i No. 890. Zaterdag 28 Juni 1902. Negentiende jaargang. EN Jf. H. C. POT, FEOILEETOS. en, t nummer bestaat uit 2 bladen. va ën Publicatie n. 'holt et Klokkenspel van Tholen. Sm „Welzeker", viel tante hierop lachend in, Tholen. x. BINNENLAND. De groote huiskamer op Bloemendaal was Vau onze berichtgevers. ERSEKSCHE IK. THOOLSGHE COURANT, ittfflaJ, pvjii au ie lelaipa aai oesterteell, laaileai, ai Dit blad verschijnt eiken Zaterdag, rij» per drie maanden, franco per post 65 cents. 'oor het buitenland 90 cents. In|»z»ad»n itukk.n, »nz. word.n ■Itarll|k op DONDERDAGAVOND ingewacht aan htireay te T h o 1 e n Ot v66r DONDERDAGMIDDAG bi| onzen medewerker te lerseke. 2.01 1.48! 54.5J N louw ïhepi 00.) NQ Burgemeester van Tholen brengt ter kennis ngezetenen, dat de eerste rondreis tot het op- rsn alle terreinsveranderingen, die een wijziging kadastrale stukken ten gevolge hebben, door landmeter van het kadaster zal plaats hebben eerste helft der maand Juli a.s. olen, den 23 Juni 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. G. VAN STAPELE, Burgemeester 1\ LABAN, Secretaris. ND. OH8.I F. AN. dige lijk» ;enot inge het rend ;rove zelfs alle ngen )674 het oudste of eerste klokkenspel van n is zoo goed als niets bekend. Niets aa bestaat meer. Alleen weet uien, dat het aangetroffen in den kerktoren en het op linde van de XVIe eeuw gebrekkig was. 1590 besloot de Magistraat tot ver- ng van het oude klokkenspel. Het alstoen icn besluit hield in dat het voortaan zou uit 14 klokken, waarvan de grootste nt 900 pond zwaar moest wezen, or de verandering zou de stad zooveel tn zenden aan den gieter, Mr. Thomas te Utrecht, als voor den nieuwen „voor- nood'g waren. Het stond hem vrij o eenige voor zich te houden, mits daarvoor werden in de plaats gesteld, het vergieten der klokken zou betaald 2 L Vis. voor elke 100 pond metaal, lor het geval er meer „specie" verstrekt dan noodig was voor den nieuwen „voor- moest die overgenomen worden voor 4 i. de 100 pond. aannemer klokgieter beloofde den „voor- en het acooord loffelijck ende eerlijck te en, goet van accorde, gelijck een accort eertien clokken behoort te wesen". Daartoe behooren twee „halve thoonen" te weten il en B mol, en wanneer alles aan den voldeed, beloofde het stadsbestuur van int, behalve het bedongen loon aan hem, it knechts voor elke klok nog te zullen en 5 schellingen als „drinckgelt". vergieting der klokken was aan goede toevertrouwd. De inrichting van Mr. n Booih te Utrecht had als gieterij naam; ikte reeds met 90 gezellen, en had al blijk van vaardigheid in deze getoond, oude klokken, in de waag gewogen, ver- oordigden een gewicht van 5130 pond, de verrekening der vergieting blijkt, dat tuwe klokken gezamenlijk zwaar waren pond. keuring van de nieuwe klokken toog de leester Willem Jacobsz. de Boet, heer van in 1592 naar Utrecht met Pieler itr en Cornelis de Wael uit Dordrecht niiiens. Maar ook de „klockgieter" had UITGEVER Tholen. pAdvertcntiën van 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Uit het Duitseh. lS's haard was ook nu niet verlaten; zij dde haar vrienden rondom zich. Ten kwaaien mevrouw van Eelzen en Karei 'der hare reisgenooten met hun eenig 'anpoise. Bovendien werden nog twee verwacht. Karei had beloofd twee zijner «ademievrienden mede te brengen. Aan beid en gezelligheid zou het dus niet en. Is was dan ook verzoend met de gedachte 'stfeest hier door te brengen. Zij spiegelde ertó schoone verwachtingen voor en was eduld dat de gasten komen zouden. 0 zouden, Emma kon het niet ontveizen, 'eest geliefde gasten Bloemenheuvel be- TsatD ca Emma hadden weinig meer van zijn kant gezorgd voor „sanghers en orga nisten" bij het onderzoek of het beoordeelen van zijn werk. Slechts een enkele klok, de kleinste, vond bij de musisiens, de zangers en organisten geene goedkeuring; zij moest worden vergoten en tegelijk iets verzwaard. Daarna werden alle in ontvangst genomen en bij de opstelling van deze werd ook nog een groote klok uit de kerk aan het geheel toegevoegd. Tegelijk met de bestelling der te vergieten klokken was aan Hendrik Aernouts, horlogie- maker te Bergen op Zoom, aanbesteed het leveren en plaatsen van een nieuw uurwerk, en het ophangen en in verbinding stellen van de vergoten klokken met dit uurwerk, een en ander voor een bedrag van 500 Carolusguldens of ƒ750. Betreffende de opgezonden klokken ter ver gieting zij opgemerkt, dal daaronder ook eenige waren, afkomstig uit den toren en de kerk van Schakerloo. Na de voltooiing der werken en leveringen droeg de Wethouderschap het onderhoud van het uurwerk met het klokkenspel op aan een horlogiemaker uit Zierikzee en stelde Cornelis Janse, alhier tot kloksteller aan. Deze man was gehouden 's Zaterdags en 's Zondags van elf tot twaalf ure „te beieren", e» daarvoor en voor „het bij den tijt houden van 'torloge", werd hem eene belooning van 12 L 19 Q, benevens zekere voorrechten toegestaan. Wat het loon van den kloksteller betreft, dit was voor die dagen vrij aanzienlijk; maar men verlieze ook niet uit het oog, dat veel bemoeie nis aan die betrekking verbonden was. Voor elke overwinning op de Spanjaarden behaald, moest worden geluid en gebeierd; want het volk, hoe ook door den oorlog gedrukt, vierde bij elke overwinning feest. Bij een „overgangh" als die van Geertruidenberg, van Groningen, van Koevorden en van zoo menig andere, kreeg men behalve het zware klokgebrom de tonen van het carrillon te hooren. Uitbundig was zelfs de vreugde, die ook hier werd aan den dag gelegd, bij eene overwinning als die bij Turn hout en Nieuwpoort behaald, 't Was een aan houdend klokgelui, slechts bij wijlen afgewisseld door liet beieren op den „voorslach", en tot laat in den nacht flikkerden de vlammen van takkebossen en pektonnen, die onder het knallen van geweerschoten, allerwege lustig stonden te branden. Menig uurtje heeft onze klokkenist Cornelis Janse das voor het klavier op dien grijzen kerktoren doorgebracht; want nu eens van deze, dan van gene zijde, ontving de Wet een „heuglijcke tijdiughe, en zelfs voor een „over gangh" als van het kasteel lange was in de Grafelijke stad gebeierd". Ook het inwendige van den kerktoren had bij de plaatsing van het nieuwe uurwerk en het verbeterde klokkenspel groote verandering onder aan Karei gedacht, te veel nieuwe indrukken en aandoeningen hadden de oude verdrongen. Nu echter trad zijn beeld weer krachtiger op den voorgrond bij Emma; ze verheugde zich over zijn komst, want ze had hem leeren achten en waardeeren. Zij wist, dat zij in zijn nabijheid geen verveling gevoelen zou. Het was koud en echt winterweer, Kerstmis beloofde een goede Kerstmis te worden met sneeuw en ijs. Evenals bij Emma's aankomst, brandde ook nu een groot vuur in den haard. „Wat treffen ze goed weer tante, het is wel koud, maar gelukkig geen regen en wind. Ik ben verlangend te weten of mevrouw van Eelzen het leven hier in den winter even aangenaam zal vinden als in den zomer. Wat dunkt u er van?" „Dat zal zij zeker vinden, Emma. Wij hielden beiden altijd heel veel van buiten, en menig jaartje van mijn leven hebben we te zamen op hun landgoed „Vrede en Rust" doorgebracht". „Maar hebt u dan nooit naar al de ver maken verlangd, die het stadsleven meebrengt? Ik kan me dat niet voorstellen." gaan; de zolder, waarop het „bellefruyt" was opgesteld, was met „Brabantseh en Wezelsch" eiken vernieuwd. En niet alleen het bovendeel, ook de lager gelegen zolderingen, de vaste ladders en de bindten, waaraan de klokken hingen, waren veranderd. Aanzienlijke geldelijke offers had men zich voor dat alles getroost, en dat niettegenstaande het sluiten van de stadsrekeningen met aan zienlijke tekorten als regel was, en er voor het vernieuwen van de brug over de Vest voor de Verbrande poort zelfs door elk der raadsleden gelden moesten worden voorgeschoten. Maar onze vaderen beminden het klokkenspel. Menigwerf werd het neergedrukte gemoed door de verschrikkingen van deu oorlog er door op gewekt, en hoeveel leed men in die dagen ook te torschen, hoeveel lasten zich te getroosten had, voor nieuwe uitgaven ten behoeve van het klokkenspel deinsde men niet terug. Zoo dan was de stand van zaken van 1592 tot 1627. 't Was de Burgemeester Marinus van Vrijberghe, een zoon van Willem Jacobz. de Boet, heer van Vrijberghe, die alstoen weder op de noodzakelijkheid eener verandering van het klokkenspel wees. Hij deelde mede, dat vele klokken gescheurd en het geheele carrillon „ontredderd en verloopen" was. Ook meende deze Magistraatspersoon, dat het klokkenspel tot -erief' van de burgers niet in den kerk toren, als staande deze in de laagte, maar in den stadhuistoren, in het centrum der stad, diende te worden aangebracht. Zijn voorstel ondervond de goedkeuring van de Wethouder schap, die onmiddellijk het besluit nam de be staande klokken te doen vergieten en de nieuwe op te hangen in den toren van het stadhuis. De goudsmid, Pieler Marinusse, kreeg in last het vervaardigen van twee gedreven stads wapens voor de nieuwe klokken, en de gieter Michiel Burgerhuis, te Middelburg was gehouden daarop het volgende gesublimeerde opschrift te stellen: „Soli Deo Gloria. Michiel Burgerhuis me fecit. Anno Domini 1627, Dotnini mense majo consule Mr, Marino van Vrijberghe, sju dico. M. Cornelis Hugéns civitatis Tholenae". De nieuwe klokken werden onderzocht of gekeurd door een organist uit Bergen op Zoom allen werden goedgekeurd en alleen voor de vergieting was over f 1751,575 beschikt. Aan Willem Pielerse werd alsnu ook op gedragen het maken en leveren van een nieuw uurwerk in den toren van het stadhuis en dit in verbinding te brengen met het klokkenspel voor f2000, terwijl nog f518,60 vereischt werd voor het versteken van het klokkenspel en voor liet vervangen der ijzerdradeu door koperen, voor al hetwelk de klokkenist van Middelburg, Johannes van Borsele, hier dagen achtereen was werkzaam geweest. En zoo dan hebben we thans nog te doen met het in 1627 veranderde klokkenspel. Van dien tijd dagteekenl ook het oude uurwerk nog in den stadhuisforen aanwezig. De overbrenging van het klokkenspel van den kerk- naar den stadhuistoren ondervindt geene onverdeelde goedkeuring. De stadhuis toren biedt daarvoor beperkte ruimte aan en bij diens spits en bovenbouw is nooit op eene belasting, als daarvoor noodig is, gerekend. Reuter seint uit Berlijn, dat Koningin Wilkelmina, volgens een bericht in de Lokal An- zeiger, van plan is, nog een kuur te ondergaan te Langensehwalbach, een bekcude badplaats in het district Wiesbaden. 't Is heerlijk schoon gelegen in een der dalen van den Taunus, heeft vermaarde bronnen, waaronder de „Stahlbrunnen" en de „Weinbrunnen" en wordt jaarlijks door een 5000 badgasten bezocht, voor het grootste deel lijders of lijderessen aan bloedarmoede en verzwakking. Men meldt uit Schaumburg, dat, hoewel de gezondheidstoestand van H. M. de Koningin zeer bevredigend blijft en de krachten voort durend toenemen, het toch noodig is, dat Hare Majesteit zich goed in acht blijft nemen. De kleine wandelingen en rijtoeren, die de Koningin reeds sedert het begin van haar verblijf te Schaumburg maakt, wordeu dan ook slechts langzaam aan verder uitgestrekt. De missie die H. M. de Koningin zou ver tegenwoordigen bij de kroningsplechtigheid te Londen en zich daarheen reeds had begeven, althans de buitengewone ambassadeur baron Sirtema van Grorestins, wordt heden reeds in de residentie terug verwacht. De commissaris der Koniugin in Zeeland maakt bekend, dat in het jaar 1902 de jacht op waterwild geopend wordt op 1 Juli. „ook wij ziju eenmaal jong geweest; maar zooals ge weet, ik ben jong getrouwd, en toen uw oom kort na ons huwelijk overleed, had ik den lust in vermaak en uitgaan verloren. Mevrouw van Eelzen die een weinig ouder is, was reeds vroeger getrouwd en vond dergelijke verstrooiingen ook niet meer gepast voor haar." „Ik hoop, dat we veel genieten zullen van slede- en arrevaarten", antwoordde Emma, haar eigen gedachtengang vervolgend. „Waarbij wij, oudjes, genoodzaakt zullen zijn thuis te blijven, niet waar?" „Dat weet u wel beter, tante; maar daar hoor ik het rijtuig I" Werkelijk reed op dit oogenblik een rijtuig het hek binnen en hield even daarna stil. De oude kennissen stapten uit. Karei hielp zijn moeder bij het uitstijgen en weldra bevonden zij zich in tegenwoordigheid der beide dames. Spoedig waren ze in een druk gesprek ge wikkeld, ieder vertelde zijn lotgevallen gedurende den zomer. Opgeruimd scheidde men dien avond, om den volgenden dag de andere gasten welkom te heeten, die komen zouden. 1ERSEKE. Het loon voor het plukken van bessen te Wemeldinge is in ons desbetreffend bericht foutief opgegeven. Het bedraagt niet 3 maar iy2 cent per K.G. Naar men ons meedeelde is dit werk nu afgeloopen. Ijverige plukkers verdienden soms ongeveer 50 cent per dag. Onder de jongelieden die een plaats ge kregen hebben als klerk bij de post- en telegrafie komt voor C. de Korte te lerseke, die reeds den lsteu Juli a.s. te Amsterdam in functie treedt. Maandag overkwam een jongen alhier een ongeval dat betrekkelijk goed afliep maar zeer ernstige gevolgen had kunnen hebben. Hij wilde een kar met steenkolen geladen, na het paard te hebben afgespannen, op een dijk om- keeren, maar de kar viel van den dijk en kwam met den voerman er onder in een sloot terecht. helder verlicht. De gasten waren verspreid. De vier oudste zaten te whisten en de jongelui vermaakten zich met mnziek en voordrachten in de aangrenzende kamer. Naast Karei die iets komisch voordraagt zit van der Leuf, een flink jongmeusch ongeveer vijf en twintig jaar oud, kloek en sterk gebouwd met blozende, doch een weinig verbrande kaken. Hij heeft zijn studiën geëindigd en, nog niet besloten waar zich te vestigen, zwerft hij wat rond, en zoekt den winter aangenaam door te brengen. Naast hem treffen we Fraupoise, Emma's nicht aan. Zij is een beroemde schoonheid, 't is jammer dat zij dit zoo goed weet. Van de eenvoudige, doch ongelukkige Clare Hoeve, die naast haar gezeten is, zullen we zeker zooveel niet te zeggen hebben. Zij is zeer bleek en van een zwakke gezondheid. Haar huurman Hensingen vormt daardoor een sterk contrast met haar. Een toonbeeld van gezondheid en welvaren, zou zijn gul en op geruimd gelaat u niet laDg boeien, indien zijn levendige oogen niet van iets meer dan gewone vroolijkheid spraken. Hoewel nog jong, is hij reeds doctor in de letteren en begint -zich op

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1902 | | pagina 1