P
tslaipi ra oesterteelt, laidboiv,
Ls
N°. 722.
Zaterdag 29 April 1899.
Zestiende jaargang.
EN
J.
ïït. C. POT,
FEUILLETOH.
Bijna te laat.
V er wijdering.
1.
Publicatiën.
oefent gij dat lijk?" vroeg ik hem nu. Het
de eerste woorden, die ik sedert ons
tan
ïr.
IERSEKSCHE
COURANT,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 8 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, onz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND inqewacht aan
liet bureau te T h o I o n ot v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
THOLEN.
Verkiezing voor den GEMEENTERAAD
jln De Burgemeester der Gemeente THOLEN brengt
J'^ermede ter openbare kennis, dat op Dinsdag, den
ENj5 Mei aanstaande, zal plaats hebben de verkiezing
P_in één lid van den Gemeenteraad, ter voorziening
i de vacature, ontstaan door het overlijden van
en Heer A. Wagemaker; dat op dien dag, van des
jormiddags negen tot des namiddags vier uren, by
kunnen worden ingeleverd opgaven van candi-
len, als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en art.
der Gemeentewet.
>eze opgaven moeten inhouden den naam, de
trietters en de woonplaats van den candidaat en
lerteekend zyn door ten minste 9 kiezers, bevoegd
deelneming aan deze verkiezing.
)e inlevering dezer opgaven moet gesohieden
soonlyk door één of meer der personen, die de
{ave hebben onderteekend. De candidaat kan
irby tegenwoordig zyn. Van de inlevering wordt
d bewijs van ontvangst afgegeven.
Formulieren voor de opgaven bovenvermeld zijn
Secretarie dezer Gemeente kosteloos verkrygbaar
n den 2 Mei 1899 tot en met den dag der
Pkiezing.
De Burgemeester brengt hierbtf in herinnering
rteokcl 161 der Kieswet, luidende als volgt:
lij, die eene opgave, als bedoeld in artikel 151
Jn(j vert, wetende dat zij is voorzien van hand-
1 eningen van personen, die niet bevoegd zijn tot
neming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering
raa8 hiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen
u ioend aantal voor eene wettige opgave zou over-
JVen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
'a«(%ate drie maanden of eene geldboete van ten
m. %ste honderd twintig gulden,
mg kt gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende
hy niet bevoegd is tot deelneming aan de
.iezing, eene voor die verkiezing ter inlevering
temde opgave, bedoeld bij artikel 51, heeft
ferteekend.
holen, den 29 April 1899.
wi
e
idig
sr
ille
mi,,
he
mdt
nlie
Burgemeester der gemeente THOLEN
;t beleend dat door hem i» ontvangen een circulaire
°°S loterjj van Kunstvoorwerpen, verbonden aan de
tbl$y-Fair te Utrecht, ten behoeve van Volks-
toria in Nederland dat daarvan inzage kan
men worden ter Secretarie der gemeente eiken
rEffdaS vana' (Zaterdag den 29 April tol Zaterdag
Mei 1899 van des morgens 912 uur en
ieder in de gelegenheid gesteld wordt een of
aandeelen te nemen en eene verloting van
Ivoorwerpen, ad t 2,50 het lot.
De Burgemeester voornoemd
M. G. VAN STAPELE.
BESCHRII VING VOOR DE
liasting op Bedrijfs- en andere inkomsten,
trgemeesler en Wethouders dergemeente 1 HOLEN;
op artikel 13, 1, eerste zinsnede, en artikel
7 der Wet van den 2den October 1893
"lublad No. 119)brengen hiermede teralgemeene
dal door den Heer Commissaris der Koningin
vei
doo
Novelle.
'k van Kal wellen tot hem sprak.
11',' antwoordde hij met een verdroogde
I I die aan zijn gehemelte kleefde.
I I n wie is het?"
lrich Grafenberg."
i wie is de moordenaar?" Hij kon
ntwoordenik mocht echter het oogenblik
ongebruikt laten. „Kom met mij bij het
zeide ik en pakte hem bij den arm.
septe zich aan mijn zijde er heen.
ie is de moordenaar?" vroeg ik nog eens.
gn j bedekte zijn gelaat,
hooi i z'jt het!" zeide ik. Ik mocht dit, naar
oorschrift der wet, wel niet zeggenmaar
men zoo dikwijls omstandigheden voor,
men zioh niet altijd aan de letter van
jke voorsohriften houden kan.
|n God!" riep hij, terwijl hij zich de
i wrong. Ik wilde, ja moest met mijn verhoor
wil; maar de rneusch wikt, God beschikt.
in deze Provincie is bepaald, dat met de uitreiking
van de beschrijvingsbiljetten voor de belasting op
bedrijls- en andere inkomsten, over het dienstjaar
1899 1900 een aanvang zal worden gemaakt op
Zaterdag, den 6 Mei aanstaande, en dat de aanslags
regeling voor dit jaar den 30 Sept. 1899 moet zijn
ten einde gebracht; terwijl de regeling van aan
slagen, welke niet uit de beschrijving voortvloeien,
of die om eene andere reden zijn aangehouden
moeten worden, moei zijn afgeloopen binnen één
maand nadat de Commissie van Aanslag of het
College van Zetters door den Voorzitter daartoe zal
zgn opgeroepen.
Voorts wordt hierbij de aandacht gevestigd op
enkele der voornaamste veplichtingen, ten opzichte
der heffing van bovenbedoelde belasting, door het
publiek te vervullen
Artikel 15, 2. Izder die optreedt ais bestuurder
ot beheerend vennoot van eene hier te lande geves
tigde vennootschap, onderlinge verzekeringmaatschappy,
coöperatieve vereeniging, of van eene vereeniging
of stichting, die een bedrijf o' beroep uitoefent, ot
als boekhouder ecner hier te lande gevestigde
reederg, is gehouden daarvan schriftelijk binnen
ééne maand kennis te geven bij het bestuur der
gemeente waar hij woont.
Art. 16. Hier te lande wonende beheerende
vennooten van Nederlandsche vennootschappen en
maatschappijen, als bedoeld in art. 6, 2, en van
de in art. 1 b bedoelde commanditaire vennootschappen
op aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere
vereenigingen en onderlinge vereekeringmaatschappijen,
alsook boekhouders van hier ie lande gevestigde
reeüerijen, mogen niet tot het doen van uitdeelingen
ot uitkeeringen, waarover volgens art. 5, 1 en
2 en art. 6, 2 belasting verschuldigd is, overgaan,
alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere
uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting
betaald te hebben.
Bg liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen
ot uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover
verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45. Bestuurders van de bij art. 1 b en c
bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve
vereenigingen, andere vereenigingen en stiebtingen,
die een bedrijl of beroep uitoefenen, onderlinge
verzekeiingmaatscbappijen en sociëteiten, alsook
beheerende vennooten van hier te lande gevestigde
commanditaire vennootschappen op aandeelen en
boekhouders van hier te lande gevesiigde reederijen,
zgn gehouden binnen veertien dagen na de vast
stelling van balans ol rekening een zoodanig
uittreksel als noodig is tot toelichting der winst,
uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan
den voorzitter dor commissie van aanslag, bedoeld
bij art. 19, 16 of 2, die den aanslag moet
regelen.
Art. 47, 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat
de verplichtingen na te komen, bedoeld bij arl. 15,
1 eerste lid, en art. 15, 2 eerste lid, wordt
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25,
Gelijke strat wordt oggelegd ingeval van over
treding van art. 45.
Art. 47, 6. Overtreding van art. 16 wordt
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400,—.
10
Advertentiën: van I tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts
maal in rekening gebracht.
Art. 34, Ie lid. Handelsreizigers, kramers en
alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep
rondtrekkende uitoefenen, voor zoover zg behooren
(ot de bedoelden bij art, la, h en A-, zijn gehouden,
onverminderd hunne verplichtingen omschreven bij
artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk,
waar -zij zich na het begin van het belastingjaar
het eerst bevinden, bg het gemeentebestuur schrittelijk
aan te melden, met opgaat van hun naam, hunne
woonplaats en hun bedrgf of beroep. Ten blgke
dat zij hieraan voldaan hebben, omvangen zij kosteloos
een door of vanwege het hoofd van dat bestuur
onderteekend Bewgs, dat zg gehouden zgn mede
te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren
der directe belastingen te vertoonen.
Art. 47, 7. Personen, die van een bewijs
voorzien moeten zgn als bedoeld in art. 34 en die
in gebreke blgven dit bewgs op aanvrage aan
bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft
met eene geldboete van ten hoogste f25,
Geven zg ter bekoraing van dat bewijs aan het
bevoegd £ezag een vaischen naam, woonplaats,
bedrgt of beroep op, of maken zij gebruik van het
aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150,
Voorts wordt nog bgzondcr gewezen op de in
art. 12, 2, 2e lid, lo. d, aan de ingezetenen van
het Rijk verleende bevoegdheid, om zich, bij de
aanstaande beschrijving, de uilteiking van een
beschrijvingsbiljet B te verzekeren, door vóór of op
15 Mll a.s. het verzoek daartoe schriftelijk te
richten tot den Ontvanger der directe belasting over
hunne woonplaats.
Tholen, den 28 April 1899.
nlan
sr V
55
gs
Het hoofd der Russische ambtenaren trad
naar mij toe met de woorden: „Mijnheer,
mag ik u verzoeken het lijk van mij over te
nemen, en mij het bewijs daaromtrent ter hand
te stellen?"
„Maar mijnheer, in dit oogenblik
„Het spijt mij, mijnheerI maar ik heb geen
minuut tijd meer."
„Het is mij thans onmogelijk." „Wat
thans u niet mogelijk is, is later mij niet meer
mogelijk. Gij neeust nu het lijk van mij over,
of gij krijgt het nooit."
Hiertegen viel niets te doen. Nadat Helmers
liet lijk als dat van zijn vriend Ulrich de
broeder van Rosalie herkend had, moest ik het
overnemen. Hiervoor moest ik een verklaring
opmaken, die het. hoofd der Russische ambtenaren
moest onderteekenen. Dit een en ander
vereischte nog eenige formaliteiton, waarvoor
nog al tijd noodig was. Ik had den gevangene
in het cordonhuis laten brengen met bevel hem
aldaar te bewaken, maar toen ik eindelijk gereed
was en de veldwachters liet zeggen, dat zij
met de gevangene bij mij moesten komen,
kwamen zij met ontstelde gezichten naar buiten
loopen, zonder Föhrenbach.
„De gevangene heeft zich opgehangen,
mijnheer 1 Wij hadden even de kamer verlaten
om iets te gebruiken en daar de man stil in
Burgemeester en Wethouders van Tholen zullen op
Zaterdag, 6 Mei a.s., des middags ten 12 uur,
ten raadhuize aldaar publiek verkoopen
TWEE HOOPEN STRAATMEST.
De voorwaarden van den verkoop liggen van af heden
Ier inzage ter secretarie, iederen werkdag des voor
middags van 912 uur.
Tholen, den 29 April 1899.
Burgemeester en Wdhouders voornoemd
M. G. VAN STAPELE, Burgemeester
P- LABAN, Secretaris.
Het komt in ons maatschappelijk leven
herhaaldelijk voor, dat wc menschen ontmoeten,
van wie wij gelooven, dat zij hetzelfde begeeren
als wij, met wie we dus kunnen samengaan,
ten einde de moeielijkheden, welke wij zullen
ontmoeten, gemeenschappelijk te overwinnen.
Doch weldra blijkt, dat er tusschen hen en ons
toch meer verschil is, dan we aanvankelijk dachten,
en hoe langer de omgang duurt, des te meer
valt dit in het oog, des te bezwaarlijker wordt
het zich er over heen te zetten. Vooruit, dan
maar weer geseheiden, elk zijn eigen pad gezocht;
geen eenheid ondersteld waar zij feitelijk niet
bestaat, geen karakterloos wegmoffelen van het
individueele.
een hoek zat en ons niet ontsnappen kon
lieten wij hem even alleen. Toen wij in de
kamer terugkeerden, gat hij geen teekenen van
leven meer. Ik was boos over de onzachtzaam-
heid van de veldwachters, doch inwendig
gevoelde ik mij dankbaar gestemd nn liet
droevige levensraadsel van de" geheele familie
zich aldus had opgelost.
Mijn onderzoek was ten einde; ik had hier
niets meer te doen en liet het lijk van den
gevangene aan de Russen over, dat van de
ongelukkige Ulricli gaf ik aan zijn vriend
Helmers mede, met belofte spoedig te volgen.
Op den heer Bertossa rustte nu nog de
zware verdenking van medeplichtigheid aau den
vóór vier jaren gepleegden moord. Hem moest
ik volgens mijn ambt verhooren en hoe zwaar
het mij ook zou vallen deze mensehen nog
dieper ongelukkig te maken, het recht moest
zijn loop hebben.
t Off het landhuis gekomen scheen alles als
't ware uitgestorven. De tuin vertoonde nog
wel de sporen, die het feest van den vongen
avond had achtergelaten maar alles was stil.
Bij de deur gekomen, vraagde ik naar den heer
des huizes, doch kreeg ten antwoord, dat hij
nog dienzelfden nacht op reis was gegaan, om
zijn zoon te zoeken.
Helmers had mij reeds gehoord en trad mij
Beginselen laten nu eenmaal niet met zich
spotten, men moet ze erkennen, tot hun recht
doen komen, met consequentie er naar handelen,
of anders ze stoutweg verloochenen ter wille
van een te behalen voordeel. Maar niet voor
zijn meening durven uitkomen is laf, desnoods
behoort men den moed te hebben geheel alleen
zijn eigen weg te volgen. Ook al volgt verwijdering.
Dit verschijnsel springt in het oog. Er is geen
corporatie, gevormd in het belang van het alge
meen welzijn, waarin het zich niet openbaart.
Meeningversehillen, die niet te ontgaan zijn
waar men menschen aan 't werk ziet, elk zich
onderscheidende van al de overigen door aan
geleerde begrippen en natuurlijke gaven, worden
met een vergrootglas bezien en heeten dan onover
komelijke hinuerpalen tot verdere samenwer
king te zijn, en dan wordt al spoedig gezegd, dat
liet beter is uiteen te gaan, dan in een verkeerd
verband de „principiëele verschillen" als niet
bestaande te beschouwen. Politieke partijen,
eenmaal gevormd op den grondslag van een
groot beginsel, ziet men uiteenspatten of vervloeien
in een zeker aantal groepen, ook al niet scherp
begrensd door eenheid van overtuigingde groote
taak des wetgevers, om in bindende voorschriften
neder te leggen wat door de openbare meening
gevraagd wordt als noodig om de betrekkingen
in staat en maatscgappij overeenkomstig de
nieuwere begrippen te regelen en de rechten der
burgers duurzamer te waarborgen, die taak
wordt schier onmogelijk gemaakt, wanneer de
staatkundige partijen elk voor zich, niet in de
voorgedragen ontwerpen zien de verwezenlijking
van haar bijzondere gedachte, en daarom ge
zamenlijk zich verzetten tegen elke uitbreiding
van de instellingen, welker groei en bloei het
doel behoort te zijn van ieder, die op het staats-
tooneel een rol heeft te vervullen. Die scheuringen
en splitsingen ontdekken we overal. Op geen
enkel gebied blijft de strijd tusschen hen, die
eigenlijk hetzelfde willen, doch omtrent aard en
wijze, omtrent middelen en omvang het niet
eens zijn, achterwege. Er kan geen genootschap
opgericht worden, of de demon van de tweedracht
sluipt de vergaderingen binnen, neemt soms
plaats aan de bestuurstafel. En als deze zijn
invloed heeft doen werken, dan wordt maar al
te spoedig besloten tot een afscheiding, die menig
voortreffelijk streven met onvruchtbaarheid slaat.
We zouden, wat hier beweerd is, kunnen staven
met veel voorbeelden, maar wat geeft dat. Een
kwaad aanwijzen is,iets: middelen tot herstel
aanbevelen is meer. Wij gelooven, dat er één
remedie bij uitnemendheid bestaat: het is
een juist oordeel. De verschillen, zeiden we,
zijn meestal vergroot voorgesteld. Onderzoekt
men ze met onbevangen blik, dan blijken ze
vaak minder te beteekenen dan gedacht werd.
te gemoet„Kom mee, beste vriend", zeide
hjjj „gij kwaamt hier gisteren als rechter, gij
zijt onzen redder geworden. Ook Rosalie
drukte mij de hand, zij zag bijna nog bleeker
dan den vorigen avond.
„Kom mee, naar mijn moeder," snikte zij,
en liet mij in de groene kamer. Daar lag
haar moeder geknield bij liet lijk van Ulrich.
Zij stond op, bleek als de doode zelf.
„Gij zoekt mijn man, mijnheer?" sprak zij
bevend, „och staak dat werk, uw nasporing
zou vruchteloos zijn. Helaas, hij moest ons
verlaten, dat kon niet anders; wanneer hij
buitenslands en in vrijheid is, zullen wij hem
volgen.
Ik nam hartelijk afscheid van hen en vertrok
zonder iets naders te vernemen. Na eenige
maanden ontving ik een brief van Helmers,
die mij meedeelde dat hij eerstdaags met Rosalie
in het huwelijk trad, doeh dat alles zoo stil
mogelijk zou plaats hebben. De heer Grafenberg,
die scheep was gegaan, was niet meer. Het bericht
werd bevestigd dat hij op reis overboord ge
sprongen was, en niet kon gered worden.
Mevrouw Grafenberg (Bertossa) bleef bij hare
kinderen op het landgoed wonen; later bezocht
ik hen meermalen en was getuig e van hun stil
doeh gelukkig leven.
EINDE.