Gemengd Nieuws. Blijkens achterstaande advertentie geeft de gymnastiek-vereeniging „Olympia" Vrijdag a.s. hare tweede uitvoering gevolgd door een concert van eenige leden der stafmuziek van het 3e regiment infanterie te Bergen op Zoom. Het belooft werkelijk een recht gezellige avond te zijn en wij hopen dan ook dat ditmaal onze gymnastiek-vereeniging] weer succes moge hebben op haar pogen om de belangstelling in de zaak, die zij voorstaat, te verhoogeu, over tuigd als wij zijn van het nut der gymnastiek. Aan onze herstellende Koningin. door E. Laürillard. 'tVolk dacht aan U en aan Uw smarten, En weerpijn voelde 't ook van 't leed, Dat in de U 't naast bestaande harten Zoo diepe en scherpe wonden sneed. 't Dacht aan zichzelf ook. Bij de wenken Van hoog gevaar vroeg 'tbang: „Wat nu?" Het kon, het durfde zich niet denken, Hoe 't Neerland zijn zou zonder U. 't Bad met Gemaal en Moeder mede, Toen angst en jammer rees in top; 't Zond duizendstemmig ééne bede Voor U tot d'Albehoeder op, En nu, een blijd en hoopvol Heden Vlecht om het kruis een rozenrank, En hart'lijk, zoo als 't heeft gebeden, Spreekt, zingt heel 't vaderland „Goddank I" Aan de Nassaukade te Amsterdam stonden drie kleine kleuters aan den walkant. Op eens hoorde een voorbijganger, een postbeambte, een plons in het water, gevolgd door den uitroep Help, help, mijn broertje ligt er in De brieven besteller ijlde naar een nabyzijnd café en kwam terug met een dreg. Echter was hij zeer ver wonderd, de kleine schreeuwers niet meer te zien en wat bleek bij onderzoek, de deug nieten hadden een grooten steen in het water geworpen en waren toen hard weggeloopen. Te Rijen (N-Br.) is een achtjarig jongetje door een vrachtwagen overreden. Het wiel ging den kleine over den hals zoodat hij onmiddel lijk dood was. Te Rijswijk werd een veehandelaar door een koe dusdanig tegen den muur van den stal gedrukt, dat hij op de plaats dood bleef. Te Vlissingen werden een jong gehuwd paar tweelingen geboren, terwijl een jaar en zeven dagen geleden in datzelfde huisgezin een „drieling" als eersteling haar intocht had ge houden. Die zegen is voorwaar niet te benijden. In' een café te Delft is de dochter des huizes uit een raam gevallen, zij kwam met den rug op een stoel terecht. Voor dood werd 't zwaargekwetste meisje door haar vader in huis gedragen. Te Maasdam is een arbeider doordat zijn paard schrikte voor de stoomtram en op hol sloeg, van den wagen geslingerd. Hij bleef bewusteloos liggen. Niettegenstaande alle pogingen om hem weder tot bewustzijn te brengen is hij dieuzelfden dag overleden. Omtrent de familie Scherfï te Batenburg wordt het volgende vermeld Niet ver van de Maas en van het stadje ligt de bouwhoeve „Bloemhof", in eigendom toebe- hoorend aan den Vorst Von Bentheim, en in pacht bij de Weduwe Scherfl' en hare 8 vol wassen kinderen, 5 zoons en 3 dochters, allen lichamelijk flink ontwikkelde menschen, arbeid zaam en die zich met hart en ziel toeleggen op den landbouw, zoodat zij tot de welgestelde pachtlieden belmoren. In ïebruari 19U0, door den bekenden opzien- barenden moord te Appeltern, welke door een der leden van dit gezin in krankzinnigheid was bedreven, kwam deze familie algemeen ter sprake, vooral omdat zij had deelgenomen aan nachtelijke bijeenkomsten, welke aan den moord waren vooraf gegaan. De vrouw schijnt eene ijveraarster te zijn voor hare godsdienstige denkbeelden en verkeerde soms in „verrukking". In het rapport van den geneeskundige, die de zoons krankzinnig «Je hebt gelijk, man, het is al lang over den tijd, dien ze bepaald hebben; als hun maar geen ongeluk overkomen isl Maar, zie ik daar niet wat aankomen?" zei Kaatje, die zich inmiddels bij hem gevoegd had. Zij had gelijk; in de verte naderde het rijtuig, dat de jonge wees brengen zou. „Ik ben nieuwsgierig hoe zij er uit ziet, Gerrits, we hebben haar nooit weer gezien sinds haar vertrek van hier als kind." „Neen, vrouw, ik kan niet zeggen, dat ik ine bijzonder op mijn gemak gevoel. Zoo'n jonge meesteres haalt zich soms zulke wonder lijke grillen in het hoofd, en ik ben al een oud man." „Zij komt immers niet alleen," hervatte Kaatje. „Hare tante en opvoedster komt mee, niet waar?" „Verwenscht zijn al die tantes en opvoedsters ze zijn meest allen hetzelfde en willen allemaal den baas spelen! Maar nu op onze plaatsen 1" „Hier Jan," riep hij een naderenden liverei- bediende toe, „jij bij het hek. Als het rijtnig er is, gooi je 't wijd open, verstaan P" verklaarde, wordt gezegd, dat de moeder de oor zaak is van den ongelukkigen toestand, die ten huize der familie Scherfl' heerscht. Verleden week is een der zoons naar een krankzinnigengesticht overgebracht en Maandag werd er een tweede heengevoerd. Omdat deze beide zoons zonderlinge uitlatingen deden o. a. spraken zij van een „offer" brengen, wat veel deed denken aan de treurige geschiedenis van Appeltern waren de ingezetenen van Batenburg ongerust en liet de burgemeester de politie versterken door eenige maréchaussée's om mogelijke rustverstoringen te beletten of op andere wijze hulp te verleenen. Het huis der familie Scherf wordt door de be volking geschuwd, en men waakt er zorgvuldig voor, dat geen kinderen in de nabijheid er van ver- keeren. Waarschijnlijk zullen nog een of meer kinderen krankzinnig worden verklaard. De commissaris van politie te Groningen waarschuwt voorzichtig te zijn met het aan- knoopen van relatiën met Remkes, firma Remkes, Nijhoff en Kloek, die in verschillende bladen, vooral in het zuiden des lands, ad- vertentiën doen plaatsen, houdende aanbod van goedkoop veevoeder. Herhaaldelijk komen klachten in over de geheele waardeloosheid van het veevoeder en het niet afleveren van het bestelde, hoewel de prijs te voren is betaald. Een arbeider te Langedijk bezeerde- de vorige weck zijn hand aan puntdraad. De wonde veroorzaakte bloedvergiftiging en hoewel de man nog geneeskundige hulp te Grouingen wilde zoeken, is hij echter onderweg daarheen overleden, Te Roosendaal is een tuinbouwcursus voor gediplomeerde landbouwonderwijzers aan gevangen. Dertien onderwijzers waarvan 10 uit Zuid-Beveland, 2 uit Noord-Brabant ep 1 uit Walcheren, alzoo 11 Zeeuwsche onderwijzers, nemen daaraan deel. Er wordt des Zaterdags vier uur les gegeven met een half uur pauze. De lessen duren tot ongeveer Augustus 1903. Aldaar heerschen de mazelen in bijna alle gezinnen. Sterfgevallen kwamen nog niet voor. Sedert uit de wet op de besmettelijke ziekten de mazelen zijn geschrapt is deze ziekte in de laatste jaren zeer toegenomen en breidt zich meer en meer uit. Het aantal sterfgevallen, zegt de „Avond post", steeg van 1 op 10,000 inwoners in 1899 tot 2,6 en 5,9 in 1900 en 1901. Gelet op de groote fluctuatie bijv. ook in 1890, '91,'92 en '96, zijn genoemde cijfers geen strikte be wijzen, maar ze geven toch te denken. In ieder geval is het een bewijs en dit in overeenstemming met het gevoelen van etiele medici, dat de mazelen thans gelegenheid hebben om ongehinderd voort te woekeren. Na het schrappiugswetje kwam het meermalen voor, dat een school wegens het epidemisch heerschen der mazelen moest gesloten worden. Er worden wel eens wonderlijke dingen vau plaatselijke schoolcommissies verteld, maar wat in „De Bode" van 24 Mei vau die in de gemeente Beusichem verhaald wordt, spant de kroon, Deze comm. heeft in 25 jaar nooit een school bezocht en brengt ieder jaar toch trouw een verslag uit. Het laatste jaar maakte daarop geen uilzondering en in het verslag daarvan wordt nu toch van een met name genoemden onderwijzer gezegd, dat zijn ijver veel te wenschen overliet, zoodat wellicht bijzondere maatregelen te zijnen opzichte zouden moeten genomen worden. Zoodra het hoofd der school, die in het minst niet over dien onderwijzer was gehoord, dit oordeel vernam, protesteerde bij daartegen, daar de bedoelde onderwijzer in meer dan voldoende mate zijn plicht had gedaan en daarop ver klaarden ook de heeren dr. Foekens en jhr. van Pabst van Bingerden, de districts- en de arr. schoolopziener, dat zij in geen enkel opzicht het lichtvaardig oordeel der commissie onder schreven. De nadeelige gevolgen van de strenge koude en het natte weder zijn in den Alblasser- waard niet uitgebleven;- allerwege vindt men doode jonge haasjes in de holen. Nabij Moordrecht is op den spoorweg een arbeider "gevonden, die vermoedelijk door een sneltrein was aangereden. De man is onder het vervoer overleden. Te Utrecht is een vrouw door een los liggend zolderluik gevallen, waardoor zij van een hoogte, met het hoofd naar beneden, omlaag stortte. Met verbrijzelde schedel werd zij stervend opgenomen. De beoefenaars van de vereenvoudigde schrijfwijze die het over de spelling van sommige woorden nog niet eens zijn zullen nu spoedig de handen vol krijgen daar Prins Hendrik de vereeniging zeker steunen zal. Zijne Hoogheid, gewend aan den Duitschen regelSchreihe wie du sjirichst, moet zeer ver baasd zijn geweest, dat wij er een spreektaal op na hielden geheel verschillend van onze schrijf taal. De prins moet met al de „de's" en „den's" nog op zeer gespannen voet staan en met een verbaasd gelaat aangehoord hebben hoe wij op alle taalregels uitzonderingen hebben, ja zelfs uitzonderingen op de uitzonderingen. De prins beriep zich op de spreekwijze van H. M. de Koningin, en betoogde dat H. M. toch nooit gelastte„Zet dien stoel daar neder," noch sprak van „mijne» gemaal" e. d. Zijn leermeester liet zich echter niet bepraten. Toen moet het gebeurd zijn, dat Z. M. ergens een boekje vond, waarin iets stond over de be weging voor eenvoudiging van de schrijftaal en hij liet dat met voldoening zien, zeggende „Ziet ge, er zijn toch ook menschen die anders schrijven?" Het antwoord luidde„Ja Hoogheid, maar die hebben de meerderheid niet" en toen moet de prins gezucht hebben als wilde hij zeggen dat het te wenschen ware, dat die menschen maar gauw de meerderheid kregeD. Dat kraaien, vooral in den tijd wanneer zij jongen hebben, zeer brutaal kunnen zijn, weet ieder buitenman, die in eene eeuigszins boschrijke omgeving woont. Dikwijls komt het voor, dat hoenderkuikens en jonge eendjes vau het boerenerf naar het nest worden gevoerd, om daar als versnapering voor de jongen te dienen. Zeldzaam is het echter wat een kraai dicht bij een boerenwoning te Lijmers durfde doen. Hij ging met zijn stevigen snavel zoo geducht op 'n kip los, dat de veeren rond vlogen, totdat de geplukte hen al kakelend naar het hok vluchten kon. Nog gaf de kraai zijn pogingen niet op; een tweede kip werd beetgepakt en op dezelfde wijze behandeld. Maar nu bemoeide de haan zich met het geval en gaf de brutale aan randster zoo geweldig klop met zijn sporen, dat de kraai zonder buit een goed heenkomen moest zoeken. De z.g. confetti wordt nu verantwoordelijk gesteld voor de verspreiding der influenza in de laatste jaren. Vooral de Parijzer dokters zien in het kleine ronde papiertje een der eerste oor zaken van die jaarlijksche bezoekster. Men heeft proeven op dieren genomen door I het voedsel te mengen met confetti, welke van de straat opgeraapt werden. Na eenigen tijd gaven zij al de teekens der ziekte welke men opmerkt bij menschen, die door influenza aan getast zijn, en weldra stierven velen van hen. Is de confetti niet rechtstreeks de eerste oor zaak van velerlei besmetting, uitgemaakt is het toch, zeggen de dokters van Parijs, dat zij grootelijks meewerkt tot de spoedige uitbreiding ervan. De koning van Engeland krijgt bij zijn kroning uit Londen 500U maal zijn beeltenis, nam. 5009 gouden souvereins of ponden, 't Is een idee der aanbidders van het slijk der aarde waardig, maar 't is wel wat weinig voor iemand die veel schuld heeft. Als een bijzonderheid kan vermeld "-orden, dat in het einde van Mei 19Ü2 in een zolder kamertje in een achterbuurt van Parijs een man vau dertig jaar dood is gevonden, om gekomen van de koude. In de kolenmijn Crown Nest in Engelsch Columbia, is eene ontploffing voorgekomen, die noodlottige gevolgen had. Op het oogenblik der ontploffing waren er 206 werklieden beneden. Slechts 26 van hen konden ontsnappen. Men heeft in het zuiden van ontdekt dat er fabrieken bestaan tot teeren van kleine granietkorrels, ter groi tarwekorrels. Deze worden op groote si de tarwe gemengd om het graan grooter te geven, want hoe zwaarder de tari hooger de prijzen. Deze groote graanverra werd bemerkt bij het laden van tarwi Engelsch schip. Koning Victor Emmanuel van Ital dezer dagen een schuttersfeest te Rome De drie schoten, waarmede de Koning d tigheid pleegt in te wijden, worden gei als treffers aangegeven, zoo niet alle toch minstens een paar. Victor Emmanue zich echter boven zulke conventioneele verheven. Toen zijn eerste schot het beste punt zeide hij lachend: „Dit is hoogstwaars niet van mij." Bij het volgende schol de schijf het cijfer 2 aangewezen. „Ooi niet van mij" meende de Koning, mi bij het derde schot een poedel bericli zeide de Koning zeer tevreden t „Mijne dit schot is eindelijk van mij, want tijd heb ik geen geweer in handen In den sneltrein ParijsRijssel moordaanslag gepleegd. Een advocaat w een onbekende aangevallen en doodge De moordenaar is gevat. In verschillende deelen van Zwi zijn aardschokken gevoeld. De inwon keeren in angst dat een herhaling volj Velen zijn zoo bevreesd, na de verwoes Martinique dat zij met elkander bera: zich naar elders te begeven, want de die van Martinique komen zijn nog v geruststellend. Het moet er in den tijd hevig geregend hebben zoodat de nog steeds valt, tot een modderpoel is g« toch blijft de vulkaan werken, zooi verblijf op het eiland zeer gevaarlijk is, Te St. Vincent zijn door de laatst de lijken van de pas begraven sla: bloot gewoeld. H. M. de Koningin schonjt. f 1000 noodlijdenden te St. Vincent (Britsi zitting). Volgens bericht bevond het landsche pantserschip „Koningin Rf zich niet meer te Port de Prance bij de uitbarsting op Martinique. Te Luzern is grijze sneeuw Men gelooft ten gevolge van de uit op Martinique want toen de sneeuw was bleef een aschlaagje liggen. In Hamburg is groote ontsteltenis door het vallen van zoogenaamde bloe Bij ondersoek ia goklokon do rood voorkomt door het vallen van myriaden De zaak Humbert. Ontelbaar zijn de slachtoffers die familie Humbert zijn opgelicht. De beide oudjes hielden de wacht bij de voordeur. Zij wilden freule Emma het eerst begroeten. Geen twee minuten hadden ze hier gestaan of Jan wierp het hek open en liet rijtuig reed de buitenplaats op. De koetsier hield de teugels in, de paarden stonden stil en Gerrits opende vlug het portier. Met de pet in de hand hield hij den knop vast, en wachtte eerbiedig tot de beide dames waren uitgestegen. „Wacht tante, laat mij eerst uitstappen, dan zal ik u helpen," klonk een lieve stem, en een jong meisje sprong uit het rijtuig. Haar volgde een andere dame; beide waren in zwaren rouw. De jonge meesteres wendde zich tot Kaatje, en zeide vriendelijk: „Kaatje, niet waar? Prans heeft me al veel van u en van uw man verteld; en dit is zeker Gerrits „Om u te dienen, freule. Ik ben Kaatje en dat is mijn man. Hebt u een goede reis gehad „Dank je Kaatje, dat gaat wel, maar wat koud! Kom tante, we zullen in huis gaan, 'tis hier veel te guur voor u." De beide dames stapten naar binnen en bevonden zich spoedig in het ruime, warme vertrek. Het was een groote, vierkante kamer, vrij somber door het donkere behangsel dat de muren bedekte. De vriendelijke winterzon goot echter op dit oogenblik een vroolijke tint over alles, en maakte het vertrek veel gezelliger. Op den vloer lag een dik Smyrnaasch tapijt, naar het scheen reeds van ouden datum. Voor de hooge ramen hingen zware donkere gordijnen, die het licht temperden en uitstekende schuil plaatsen verleenden op de breede vensterbanken. Alle meubelen waren met smaak gerangschikt, en maakten een aangenamen indruk. De wanden waren rijk versierd met schilderijen, en daar onder zouden u zeker twee portretten getroffen hebben, niet alleen door de innemende gelaats trekken maar ook door de kunst waarmede ze uitgevoerd waren. Blijbbaar was freule Emma' van dezelfde opinie, want nauwelijks binnen getreden begaf zij zich naar de schilderijen met den uitroep: „Dat zijn mijn lieve ouders De Pransche miuister van binnenl zaken looft een som van 25000 francs hem, die mededeelingen weet te doen, di op het spoor brengen van de familie H indien de mededeelingen waarlijk tot de der beschuldigden leiden. Men heeft ecl geen aanwijzingen van beteekenis gekri zoolang als de familie zelf niet spreken van hare schelmerijen te getuigen, wot anderen de taak ijverig waargenomen dag brengt nieuwe verhalen van ongein die door mevrouw Humbert in de val zijn. Thans wordt er verteld van een heer V., die reeds in 1886 tot 6 vangenisstraf zou veroordeeld zijn, besc van valschheid in geschrifte, gepleegd ten van de bankiers der familie Hurnbe vergeefs verklaarde de beschuldigde voor den rechter dat niemand andt mevrouw Humbert zelf hem had ver» valsche stukkeu te maken, en dat hij mede verkregen 'geldsom van 300000 aan haar ter hand gesteld had. Aan brutale en onwaarschijnlijk klinkende verc werd geen geloof gehecht. Nu men tha wie mevrouw Humbert is, wordt het schijnlijk, dat de veroordeelde destijds heid heeft gesproken. Ze scheen aangedaan bij dien aanbid snel veegde zij hare oogen af en hare hoeken trokken zich zenuwachtig sain wijl zij in gedachten verzonken, ze bescl Wij hebben nu tijd de jeugdige wat beter op te nemen. Het rouwhoedje stond bevallig blonde, krullende lokken, die een lit gezichtje omgaven. Nu drukte dat weemoed uit, maar wanneer die kleiui zich eens tot een lachje plooide, zouilt vroolijk innemend gelaat zien. Het rou» omsloot een tengere, slanke gestalte, geheel ontwikkeld, want Emma telde na achttien jaren. Hare gezellin daarentef al goed in de veertig, lang en vrij gebouwd. Haar gelaat droeg nog de sp° vroegere schoonheid, en uit de donk: oogen straalde u een zachtheid en te gemoet, die u dadelijk voar haar Zij moest levenssmart gekend hebben; had weten te overwinnen. Dit was het dat de jaren op haar gelaat hadden gese (Wordt oerix

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1902 | | pagina 2