- weetMafl, pijji aai ie ftelaipi yan oeslerteelt, laiiSmii, enz. N°. 723. Zaterdag 6 Mei 1899. Zestiende jaargang. EN >A J. II. C. POT, Publicatie n. Boekwerk: „Neerland» Leger." binnenland. FEUILLETON. Door het ijs bekoeld. gI" IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT, nz Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. In|«zaaitn stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan hej_bureau_te_ThjJjn_ol_v66M)QNDERDAGMIDDAQ bij onzen medewerkor te leneko. UITGEVER: Tholbn. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt aleohtt 2 maal in rekening gebraoht. De Burgemeester ran T H O L E N, -JJengt ter kennis van belanghebbenden, dat ter eraeente-Secretarie ter inzage is nedergelegd een cemplaar van de zestiende uitgave van bet boekwerk gei Neerlands leger"en dat het zoowel voor hen, olei e zich vrijwillig in militairen dienst willen begeven, voor de militieplichtigen van belang is kennis nemen speciaal van die hoofdstukken, welke mtvoerige inlichtingen bevatten omtrent het „voor* reidend militair onderricht", de „vereischte militaire :kwaamheid voor keuze van korps en garnizoen" den „dienst bij de militie te land." Tholen, den 6 Mei 1899. De Burgemeester voornoemd, M. G. VAN STAPELE. Burgemeester en Wethouders van THOLEN, illen op Maandag, den 8 Mei a.s. des middags te I uur, ten geiceentehuize aldaar in het openbaar )or den tijd van 4 jaren verpachten s grasetting der stadswallen en de visscherij der vesten. De verpachtingsvoorwaarden liggen ter inzage ter xretarie iederen werkdag des voormiddags van 3teo|12 uur. Tholen, 1 Mei 1899. ind erzoekschri/ten ter bekoming van Jacht- en vischakten. Burgemeester en Wethouders der Gemeente HOLEN brengen ter openbare kennis, dat ter 'and emeente-Secretarie kosteloos verkrijgbaar zijn, anco-verzoekschriften ter bekoming van jacht- en scbakten en van kostelooze vergunningen tot uit lening der visschery met èèn vischtuig, voor het iwtaande seizoen van 1899. Afgekondigd en aangeplakt te Tholen, den 6 ei 1999. Burgemeester en Weth. voornoemd, M. G. VAN STAPELE. P. LABAN, Secretaris. Deze week slaagden wederom twee leerlingen door^ de Rijksnormaallessen te Tholen voor de te lager onderwijs en voor de vrije- en orde- feningen der gymnastiek, n.1. de dauies H. Heijboer en S. J. Larooij, beiden van herpenisse. Mejuffr. Heijboer slaagde ook Ior de nattige handwerken, welke akte ïjuffr. Larooij reeds tevoren behaalde. Tweede Kamer. In de zitting der Tweede Kamer van Woens- is een renteloos voorschot van 900.0U0 gld. noteerd voor den stoomtram HulstWalsoorden een van l'/j mill. voor de tramwegen op Zuidhollandsche eilanden. Den vorigen dag heeft Dr. Kuijper tot den uister van Ëuitenl. Zaken de volgende vragen n richtle. of het waar was, dat de Oranje- ijstaat en de Zuid-Afrikaansche Republiek 't tot de vredesconferentie in Den Haag zijn Kom oude kapitein, vertel ons nog eens t van je avonturen" zei een der varens- ellen, terwijl hij met zijn kameraden om i knappenden haard zat. «rOch jongens, ik geloof dat ik geen bizonder- len meer weet," antwoordde de bootsman, mijn wederwaardigheden ken jelui reeds ,Ben je nooit verliefd geweest, kapitein," agde er een in 't midden te brengen. Verliefd? och wat zal ik je zeggen, is al zoolang geleden, maar ja, toch ben ik i» verliefd geweest op een mooi meisje. Of de echte liefde was, die zoo vaak bezongen beschreven wordt, weet ik niet, maar wel ït ik dat mijn hart in vuur en vlam stond, >h ia één nacht door het ijs zoo afkoelde, uitgenoodigd, 2e. zoo ja, of er pogingen zijn aangewend om die staten op de lijst der ge- noodigden te brengen, en waarop die pogingen zijn afgestuit, 8e. of de staking dier pogingen aan de definitieve aanvaarding van het houden der conferentie te 's-Gravenhage voorafging dan wed daarop volgden, 4e. of de minister genegen was, alsnog te beproeven de deel neming dier 2 staten te verzekeren. De le vraag werd bevestigend beantwoord. De minister heeft onzen gezant te Petersburg opgedragen ook aan te dringen op het vragen van de Transvaal. Maar de minister kreeg van de deswege gevoerde onderhandelingen en besprekeningen met andere regeeringen den indruk, dat de Republiek geen voordeel, maar zelfs groot nadeel zou kunnen loopen door deelneming aan de conferentie. Daarom meende de minister, dat hij beter- deed vrede te nemen met de uitsluiting van alle Zuid-Afrikaansche staten. De onderhandelingen hadden plaats, nadat onze regeering de uitnoodiging om de conferentie hier te houden had aangenomen. De minister was niet genegen nog te beproeven de deelneming der 2 staten teverzekeren. De interpellant nam met dit antwoord voor- loopig genoegen. Na de conferentie zou hij op de zaak terug komen. Een motie van den heer Troelstra, luidende: //De Kamer, zich in beginsel verklarende voor de invoering van algemeen kiesrecht, gaat over tot de orde van den dag", werd na discussie, verworpen met 54 tegen 30 stemmen. LANDBOUW en VEETEELT. Een praatje over zuivelbereiding. {INGEZONDEN). Nu begint het dan toch meer dan mooi te worden, de boter wordt thans betaald met veertig, zegge 40 cent, per pond. Als dat zoo blijft gaan, dan kunnen wij ze gauw, beter als wagensmeer gaan gebruiken, dan voor dien prijs er winkeliers en burgers mede achterna te loopen die dan, omdat ze xoo goed zijn om ons van de boter te ontlasten, ons de bood schappen in den vorm van kruidenierswaren, manufac turen, e.d.g. flink duur laten betalen. „Nood leert bidden" zegt het spreekwoord, en werkelyk 't is zoo. Toen men in dit voorjaar begon te spreken over de te Halsteren op te richten room boterfabriek, heb ik, evenals vele ongeloovige Tho massen, myne schouders opgehaald. Een boer is achterdochtig, ik en velen met mij zeiden, daar wil de firma Bogers en Co. een slaatje uit slaan en ons daarvoor én zaad én grond én mest doen leverenik weet het, velen redeneeren nog zoo, doch bij nader inzien en beter onderzoek zullen zij, evenals ik, tot de overtuiging komen, dat het niet zoo is. Een gesprek met een der voorstanders dezer fa briek, een man, die het weten kan, bracht mij tot nadenken. Zie eens wat die persoon mij in 't kort zeide op al de bezwaren die ik meende te moeten opperen en dit waren er niet weinige. „Vrind," zei hy „je weet niet wat je zegt, jelui dat ik er nooit meer aan gedacht heb." Daarvan hebt ge ons nooit iets verteld, toe laat je niet bidden kaptein, en deel ons die bekoelde liefdeshistorie eens mee. //Welnu," begon de oude, //ik zal trachten die geschiedenis eens te vertellen, maar je moet me niet in de rede vallen. Weet dan dat ik als jongen een vriend had, Hein heette mijn makker en samen hadden wij een vriendin, Annemie genaamd. Wij gingen met elkander op school, speelden, stoeiden en vochten met elkander en werden later beiden op haar verliefd, doch 't was zooiets van kalver liefde, want daar we nog kwajongens waren, konden we het zeer goed van elkander ver dragen, en toen we later de wereld ingingen, Hein om te studeeren, en ik om de zee te leeren bevaren, namen we heel gewoon afscheid van Annemie zonder dat ons hart bloedde of ons hoofd van streek raakte, liet aan 't toeval overlatende of we elkander ooit weer zouden ontmoeten. Ik had reeds enkele jaren de zee bevaren, zonder iets van mijn vriend of Annemie vernomen te hebben, toen ik eindelijk in de gelegenheid oordeelt en veroordeelt allen uit een warm hoofd. Napraten en niets dan napraten doen jelui elkaar zonde: dat je goed weet wat je zegtwaar toch haalt ge de bewijzen, die je beweringen moeten staven V Ik kan jelui bewijzen, dat de roomboterfabrieken overal waar ze tot heden werkten, mits goed aan gepakt en met beleid bestuurd, voordeel brachten aan de melkleveranciers en welvaart in een streek. Om echter zoo 'n doel te bereiken is er eendracht noodig, „veel handen maken licht werk", daarom goede vriend, alvorens Gij het streven van de firma Bogers en Co. afkeurt of met een minachtend schouder ophalen en grimlachje bejegent, eerst eens de zaken degelijk onderzochtal te voel nog wordt de melkeiy als een noodzakelijke lastpost der boerdery beschouwd, een hoofdbron, een eerste factor moet het worden, en dit kan het ook, wanneer er ge tracht'wordt, door beleidvol werken, zooveel mogelyk boter van onze koeien te fabriceeren, en meteen boter ran ééne, slechts eerste qualiteit. Dit kan nooit wanneer elke landbouwer voor zich werkt, evenmin kan zoo iemand eene flinke markt maken, want hy moe^, steeds te land komen bij de winkeliers in zijne eigene woonplaats, en hoe dat gaat, nu, dat behoef ik je niet te vertellen. Gij weet, dat allen reeds lang genoeg en moet het nog dagelyks ondervinden daarom, vriend, alvorens onbedachtzaam mede te helpen om eenige vooruit strevende personen te belemmeren in het daarsfellen van eene nuttige inrichting, eerst eens de zaak ter dege onderzochter zijn tegenwoordig plaatsen te over, waar goed werkende boterfabrieken zijn, ga daar de landbouwers en informeer naar hunne resultaten en ik geef U de verzekering, dat Gy overal eenparig den lof zult hooren zingen van de boterfabriek. Ik durf te beweren, dat Gy, en velen met U, volstrekt niet weten wat eene koe gemiddeld per jaar opbrengt en wat ze by practische behan deling op kan brengen, en vergeet nu eens niet, dat Uw beest U evenveel van onderhoud kost of zij f90 per jaar opbrengt aan boter of f 130. Wat zegt Gy daar? de ondermelk van de fabriek is zoo slecht voor de kalvers, dat is waar, maar daaraan kan ik direct bemeiken, dat Gij niet op de hoogte zyt met ons plan. Gij hebt, evenals zoovelen. gezegd, daar kan toch niets van komen. We zullen dus ook de vergaderingen maar niet bijwonenja ge hebt niet eens de circulaire gelezen die U is toegezondenwant dan zoudt Ge weten, dat het plan van Bogers en Co. is om eiken landbouwer eene melkontroomer op de hofstede te geven en dusdoende le. de groote kosten van het melk vervoer te vermyden en 2e. den landbouwer in de gelegenheid te stellen flinke kalveren te kweeken, omdat nu telkens na het melken en ontroomen, de melk nog warm en volkomen zoet naar het kalf gaat, en om U van de resultaten, die men daarmede verkrijgt eens te overtuigen, noodig ik U bij mij. Gij weet, of kunt het weten, dat ik reeds eenige jaren met een melkontroomer werk. Welnu kom mijne kalveren eens bezien, ik zal U zeggen, wat ik bijvoer, ook Gij kunt het zonder bijvoer niet af met Uw karne melk, en dan zuilen wy eens zien, wie het wint. Neen, vriend ik zie het wel aan Uw gezicht, ge meent, je moet veel bijvoeren, want anders gaat het niet, ik verzeker je, ik weet nu eens niet, wat Gij voert, maar men hoort anders op dat gebied ook de onzinnigste dingen uitkramenik ken er bv. op 't oogenblik die enkel tarwemeel voederen, want de was weer in de buurt van mijn eigen vader- stadje te komen, en toen ik aan wal stapte, kreeg ik lust al mijn oude kennissen weer eens op te zoeken, in de eerste plaats een ouden vriend van mijn vader, aan wien ik veel ver schuldigd was, daar hij na den dood mijner ouders, veel voor mij gedaan had, zoodat ik ook door zijn bemiddeling op een boot was geplaatst, waarna ik mijzelven moest opwerken. Allerlei herinneringen ontwaakten in mij, hoemeer ik het stadje naderde en ik geraakte langzamerhand in een droevige stemming, toen ik het kerkhof voorbij ging waar de graven mijner ouders met gras begroeid waren. Als ik nu echter zeggen zou, dat ik toen naar Annemie verlangde, dan zou ik liegen. Op mijn woord van eer indien ik haar zoo op staanden voet ware tegengekomen, dau zou het mij erg veel plezier hebben gedaan, en mijn hart zou misschien ook wel wat sneller zijn gaan kloppen maar heel veel drukte zou ik er toch waarachtig niet om gemaakt hebben. Radman, de oude vriend mijns vaders, heette mij hartelijk welkomwij spraken over het verleden en nadat wij over eenige zaken meer tarwe is goedkoop, neen myn vriend, de, tarwe is niet goedkoop voor bijvoer van jonge kalvers; voeder dan haver gekneusd met wat dito lijnmeel' of zaad, of en dit heb ik bij ondervinding, is het goedkoopste en beste, voeder het Universeel Kalveruieel, doch we zijn zoo wel wat van den rechten weg afgedwaald. Een ander bezwaar, dat ik dikwijls hoor opperen, wanneer er sprake is van een melkontroomer is, «ze kosten zooveel geld", nu cadeau krijgt men ze niet, dat is waar maar laat ons eens uitrekenen hoelang men werk zou hebben om zoo 'u toestel vry te werken. Het is algemeen bekend, men heeft daarvoor toestellen, waarmede men dat zeer nauwkeurig kan bepalen, dat het vetgehalte der koemelk in ons land over 't algemeen gemiddeld 3,2 bedraagt, doch voor eene gemakkelijke rekening en om U nog maar wat winst extra te geven, ik heb het uiterste niet noodig om het te winnen, zullen wy maar aannemen, dat het gemiddeld gehalte 3 °/o is, dus als wij 100 Kg. melk hebben, dat is pl.m. 100 Ltr. dan hebben wij daarin 3 Kg. vet, waarvan de boter wordt gekarnd. By het zuren nu volgens de oude methode en het daarna karnen der zure melk bleek de karnemelk steeds ie bevatten, gemiddeld 0,7 a 0,8 °/o vet, in den zomer komt het op sommige plaatsen voor van 1 tot 1,5 vet, terwijl men met de beste ontroomers tegenwoordig beneden 0,1 ontroomt en in de roomkarnemelk slechts pl.m. 0.5 vet voorkomt. Maken wij nu onze berekening als volgt3 vet is 30/i0 °/o vet, want I procent is 10 tiende gedeelten. In gewone karnemelk vindt men na 't karnen nog procent vet en in afgeroomde melk slechts Vio procent, dat is een verschil in 't voordeel van de melkontroomer van zeven tiende procent vet, doch we zullen met 't oog op het vet, dat nog in de roomkarnemelk achterblijft maar zes tiende procenten winst nemen, dat is, we hadden in 't geheel in volle melk dertig tiende gedeelten vet, dus ®/3o of '/s gedeelte van al het in de melk aanwezige vet halen wy er meer uit met de melkontroomer, dau met de gewone methode, dit is vanzelf ook Vs gedeelte der in 't geheel geproduceerd wordende boter. Nemen wij nu eene boerderij van acht koeien, welke gemiddeld per jaar en per stuk 3000 Liter melk geven, dit is vooral niet veel, men heeft soms koeien van 6000 Liters), maakt 24000 Liter melk per jaar, welke wij gemakshalve maar weer 24000 Kg. zullen noemen, ('t is eigenlijk 24744 Kg. en de winst wordt dan nog grooter) deze 24000 Kg. inelk aan 3 procent vet geven dus 210 maal 3 Kg. of 720 Kg, vet. Van dit vet blijft bij de gewone methode pl.m. '/s gedeelte meer in de melk achter, dat is 144. Stellen wy de kilo vet op 90 cent (dat is lang niet te hoog. de meeste goed georganiseerde boterfabrieken betalen meer tot meer dan fl,00 zelfs), dan krijgen wij met de melkontroomer eene winst per jaar aan boter van 144 maal f0,90 is f 129,60. Een melkontroomer met karn kost van de eerste kwaliteit pl.m. 300 gulden, dus komen wij dusdoende tot de slotsom dat eene boerdery van acht melk koeien, alles op zyn minst gerekend alleen de ma chines het duurst, in den tyd van twee en een half jaar zyne machines vrij heeft verdiend. Wordt vervolgd. breedvoerig hadden gesproken, zei Radman opeen3 z/Het kan toch raar treffen in de wereld! Vandaag zit ge hier nu bij mij en net gisteren ontmoette ik uwen ouden kameraad Hein, den domineeszoon, dien ge ook zeker al in jaren niet meer hebt gezien!" „ïléwat zeg je 1" riep ik heelemaal versteld z/Hier toch niet?" Want ik had werkelijk in jaren dien besten, braven Hein niet gezien. z/Neen", antwoordde Rad man „Ik ben gisteren met de post van Stettin gekomen. Dahr heb ik hem ontmoet." vEn wat drommel heeft die in Stettin te maken?" riep ik: „Ik dacht dat hij hoog en droog te Berlijn zat te studeeren bij zijne museums en gipspoppen." „Dat doet hij ook", zeide Radman „en zij zullen hem wel gauw professor maken. Maar op het oogenblik is hij op weg naar Ellerinünde, namelijk om den ouden Krüger. Ge weet toch dat die dood is?" Daarvan wist ik natuurlijk niets, en ik stond er schromelijk van te kijken. Want die oude

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1899 | | pagina 1