itrtllai, itTiji aai it hilaapn aai atsMt, laalbiiv. eü.
;et
N°. 897.
Zaterdag 16 Augustus 1902.
Twintigste jaargang.
EN
J. B. Ce POT,
FEUILLETON.
0.,
ED
n,ei
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
JFFf
ilen
BINNENLAND.
Van onze berichtgevers.
en
0215
vai
laeoi
n di
iM.
PA!
sn/i
SE.
IERSEKSCH E
THOOLSGHE COURANT,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per drie maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden nlterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan
het bureau te T h o I e n ol vóór DONDERDAGMIDDAG hij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER
T h o L E N.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
?edif
irderi
arate
areeilNiet
I JA n
81 01
rkrijl
i m;
in
uit
trokl
len
beheb
die
voor den landbouw, ook voor
is het noodig, dat men op de
alleen
tuinbouw
gte is van de meest doelmatige bemesting,
ant wanneer het mogelijk zou zijn, door een
ïlidftuwe wijze van bemesting te verkrijgen, dat
:n de tuinvruchten eenige weken vroeger zou
nnen winnen, dan men nu doet, dan ware
irraede reeds veel verkregen. Het is toch
feit, dat de tuinier, die zijn groenten het
;st plukt, de hoogste winsten kan maken,
it is dus voor den tuinier, die zijn groenten
de markt moet brengen, van het grootste
lang, na te denken over een bemestingswijze,
hem van groot nut zou kunnen zijn. Doch
it alleen hem, die zijn vruchten verkoopt,
hun die voor hun eigen gebruik tuiu-
uchten kweeken, kan het niet onverschillig
of zij hun sla, hun worteltjes, radijzen enz.
Deg of laat, in groote of kleine hoeveelheden,
t weinig of veel moeite en kosten kunnen
nnen.
De mest, die lot heden zoo niet uitsluitend
toch voor een zeer groot deel gebruikt
ird, is de stalmest. Nu is het zeker, dat
stalmest voor een tuin onontbeerlijk is,
et, omdat door stalmest alleen de onont-
535. erlijke voedingsstoffen kunnen geleverd worden,
lar vooral, omdat stalmest den tuin den
odigen humus verschaft. En humus moet
i tuingrond vooral bevatten. Daardoor wordt
en krijgt hij de eigenaardige kleur, die
PreD i goede tuingrond niet kan missen. Doch
grond, waarop wij vroeg en overvloedig
achten willen plukken, moet daarenboven nog
noodige voedingsstoffen in direct opneem-
ren vorm bevatten; in de eerste plaats dus
DLvtytlof in deu vorm van salpeter. Waarom
■ert een tuin soms, al bevat hij stalmest, in
t voorjaar zoo laat groenten? Omdat hij, bij
weer, nog geen salpeter bevat. Wie
arom vroeg groenten wil halen uit zijn tuin,
bruike chilisalpeter. Wanneer de bedden
;aaid zijn, strooie men ongeveer 2050 gram
lp rschillende planten eischen een verschillende
rif sveelheid, die ik in dit of een volgend
"-'ikje zal opgeven) chilisalpeter per vierkanten
sn ster op het bezaaide bed en beharke men
trna den grond, zoodat de chilisalpeter met
grond vermengd wordt.
De werking van den salpeter zal niet uit-
gi jven. Inplaats dat de plantjes, zooals dat
10'
ZOO
an
l
00.0
89.4
c.a.
S.Z.
Builud
kinds
als
rer
ïvolki
LOO,
urs
10,
Uit het Duitsoh.
Wat lang geleden, sinds ik schreef!
mpifttnenheuvel hebben we reeds lang verlaten.
IJJO' t was zoo'n smartelijk afscheid! Nicht was
r ontroerd, toen zij het huis verliet, waar ze
Ite6r 8aarne vertoefde. Het was zoo vreerad, zoo
'g, die zachte stem, dat edele gelaat te
eteu missen
alen.
«nuwachtig liep hij rond, vermijdende over
naderend vertrek te spreken. Kort voor
het oogenblik van scheiden aangebroken
i verzocht hij mij beleefd nog een kleine
■Heling met hem te maken. Ik schrikte eerst,
volgde hem. Zwijgend liepen wij voort,
hij haperend begon:
vBeste Auna, spoedig zult gij en uw nicht
verlaten hebben. Ik kan u niet laten
anders vaak gebeurt, met eenige blaadjes blijven
staan treuren met een bleeke kleur, wachtende
op warmte en zonneschijn, doch vóór dien tijd
dikwijls reeds weggekwijnd, zullen nu sneller
groeien, zullen zij spoediger meer blaadjes
hebben, donker groen gekleurd zijn en weldra
het bed bedekken.
De bemesting van Chilisalpeter kan voor
geen enkelen tuinier een bezwaar opleveren, wat
de kosten van deze kunstmeststof aangaat.
Wanneer toch de landbouwer Chilisalpeter ge
bruiken kan, dan kan de tuinier, die van zijn
grond veel meer winst maakt, die meststof
zeker gebruiken. Hij mag om grootere winsten
te maken zelfs meer uitgaven doen. Wanneer
wij veronderstellen, dat met 1 Kg. Chilisalpeter
10 M2 rijkelijk bemest kunnen worden (sommige
planten hebben een tweede beinestiug, een
overbemesting noodig; vandaar dat ik maar
eens ruim bereken en 100 gram per M2 stel)
dan kost deze bemesting den tuin toch nog
maar één cent ongeveer per vierkanten Meter.
V.
Bij Kon. besluit zijn beuoemd tot voorzitter
van het bestuur der waterkeering van den
calamiteusen Susannapolder, de heer A. J.
Bierens, Jr. te St. Aunaland, en tot gezworene
van het Waterschap te St. Aunaland, de heer
J. Boogaard aldaar.
De maand Juli heeft zich voor de rijks
middelen beter gehouden dan haar voorgangster.
Er is 5»/2 ton boven de raming ingekomen, en
7Y2 ton meer dan in Juli 1901. De stijging
over de 7 verloopen maanden in vergelijking
met hetzelfde tijdvak van verleden jaar bedraagt
reeds ongeveer 3 millioen.
Men meldt uit den Haag aan de N. R. Ct.
Bij de regeering moeten voorstellen tot ver-
hoogiug van den accijns op het gedistilleerd
hangende zijn, ten einde te voorzien in het
vermoedelijk tekort, dat op den aanstaanden
dienst zou zijn geraamd en dat, naar verzekerd
wordt, ongeveer acht millioen zou bedragen.
Vooral de uitvoering van ongevallen- en audere
wetten moet eene vrij belangrijke stijging der
gewone uitgaven doen verwachten.
Van audere zijde wordt vernomen dal die ver
hooging in verband staat met een voorgenomen
verlaging van den suikeraccijns.
Door het Bestuur van den Wereldbond voor vrede
en vrij internationaal verkeer is een geschriftje van
zijn voorzilter in het licht gegeven, waarin, na
enkele van de vereenigingen opgenoemd te hebben
vertrekken, zonder u nogmaals te danken voor
de lieve zorgen aan de overledene bewezen."
„Geloof me," viel ik in, ;/ik behoef geen
dank. Wat ik deed, was geen opoffering voor
mij, integendeel 't was een zoete taak het lijden
uwer moeder te kunnen verlichten."
„Toch dank ik er u voor; zij heeft mij
verzocht u, als een aandenken aan haar, dezen
ring aan te bieden." Hij haalde een doosje
uit den zak, overhandigde het me en vervolgde
„Het is moeders trouwring! Zij vertelde mij,
dat ze hem aan niemand zou kunnen afstaan
dan aan haar, die hare laatste levensdagen zoo
gelukkig had gemaakt. Ik dank u, lieve Anna".
Hij greep mijn handen, bracht ze eerbiedig
aan de lippen, te veel ontroerd om meer te
kunnen zeggen.
Ook ik kon geen woord uitbrengen; tranen
verstikten mijn stem
„Dank," fluisterde ik snikkend.
De bediende meldde ons, dat alles gereed
was. Haastig namen wij afscheid; een zucht,
eentot weerziens", een laatst„ik dank u",
en weg reden we van een plaats, waar ons hart
zoo aan gehecht was,
die verbroedering der volken len doel hebben, een
nieuw denkbeeld aan de hand wordt gedaan om het
beginsel „recht gaat boven macht" te kweeken door
dit reeds aan de lagere en middelbare inrichtingen
van onderwijs oi opleiding praclisch in toepassing te
brengen. De schrijver wil de onder de leerlingen
der scholen ontstaande geschillen en veeten beslecht
zien niet door het vuistrechtzooals tot heden niet
zelden gebeurt, maar door een door de leerlingen
zelf gekozen blijvend scheidsgerecht, aan welker
uitspraak allen zich vrijwillig zullen onderwerpen.
Verder zegt de schrijver:
„Zulk een schoolgericht zou dan moeten beslaan
uit een 10-tal bijv. van de flinkste leerlingen uit
verschillende klassen, door de klasgenoolen zelve
daartoe gekozen. Aan het hoofd, als leidsman, zou
ik wenschen te zien het hooid der school oi een der
onderwijzers, door dezen als de meest geschikie
daartoe aangewezen.
„De onderlinge geschillen, die anders allicht
aanleiding zouden geven tot onderdrukking van den
zwakkere, ol lot een vechtpartij, waarbij de ver
ongelijkte misschien het onderspit zou delven, zouden
dan voor dit scheidsgerecht moeten worden gebracht,
dat, na wederzijdsche partijen en getuigen te hel}ben
gehoord, uitspraak deed. Kindbeslissing, by hooger
beroep, kon dan worden gegeven door den leider.
Myue overtuiging is, dal dit bij algemeene toe
passing van hoogst gunstigen invloed zou zijn op de
ontv ikkeling van het rechtsgevoel bij het aankomend
geslacht. En vast staat het, dat allen? die zóó van
hunne jeugd af aan hadden geleerd het vuistrecht,
het brutale recht van den sterkste, naar den achter
grond te dringen en op te heffen, ook later niet bij
de onderlinge strijdvragen en verwikkelingen der volken
het wapengeweld oi het recht van den sterkste zouden
willen lalen beslissen.
Daarbij kan het m. i. niet anders of dergelijke in
stelling bij de jeugd zal ook van machtigen invloed
zijn op allen, die sedert lang de schooljaren zijn
ontwassen, in de eerste plaats zeker op de ouders
van de hierin betrokken jongelieden. Zij zullen, als
tegen wil en dank, moeten getuigen: „onzekinderen
maken ons en de volken beschaamd".
Over de inrichting van zoodanige scheidsgerichten
treedt de schrijver vooreerst opzettelijk niet in bij
zonderheden, maar Iaat die over aan de schoolhootden
die een proei willen nemen.
Niet onmogelijk dat wij nader op deze zaak
terugkomen.
1ERSEKE. De kermis is dit jaar weer hoogst
onbeduidend: er is uiets te zien dan een kraam
of 4, 5, een soinnabule en gelukkig voor
de jeugd een carrousel.
De eerste kermisdag is, zooals meer eu meer
gebruikelijk wordt, o. a. door 3 gezelschappen,
samen tellende ongeveer 100 personen, benuttigd
om een pleizierreis te doen.
De permanente commissie voor den Koning-
Weken van inspannenden arbeid zijn voorbij-
Nicht is nog steeds ontroostbaar en
terneergeslagen. Zij wordt oud en spreekt veel
over sterven.
Korten tijd na mijn aankomst hier ontving
ik een portret van Eduard's moeder met eenige
vriendelijke woorden.
Zoo vlieden de dagen onmerkbaar voort.
Drie maanden van eentonigheid en stil
huiselijk leven zijn verloopen. Gisteren evenwei
werden we door paardengetrappel uit onze rust
opgeschrikt, en zagen we Eduard voor ons.
Hij ziet er weer beter en opgewekter uit; de
hevige smart van 'teerste oogenblik is geweken,
eu beeft voor een stillere, doch niet minder
diepe droefheid plaats gemaakt. Met dankbare
herinnering, hebben wij over de doode ge
sproken. Hij vertelde, dat ziju hart te sterk
verlangde naar de beide verpleegsters zijner
moeder en de deelgenooten in zijn verdriet,
om een bezoek langer uit te stellen.
Nicht heeft hem overgehaald eenigen tijd
hier te blijven en hij heeft daarin toegestemd.
Heden hebben we gezamenlijk door de bosscheu
gedwaald eu heb ik hem onze lievelingsplekjes
innedag zal weer trachten op den verjaardag
der Koningin een kinderfeest te organiseeren.
Als de geldmiddelen het veroorloven komt daar
nog wel iets bij.
Zaterdagnamiddag overkwam een 23-jarig
jongeling alhier een treurig lot. Hij was dien
dag werkzaam op de stoomboot Neoltje, die in
het Schaar van Wemeldinge aan het korren was
toen op een oogenblik zijn hoed afwoei, wilde
hij dien grijpen en stapte daartoe op een oes-
terkor. Deze sloeg over boord en de jongman,
daarop niet bedacht, eveneens. Natuurlijk wer
den pogingen gedaan om hem te redden, doch
te vergeefs al heel spoedig zonk hij in de diepte
weg. Pogingen om zijn lijk te vinden slaagden
pas Maandag-namiddag na drie dagen zoeken.
De verongelukte was lid van de Werkmans-
vereeniging „Eendracht maakt Macht" en van
de schietvereeniging „Ierseke's Weerbaarheid
en de leden van die vereenigingen bewezen
hem de laatste eer. Dinsdagmiddag werd hij
door hen begraveneen lraaie krans dekte de
lijkkist.
De voorzitters dier vereenigingen schetsten hem
en stelden hem teu voorbeeld als een liefheb
bend zoon, een trouw medelid en braaf meusch
de ouderling Van der Endt sprak een woord
van troost tot de vijf broeders, die bij de be
grafenis aanwezig waren en waarvan de oudste
de sprekers enz. dank zei. Allen, ook de toe
schouwers waren zichtbaar geroerd.
Behalve door de familie wordt het zoo droevig
heengaan van dezen jongman betreurd door
zijn bruid, met wie hij deze week ondertrouw
zou gedaan hebben.
Genoemde vereenigingen toonden hunne deel
neming ook met de daad. De werkmansvereeni-
ging gaf, hoewel zij daartoe niet verplicht was,
omdat de overledene nog te kort lid was, de
helft van de uitkeering, die bij overlijden der
leden gesteld is, en de schietvereeniging voegde
daarbij ongevraagd en onverplicht ook nog een
bijdrage in de begrafeniskosten.
In een kortelings verschenen werk ter
herinnering van den 200sten sterfdag van den
beroemden Nederlandschen natuuronderzoeker
Rumphias, die 15 Juni 1702 op Amboina
overleed, komt een hoofdstuk voor van Dr. J.
G. de Man alhier, waarin deze op verzoek van
het koloniaal Museum te Haarlem de lijsten
geeft van de wetenschappelijke namen, die de
door Rumphius in zijn hoofdwerkde Amboin-
sche Rariteitkamer" beschreven krabben en
kreeften uit de Molukkeuzee tegenwoordig dragen.
In September of october zal van Dr. de Man
weder een nieuw werk het licht zien, waaraan
deze geleerde ruim twee jareu arbeidde.
getoond.
Vanmorgen wekte mij de zon reeds zeer
vroeg. Vlug kleedde ik mij aan, sloop zacht
uit het huis en begaf me naar den koepel
achter het bosch gelegen. Ik sloeg mijn boek
open en wilde gaan lezen, maar het schoone
natuurtafereel voor mij boeide me te sterk. Ik
zag in gepeins voor me uit en mijn phantasie
tooverde mij de schoonste beelden voor oogen.
Lang heb ik zeker zoo gezeten, want de zon,
die eerst nog de weiden aan den horizon
kuste bij haar ontwaken, giet nu hare gouden
stralen over al 't omliggende land. De dauw
i3 reeds opgetrokken, hier en daar liggen de
droppels echter nóg dik en glinsterend op bloem
en blad, doch mijn mijmeringen waren nog
niet ten einde
Eensklaps verstoorde een tred al mijn schoone
droomen. Ik zag op en Eduard stond voor me.
Een gloeiend rood overtoog mijn wangen.
„Zou hij weteu, waarover ik dacht?" vloog
't pijlsuel door mijn hoofd.
„Goeden morgen Anna! Het moeten wel
gelukkige droomen zijn, die u zoo bezig
houden, dat ge mij niet hebt zien aankomen.