Zaterdag 13 December 1902 Twintigste jaargang. VERLOREN GELUK. J. ML C. POT, Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Zij, die zich van heden af op t blad abonneeren, ontvangen de tot Januari a.s. te verschijnen nummers RATIS. Publicatie n. Cl o s 3H O 3 FEUILLETON. BINNENLAND. THOOLSCHE COURANT iulM, pwijü aan te lelanpn ?an oesterleelt, \nMi ui Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per drie maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ino.zosden stukken, enz. worden atterll|k op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T h o Ie n ol v66r DONDERDAGMIDDAG hij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER Tholbs. Advertcntiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Aangifte ter inschrijving voor de NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Tholen, elet op de Militiewet 1901; maken bekend: e. dat het register van inschrijving voor de lichting an de Nationale Militie van 1904 van de hieronder edoelde personen, die in 1884 zijn geboren, zal ereed liggen op de gemeente secretarie alle werk- agen, van den lslen tot en met den 31sten Januari 903, van des voormiddags 9 lot 12 en des namiddags an 4 tot 6 oren e. vestigen de aandacht van belanghebbenden op e bepalingen, voorkomende in de arlt. 13, 14, 15, 6, 18 en 166 van bovengenoemde wet. Tholen, den 13 December 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. G. VAN STAPELE, Burgemeester. 1'. LABAN. Secretaris. O «Omdat zij de plaats aan den disch des levens bezet-vond, hopen wij haarop te voeden in vinnigen haat tegen de maatschappij.' Met dit post-scriptum eindigde laatst in „Het Volk' een advertentie, waarmee een socialistisch tohtpaar de geboorte van hun dochtertje wereld kundig maakte. Zoodra de gelegenheid gunstig is, zullen lus die brave ouders de zaden van haat uit- itrooien in 't onbedorven kinderhartje. Door bun goede zorgen zullen die zaden daar op schieten als alles verstikkend ruig onkruid. De haat zal over het leven van dat meisje liggen als eeu reuzen-rouwsluier. Diep rampzalig, beklagenswaardig wezentje I Van haar jeugd af zal zij leeren venijn zuigen uit alles, zelfs uit het welziju en geluk van snderen. Haar eigen leven zal daardoor worden rergiftigd. Zij zal geen inenschelijke, edele, reine vreugde leeren kennen. Onbekend zullen haar zijn die eenvoudige, kleine en reine genoegens, die als bloempjes staan langs den levensweg van ieder recht- tchapen rnensch, ook al is hij arm. De zonnestraal, die ook den arme meestal weet te vinden in zijn schamel woonvertrekje, de zonnestraal, die schuins door de ver weerde ruiten binnenschiet en leven wekt waar zij langs strijkt, die de roode geranium op den vensterbank roodgloeiend maakt, het blonde kinderkopje daarnaast in goudgloed zet en op het vloerkleedje plekken toovert van schitterende kleuren de leven-en vreugdewekkende zonne straal zal voor haar slechts zijn een bode van verdriet en rouw. Want haar haat herinnert haar, dat er raenschen zijn, die in ruimer mate dan zij kannen genieten van het zonnestraaltje dat de zon bij sommigen niet een enkel bloempotje maar heele bloemperken met haar tooverlicht overstroomt, haar kleurenspel speelt tusschen de plooien van zware gordijnen en op mollige frisch-kleurige tapijten. En haar lietdeloos hart, overloopend van gal, gevoelt niets van het schoone in haar nabijheid. Wanneer zij het geluk heeft moeder te wor den, zal zij de moederweelde niet kennen. In haar hart is geen plaats voor edele, leedere ge voelens. Daar leeft slechts haat. Onder voor wendsel haar kind gelukkig te willen maken, zal zij de gal en alsem van haar eigen hart overgieten in het arme kinderhartje. En het gevolg ervan Nieuw verdriet voor de verdwaasde moeder. Want zij zal haar kind zien rondloopen, het lieve kindergezichtje mismaakt door on tevreden trekken, de heldere kinderoogen, waar uit een hemel van onschuld en liefde u moest tegenstraleu, glurend en vurend van haat. En haar natuurlijk vrouwelijk gevoel zal haar dan zeggen, dat andere kinderen, die met meer liefde rijke gevoelens zijn opgevoed, ondanks hun gebreken en onvolmaaktheden veel lieftalliger zijn, dan dat door haat verbitterde schepseltje, Jat rij fessr .Vind wne.nt Haar haat zs! hierdoor, des te bitterder, zij zelf des te ongelukkiger worden. En zoo zal liet haar gaan het geheele leven door. Ieder bloempje langs haar levensweg zal door haar haat veranderd worden iu een puntigen doorn, die haar en anderen in 't harte steekt. Beklagenswaardig levenslot! En van zulke menschen zou hel heil der toekomst te wachten zijn? Dit is immers on mogelijk. De hoorn van haat en afgunst heeft nog uooit iets goeds voortgebracht. De eenige vracht, die er aan groeit is moord en doodslag. KANTONGERECHT te THOLEN. 8 December 1902. Door den beer Kanton rechter alhier zijn heden veroordeeld, wegens Fisschen zoncler acte en zonder vergunning L. d. G- te Scherpenisee tot 4 boeten van f 2 elk of 2 dagen hechtenis voor elke boete, met verbeurdverklaring van de niet in beslag genomen kruisnetten, bevel tot uitlevering daarvan, te betalen 50 cent voor elk of 1 dag hechtenis. Bevisschen der Schelde en Zeeuwsche stroomen zonder vergunning en het voorhanden hebben van lot beneden de wettelijke maat J. W. A. B. 29 jaar en M. d. E. beiden te Oud-Vossemeer, ieder tot 2 boeten van f 2 elk of 2 dagen hechtenis voor iedere boete voor ieder hunner. P. d. E. te Oud Vossemcer tot t 2 boete of 2 dagen hechtenis. Fisschen met verboden vischluig J. v. E. te Sint Philipsland tot f 2 boete of 2 dagen hechtenis met bevel tot vernieling van de in beslag genomen botschaar. Zijn vaartuig niet voorzien hebben van letter- teckeii en nvmmer S. L. 23 jaar te Yerseke tot f5 boete of 3 dagen hechtenis. In de kom der gemeente op een hondenkar bijven zitten en straatschenderij A. K. 21 jaar te St. Annaland tot 1 boete van f 1 en een boete van f3 of 1 en 2 dagen hechtenis. Zjn hond niet voorzien hebben van een muilkorf: A. v. d. J.. 32 jaar te Tholen tot f 1 boete of 1 dag hechtenis. Zjn honden niet vasthouden bij het tegenkomen van paafden J. d. K, 48 jaar te Oud-Vossemeer tot f 1 boete of 1 dag hechtenis. Zijn trekdier onbeheerd laten op den openbaren weg c. V. 57 jaar te Scherpenisse. M. T. 28 jaar te Oud-Vossemeer ieder tot fl boete of 1 dag hechtenis voor ieder hunner. Loopen over bezaaiden grond zonder vergunning J. J. C. 28 jaar en L. U. huisvrouw van C. Q. beiden te Oud-Vossemeer, ieder tot f 3 boete of 2 dagen hechtenis voor ieder hunner. P. P. en J. K. beiden te Oud-Vossemeer ieder .boete of 1 dag hechtenis voor ieder hunner. over de trambaan zonder vergunning J." M. 60 jaar te St. Philipsland tot f3 boete of 2 dagen hechtenis. Fee laten loopen op eens anders grond zonder vergunning C. C. L. te Stavenisse tot 2 boeten van f 1 elk of 1 dag hechtenis voor iedere boete. G. W. 48 jaar te Stavenisse tot f 1 boete of l dag hechtenis. C. v. T. 33 jaar te Oud-Vossemeer tot f 3 boete of 2 dagen hechtenis. Bestemmen van vleesch voor de consumtie zonder dat dit gekeurd is A. S. 50 jaar te St. Maartensdijk tot f 10 boete of 3 dagen hechtenis. Na sluitingsuur in zjn herberg bezoekers houden M. J. A. te Oud-Vossemeer tot f 1 boete of 1 dag hechtenis. Zich na het sluitingsuur in een herberg bevinden J. C. v.A., J. R., M. C. v. D., en W. J. L. D. allen te Oud-Vossemeer, ieder tot f 1 boete of 1 dag hechtenis voor ieder hunner. In zijn winkel margarine voorhanden hebben zonder dal het woord „Margarine" op de deur van dien winkel staat J. M. Z. te Tholen tot f 5 boete of 2 dagen hechtenis. In slaat van dronkenschap de orde verstoren P. C. Q. 22 jaar te Tholen tot f 8 boete of 4 dagen hechtenis. Openbare dronkenschap A. P. te St. Maartensdijk tot f 1 boete of 1 dag hechtenis. P. C. en E. P. C. beiden zonder bekende woonplaats iu Nederland, ieder tot fl boete ot 1 dag hechtenis voor ieder hunner. A. P. te St. Maartensdijk tot f3 boete of 2 dagen hechtenis. Openbare, dronkenschap en opgeven van een valschen naam M. v. d. E. 42 jaar, zonder bekende woon- plaats in Nederland tot 1 boete van f I en 1 boete vau f3 of 1 en 2 dagen hechtenis. F rijgesproken A. A. D. te Oud-Vossemeer. Uit hetDuitsch. Eveline zag hem eene wijle met groote, kalme oogen aan. „Wat wil je daarmee zeggen vroeg zij. „Wil je daarmee zeggen, dat je juist daarom zoo bang voor hem bent, omdat hij verheven is boven de zelfzuchtige oogmerken, die jou heel vervullen Nu, daarin heb je het zoo mis niet, ik ben niet blind. Ik weet den eenen rnensch met den andereu te vergelijken en ik beken, dat jij bij die vergelijking niet wint." Hij lachte schamper. „Je opeuhartigheid is niet heel vleiend 1" „Dat moet zij ook niet zijn. Niets licht er verder van mijn weg, dan je te vleienwant zooals ge je heden aan mij vertoont, moet ik zeer ernstig betwijfelen of wij elkander ooit be grepen hebben," De minister van Marine, de heer G. Kruys, is hedenmorgen overleden. Het aandeel van Zeeland in de lichting voor 1903, 17.500 man, bedraagt 754 man, waarvan 530 voor volledige en 224 voor verkorte oefening. Bij de Dinsdag in Amsterdam III gehouden herstemming voor de Tweede Kamer werden uitgebracht 5992 geldige stemmen. Gekozen nar. P. J. Troelstra (soo.-dem.) met 3397 stemmen. De heer J. W. IJzerman (lib.) kreeg 2595 stemmen. Tweede Kamer. De algemeene beschouwingen der Staatsbegrooting zijn onderbroken door do behandeling van hoofdst. 111, Buitsnl. Zaken, dat slechts weinig tijd vorderde en bij de verdediging waarvan do betrokkeu minister een niut zeer schitterend liguur maakte, ofschoon de leden het hom volstrekt niet lastig maakten. Wie het (bij de algemeene beschouwingen nam.) den minister Dr. Kuijper en de heele regeerings- partij wel lastig trachtte te maken was de afge vaardigde Staalman, een der vrienden, doch die al lang niet meer als een vriend beschouwd wordt. Hij sprak krachtig zijne teleurstelling uit, dat dit kabinet nog zoo weinig do beleden christelijke be ginselen in toepassing bracht en verwachtte van da samenwerking inet de katholieken geen heil, omdat deze, volgens de eigen woorden van Dr. Kuijper, vroeger gebezigd, een kruideniers-politiek volgen. Hij vergeleek de gevoerde politiek van den premier met zijn politiek als kamerlid en publicist. Hieruit blijkt, dat Staalman hetzelfde doet, als de tegen standers van bet kabinet, en dat het theatraal af- le<rcon van de oude plunje door onzen premier niet ve'et gebaat heeft; hij wordt er nog vaak genoeg aan herinnerd, wat te verwachten was. Hoever de heer Staalman gaan wil met de na leving der christelijke beginselen, blijkt uit het volgendo. Hij klaagde, dat eon gereformeerd rekruut, die ziju meerdere hoort vloeken, dezen meerdere daarover niet tot de orde mocht roepen. Hij vond dit zoo verschrikkelijk, dat hij Dr. Kuijper deswege „voor 't aangezicht van den levenden God riep". M isschien wel om de eene dwaasheid met de andere te bestrijden, verdedigde Z. E. zich met de woorden van een gereformeerd moralist van ongeveer 'tjaar 1600, die leerde, dat het dikwijls niet dienstig is, oogenblikkelijk op het kwade te wijzen. Verder verdedigde hij zich met opzet niet tegen de aanvallen van den heer Staalman, wat deze alles behalve aangenaam vondde leden der bestreden coalitie vinven er zooveel te meer op in, de katholieken „Het schijnt wel, dat je liefst op staanden voet met mij zoudt willen breken!" riep hij tartend. „Dat mag in je oogen zoo den schijn hebben" antwoorde zij „maar je oogen zien al lang niet helder. Ik wil niets laten vermoedeD, wat niet in mijn woorden ligt. De erfenis moet niet mijn ongeluk worden." Het gelakte hem niet, haar tot andere ge dachten te brengen. Hij had zich misrekend. Hij zelf was vernederd, en elke volgende ontmoeting met Eveline leverde hem het bewijs, dat hij zich niet zoo gemakkelijk weer zou kunnen oprichten. Hij voelde, dat hij alle macht over haar verloren had en dit verbitterde hem meer en meer tegen haar. Iu den beginne zeide hij wel tot zichzelven „Bedwing je vermijd alle gekibbel verraad jezelven niet I Uit zijn maar nukken, die vanzelf wel weer zullen wegdrijven. En zoo niet eenmaal getrouwd, zal zij toch wel moeten eindigen met naar miju pijpen te dansen. De man heeft andere middelen om zijn wil door te zetten." Maar hij was in zijn heerschzucht te tactloos en te onbeminnelijk, om haar te kunnen misleiden. Zijn rol ging kem slecht af, De afhankelijkheid drukte hem; het werd hem op den duur onduldbaar, voor het oog de minste te zijn en zich naar den wil van een meisje te moeten schikken. Zoo kwam het opnieuw tot botsingen, woordenwisse lingen, heftige uitvallen en onwillige ver ontschuldigingen. De gedachte, dat de erfenis door welke hij reeds stellig gehoopt had er geheel bovenop te zijn geraakt, hem ten slotte mét het meisje nog zou kunnen ontvallen die gedachte kon hem razend maken. Overigens meende hij Eveline volkomen te doorgronden. Zij bedroog misschien zichzelven maar hein zeker niet. De musicus had haar hart gewonnen tegen hem trok hij aan het kortste eind. Eveline verdroeg een maand lang zijn kwaad humeur en zijn onaangename manieren. Daarna hakte zij den knoop door. Toen hij weder eeu scène had gemaakt, zeide zij hem rondweg dat zij bij elkaar niet pasten, en dat zij het aan zichzelve verschuldigd was, er een eind aan te maken. Nu liet hij ook aan zijn gal den vrijen loop. Jawel 1 de dochter was net als de moeder 1 Maar zij moesten niet denken, dat zij hem zoo gemakkelijk konden wegsturen. Ook hij was aan zichzelven iets verplicht en dit zou hij haar ongenadig doen gevoelen. Eveline keerde hem verachtelijk den rug toe „Nu ben ik volkomen voor mijzelve ge rechtvaardigd", zeide zij. Als vijanden gingen zij van elkander. Vrouw Romer zou waarschijnlijk aan al deze wederwaardigheden dapperder het hoofd geboden hebben, indien haar man vaster op zijn beenen had gestaan. Doch zij zou wel volslagen on gevoelig moeten zijn geweest, om niet te merken dat haar Anton sedert eenigen tijd in het ge heel niet meer de oude was ook afgezien van de verandering, welke reeds terstond door de erfenis in hem was teweeggebracht. Het leek er wel naar, of de praatjes van de menschen hem geheel in de war gebracht hadden. En zoo was het ook inderdaad. Zijn oude hoofd, altoos reeds min of meer verward en sedert het overlijden van den heer Ficher niet meer in staat om al die vreemdsoortige i n drukken en ervaringen behoorlijk te verwerken had een stoot gekregen, welken hij niet meer scheen te boven te komen. Zijn logica stond al niet op veel vastere schroeven, dan die van

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1902 | | pagina 1