Gemengd S i e u w s.
op
liet hoofd werd daarna tentoongesl
slijk gesleept, de hersenpan met kil
verbrijzeld. Vervolgens werden nog eenige
achtighedeu op het lijk uitgeoefend en verdee,
de roovers het vleesch onder elkander.
Oesterberichten.
G u r g e r 1 ij k e Stand.
THOLEN. Van de le. naar de 2e klasse
der Rijksnormaallessen alhier zijn bevorderd
J. P. v. d. Slikke, C. J. Rijnberg, L. P. Gunst,
C. J. v. 't Hof, P. J. Quakkelaar, J. Bazen
en A. Scherpenisse.
Van de 2e naar de 3e klasse: C. A. Hartog,
E. Quist, J. J. Geluk, L. v. Tiggele, J. M.
Geuze, J. H. de Graaff en W. Bruijnzeel.
Van de 3e naar de 4e klasse; M. Rijnberg,
M. Joppe, N. D. M. Augustijn, J. v. Dijke,
M. A. Naerebout, W. Slager, A. R. Notenboom
en C. P. van Rijssel.
Tot geneesheer aan het Diaconie-armhuis
der Ned. herv. gem. alhier is aangesteld de
heer P. Jansen, arts.
TER WAARSCHUWING
deelen wij mede dat dezer dagen te Tholen is
ontvangen een valsch bankbiljet van 25 gulden.
Aan de voorzijde ontdekt men, zelfs bij nauw
keurige beschouwing en vergelijking met echte
biljetten nagenoeg geen verschilgevangenis
staat met 3 n'sgevangenwis en de kleur lijkt
iets glanziger. De achterzijde ziet er als ge
olied uit, waardoor het watermerk te duidelijk
zichtbaar isdit is het meest in het oog
loopende kenmerk der valscheid.
Een ieder zij dus op zijne hoede, want, naar
wij vernemen, zijn in het zuiden van ons land
meerdere dezer biljetten en ook valsehe guldens
en rijksdaalders in omloop.
Het valsehe biljet ligt ter bezichtiging bij
den uitgever van dit blad.
Een heer te Dinxperloo heeft zijn jacht
hond zóó geoefend, dat het dier met het meeste
gemak bij hem op de fiets meerijdt.
Aan het station te Oldenzaal arriveerden
Dinsdag twee kinderen uit Rusland, geheel
alleen, zonder begeleiding, 't Was een jongetje
van 3 en een meisje van 4 jaren. Broertje en
zusje droegen een "Ereeden band op de borst
waarop de naam eener familie te New-York te
lezen stond. Een bundeltje reisbenoodigdheden
had men de kleinen op de armpjes vastgebonden.
Eenige dagen geleden verdronk de Urker
visscher Jacob Kamper, wiens lijk spoedig daarna
gevonden werd.
Als een treurige bijzonderheid wordt daarbij
gemeld, dat in den loop der jaren de groot
vaders, de vader, de broeders en bijna al de
ooms en neven van genoemden Kamper hun
graf in de zee hebben gevonden. Hij zelf moet
de eenige zijn, wiens lijk gevonden en aan den
schoot der aarde kon toevertrouwd worden.
Te Appingedam kwam eenige dagen ge
leden eene jonge bruid, die de vorige week in
ondertrouw was opgenomen, nogmaals met het
zelfde doel bij den ambtenaar vau den burger
lijken stand. Haar verzoek bracht zij onder de
volgende bewoordingen: „Wil meneer even zoo
goed wezen en haolen den naom van den brude-
gom deur en zetten er den naom van zien bruiër
veur in de plaots, want ik heb mie mit de eerste
bedocht en heb het nou mit de tweide klaor."
Haar werd aan het verstand gebracht, dat zij
zich opnieuw in ondertrouw moest laten op
nemen. En aldus geschiedde het.
Bij de wedrennen te Breda is van een
heer uit Tilburg op het terrein diens portefeuille
met f100 gerold.
Te Almkerk heeft men een alleenwonend
man dood op zijn bed gevonden.
Nabij Winschoten is een 85-jarige vrouw,
terwijl zij voor het haardvuur zat te dommelen
voorover gevallen en op droevige wijze om het
leven gekomen. Haar schoonzoon, die haar
juist wilde bezoeken, hoorde de hartverscheurende
kreten van het oude mensch en trapte de deur
in, die van binnen gesloten was, doch het was
reeds te laat, daar de oude vrouw bijna geheel
verkoold, als 't ware vastgeroosterd was aan de
gloeiende haardplaat. Onder de hevigste pijnen
bezweek zij.
Dezer dagen speelde een kind, van den
winkelier B. te Doesburg met centen, In een
onbewaakt oogenblik waren ze allen in het
mondje verdwenen, waardoor het kind doods-
groene kamer."
Föhrenbach bracht hier niets tegen in, en
George voldeed aan mijn bevel. ,/Gij wacht
buiten!" zeide ik tegen den ouden bediende.
Ik was nu met Föhrenbach alleen. Ik had
nog altijd niets meer dan vermoedens tegen hem.
Zijne afwezigheid tijdens het plegen der misdaad
was uitgemaakt; maar hij had op last van
mevrouw Bertossa het noodige voor het leest
bezorgd. En indien hij nu dien nacht in het
stadje had doorgebracht? Indien hij zelfs op
Zondagavond daar was geweest en de smokkelaar
Lubatis zich in zijn persoon vergist had?
Indien Helmers, zijn medeminnaar, mij een
onwaarheid had gezegd Ik moest mij bovenal
voor overijling wachten. Maar iets anders kon
ik aan den draad vastkuoopen, en brak deze dan
niet, dan was ik, ook voor den moord aan de
grenzen, als rechter van instructie geheel in
mijn recht.
„Mijnheer, uw naam?" vroeg ik hem.
„Gij hebt mij immers zelf baron Föhrenbach
genoemd," gaf hij ten antwoord.
„Hebt gij altijd dien naam gedragen?"
„Men heeft mij nooit een anderen gegeven."
„Kent gij den raadsheer Heitinau te L***
Ik had hem den naam van mijn vriend den
benauwd werd. De moeder, radeloos, nam het
kind op den arm om er mee naar een dokter te
snellen, doch een voorbijganger, die haar staande
hield, kwam op de gedachte het kind met het
hoofdje omlaag te houden en het een Hinken
klap op zeker lichaamsdeel te geven, met het
gelukkig gevolg dat al de centen uitgebraakt
werden
Van hh. Commissarissen der' Maatschappij
van Weldadigheid ontvingen wij het verzoek
een opwekkend woord te richten tot onze lezers
voor de collecte, ten behoeve dezer instelling in
den loop dezer maand te houden, (te Tholen
op Woensdag 12 April, zie vorenstaande be
kendmaking). Gaarne voldoen wij hieraan,
overtuigd eene hoogst nuttige zaak voor te
staan, welke aller aandacht maar vooral den
onmisbaren steun verdient van gegoeden en
gefortuneerden, zonder welke de Maatschappij
hare schoone taak niet zal kunnen blijven
vervullen.
Eene bijgevoegde circulaire van den volgenden
inhoud geelt duidelijk aanwijzingen omtrent het
doel en de werking der Maatschappij.
Landgenooteiï 1
Ruim tachtig jaren bestaat de Maatschappij van
Weldadigheid. In dat tijdvak is zij voor tal van
gezinnen een zegen geweest. Zij genoot daarbij den
steun van vele belangstellenden in den lande, waar
onder het Koninklijk Huis steeds de eerste plaats
innam.
Thans komt zij een beroep doen op Uw aller
steun, door een collecte, die dezer dagen aan Uwe
huizen zal gehouden worden.
Het is bekend, dat de werkkring der Maatschappij
vooral bestaal in het opnemen van verarmde gezinnen
of personen, die zij in de gelegenheid stelt als
arbeiders, en later dikwerf als vrijboeren, in eigen
onderhoud te voorzien. Allen hebben tegen eene
matige vergoeding een huis met tuintje en de vrij
boeren daarenboven 2'/i hectaren grond in gebruik
en ontvangen de noodige voorschotten voor hun bedrijf.
De bevolking bestaat thans uit pl.m. 350 gezinnen
met ruim 2000 zielen.
Twee Hervormde en ééne Roomsche Kerk met
pastorieën zijn in onderhoud bij de Maatschappij.
De kinderen zijn verplicht het onderwijs in de
scholen tot hun 14e jaar te volgen en bovendien het
godsdienstonderwijs hunner gezindte bij te wonen.
Bij het verlaten der school staat hun de gelegen
heid open om zich voor verschillende betrekkingen
te bekwamen voor de meisjes o. a. in een viertal
handwerkscholen en voor de jongens door de uit
muntende gelegenheid, die de Maatschappij van Wel
dadigheid in hare fabrieken en werkplaatsen aan
biedt tot het aanleeren van allerlei ambachten en in
hare zes groote boerderijen tot het zich bekwamen
in den landbouw. Aldus toegerust, verlaten ons
jaarlijks een zestigtal bestedelingen of kinderen van
opgenomen gezinnen en hun latere loopbaan geeft in
den regel aanleiding om met groote voldoening op
de verkregen resultaten terug te zien.
Het is echter duideljjk, dat voor dit alles groote
geldeljjke offers vercischt worden.
Zeker, de Maatschappij is in menig opzicht
vooruitgegaan en zij, die Frederiksoord bezochten,
zullen een' gunstigen indruk hebben medegenomen
van den staat harer bezittingen, die eene oppervlakte
van ruim 2000 hectaren beslaan, uiaar de behoelte
aan bedrijfskapitaal neemt steeds toe, terwijl de
inkomsten niet vermeerderen ook het ledental, dat
indertijd tot 23000 was gestegen, is thans tot beneden
7000 gedaald.
Daarom is Uw steun onmisbaar, zal de Maat
schappij hare taak knnnen blijven vervullen.
Wilt gij ons helpen!
Door eene bijdrage, hoe klein ook, zult gij hebben
medegewerkt om menig gezin, dat in de groote
Maatschappij zou verloren gaan, van den ondergang
te redden en de kinderen van dat gezin tot nijvere
burgers dier Maatschappij, waarin zij straks lerug-
keeren, op te kweeken.
Steunt ons dus naar Uw vermogen, om, onder
Gods zegen, het zedelijk en stoffelijk welzijn van
zoovele Uwer hulpbehoevende medeburgers te
bevorderen.
Commissarissen der Maatschappij van Weldadigheid:
C. W. Graaf v. LIMBURG ST1RUM, Voorzitter.
Mr. A. v. NAAMKN VAN EEMNES.
Mr. W. J. VAN ELDEREN Baron RENGEItS.
Mr. W. H. DE BEAUFORT.
Mr. F. J. M. A. REEKERS, Secretaris.
Vloeibare lucht. Door het Hdbl. wordt
in een artikel, met het opschrift „eene nieuwe
omwenteling op til," de aandacht gevestigd op
een door den heer C. E. Tripier te New-lork
gevonden toepassing der reeds gedane uitvinding
rechter genoemd, die vier jaren te voren hem
wegens den moord, aan den veekooper gepleegd,
verhoord had, en in wiens tegenwoordigheid ik
hem in de gevangenis had gezien. Hij kon op
deze vraag voorbereid zijn, ja moest het wezeu
vau het oogenblik al dat ik verzocht had hein
alleen te spreken, ofschoon geen enkel gebaar
hem had aangeduid dat ik hem kende. Mijn
plotselinge vraag maakte hem echter verlegen;
hij verbleekte en sloeg zijn oogen neder.
„De heer Heitmann?" zeide hij aarzelend,
alsof hij zich bedacht.
Dit gaf mij op eens een overwicht op hem,
waarvan ik tegenover iemand als hij een dubbel
gebruik moest -maken. „Mijnheer," liet ik er
terstond op volgen, „waarom heeft mijn vraag
u in verwarring gebracht
„In verwarring?" zeide hij, terwijl hij zich
trachtte tc herstellen. „We 1 zeker! Wat
anders was het, dat gij u op een man en een
naam moet bedenken, die u sedert vier jaren
geen oogenblik uit het geheugen moet zijn?
Ik had hem inderdaad in mijn macht. Hij
had mij eenvoudig kunnen antwoorden, dat hij
geen lust had om mij eenig antwoord te geven
over zaken, die mij niets aangingenik had
dan, voor dezen avond ten minste, een moeie-
om lucht in vloeibaren toestand te brengen.
Hij heeft lil. het middel ontdekt, om vloeibare
lucht zeer goedkoop te bereiden. Zij wordt
door drukking eu kunstmatige koude verkregen.
Maar de heer Tripier verzekert, dat hij 10
gallons vloeibare lucht maakt met behulp van
3 en dus 7 overhoudt, die hein niets kosten
en die hij als kracht voor andere doeleinden
gebruiken kan. Hij. gelooft, dat machines in
het groot zullen kunnen doen wat hij in het
klein deed met zijn proefwerktuig. Volgens
hem kan men in tien of vijftien minuten vloei
bare lucht maken, nadat de samenpersing-
machine is begonnen te werken.
Het Hdbl. meent, in aanmerking nemende
de geweldige kracht, die men door het in aan
raking brengen van vloeibare lucht met de
gewone dampkringslucht verkrijgen kan, dat
door de uitvinding van den heer Tripier een
onafzienbaar veld van toepassingen is geopend.
Dit doet het blad schrijven
„Schepen zullen geen vnilen en lastigen
steeiikolenvuorraad behoeven mede te nemen,
maar zullen, al varende, hun nieuw beuoodigde
kracht zelf maken. Locomotieven zullen loopen
zonder ketels, zonder vuurhaard, zonder water
reservoirs; zij zullen hun kracht zuigen uit de
lucht zelve. Zij zullen ademen. Reis- en
vrachtprijzen zullen ongedroomd goedkoop worden
brood, vleesch en kleeding zullen ons als 't
ware toegeworpen worden. En welk een ver
schiet opent zich voor de luchtvaart, wanneer
zware machineriën meer noodig zullen zijn.
Over een jaar ot tien zullen reizigers in een
hotel even zeker des zomers een verkoelde
kamer kunnen vinden als thans een verwarmde
in den winter.
Onwaardeerbaar zal de vloeibare lucht zijn
in ziekenhuizen. Ten eerste is zij geheel zuiver,
ten tweede is de verhouding van zuurstof zeer
groot. Overwerkten zullen in de toekomst ook
thuis haast kosteloos koele berglucht kunnen
bekomen
Indien alle maatschappelijke vraagstukken
samenhangen met dat van goedkoope kracht,
zijn wij door de uitvinding van den heer Tripier
een grooten stap nader gekomen tot een gulden
tijd."
DRANKBESTRIJDING.
In 1894- werd door de afd. Amsterdam van de
Ned. Ond. Propaganda-Club voor drankbestrijding
een onderzoek ingesteld naar de meening der Amst.
kinderartsen over 't gebruik van sterken drank, wijn
en bier fook stoulj door kinderen, 't Resultaat
biervan was, dat de A'damsche geneesheeren den
alcohol als geneesmiddel nu en dan wel eens
gebruikten, maar er zich beslist tegen verklaarden,
dat ouders op eigen gelegenheid, dus zonder medisch
advies, alcohol aan hun kinderen gaven.
Thans is door een paar Rotlerdainsche drank-
bestrijders-vereenigingen het oordeel gevraagd der
Rotterdamsche geneesheeren. Van 34 hunner is
antwoord ontvangen.
Naar aanleiding daarvan is een rapport opgemaakt
in brochurevorm, te verkrijgen voor 5 cent, bij den
Heer A. Don, Noordeinde, Rotterdam. Daaruit blijkt,
dat het raeerendeel der R'damsche geneesheeren
sterken drank, wijn en bier, als geneesmiddel in
heel enkele ziektegevallen noodig meent te hebben
een minderheid gebruikt als zoodanig echter nooit
alcohol. Van wijn of bier of cognac als versterkings
middel voor kinderen wil bijna niemand iets weten.
Een heel enkele dokter schrijft het nog wel eens
voor korten tijd voor, maar het gebruik als huis
middel, dus zonder dat de geneesheer hel heeft
voorgeschreven, kan in de oogen van geen der artsen
genade vinden.
Laten we hopen, dat dit onderzoek er toe moge
bijdragen om de oogen van vele ouders te openen
voor het schadelijke van 't gebruik van sterken
drank, wijn en bier (dus ook stout) door huil kinderen.
In Engeland wordt een nieuw middel
toegepast om bij mist schepen te waarschuwen
eu wel liet doen ontploffen van schietkatoen.
Het nieuw siguaal moet sterker geluid geven
en op veel grooter afstand hoorbaar zijn dan
de misthoorns.
Onlangs is een Belgische zendeling dood
gemarteld, door een bende roovers, die hem elk
een slag toebrachten. Bij den zeventienden slag
rolde het hoofd op den grond. Er waren daarbij
twee zwaarden gebroken en twee andere zwaar
beschadigd.
lijk, ja misschien wel verloren spel tegen hem.
„ik kon het mij niet terstond herinneren,"
gaf hij ten antwoord.
„Gij hebt het u derhalve thans herinnerd?"
vroeg ik.
„.la!" En met dit woord sloeg hem een
gloed vau toorn in het gezicht, van tooru tegen
zichzelven en tegen mij, dat hij zich had laten
overbluffen, en ik hetu in een strik gevangen
had, die zeer noodlottig voor hem kou worden.
Het enkele woord ja bracht liem tot bewustzijn;
hij kon niet meer terug.
„Dan," ging ik schielijk voort, „zult gij u
ook nog wel den naam van den veekooper
herinneren, wegens wiens dood gij toen in staat
van beschuldiging en in voorloopige gevangen
schap geweest zijt?"
„Ja," zeide hij weder, met onderdrukte, maar
des te meer in hem gloeiende woede.
„En de man heette?" vroeg ik. Ik speelde
door deze vraag met hem, doch moest het wel
doen om al mijn overwicht op hein te toonen.
Hij noemde mij den naam.
„Eu nu, mijnheer Föhrenbach," zeide ik,
terwijl ik mijn stem verhiel, „zult gij u ook
wel den naam herinneren, dien gij toen gedragen
hebt?"
d(
e
m
fl
In de Middellandsche zee werd een sn-
varend schip de „Bruiser" door een storm
loopen, waardoor het schip voor een oogenbl:
onder een golf verdween. Toen het weer bovi
kwam waren een officier en zeven matro:
door de golfslag over boord geslagen en in 't
diepte verdwenen.
In de getuigen-verklaringen van Du Pa
de Clam, Zaterdag openbaar geworden, hei
deze o a. medegedeeld, dat er eeu liefdesbetrë
king had bestaan tnsschen Dreyfus en
Hongaarsche schrijfster. Genoemde dame hei
daarna een heftige woordenstrijd gehad met ha
verloofde, waarna zij uit een venster is gesprongc
Zij werd dood opgenomen.
Een geheimzinnige misdaad heeft dei
dageu te Londen groote ontsteltenis eu
ontwaardiging gewekt.
In een der krankzinnigengestichten bij W
ford wordt sedert vier jaar een 22-jarig mei
verpleegd, dat thans door een doosje „cak1
afgezonden door haar moeder, vergiftigd sclij
te zijn. Bij nader onderzoek bleek dat de o» M
moeder, die lezen noch schrijven kon, niets he (ve
verzouden. Het meisje is onder de hevigste pijl»
bezweken.
DRANKGEBRUIK IN NOORWEGEN, j
In geen ander land van Europa wordt w.
schijnlijk zoo krachtig geijverd tegen de draf
ellende als in Noorwegen. Vóór pl. m. IS
was het distilleeren daar vrij voor iedere
Sedert heelt men wettelijke bepalingen ingevoe
die langzamerhand verscherpt zijn, totdat
1896, dank zij de krachtige geheelonthouda
beweging, de wet op het plaatselijk verbod
werking kwam, welke aan meerderjarige man;
en vrouwen het recht toekent in hun gemee|i_
de productie en verkoop van sterken drank
verbieden. In II steden is thans de drai
handel verboden. Onderstaand lijstje geelt i
overzicht van het draukgebruik per hoofd
per jaar in Noorwegen, alles herleid tot dn
met 5U°/0 alcohol.
1816—1840 16 L.
1840—1849 10 L.
L850—1854 6,4 L.
1855—1880 5,2 L.
1881—1885 3,4 L.
1886—1895 3, L.
1896— 2,2 L.
In ons land bedroeg het gebruik in de 1
jareu bijna 9 L.
Geven deze cijfers ook iets te denkeu
Co-
Co-
Te
In de laatste week van Donderdag tot D
derdag zijn van Ierseke verzonden 430/
consumabele oesters tegen ongeveer de volge
prijzen: 4045 Kg. 710 gld., 5060 L
15—24 gld., 70—75 Kg. 30—40 gld.,!Te'
Kg. 4550 gld.
Gem. IERSEKE van 30 Maart6 April lSt
Geboren: Willem Hubertus zv. Wilt,
Commee en van Huberta Maas. Abraham Juf
zv. Jozias Slabbekoorn en van Adriana Kos<
Cornelia Pielernella dv. Siinon Bakker en j
Maatje de Hamer.
Overleden: Marinus van der Maas
j. Wedn. van Maria Gleruui. Jacouiina van
Vrede 40 j. echtg. van Pieter Johannes t
der Kuijl. Daniël Willem Sinallegange 2(1
echtg. van Cornelia Voois.
Gem. THOLEN over de maand Maart 181
Geboren: Een dv. C. van Dijke ei
W. Bijl. Een dv. J. A. Geluk en J. vani
Slikke. Een dv. JSchot en M. van der Go»
Een zv. Siinon Kwist en P. Perestam. Een;'
H. Baaij en M. van Dijke.
Gehuwd: M. M. Kurvink jua. en M.
Vessem jd. Ph. Sakko jm. en S. Koinpenhan
Overleden: B. J. Greep, 86 j. jm
Zijn ingehouden toorn brak los. Hij
mij nu de vraag, waarvoor ik vroeger bel
was geweest, die ik had moeten beautwooi
en die mij nu slechts oen glimlach kon afpel
Hij was in mijn macht, geheel en al, voor
eersten moord en voor de instructie van
tweeden.
„Mijnheer," zeide hij, „wie geeft u het
om mij deze vragen te doen?"
„Mijn betrekking van rechter," zeidi
bedaard.
„Gij rnoogt," antwoordde hij spotai
„hier rechter wezen, doch zijt het niet
instrucliën, die over de tweehonderd uren
hier gevoerd en reeds lang afgedaan zijn."]
Ik antwoordde hem zeer koel: „Gij verl
in eene duubele dwaling, mijnheer Föhreu'
want zoo zal ik u blijven noemen, tol
n gelegen komt mij uw waren naam op te gl
Uw eerste dwaling is, dat die zaak gein
afgedaan. Gij werdt slechts voorloopig
gesproken, dat wil zeggen op vrije v|
gesteld, tot zich op nieuw redenen tot|
denkiug tegen u zondeu opdoen. Heeti
plaats, dan moet uw zaak terstond, enl
onverwijld, weder opgevat worden."
Wordt twwjfaa
A
;ave
:ete-
D
hol
N
ate
tn i
:lk(
aa