-f®. 907.
Zaterdag 25 October 1902.
Twintigste jaargang.
EN
klooien en de pest.
ERLOREN GELUK.
er
t nummer bestaat uit 2 bladen.
c ;j
J.
H. C. POT,
0.
n,e
:l.
FEUILLETQH.
IJ l X N K L A N I).
Van onze berichtgevers.
Geï
70 c
'Uvei
□idd
r
p
;rati:
i m,
10211
RSEKSCHE
ITHOOLSCHE courant,
m m m i 1 1 11 I I 1 L 1 J 1. u
npas
isers
i kw
Bril
mess
Cnoo
Inuj
ondi
plegi
Na
gord
ulc
8;
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag,
ijs per drie maanden, franco per post 65 cents,
jor het buitenland 90 cents.
ing.zonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
bureau te T h o 1 e n ol «óór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
T H O L E N.
Advertcntiën van 1 tot 4 regel» 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt aleohts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
ur i
li griezelig onderwerp, opgefleurd door een
je uit de oude doos.
r was eens een koningszoon, die in weelde
Op zekeren dag zeide hijwaarom zijn
ich vliegen en muggen? Zij steken en
en en zijn tot niets nut. En hij trachtte
el mogelijk deze nuttelooze beestjes uit
reg te ruimen.
nigen tijd later evenwel werd zijn vader,
ining, van den troon verdreven eu de prins
vluchten. In een groot bosch viel hij in
De vijanden van zijn huis, die hem
rvolgden, zouden hem hebben ingehaald.
ziet, terwijl hij sliep zette zich een vlieg
in aangezicht en stak hem. De prins daar-
wakker geworden, bemerkte het gevaar
Ir in hij verkeerde en ontvluchtte zijn be-
I ïrs. Alzoo had hij het behoud van zijn
aan een vlieg te danken."
:t dergelijke verhaaltjes trachtte men ons
nze prille jeugd te leeren dat elk levend
zijn doel en bestemming heeft, en dat
asu de roeping der vliegen en muggen
at in het waarschuwen van bedreigde
les of koningen-
at zouden de menschen, die dergelijke
ikjes samenstellen, wel zeggen van de nieuwste
ouwingen over de rol, die de vlooien en
1 ongedierte spelen bij de verspreiding
de pest.
ED|asteur heeft daarover veel geschreven en
omt tot de conclusie, dat de besmetting van
te wijten is aan de ratten, maar dat de
etting zelve in de laatste instantie teweeg
it gebracht door het ongedierte, dat op die
tl huisvest.
ter de rol die de ratten vervullen, kan geen
el meer bestaan. Niet alleen dat iedere
emie door een epidemie onder de ratten
,t voorafgegaan, maar ook iedere verergering
de ziekte wordt door een gelijke verergering
le ratten aangekondigd en nog wat meer is,
- re verspreiding op een tot dusver niet aan
1ste plaats door den mensch, komt slechts
tot stand als eerst de ratten zijn ziek ge
len. De besmetting van mensch op mensch
voor, maar is een hooge zeldzaamheid.
,oe wordt dau de mensch besmet? Het
ge, wat tot een verklaring leiden kan, was:
nog onbekende schakel aan te nemen tusschen
rat en den mensch.
laar lien schakel vormeu de vlooien.
tel trok Simond's aandacht, dat het eerste
chijnsel van pest bij den mensch gewoonlijk
aat uit een klein blaasje, volkomen overeen-
eude met een vlooienbeet. Zooals men weet
)en ratten veel last van vlooien; en als de
>edi|
rdei
tratc
ireel
JA
8'
1'ho
91
Nijv
oupt
cha,
ratten sterven zoeken de vlooien een ander
lichaam op, en brengen, verzadigd met het be
smette bloed hunner slachtoffers, de pestbacillen
over in het bloed van anderen.
Proeven met dieren bevestigden dit vermoeden.
Een rat geplaatst in de niet gereinigde kooi
van een ander die aan de pest gestorven is,
krijgt de ziekte niet, als hij niet opzettelijk
wordt geïnfecteerd. Maar toen Simond een rat
plaatste bij het stervende lichaam van een ander,
die opzettelijk met ongedierte was besmet en
spoedig overleed, kreeg dit dier de ziekte wel,
hoewel hij door een traliewerk van den ander
gescheiden was.
Besmetting van mensch op mensch door
middel van ongedierte is vooral mogelijk in
het laatste tijdperk als de pestbacillen zich
door het bloed van den lijder hebben verspreid.
Ook het feit dat die besmetting, als ze tot stand
kwam, altijd kwam van een lijder, die later be
zweek, wordt hierdoor verklaard. En ten slotte
is het ook duidelijk, dat de pest vooral daar
woedt, waar onreinheid heerscht en dat de be
smetting in de Europeesche hospitalen veel
minder voorkomt dan in de inlandsche.
Zooals men weet is ook op de rol, die ander
ongedierte bij het overbrengen van verschillende
soorten van besmetting speelt, in den laatsten
tijd de aandacht gevestigd.
Koch vermoedt, dat de malaria wordt over-
of misschien voortgebracht door den steek van
inttggert'; !W!ügen""bfengeri longtering en typhui
over. En wie zal ons zeggen welke rol misschien
de parasieten van deze parasieten spelen?
Hoe meer men zich in de zaak indenkt,
des te meer komt men tot de griezelige over
tuiging, dat de socialisten het nog niet zoo
heel ver mis hebben en dat de heele wereld
berust op een groot systeem van uitzuigerij
dat de menschen worden uitgezogen door
muggen, vliegen en vlooien; dat deze ondieren
(o heerlijke voldoening voor den mensch) op
hun beurt door parasieten worden uitgezogen;
dan komen vervolgens de parasieten van deze
parasieten; en heel aan het andere eind van
de reeks de bacillen
Laten we hopen, dat het aan de wetenschap
zal mogen gelukken, deze op hun beurt óók
van een behoorlijk stel uitzuigers te voorzien.
kozen werd Mr. S. de Vries (anti-rev.) me'
2431 stemmen. Mr. M. M. Schim van der Loeff
(lib) verkreeg 1483 stemmen.
Tot lid der Provinciale Staten van Zuid-
Holland is bij herstemming gekozen Mr. J. H.
Patijn (lib.) met 3953 van de 6773 geldig
uitgebrachte stemmen.
De heer P. Dekker, Jzn., burgemeester van
Wemeldinge, heeft verzocht, voor eene herbe
noeming, in Nov. a. s. niet meer in aanmerking
te komen.
Eerste Kamer.
Dc Eerste Kamer heeft Vrijdag, na eenige gerust
stellende verklaringen van den minister, de haring
speetwtt aangenomen, en dat nog wel zonde
hoofdelijke stemming.
Er is door den minister een en ander ter ver
dediging aangevoerd, beloofd en verzekerd, dat ons
doel denken aan de oude stelling die te veel bewijst,
bewijst niets. Bijv. dat het beginsel der arbeidswet
niet is aangetast, dat de regeering nooit zal mede
werken tot verslapping dier wet, dat het meer en
meer haar doel blijft, de nachtrust der vrouw te
verzekeren, dat door de aanneming van dit ontwerp
des t»i beter paal en perk aan den nachtarbeid van
vrouwbn kan worden gesteld.
Het kan best waar zijn, dat deze gesanctioneerde
inbreuk op de arbeidswet noodig was, maar daarmee
rflint nog het bovengestelde niet. Het blijft naar
.schijn de eerste schrede op een gevaarlijken
looals ook door een der Kamerleden op-
Uit hetDuitsch.
ontstond nu weder diepe stilte in het
tertje. Dat de procureur terstond na de
ling van het testament zijn schreden herwaarts
dde, dit moest toch wel iets te beteekenen
tarvjben. Romer bewaarde nog maar ten halve
kalmte; vrouw Romer trok met bevende
p »ers haar schorteband losde sergeant draaide
zijn snorretje en Becker zat triomfantelijk
glimlachen. Slechts Eveline hanteerde zoo
als ooit haar borduurschaartje, zonder een
tdje te beschadigen. Becker met wien zij
oofd was ergerde zich, dat zij hem zoo weinig
sof schonk. Hierdoor alleen, meende hij, liet
kalmte zich verklaren.
Hu werd er aan de deur geklopt. Drie, vier
omen tegelijk riepen: „binnen 1"
De heer Eulert had een bundel paperassen
der den arm. Hij keek in de kamer eu zeide,
Een in 't oog vallende benoeming onder het
huidige ministerie is ongetwijfeld die van den
liberalen oud-minister Cort van der Linden tot
lid van den Raad van State.
Welke beweegredenen men aan die benoeming
toeschrijve, men zal moeilijk kunnen ontkennen,
dat het een erkenning van verdiensten is ook
bij de tegenpartij.
Bij de Woensdag gehouden stemming voor een
lid van de Tweede Kamer in het district Gouda,
werden uitgebracht 4714 geldige stemmen. Ge-
e "heïr~Vah"'Ve5zen zag in de'Indiening vin dit
ontwerp een daad van moed, en hij verwonderde
zich, dat anderen dit niet reeds vóór hem gedaan
hadden.
Dat verwondert ons volstrekt niet. Veronderstel
een Hercules ontmoet een dwerg, en zegt„ga voor
m(j uit den weg". „Dat doe ik niet", antwoordt de
dwerg. „Goed," zegt Hercules, „dan zal ik voor u
uit den weg gaan". Welke edele beweegreien Her
cules voor deze toegevendheid moge hebben, niemand
zal toch aan een bewijs van moed denken. Zoo
behoorde er weinig moed toe dit wetje voor te
stellen, waar de minister wist te doen te hebben met
een Tweede Kamer, die met hem, nu. ja, die
hem niet zoo licht zal afvallen.
In de najaarszitting der Provinciale Staten
van Zeeland zullen o.m. behandeld worden de
volgende voorstellen van het Gedeputeerd
college, om dilligent te worden verklaard
ten aanzien van het verzoek van den raad
van Colijnsplaat om subsidie voor het ver-
groote n van de haventen aanzien van het
verzoek van den Dijkraad voor de waterkeering
van het calamiteuze waterschap WalzoorJen om
wijziging van het reglement voor de calamiteuze
polders of waterschappen en ten aanzien van de
verbetering van de gemeenschap tusschen
Noord- en Zuid-Beveland.
Verder zal aan de orde worden gesteld het
aangehouden voorstel van Ged. Staten tot vast
stelling van eene regeling voor het pensioneeren
van weduwen en weezeu van provinciale ambte-
Voorts komen in behandeling voorstellen van
Ged. Staten: tot inwilliging van het aan
gehouden verzoek van W. Moelker c. s. te
Tholen om subsidie voor een wagendienst
TholenSt. Maartensdijk; tot afwijzing van het
aangehouden verzoek van het comité voor de
tram BrouwershavenBurghsluis om subsidie
in de kosten van aanleg en exploitatie van die
tram; tot inwilliging van het verzoek van de
vergadering van ingelanden van den Oud
KempeniiqfsledepaMei om calainiteusverklaring
van dien polder; tot inwilliging van het ver
zoek van C. L. van Woelderen, J. W. A. F.
van Maren Bentz van den Berg en mr. J.
Smit Az., om het toegestaan subsidie van f1500
voor de oprichting en instandhouding van eene
zeevaartschool te Vlissingen te verhoogen tot
f 2000, en om voor den aanleg van proeftuinen
in 1903 een crediet tot een maximum van
f 100 te openen aan de commissie, belast met
het toezicht op de proefvelden in Zeeland.
SINT ANNALAND. In de deze week ge
houden vergadering vau den gemeenteraad werdén
onderzocht de geloofsbrieven van het nieuw ge
kozen lid, den heer L. Polderman en tot diens
toelating besloten.
Voorts werd vastgesteld de gemeente-begrooting,
dienst 1903 en wel in ontvang en in uitgaaf
up ociie gelijke som vau f17590,66.
Besloten werd de heffing van een haven- en
kadegeld, waarvoor de koniuklijke goedkeuring
slechts verleend is tot 1 Januari 1903, te be
stendigen en de regeling te houden als vroeger,
n.1. het havengeld a 5 cent per 1000 Kg. laad
vermogen. Schippers die vijf maal dit havengeld
betaald hebben, zijn voor 't overige deel des jaars
vrij. Kaaigeld voor suikerbieten, mangelworteleu,
paardepeen en boomstammen 12'/, cent en voor
pulp 5 cent per 1000 Kg. laadvermogen van
het vaartuig waarin deze worden verscheept
of ontvangen.
IERSEKE. Hier heeft iemand in het laatste
leg-seizoen van 4 eenden 518 eieren geraapt.
Maandag 11. is met 11 leerlingen een
nieuwen winler landbouwcursus geopend, evenals
de vorige onder leiding van den heer A. T,
Plasschaert, onderwijzer aan school I.
Te Rilland heeft een werkman met 8
kinderen, waarvan het oudste 10 jaar, plotseling
het werken vaarwel gezegd; hij kan maar niet
tot ander inzicht gebracht worden. Hij redeneert
naar men zegt, aldus„Als God wil, dat ik
eten heb, dan zal hij wel zorgen, dat ik het krijg."
't Is dwaas, maar misschien niet veel dwazer,
dan de bezwaren die sommigen nog hebben tegen
assurantie en vaccine.
OUD-VOSSEMEER. In de eerste vergadering
van het Rederijkers-gezelschap „Eendracht" alhier,
werd medegedeeld, dat zich een genoegzaam getal
toen hij den klerk gewaar werd: „O, gijlieden
weet het zeker al?"
„Wij hebben het niet willen gelooven",
antwoordde Römer.
„Neen, heusch niet", bevestigde zijn vrouw,
terwijl zij den procureur een stoel aanbood.
„Hoe wonderbaarlijk het ook schijnt", zeide
de heer Eulert met een gemelijk schouderophalen
„het is toch zoo. De heer Ficher heeft
de verwachtingen van het algemeen teleurge
steld en ook nog tot in zijn laatsten wil zijn
reputatie als zonderling bevestigd. Hij benoemt
in een gezegeld en gedeponeerd, volkomen on
betwistbaar testament zijn huisbewaarder, Anton
Römer tot zijn ecnigen en universeelen erfge
naam."
„Heer in den hemell" riep vrouw Römer
en sloeg de handen boven haar hoofd. Nu
eerst voelde zij den schrik in hare leden.
„Is het mogelijk? Wat overkomt ons!" liet
haar man zich bijna tegelijk met haar hooren.
Hij streek zijn verwarde, grijze haar van het
voorhoofd over den kalen schedel omhoog.
„Zie je nu wel? Heb ik nu geen gelijk ge
had? Zal je het nu willen gelaoveu, Evelientje
riep triomfantelijk de klerk Becker.
„Alleen", voer de procureur voort „alleen
voor het geval, dat het echtpaar Römer de
erfenis zou willen van de hand wijzen
De sergeant stiet een luid gelach uit.
Is de stad als erfgename gesubstitueerd."
„Wat wil dat zeggen?" vroeg de oude, eenigszins
onthutst.
„Feitelijk, niets", antwoordde de klerk „want
het echtpaar Römer zal niet zoo dom wezen,
een rijke erfenis van de hand te wijzen."
„Dat lijkt inderdaad hoogst onwaarschijnlijk",
stemde de heer Eulert toe. „Het is dau ook
maar ter wille van den vorm neergeschreven
hoewel ik voor mij het niet zooveel
vreemder zou vinden, dat een man uit den
kleinen burgerstand, die zich in dien stand
over zijn lot niet heeft te beklagen, een geheel
onverwachten rijkdom met de daaraan verbonden
zorgen en lasten zou afwijzen
„Oho I viel de sergeant in.
„Dan dat een rijke zonderling de gril ver-
loont, aan arme lieden zijn gansche vermogen
te geven Ik wil mij gaarne er over ver
heugen, beste menschen, dat ulieden zoo bij
verrassing een groot fortuin ten deel gevallen
is maar de zegen er van schijnt den
erflater zei ven niet boven bedenking verheven
te zijn geweest."
„Heeft hij dan volstrekt niet le verstaan ge
geven", vroeg vrouw Römer schuchter, „waarom
hij ons zoo bovenmate Och 1 die goeje
meneer I die goeje meneerDe tranen
stroomden haar eensklaps over de wangen.
„Voor uwe trouwe diensten, heet het in het
testament. Overigens treedt hij in geenerlei
verklaring", antwoordde de heer Eulert.
Ach, die goeje meneer! die beste meneerI"
herhaalde zij, en liet hare tranen nog rijkelijker
vloeien.
„Behoort ons het huis nu ook toe?" vroeg
Römer bedeesd.
„Het huis, met alles wat er in is", verzekerde
de procureur. „En al het overige ook."
Nu begon ook Romer week te worden, zoodat
hij weldra met zijn vrouw om het hardst zat
te snikken. „Wel wel! Zoo'n goeie, beste,
menschlievende meneer I Nu kunnen we
hier rustig blijven wonen?"
„Zou ik ook mogen weten, wat u onder al