspraak omtrent hen is gedaan en wijzen
lotelingen, die gebreken hebben of meenen te
bben, op hunne verplichting, voor zooveel zij
isrtoe in staat zijn, en onverschillig welk nummer
hebben getrokken, om voor den militieraad te
rschijnen, teneinde geneeskundig te worden
nderzocht.
Tholen, den 3 December 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. G. VAN STAPELE, Burgemeester.
P. LABAN, Secretaris.
Naar het Duitsch.
42)
Toen lichtten de beide dokters de zieke met
ehulp van kussens halverwege op, drukten het
oofd achterover en de vreemde dokter nam uit
ijn instrumentenkistje, dat hij had meegebracht,
tangetje, waarmee hij de tong der zieke naar
oren trok. Daarop bewerkte hij een kunstmatige
demhaling, waarbij hij bij afwisseling hate
rmen dicht langs de zijden en dan langzaam
oven het hoofd bracht, terwijl de huisdokter
laar gelaat en borst aanhoudend met koud water
«sprenkelde.
Nadat zij zoo een kwartier bezig waren geweest,
eide de huisdokter „Zoo, nu haalt zij weer
;ewoon adem", terwijl de andere dokter met de
opmerking„heel geregeld is haar ademhaling
och nog niet", zijn pogingen tot verwekking
ton .kunstmatige ademhaling voortzette.
Sinterklaas komt straks in 't landj
Wat al zorgen en gedachten,
Wat al hopen en verwachten
Gaan er niet mee hand aan hand!
Wat al liefde, wat al geest,
Blijkt er bj dit kinderfeest
Doch helaasniet ieder kan,
Die zoo gaarne iels wil schenken,
Op die wijze daaraan denken.
Kind'ren van den rijken man,
Hebt gij, bij al wat ge wacht,
't Anne buurmanskind bedacht
Niet altijd kan de boog gespannen zijn, zal
hij zijne veerkracht niet verliezen en daarom
kan men sommige feestdagen als 'n ware ver
kwikking beschouwen.
Van alle feesten, die gevierd worden is dat
van St. Nicolaas wel 't meest aantrekkelijke, om
dat het een kinderfeest is, dat ook den ouders
menig aangenaam oogeublik verschaftwij
durven dan ook gerust vooispellen, dat dit
feest altijd zal blijven bestaan, omdat het ook
op zoo velerlei wijze het werk der liefde in
toepassing doet brengen.
En dat geheimzinnige voor de kinderwereld.
Oeh, wie herinnert zich niet de sprookjes, aan
moeders knie gehoord Wat kon ze toch
mooi vertellen onuitputtelijk scheen haar voor
raad en steeds waren we geneigd ons spel te
staken, om aandachtig toe te luisteren, wanneer
zij begon te vertellen. Soms waren we opge
togen van verrukking, soms ook werden we
boos of angstig, maar 't geheel was altijd aan
trekkelijk
En zoolang er kinderen zijn, zullen ook de
sprookjes hun tooverkracht behouden, en 't
valt niet te betwisten, dat het sprookje van
St. Nicolaas de voornaamste plaats onder de
kinderlegenden inneemt.
Daar zijn er, die beweren dat het dwaas is
als kinderen van 6 en 8 jaar daaraan nog
geloovendat men ze liever zeggen moet, dat
er niets van aan is, en dat dergelijke sprookjes
maar flauw zijn. De prozaïsche ouders, die zoo
spreken, doen zeker niet veel, om de geest van
hun kinderen te verfrisschen zij begrijpen niet
hoe verkeerd het is, de poëzie, die. in elk kin
derhartje schuilt reeds zoo vroeg weg te
nemen.
Waarlijk, een weinig geloof aan het ideale
zal uwe kleinen geen kwaad doen Laat ze
maar volop genieten in die denkbeeldige wereld
de ernst van 't leven met zijn vele onttooverin-
gen en teleurstellingen komt helaas vroeg
genoeg.
Maar wilt ge uw kinderen recht laten ge
nieten door dat sprookje, zorgt dan, dat er be
zoek komt van den echten Sint, gehuld in
schitterenden mantel, en voorgesteld als 'n goede
kindervriend, maar niet zooals in vele gezinnen
Daarop sloeg de huisdokter met krachtige
hand een natten doek op de borst der patiënte
en richtte haar hoofd met behulp der kussens
rechtop. Dadelijk daarop voer een lichte rilling
haar door de leden en de vingers van een harer
handen bewogen zich langzaam. Toen ging haar
borst weer regelmatig op en neer, haar lippen
sloten zich op elkaar, om zich daarna weer te
openen. Beide dokters bekeken haar met ge
spannen aandacht, in de verwachting, dat zij
een woord zou spreken of een hoofdbeweging
maken, terwijl Cecile er in hoopvolle verwachting
bij stond. Terwijl hare oogen vol liefde gericht
waren op de gelaatstrekken harer tante, zag zij,
hoe de donkere klenr en de zwelling der aderen
van haar slapen en aangezicht langzamerhand
wegtrokken, hoe ook de blauwzwarte kleur der
lippen en de akelige bleekheid van haar gezicht
verdwenen, en opeens ook de oogleden zich
sloten over de tot nu toe zoo strak kijkende
oogen. Blijkbaar lag de zieke nu in diepen
slaap.
„Mijns inziens staat het, de omstandigheden
in aanmerking genomen, heel goed*, meende
de vreemde dokter.
geschiedt, als 'n boeman, waarvoor de kinderen
bevreesd zijn. Neen, 't moet een eerwaardige
oude grijze zijn, die alles weet, die elke on
deugd der kleinen kent. En zwarte Jan, die
hem vergezelt, draagt wel 'r. groote zak om de
stoute kinderen in te pakken, maar de goede
grijsaard laat 't zoover nooit komen. En
mochten de kinderen al getwijfeld hebben aan
't bestaan van Sint, als ze hem met eigen
oogen zien en aan de jolige grabbelpartij
hebben meegedaan, zullen ze wel degelijk aan
hem gelooven en met innig vertrouwen hun
schoentjes, met hooi gevuld, 's avonds gereed
zetten, wetende dat overal waar 't paard van
Sint wat te etfli vindt, door den goeden man
wel 't een of ander voor hen zal worden neer
gelegd.
Mair pas is de dag aan den hemel, of allen
zijn reeds weer bij de hand eno wat
vreugdeEr komt geen einde aan de uit-
roepeü van verbazing en luid klinkt het „dank
je Sinterklaas" uit den mond der opgewonden
verheugde kinderen. En juichend en met een
van blijdschap stralend gelaat wordt aan ouders
en .vrienden het moois vertoond, dat in het
schoentje of mandje was neergelegd.
Mair niet alleen de kinderen verheugen zich
op dit feest, ook zij die de kinderschoenen
ontwassen zijn, genieten er van, want St. Nico
laas is 'n feest waarin hel kind in den mensch
weer n° tot zijn volle recht komt, dat wil
zeggen, dat de levenslust weer met volle kracht
ontwaakt, de schalksche spot den teugel viert,
alle zwartgallige gedachten zwijgeno, goede
heilige, wal wordt er al niet gezondigd in
uwen naamWaar op eiken anderen tijd de
plaagzucht, het vernuft zich bescheiden in toom
houdt, daar zendt zij nu, gestempeld met het
merk van den aehtenswaardigen Sint, hare pro
ducten her- en derwaarts en niemand die er
den ouden vriend een verwijt van maakt, dat
hij daartoe de hand leent. Integendeel, een
ieder bewondert hem, juist om zijn sehalkschen
luim, zijn goedhartige gezindheid, om de wijze,
waarop hij de gezelligheid weet aan te wakkeren.
Jammer dat niet ieder huisgezin dit gezellig
feest kan vieren. Bedenken wij allen, dat er
vele kinderen zijn, die op St. N. avond niet scha
teren van pret, en vele ouders die niet met
blijden lach kunnen staren op de vroolijke
gezichtjes hunner kleinen. Houden wij de
herinnering wakker aan hem, wiens naam ge
geven is aan dien feestdag, voor kleinen en
grooten, die zijne liefdegaven bij voorkeur be
steedde aan de kinderen der armen, en laten
wij zooveel in ons vermogen is, zorgen, dat de
goede Sint de huizen der armen niet voorbijgaat
Tweede Kamer.
De rede van den heer De Sleur.-, waarin hij de
expeditie in de Gajoe- en Atlaslanden, en wat daar
aan vrouwen en kinderen is overkomen, zoo krachtig
„Ja, maar zij was bijna verloren geweest", zeide
de huisdokter.
„Is zij dan nu buiten gevaar vroeg Cecile.
„Ja, geheel buiten gevaar".
„En kunt u verder niets voor haar doen
„Voorloopig niet. Zij heeft nu rust noodig".
„Kan ik dan ook in het geheel niets voor
tante doen
„Neen, maar zij mag natuurlijk niet alleen
gelaten worden. In den loop van den dag kom
ik nog wel eens aan, om te zien hoe het met
haar gaat".
„Ik dank u, dokter".
„Maar het is zeer goed mogelijk, dat zij pas
in den middag weer tot bewustzijn komt. Het
hangt er heelemaal van al, hoeveel chloroform
zij heeft ingeademd, en ik vermoed, dat het
een vrij groote dosis geweest is".
„Hoe verschrikkelijk I" riep Cecile uit.
„Gij weet immers, dat de politie dadelijk
gewaarschuwd moet worden P
„De politie?" riep Cecile verschrikt uit. „Ik
weet niet ik wil zeggen, ik dacht het niet",
zeide zij op verwarden toon.
„Ontbreekt er ook iets van waarde Diefstal
veroordeelde, is ingeslagen. Dat was te begrijpen.
Bgna de heele volgende zitting hebben de veront
waardigde vrienden en niet-vrienden gebruikt om
de heer De Stoers te kapittelen (de heer Lohman
deed dit het gevoeligst), en ofschoon eerstbedoelde
sommige zijner uitdrukkingen verduidelijkte om de
hardheid er van eenigszins te verzachten, hij wat
man genoeg, om er geen woord van terug te nemen.
Het zou geen wonder zyn, als de heer De Stuer»
door zijn party in den ban gedaan werd.
Na de Gajoe- en Allaslanden is Deii een onder
werp van scherpe critiek geworden. Men zal zich
herinneren, dat voor een paar jaar Mr. van den
Brandt een wetk geschreven heelt over de verkeerde,
Hoofdkantoor te Amsterdam, Keizersgracht 292.
Maatschappelijk Kapitaal
L)oor de verzekering eener dadelijk ingaande
lijfrente maakt men op 50 jarigen leeftijd 7,5°/e,
op 55-jarigen leeftijd 8,5 °/o» °P 65-jarigea
leeftijd 11.3 °/0 en op 70-jarigen leeftijd 13,5 °/0
rente van zijn gestort kapitaal.
Inlichtingen en tarieven verkrijgbaar aan het
Hoofdkantoor en bij H.H. Agenten de H.H-.
C. M. VAN RIJSSEL, te 1 holenP. M.
v. D. ENDE, te Oud-VosmeerJ. GELDER-
BLOM te Poortvliet; J. W. REN8EN en
notaris H. J. VAN NOUHUYS te Zierikiec
Mr. H. OELE te Goes.
ja schandelyke toestanden in het tabaksland Deli,
vooral wat de behandeling der koelie'a betreft. Hy
werd natuurlyk bestreden en van sterke overdrijving
beschuldigd, maar de schryver hield vol, waarom de
regeering een onderzoek deed instellen en van dat
onderzoek is een rapport Rhemren verschenen, dat
den heer Van den Brandt rechtvaardigde. Wat er
eigenlijk in dat rapport staat, is niet bekend, want
de Minister weigerde het in zyn geheel over te
leggen, hoewel de heer Troelstra er by herhaling
oin vroeg. Het zal dus niet veel moois zyn, omdat
het geen daglicht mag zien. De Minister maakte
alleen de conclusiën bekend, en die waren van dien
aard, dat ook Z. E. erkennen moest, dat Mr. van den
Brandt met zyn boek te schryven, een goed en
inenschlievend werk had verricht en dat sommige
ambtenaren ernstig in hun plicht te kort waren ge
schoten. De heer Troelstra stelde een motie voor,
waarbij de Kamer de noodzakelijkheid van verbete
ring der toestanden zou uitspreken, maar de Minister
ontraadde de motie. Verschillende leden daarom ver
werping der motie duchtende, stelden drie hunner,
waarby twee anti-revolutionairen, een andere voor,
waarin het goede \an Troelstra's motie behouden
bleef, en waarin de ltegeering dank werd toegebracht
voor de gegeven inlichtingen en verklaringen en het
vertrouwen werd uitgesproken, dat zy mei kracht
in de door haar aangegeven richting zal werken.
Deze motie werd zonder stemming aangenomen, nadat
de heer Troelstra de zyne had ingetrokken.
Vet wondering werd uitgesproken, dat de ergerlijke
feiten (kortweg nu de koelie-gruwelen genoemd) niet
vroeger door de Indische ambtenaren aan het licht
is toch de eenig aannemelijke aanleiding tot
deze poging tot moord", zeide de dokter.
„Vermoedelijk wel", antwoordde Cecile.
„Neem me niet kwalijk, freule", zeide toen
de kamenier, die al dien tijd ongemerkt in de
kamer was gebleven.
Cécile keek haar aan en zag, dat het bleeke
en verschrikt uitziende meisje een juweelen
kistje in de hand had.
„Wat wil je?" vroeg Cecile.
i/Al de juweelen van mevrouw zijn weg!"
„Weg?" riep de dokter.
„Ja dokter. Ik heb ze er gisterenavond zelf in
gelegd en nu zijn al de doozen leeg", ant
woordde het kamermeisje, in tranen uitbarstend.
,/Dus dat was de aanleiding ik vermoedde
zoo iets", merkte de dokter op.
Verward en sprakeloos keek Cecile naar het
ledige juweelenkistje. Het leven harer tante was
in gevaar gebracht om hare juweelen te stelen.
Zou het misschieu eenzelfde persoon kunnen zijn,
die de beide misdaden had begaan En wie
mocht dat wezen Het gevoel van een bij-
geloovigen afschuw, dat haar bevangen had, sedert
het oogenblik. waarop- zij het woord //chloroform"