int l[ Gemengd Nieuws. ne OUD-VOSSEMEER. Terwijl een werkman op het veld aan den arbeid was, viel hij plotseling neer; naar huis gebracht, kon de dokter alleen den dood constateeren, waardoor de familie dus opeens in rouw is gedompeld. THOLEN. Daartoe finantiëel in staat gesteld door de beschermvrouw van het gezelschap, maakte „Tholens Zangkoor" Woensdag 11. een prettig uitstapje naar Botterdam. Het museum Boymans, het Witte huis, de Diergaarde werden bezocht door het meerendeel der leden, terwijl andereu meer prijs schenen te stellen op kermisgenot en zich op dit terrein eenige uren vermaakten. Per extra-tram ongeveer half 11 was het gezelschap wederom op Thoolschen bodem. Naar men ons meedeelde is den 26en Juli van Ceylon vertrokken per stoomschip „Salak", onze vroegere stadgenoot de heer G. Hermus, die met andere gewezen krijgsgevange nen het laatst van deze maand in Nederland hoopt te arriveeren. Te Rotterdam is een dienstmeisje door uitglijden uit een open raam van een hotel naar beneden gevallen. Zij viel door een glazen lantaarn en kwam op den steenen vloer terecht, zoodat zij halswervels en schedel brak en op de plaats dood bleef. De weduwe J. v. V., winkelierster te Os (N. Br.) verliet Dinsdag van de vorige week hare woning zonder daarin terug te keeren. Alle nasporingen bij familieleden en bekenden bleven vruchteloos, totdat gisteren hare kinderen de treurige tijding ontvingen, dat het lijk hunner moeder in eene wetering onder de gemeente Haps was gevonden. Heden Vrijdag zijn ongeveer een 20-tal leden van de Belgische Touringclub een rijwiel- tocht door Zeeland begonnen. Zij zullen Tholen, Goes, Middelburg en Vlissingen bezoeken. Te Zeddam heeft de jongen, die vóór 14 dagen een valsche beschuldiging inbracht tegen den Israëliet Salomons, te Doetichem, als zou deze hem in een bosch gelokt en daar mis handeld hebben, zich in een bosch, bij het huis zijns vaders, door ophanging van het leven beroofd- Twaalf Dordtsche werklieden, die van Papendrecht huiswaarts zouden keeren per roei boot, die zij ter besparing van het roeien aan een sleeptrein wilden vastmaken, zijn met de boot omgeslagen. Negen personen wisten zich zwemmende te redden, doch drie verdwenen in de diepte. Na lang dreggen heeft men dén lijk opgevischt. Zoodra men té Dordrecht de tijding van het ongeluk kreeg, snelden een aantal moeders, wier zoons op de fabriek werken, naar het Papendrechtsche veer, teneinde in angstige spanning den terugkeer af te wachten van hen, die bij het ongeval tegenwoordig waren geweest. Zag een van haar, haar zoon op de veerboot, dan volgde een wederzien, waarbij ieder moeite had zich goed te houden. Dit is sedert korten tijd de derde maal dat werklieden van de scheepswerf te Papendrecht op die wijze verdronken. Nader wordt bericht dat de lijken der twee vermisten ook gevonden zijn. Bij het neerhalen van tonnen uit een pakhuis te Maassluis, kreeg een knaap het blok, dat uit den haak van een hijschbiok schoot, op het hoofd. Hevig bloedend werd hij opgenomen en overleed bij het vervoeren naar huis. Vijf jongens, die eene wandeling maakten uit Amsterdam naar Haarlemmermeer, besloten aan de Nieuwe Meer een bad te gaan nemen. Drie ervan begaven zich, na zich ontkleed te hebben, te water, doch verdwenen oogenbiikkelijk in de diepte. Een ervan werd gered, maar de twee anderen zijn verdronken. Mag ik naast je gaan zitten?" „Zeker, dat moogt ge. De schoone morgen lokte me naar buiten. Toen ik hier zat, vergat ik alles om me heen, slechts genietende van het wondevtafereel, dat zich voor mij uitstrekt", zei ik, zenuwachtig draaiend aan den ring zijner overledene moeder. II is ook wel een plekje om alle andere dingen te vergeten. Hebt ge dien ring steeds gedragen Anna „Ja, van oogenblik af, dat ge me dien gegeven hebt!" „Kent ge Jen weusch mijner moeder?" vroeg hij zacht. Ik keek hen verschrikt aan en zag hoe zijn blik angstig, doch teedcr op mij rustte, ik kou hem niet blijven aauzieu, boog het hoofd en bedekte mijn gelaat met beide handen. Het was zoo heerlijk; zoo schoon als de droomen van 't vorige oogenblik. Ik vreesde tot de werkelijkheid teruggekeerd, bedrogen en teleurgesteld te ontwaken. Hij maakte echter mijn handen los en zei op teederen toon „Anna zoudt ge dien wensch willen ver- Te Arnhem werd dezer dagen onder het gejoel van een verontwaardigde menigte een heer naar het politiebureau gebracht, wegens poging tot ontucht met een 12-jarig meisje. Later bleek het geheele verhaal onwaar. De 12-jarige was door haar veelbelovende oudere zuster op den heer afgestuurd om geld te vragen, en toen dit niet gegeven werd, begonnen zij te gillen en te schreeuwen, waarbij zij aan de omstanders het bovenstaande verhaal opdischten. Als gevolg daarvan had de arrestatie van een geacht inge zetene plaats. De meisjes hebben reeds bekeud. Te Zuid-Kraaijert is een knaapje al spe lende onder een zwaar geladen wagen geraakt; de wielen gingen over zijn hoofdje, zoodat het kind op de plaats dood bleef. Te Utrecht is een prachtig huldeblijk aan gekomen voor generaal De Wet van een dame uit Zurich. Het stuk van gedreven zilver stelt voor den overval van een gepantserdeu trein der Engel- schen door Boeren. Te 's-Hertogenbosch stak een schoenmakers jongen bij het snijden van leer in zijn been, met het gevolg dat hij zonder het te weten een slagader doorstak. Door het vele bloed, dat uit zijn broekspijp te voorschijn kwam verontrust, werd geneeskundige hulp ingeroepen, doch toen deze verscheen was het reeds te laat en over leed hij enkele uren daarna. Toen eergisteravond de mailtreiu van Am sterdam in volle vaart het station Goes naderde, sprong de slang der Westinghouserem, waardoor de trein in een minimum van tijd stilstond. De hevig verschrikte reizigers wilden allen te gelijk van de conducteurs weten of er een on geluk was gebeurd; zij werden zooveel doenlijk gerustgesteld. Toen het ongeval verholpen was, reed de trein verder naar Vlissingen. Van Kol's middel tegen zeeziekte I In het N. v, N. deelt V. zyn bevindingen mede met het door Van Kol aanbevolen middel tegen zee ziekte. Van Kol gaf, gelijk bekend, den raad, zich elastieke banden om het lichaam te leggen. By gebreke daarvan wikkelde V. zich stevig in een laken en ging zoo, ietwat invalide wat zijn gang betreft, op reis van Amsterdam naar de Lemmer, per stoomboot „Heerenveen". „De Zuiderzee wa» juist erg speelsch en de wind deed ook mee. Het daurde dus niet lang of het óp-neer-óp neer-óp-neer, de regelmatige, doch juist daatdoor zeeziekmakende, langzame schommeling over de lengte van 't schip, begon zich te dóen gevoelen. Ik dacht aan Van Kol, aan het anti-zeeziektemiddel van dien volksvertegenwoordiger, aan... ja, aan zoo veel, waaraan juist een adspirant-zeezieke niet moet denken. Het ging echter boven verwachting goed. Het tra ject tusschen AmsterdamLemmer duurt 4'/i uur en de boot was vertrokken om 9,30 uur. Reeds tegen 11 uur waren er verschijnselen van zeeziekte by een drietal medepassagiers te bemerken en een uur later ontmoette ik op de trap naar den salon een vierden patiënt. Mijn laken, Van Kol's laken, deed wonderen 't Knelde een weinig, maar van zeeziekte geen spoor! Kn toen Lemmer in 't zicht kwant, zegende ik myn laken en wist ik dat des hecren Van Kol's Indische reis ten minste reeds dit practische resultaat had opgeleverd een middel tegen zeeziekte De heer Reitz is niet voornemens naar Zuid- Afrika terug te gaan en verklaarde daaromtrent het volgende; lk zou zelf niet terug willen naar Zuid-Afrika, maar de plicht myner landgenooten aldaar is, zich te gedragen als trouwe onderdanen van het nieuwe gezag. Als ik zelf in Zuid-Atrika ging wonen, zou ik het ook tnyn plicht achten om niets te onder nemen dat in de verste verte ook maar zou lijken op samenspannen tegen Engeland. Ik zeil ben dus niet voornemens terug te gaan en mij of mijn kinderen te stellen onder Engelsch gezag. Ik meen echter, en dat is ook de meening van comin.-gener. Botha, dat ons volk als geheel in Zuid-Afrika behoort te blyven. Ook onze voormannen in het algemeen moeten daar blyven. lk ga dus niet terug. Maar neen, dat kan ik niet zeggen. Ik ben ais ieder mensch, in Gods hand en vullen Zoudt ge mij gelukkig willen maken lk knikte slechts „ja", het woord wilde mij uiet over de lippenzoovele aandoeningen van vreugde, zaligheid en geluk overvielen mij tegelijk bij die woorden. Ik weet niet, hoe lang we daar hand in hand gezeten hebben, geen woorden vindend om weer te geven wat ons geheel vervulde 1 Zes maanden zijn omgevlogen. Morgen verlaat ik voor altijd deze lachende dreven 1 Morgen ben ik zijn vrouw. Welk een geluk bevat dit -laatste woord 1 Het afscheid van mijn oude tehuis valt mij zwaar; wij zijn hier zoo gelukkig geweest, mijn dooden en ik. De bruidsdagen zijn rustig voorbij gegaan, geen luidruchtige feesten hebben de jaren lange stilte hier verstoord; geen schitterende partijen hebben aan de gansche wereld ver kondigd, hoe twee meuschen weldra voor 't ge heele leven verbonden zouden zijn. De rouw en de smart, die ons hart over de afwezige vervullen, deden ons wenschen de pleohtigheid zoo stil mogelijk te doen afloopen. Maar mijn dagboek vermeldde, dat ik innig gelukkig beu ik -kan niet zeggen wat ik zal doen. Maar het ligt niet in mijn voornemen om terug te gaan. Ik heb daarvoor private eo publieke redenen. Ik ben ambtenaar geweest en bezit geen plaats, waar ik kan wonen, zooals andere voormannen. Ik beschouw dat die moeten blijven om ons volk te helpen, niet om de Engelschen te helpen ons volk te regeeren, want ik meen dat dit door Engeland verlangd en beproefd zal worden. Ik hoop en vertrouw, dat zij er niet in zullen slagen onze voormannen dus tot medeplichtigen aan hun misdaad te maken. In tegenstelling met den natten zomer en het onaangename weder, waaronder wij thans leven, deelen wij het volgende mede, ontleend door Semper- virens aan een oud handschrift In 1B39 zag men rozen in December, In 1546 regende het vanaf November in geen 16 weken, gepaard niet groote hitte. In 1557 regende het in ons vaderland niet van April tot Augustus, In 1572 zag men in Januari bladeren aan de hoornen, waarin zich in Februari de vogels nestelden. In 1693 op 12 Februari, deed een boer in den Beemster 5 koeien en eenige jonge beesten in de weide, en verkocht 14 dagen daarna 6 kop gras- boter van dat vee voor een gulden. In 1723 was met primo April alles op het veld zoo krachtig ontwikkeld, alsot het balt Mei was. Daarop volgde eene droogte, waardoor de schoonste weiden in een dorre heide veranderd werden. Bij Haarlem voedde men de koeien in 't land met brood, hetgeen evenwel maar 3 dagen duurde. Daarna kreeg men regen, zoodat de velden opnieuw in hunne schoonheid pronktende boter kocht men voor 8 a 9 gulden de 40 pond; de zoele melkkaas voor 7 a 8 guldendoch het opmerkelijkst was, dat de tuinlieden van Rijnsburg in de maand September en October te Haarlem kwamen met aardbeziën, die uitmuntend van kleur en smaak waren. Het vleesch en spek was in den hertst zeer goedkoop, zoodat men het eerste voor een-halve sluiver bet pond kocht. In 1779 heelt het van 1 Januari tot 11 Maart niet geregend, zoodat men 70 dagen lang droogte had. Te Rudolfplatz heeft een verschrikkelijke ontploffing in een der fabrieken plaats gehad. Twee stoomketels zijn gesprongen en dit ver oorzaakte de instorting van het geheele machine- gebouw. Het dak en stukken van de ketels werden tot op nteer dan 20 meter afstand op straal geslingerd. In de machinekamer waren zeven werklieden. Een van hen is dadelijk gedood; vier zijn na enkele oogenblikken overleden, en de twee overige zijn zóó ernstig gewond, dat men voor hun leven vreest. In 1888 werd in het dorp San Giovanni een man vermoord. Men verdacht de drie ge broeders Urban van die misdaad, en zij werden, ondanks hun ontkennen, deswege ter dood ver oordeeld, welk vonnis echter werd veranderd in levenslangen dwangarbeid. Maar nu heeft de justitie onweerlegbare be wijzen verkregen, dat de gebroeders Urban vol komen onschuldig waren aan den moord. Er is echter nog slechts één over van de veroordeelden, die steeds op herziening van hun proces bleven aandringen. De twee anderen zijn reeds overleden. In het mijndistriet van Santander is de dijk van een groot bassin, voor de wassching van erts bestemd, doorgebroken5 arbeiders woningen werden vernield en een 14-tal personen, meest kinderen, kwamen om het leven. Eerlijk In een Parijsch blad vinden wij deze advertentie; „Een heer die zijn woning moet verlaten en verplicht is, ze aan den huis heer over te doen in den toestand, waarin hij ze heeft aanvaard, vraagt 200U levende wand luizen te koop." Geheel naar wensch geboren. Een expediteur te Berlijn verzond onlangs in opdracht van een klant aan een heer, die zeer aan titels hechtte, een brief met op het adres de titulatuur „Weledelgeboren". De ont vanger van den brief beklaagde zich bij den klant, dat de expediteur het hem toekomende met mijne keuze, zoo spoedig den echtgenoot te bezitten wien ik nu zoo teeder lief heb; dat ik hem meer dan iemand ter wereld hoogacht. Niets schijnt me zoo schoon, zoo zalig, als voor eeuwig aan hem verbonden te zijn. Het is Kerstmis. Sinds gisteren zijn we op Bloetnenheuvel teruggekeerd van onze huwelijks reis. Het is hier zoo heerlijk I Ondanks de koude daar buiten, ondanks de donkere wolken aan den hemel, is alles hier warmte en licht Geen hartelijker welkomst bon mij ten deel vallen. Geen gelukkiger echtgenoot kon me aan het hart drukken dan Eduard, toen hij mij welkom heette op zijn geboorteplaats. Een oogenblik overstelpte mij al dat geluk; ik had God kunnen danken voor al de levensvreugde en het levensgenot, mij geschonken. 't Is weer Maart. Wat is het lang geleden, sinds ik iets in mijn dagboek schreefI Maanden maanden van geluk zijn voorbij gevlogen. Op een schoonen wintermorgen werden mijn liefste verwachtingen vervuld door de geboorte van een dochter. „Zacht heel zacht, op mijn teenen sluip ik „Hoogwelgeboren" onthouden had. De expedit wien de klacht werd overgebracht, heeft voor zijn gebruik enveloppen laten drukken het opschrift: „WelEdelgeboren Hoogwelgeboren", en de opmerking„Gelieve het niet gewenst door te schrappen. Zeer practiseh en gemakkelijk voor allen, precies weten, hoe weledel en hoe hoog geboren zijn. De geweldige orkaan, die over New-Je heeft gewoed, heeft op het kerkhof van dei Madison 77 lijkkisten uit de graven gerukt, lijken zijn teruggevonden, doeh van de ove J J is geen spoor te ontdekken. Personen ziji het noodweer niet omgekomen. I Op het eiland Bornholm zijn zes da £ffe bij 't baden iti het Badplaatsje Hasle, van strand weggedrevendrie werden nog gei de drie andere verdronken. Er is meert# |jge tegen het baden bij Bornholm gewaarseli J wegens de sterke stroomingen zeewaarts. j Op het meer van Gcnève heeft een dm 'erf ongeluk plaats gehad. Een Italiaan nam twee vroo mee op een boottochtje. De boot sloeg om en drie vielen in het water. Eenige personen, die een boot in de nabijheid waren, kwamen hun tei en redden den Italiaan, maar de twee vrouwen raakten onder de omgeslagen boot en verdron Treurig was het ook nog, dat bet ongeluk van strand werd gezien door drie kinderen van een verdronken vrouwen. Te Parijs moet „tonglezerij" tegenwoordig do mode zijn, ter afwisseling van de handkiji Een groote tong is een teeken van openhartig! een korte van geveinsdheid, een lange van prai tzt een breede van edelmoedigheid, een smalle van ts een korte breede van praatzucht en logenachtigl Wie een korie smalle tong bezit, moet een kunste in 't liegen wezen. erd Wij hebben nog maar zoo weinig zomer gt en nu gaat men al aan 't voorspellen van vroegen winter die ons te wachten staat. Uit Praag wordt namelijk bericht, dat men een troep zwaluwen in de richting der Alrikaat landen heelt zien vliegen, alsook wilde eenden, al reeds hun tocht naar het zoele Zuiden begon Men ziet daarin een voorteeken van een vroi winter. Maar de trekvogels kunnen in de war geweest, iets wat weerprofeten ook wel eens overk Engeland's koning is gekroond, dank de hulp van 's konings lijfartsen, die het wta schip van Staat bijgekalefaterd en gelapt hel om weer voor een poosje te drijven op de gewisse baren der levenszee, totdat het onl roepelijk moet zinken, zooals alles wat stoffi is ten onder zal gaan. Zal de koning liet bedrt onrecht ten deele vergoeden en het veroorza leed verzachten? O gewis, de gelegenheid edelmoedig te zijn is thans zoo mooi dat bi kans om zijn naam groot te maken zeker mag laten voorbijgaan. Amnestie verleenen aan de rebellen is een der eerste daden van edelmoedigheid nu er toch aan de eer(?J is voldaan, nu Ei land wel niet door het zwaard, maar dan door brutaal geweld en bij verdrag en geko vrede, overwiunaar(P) is, nu kan het kwaad voor Sire's reputatie, vergevensgeziiit 1 - oor schijnen, en bovendien het kost niets! Au te doen ware toegeven aan wraakzucht en eigenschap mag men thans niet bij hein onderstellen, die zich noemt „Defensor I'ii de verdediger des geloofs. Moge hij dus recht doen op de klachten verdrukten en heelen wat gebroken is, beuren wat vertroost moet worden. Laat ma;'- millioeneu geven aan de weduwen en weezen wier mannen en va door Z.Ms. soldatenvolk vermoord zijn. Er valt nog onnoemelijk veel te hersti ,j( voor hem, die thans de kroon van Enge draagt, als hij de hand maar aan den p wil slaan en niet ziet door het beneveld glas van Joe den schavuit of door de beslf brilleglazen van gouddoratige individuen. Al wil, kan hij doen als een koopman, die sein telkens naar het wiegje. Ik sla het wieL heel voorzichtig op! Welk een engel, wat schat ligt daar op het dons! Vindt ge dat die blonde lokjes allerliefst krullen? zegt ge van dat snoeperige, kleine mom Wat van die mollige knuistjes die daar b< het dekentje liggen? O kijk, ze weet hare moeder bij haar is, want ze slaat blauwe oogjes op. Ziet ge, 't zijn haar va oogenIk ben zoo blij en zoo trotsch, da op hem en niet op mij gelijkt 1 Ik voel me zoo rijk, zoo overrijk met meisje! Wrat een heerlijke muziek is stemmetje voor mij; met welk een trots vreugde ziet haar vader op haar neer Ik kan niet uitdrukken, niet weergeven in mij omgaat. Dank o God, dankl ik wist niet dat leven zoo rijk, zoo schoon, zoo hemelsch De rustige dagen van ons eerste huwelijk zijn voorbij. Na den rouwtiid hebben we meer in de wereld bewogen. Wij leggen en weer bezoeken in den omtrek af, gaau partijen en geven partijen 1 Soms wensebti Uil de stilte van de eerste maanden terug. (Wordt vervolg J0 ITE ooi ITE 15 D eid ke ke ke he Di oog 13C 102 75 54 64 70 75 87 100 00

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1902 | | pagina 2