uittil, pijji au i! Itlaipa ra mstirlalt, laiilm, ai Co, N°. 899. Zaterdag 30 Augustus 1902. Twintigste jaargang. EN n, J. H. G. POT, EEUILLETOÏL n ro ID, 00 TEÜ ,a lit nummer bestaat uit 2 bladen. Pu blicatiën. *V. 37: Scheidsgerecht onder de schoolgaande jeugd. ter u n ïe BINNENLAND. Van onze berichtgevers. gra IERSEKSCHE I a n 10 THOOLSGHE COURANT, Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per drie maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan 8n N it bureau te T h olen ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. 27, UITGEVER: T H O L E N. Advertcntiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. ten ersch waar 3 4 e Burgemeester der gemeente T h o 1 e n gt, in verband met het door Hare Majesteit Koningin te kennen gegeven verlangen, kennis der ingezetenen, dat het uitsteken laggen voor den verjaardag van Hare isteit niet op Zondag den 31 Augustus, r den daarop volgenden Maandag plaats ie. holen, 23 Aug. 1902. Be Burgemeester voornoemd M. G. VAN STAPELS. urgemeester en Wethouders van Tholen zullen Zaterdag 30 Aogustas a.s., des middags ten 12 (en raadhuize aldaar publick verkoopen TWEE HOOPKN STRAATMEST. voorwaarden van den verkoop liggen van heden af lezing Ier secretarie, iederen werkdag des voor- ags van 912 uur. tolen, den 21 Augustus 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. G. VAN STAPELE, 1'. LABAN, Secretaris. ■e m in i uil den beht die kinc als iver tevoll iLOO eurs 1( et is heerlijk te denken en te gelooven, eenmaal alle menschen en volken als broeders elkaar zullen leven, en dat bij de be ding van geschillen, die ook dan nog ;n voorkomen, elke gedachte aan geweld 3 zal blijven. het ooit zoo verre zal komen? Wie zal zeggen. Zeker zal het nog lang duren, en SDI; er eerst nog ontzettend veel in de denk en den aard der menschen en volken aderen. Maar waar een wil is, is een De handen aan den ploeg geslagen, ieder zich en allen te zamen! De gedachte aan nietigheid van eigen kracht moet ons niet houden onzen zaadkorrel mede uit te ien. Vele droppels vormen den oceaan, niemand begint, komt men nooit aan het end. aar gelukkig, er is reeds een begin, er is een beweging, die al wat beteekent en en meer veld wint. En men is tot het ht gekomen, dat het denkbeeld van al- :ene ontwapening van het onderen op moet reekt worden. Van de regeeringen i3 in opzicht vooreerst niet veel tc wachten. De :n moeten leeren inzien, dat de oorlog den ich onteert en een overwinning of nederlaag beslist omtrent het recht. Zoodra de over lig algemeen gevestigd is, dat de oorlog noodzakelijk is, om geschillen tusschen de n uit den weg te ruimen, en deze den hebben om heerschzuchtige regeeringen eerstaau, dan zeker, maar ook niet eer, zal uit zijn met den oorlog. Dat is zoo een- eten lank, koop vooi aden aden iden C. I bij ttoor I. ompa 'asser le k il Br errne: ïKno us ndriD i, on< vrou Kru er; Tle8 j, e-, Ni 1 dsgon ttróle S ch Uit het Duitseh. tng spraken we over allerlei onderwerpen; leed geen enkele poging om vriendelijk s mij te wezen, alleen die oogen spraken vreeselijke taal. Ze bleven onophoudelijk iij gevestigd, ze brachten mij geheel in de delijk rukte ik mij met geweld uit die vering los en stond op. Wij namen af- en fluisterend vernam ik ieve vriendin, denk nu en dan met mede- in aan een vriend, die altijd aan u denkt ongelukkig gevoelt." vreemd suisden die woorden eerst in ooren, ternauwernood tot bezinning ge- verafschuwde ik ze! 'tt week later. voudig als het licht, dat van den hemel schijnt. Maar juist, omdat verbetering alleen van een veredelde volksovertuiging te wachten is, moet met de jeugd begonnen worden. „Geeft tnij uwe kinderen, en ik beheersch de toekomst". Het opkomend geslacht moet groot gebracht worden met de leer, dat het recht van den sterkste niets met het heilig recht te maken heeft, maar dat men veel eenvoudiger en zekerder tot een goede beslissing komt, door deze aan wijze en onpartijdige rechters te onderwerpen. De gedachte, dat men met de jeugd beginnen moet, heeft den schrijver van het in het voor laatste nommer vermelde vlugschriftje: „Scheids gericht onder de schoolgaande jeugd" geleid, om aan alle lagere en middelbare scholen eenige leer lingen door de schooljeugd te doen kiezen, die een bestendig schoolgericht zullen vormen, om de kleine geschillen en veeten, tusschen hunne medeleerlingen ontstaan, te vereffenen. Op dit voorstel weuschten we even terug te komen. Niet om de strekking, die is helder genoeg en heeft onze volle waardeering, maar over de uitvoering. De schrijver zwijgt met opzet over de in richting der bedoelde scheidsgerichten en wil die overlaten aan de hoofden van scholen, die een proef willen nemen. Dat is verstandig. Maar we stellen ons voor, dat de onderwijzer, die een proef wil nemen, voor enkele vragen zal komen te staan, die vooraf beantwoord moeten worden. Bijv. moet het schoolgericht voor de gansche school werken; moeten de rechters uit alle klassen gekozen worden en moeten daarin ook meisjes zitting nemen; moeten alle geschillen behandeld worden, dus ook zulke, die in den vrijen tijd der leerlingen op de straat, of alleen die op het speelplein of in de klasse gerezen zijn; zal de behandeling der quaesties zoo snel mogelijk, dus vaak in den leertijd, of moeten zij na den schooltijd be handeld worden? Wat te doen, als er buiten de betrokken partijen geen getuigen zijn, of als de zaak reeds uitgevochten is, of als partijen zich niet aan de uitspraak van het gericht onderwerpen willen, bijv. door tegenwerking der ouders, die misschien de strekking der instelling niet begrijpen, of van „al die nieuwigheden" niet willen weten? We doen deze vragen niet om van de toe passing af te schrikken, maar uit waarachtige belangstelling. Er zou nog heel wat in verband met deze vragen kunnen gezegd worden, maar we twijfelen aan de belangstelling onzer lezers. Slechts dezen raad willen wij hier aan toe voegen voor hen, die de zaak willen aanpakken. Begin zoo eenvoudig en beperkt mogelijk, bijv. alleen met de hoogste klasse (der lagere school) en bepaal u tot wat in de school en op het speelplein voorvalt. De ondervinding zal dan leeren, of het denkbeeld levensvatbaarheid heeft en uitbreiding wenschelijk en mogelijk is. Mijn hart is tot berstens toe vol van al dien jammer en ellendel Hedenmorgen stond ik vredig op, want er was rust in mijn ziel gedaald I Bovendien, van daag zou Eduard den geheelen dag thuis blijven. Ik had hem dit onder een onverschillig voor wendsel laten belooven, want ik gevoelde, dat dit mij rust zou geven; dan was ik niet zoo licht nu en dan alleen met den man, die geheel mijn natuur in opstand bracht, en toch zoo'n groote macht over mij uitoefende. De morgen vloog voorbij; nog nimmer had ik mij zoo sterk in zijn nabijheid gevoeld. Tegen den middag keerde ik van een wandeling met Emma terug. Een bediende trad mij te gemoet en gaf mij een briefje. Het waren een paar regels, haastig op het papier gebracht, waarmee Ednard mij kennis gaf, dat hij on verwacht naar de naburige stad geroepen was. Een oud aeadetnievriend was stervende. „Ik kan je onmogelijk beschrijven Anna, hoe die tijding me aandoet. Geen enkel onder ons studenten, was zoo gelukkig, zoo geestig, zoo vlug en zoo bemind als hij. Wij bouwden de schoonste luchtkasteelen voor hem, en nu Bij het te Gravenhage gehouden examen voor surnumerair bij de posterijen en telegrafie is c a. geslaagd de heer M. N. D. Augustijn van Tholen. Volgens inlichtingen, die de N. R. crt. ontving omtrent de uitgave van president Kruger's gedenkschriften, zullen deze tegelijk in ver schillende talen, ook in het Hollandsch, ver schijnen bij Lehmanns Verlag te München, denkelijk in November aanstaande. Uit den Haag wordt gemeld dat de drie Boerengeneraals voornemens zijn zich Zaterdag middag naar Londen te begeven. De Generaals Botha, De Wet en De la Rey wenschen te constateeren, dat hun aandacht gevallen is op herhaaldelijk in Engelsche bladen voorkomende berichten, die afkomstig heeten te zijn van .hunne in Den Haag, Brussel of elders op het vasteland gevestigde correspondenten. Die berichten hebben ten doel de bestaande goede verstandhouding en overeenstemming onderling tusschen de Generaals, President Kruger, de deputatie en Dr. Leyds verdacht te maken door geheel ongemotiveerde mededeelingen omtrent meeningsverschillen, die in hun ver schillende conferentiën zouden geuit zijn, te publieren. De Generaals wensehen uitdrukkelijk ter Ugejieene kennis te brengen, dat de meest volkomen eensgezindheid tusschen hen en voor noemde personen steeds heerseht en steeds ge- heerseht heeft. Elke bewering of veronderstelling van 't tegendeel is absoluut bezijden de waarheid en kan alleen afkomstig zijn van kwaadwilligen of verkeerd ingelichte en licktgeloovige personen. IERSEKE. De pogingen om de kinderen op den Koninginnedag een aangenamen dag te be zorgen, vinden steeds meer waardeering. De gif ten vloeien tamelijk mild, en de liefhebberij voor den wedstrijd bij de kinderen is groot, Er zullen ongeveer 170 mededingers zijn. Des namiddags is er gelegenheid voor de jeugd om kosteloos van de oarroussel te genieten. Deze wordt uitsluitend voor de kinderen in 't werk gesteld. Des avonds muziek op de Paardenmarkt. OUD-VOSSEMEER. Het Gemeentebestuur heeft dit jaar de keibestratiug in een gedeelte van den kring van het dorp vervangen door kliukerbestrating, waardoor deze weder verder is uitgebreid. De uitkomende keien werden ver werkt in de Veerstraat, die toegang tot de haven geeft, en in het bietenseizoen veel ge bruikt wordt; de verbreeding dezer straat ver gemakkelijkt het vervoer. SCHERPENISSE. In den tuin van den landbouwer S. Hartog onder de gemeente alhier is een snijboon gegroeid die een lengte hij is misschien reeds doodIk heb daarom je thuiskomst niet afgewacht uit vrees dat ik mij daardoor verlaten zal." Onder het lezen van deze weinige regelen was ik duizelig en angstig geworden, doch niet die stervende vriend was er de oorzaak van. Ik begreep dat, ondanks mijn voorzorg, mijn noodlot mij niet losliet. Op datzelfde oogenblik trad Raderberg binnen. Aanstonds bemerkte hij mijn ontroering en, op den brief wijzende, vroeg hij „Anna wat deert u? Hebt gij een treurige tijding gekregen?" Ik knikte zwijgend. „En van wie?" vervolgde hij deelnemend. Ik kon niet vermijden hem de noodige in lichtingen te geven. Ik zag hoe een oogenblik vuur in zijn oogen schitterde, maar eerbiedig en zacht ant woordde hij „Hoe jammer, nietwaarGe waart zoo ge lukkig, dat Eduard vandaag den geheelen dag thuis zou wezen. En nu blijft hij misschien daarginds wel overnachten. Ik ken hem genoeg om te weten, dat hij zijn vriend niet verlaten heeft van niet minder dan 3 decimeter en een breedte van 3 centimeter. Twee werklieden waren in een schuur aan het dorschen. De een gaf, bij ongeluk, den anderen zulk een slag met den dorsch- vlegel tegen het hoofd, dat hij bewusteloos werd. THOLEN. Begunstigd door mooi zomerweer werd Dinsdag 11. de jaarlijksche tentoonstelling door de Vereeniging „Eloralia" alhier gehouden. Die gunstige weersgesteldheid was eene verrassing na de vele natte en gare dagen, die voorafge gaan waren en droeg er voorzeker veel toe bij om de zaal van „Non Semper" een echt vroolijk en feestelijk aanzien te geven. Evenals vorige jaren had de secretaris, Dr. J. M. Boom, zijn fraaie planten en bloemen beschikbaar gesteld ter versiering; maar ook de exquise inzending, mede ter opluistering, van Jhr. J. van Vredenburch, werd door het bestuur ten zeerste gewaardeerd. Op smaakvolle wijze waren ook de inge zonden plantjes door den tuinman J. van Sorge tentoongesteld. De achtergrond bezet^et hooge gewassen, daarvóór prachtige mozaikstukken, dit alies werkte mede om het geheel goed te doen uitkomen. Het was een lust de schoone verza meling van al die met zorg gekweekte bloemen te zien en wij brengen gaarne een woord van lof ook aan hen die de eenvoudige stekjes, in Mei uitgereikt, tot dien wasdom wisten te brengen, in weerwil van de minder gunstige weersgesteldheid. De prijsuitdeeling had des avonds plaats, op geluisterd door het fanfaregezelschap „Concordia." Alvorens hiertoe over te gaan deelde de voor zitter, de heer I. van Gorsel, mede, dat de in zenders over het algemeen blijk hadden gegeven van grooten ijver en liefhebberij in het kweeken der hun verstrekte plantjes en het daardoor een moeilijke taak voor de jury was de prijzen toe te kennen. De prijzen, naar keuze, werden toegekend als volgt: le prijs Joh. Deurloo, tafelkleed. 2e M. de Rijke, waterstel. 3e Wed. Leupen, petroleumkan. 3e J. B. Soomers, broodbak. 5e C. de Haan, petroleumstel. 6e A. Prince, 2 karaffen. 7e Wed. P. Ooms, boodschapmandje. 8e L. Jansen, beschuittrommel. 9e Mej. A. P. van Sorge, schoorsteenornamentjes. 10e L. Marico, ontbijtstel. 11e J. A. Polderman, briefk.album. 12e Mej. K. van Dijk, 2 vaasjes. 13e A. Jansen, presenteertrommels. 14e J. Geluk, Wz., tabakspot. 15e F. Warkens, aschbak. 16e P. Yerstraate, 2 cachepots. Na de prijsuitdeeling wenschte de voorzitter de wiusters en winners geluk met het behaalde succes. Zij die voor het eerst een prijs behaalden, spoorde hij aan, op den ingeslagen weg voort zal, vóór dat het gevaar geweken is. Maar, vervolgde hij na een oogenblik gezwegen te hebben, „in deze omstandigheden is 't beter dat ik heenga. Het zal u nu te veel last en drukte bezorgen, mij langer te logeeren. Het spijt me zeer, ik was hier zoo gelukkig! Doch ik mag geen misbruik maken van uw goedheid." Zijn toon klonk beslist, maar smeekend zag hij mij aan. Ik wist niet wat te doen. Ik had voor dien man geen vriendschappelijk gevoel, ik vreesde hem, en toch ik durfde hem niet wegzenden. Ik wist niet of ik hein haatte op dat oogenblik of niet. „Eduard komt, als hij maar even kan, stellig vandaag weer thuis," zei ik, om de beslissing te verdagen. „Waarom zoo haastig? Eduard zal in elk geval wel bericht zenden" „Dus mag ik blijven?" riep hij innig ver heugd uit. „Hoe dankbaar ben ik u Hij vroeg me voor hem te zingen; ik heb 't niet geweigerd. Hij opende de piano en zocht de muziek voor mij op. Hij stond Daast me en luisterde aaudachtig. Ik voelde zijn adem soms langs mijn wang gaan Toen het

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1902 | | pagina 1