ratblal, pijl au la Mupa m oesterteelt, laitlboiw, enz.
No. 717.
Zaterdag 25 Maart 1899.
Zestiende jaargang.
IN ZEELAND.
Bijna te laat.
J. M. C. POT,
Afdeeling Tholen.
Publicatie n.
rich
rêkk? Ofer groene oesters en hoe zich
ubeiiestors tot den typhus verhouden,
FEUILLETON.
IERSEKSCHE
THOOLSGHE COURANT,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Vrijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan
kv66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
Ingezonden
het bure
UITGEVER:
Tbolïs.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
VERGADERING der LEDEN op Dinsdag 28 Maart 1899, des voormiddags 11 uur, ten
huize van den heer A. GAAKEER Iz. te St. Maartensdijk.
AGENDA:
I Rekening Afdeeling.
Rekening Landbouwbelang.
Verkiezing Afgevaardigden, Bestuurs-
1 leden en Vice-Voorzitter.
Ingekomen stukken.
Hel Bestuur:
L. J. DORST, Cz., Voorzitter.
A. J. DE WIT ANDRIESSEN, Secretaris.
Vaststelling der Kiezerslijst
Burgemeester en Wethouders der gemeente
'holen maken bekenddat de op heden door hen
astgestelde kiezerslijst voor het jaar 18991900,
jI snertftf /fte alfabetische^ lijsten der namen en
R oornamen van hen, die van de kiezerslijst zijn
tgevoerd en van hen, die daarop zijn gebracht,
G an den 23sten Maart tot en met den 21sten April
g vi op de Secretarie der Gemeente voor een ieder
>r inzage worden nedergelegd en, tegen betaling
er kosten, in afschrift of afdruk verkrijgbaar
orden gesteld.
Tot en met den 15dea April a.s. is een ieder
I k<fevoegd by het Gemeentebestuur verbetering van de
vengenoemde kiezerslijst te vragen, op grond dat
zelf of een ander, in strijd met de wet, daarop
iorkomt, niet voorkomt oi niet behoorlijk voorkomt.
Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier worden
isteld.
Tholen, den 22sten Maart 1899.
Burgemeester en Weth. voornoemd
M. G. VAN STAPELE.
P. TsABAN. Secretaris.
I>Bn door
Dr. J. G. DE MAN.
lor dj Een merkwaardig verschijnsel dat aan sommige
bet (Bsters waargenomen wordt, is de welbekende
]oene kleur die deze dieren nu en dan vertoonen.
elbekend, immers ook op de Iersche Oester-
nk zijn groene oesters geene zeldzaamheid,
t inlichtingen die enkele oesterkweekers zoo
ZelMisndelijk waren mij te verstrekken, bleek dat
ingeup vijftien of zestien jaren geleden op de
irdelijke perceeien, aan de Noordergeul of
genaamde Hooge Derrie gelegen, dikwerf
ene oesters aangetroffen, maar in de laatste
Priji
rikke
moei
geeft]
ikerei
agazii
en inj
egels);
246"
Novelle.
'Nu, bedenk, waar hebt gij hem gezien?"
trlk zag hem verleden zondagavond uit de
(berg te Szubin komen. Het was reeds
{en uur, en dus vrij laat geworden; daarom
[g ik den grooteu weg niet op, maar sloeg
korter pad naar buis in, dat door heideland
>t. Midden op de heide meende ik op eens
istappen te hooren; ik bleef staan en had
niet bedrogen. Iemand stapte dwars de
ide over; hij kwam van den grooten weg af
ging rechtstreeks naar de grenzen toe. Dit
im mij verdacht voor. Mij schoot te binnen,
in den laatsten tijd de smokkelaars zoo
rijls aan de Russen verraden waren. Wie
zoo laat in den avond, tusschen negen en
i, geheel alleen naar de grenzen gaan? En
kon die man daar willen Ik verborg mij
jaren vooral op de zuidelijke gronden der bank
gevonden werden. Zeer menigvuldig waren zij
in het leveringsseizoen 189798, eene treurige
zaak, naardien deze oesters ongeschikt waren
voor den handel. Hoofdzakelijk zijn dan de
kieuwen, oneigenlijk baarden genoemd, groen
van kleur, maar wordt het erg dan vertoont
ook de rest van de oester eene lichtgroene tint.
In het loopende seizoen zijn groene oesters
weder zeldzaam. De groene oesters treden
slechts bij droge zomers op en een paar mijner
berichtgevers meenden dat de oorzaak daarin
moet gezocht worden dat de oesters op die
zuidelijke perceeien te lang droog liggen,
omdat zij den vloed zooveel later ontvangen.
Een ander bracht de groene kleur in verband
met de ontwikkeling, in droge zomers, van
bepaalde groene planten op die perceeien.
Maar behalve bij ons Komen groene oesters
ook in het buitenland veelvuldig voor. Reeds
sedert vele jaren hebben geleerden, natuur
onderzoekers van beroep, zich inet de vraag
bezig gehouden wat deze groene kleur zijn
zoude en van waar afkomstig, zonder dat liet
hun gelukte tot overeenstemmende resultaten te
geraken. Thans heeft wederom een natuur
onderzoeker, te weten Prof. W. A. Herdman
te Liverpool, zich met dat onderzoek bezig
gehouden en den uitslag zijner gedurende enkele
jaren voortgezette onderzoekingen bekend
gemaakt. Met zijne toesteinuiiug wensch ik
die resultaten in dit blad te publicceren, mij
vleiende dal zij aan de lezers en meer in het
bijzonder aan H.ü. Oesterkweekers welgevallig
zullen zijn, otsehoon het niet te ontkennen
valt dat voor ons deze arbeid nog geen dadelijk
practisch nut oplevert.
In de eerste plaats stelde Prof. Herdman vast
dat er verschillende soorten van groene oesters
achter eenige booraen, die juist in de nabijheid
stonden. De man moest mij dicht voorbijgaan.
Het was de heer Eöhrenbacb, zoo als hij bij u
heet; ik herkende hem duidelijk. Hij was
geheel alleen en had niets bij zich; hij ging
schielijk naar de grenzen toe. In de duisternis
had ik hem weldra uit het oog verloren, en
ook zijn voetstappen hoorde ik niet meer. Ik
bleef nog eeu poos staan, toen echter alles stil
bleef, vervolgde ik mijn weg naar huis."
Dit was het verhaal van den manhet kwam
mij voor den geest, tben ik dezen morgen
Henriette over den moord aan de grenzen had
hooren spreken. Ik snelde terstond herwaarts,
zonder mij den tijd te gunnen hem eerst nog
op te zoeken."
Helmers eindigde hiermede zijn verhaal. Ik
had hem een menigte vragen te doen.
/,Kent gij den naam van dien man?"
//Hij heet Lubatis en woont een half uur
voorbij Szubin."
z/Van waar kent gij Lubatis?"
z/Hij woonde vroeger in mijn geboorteplaats,
doch is sedert eenige jaren meer nabij de
grenzen gaan wonen."
bestaan en dat de groene kleur door verschillende
oorzaken teweeggebracht kan worden. De
groene oesters van Marennes, een plaats aan de
westkust van Frankrijk gelegen, en de groene
afkomstig van sommige rivieren op de kust
van Essex, in Engeland ten noorden van de
Theems, zijn gezond, maar anderen, zooals
oesters van Falmouth, eene stad gelegen aan de
zuidkust van Engeland in het Graafschap
Comwall, welke koper bevatten, zijn ongezond.
Andere oesters wederom hebben hare bleek
groene kleur aan eene ziekte te danken en
verkeeren dus evenmin in een gezonden staat.
Deze ziekte, bij de geleerden bekend onder den
naam van Leucocytosef1) nam Prof. Herdman
het eerst waar bij Amerikaansche oesters die
overgeplant waren naar Fleetwood, eene zee
plaats ten noorden van Liverpool. Deze oesters
vertoonen dan bleekgroene plekjes en streepjes
op den mantel, dat is op het vlies dat het
lichaam van de oester omgeeft en onmiddellijk
op de schalen ligt en massa's groen gekleurde
Leucocyten in het hart. Deze Leucocyten,
waarnaar men de ziekte genoemd heeft, zijn
uiterst kleine, voor het bloote oog onzichtbare,
steeds van gedaante veranderende en zich
verplaatsende lichaampjes in het bloed van de
oester; dit laatste is een waterachtig vocht dat
door het hart door het lichaam heen gevoerd
word;.
Bij sommige groene oesters, zooals bij die
genen welke aan de zooeven genoemde ziekte
lijden, staat de groene kleur stellig in verband
met de aanwezigheid van. een sterk vermeerderd
kopergehalte in de oester, terwijl bij anderen,
zooals de oesters van Marennes, de groene
kleur afhankelijk is van een bijzondere kleurstof,
marennin geheeten. IJzer dat soms tegelijk
met deze kleurstof in de kieuwen of baarden
aangetroffen wordt, dringt zoo maar niet van
uit het zeewater daarin in, maar is, gelijk het
ijzer in het overige gedeelte van het lichaam,
te beschouwen als een voortbrengsel of product
der spijsvertering in het darmkanaal en de lever.
Vergeleken bij de niet groene oesters vindt
Herdman in de groene van Marennes geen
grooter ijzergehalte en in de groen gekleurde
lichaainsdeelen dezer laatsten (kieuwen, lip-
voclers, enz.) vindt hij, noch absoluut noch in
verhouding tot de kleurlooze deelen, meer ijzer
dao bij de ongekleurde oesters. Hij trekt
daaruit de gevolgtrekking dal er geen verband
bestaat tusschen de groene kleur van die Eransehe
oesters en het ijzer dat zij bevatten mogen.
Daarentegen vindt de Liverpoolsche geleerde,
door nauwkeurig scheikundig onderzoek, dat de
groene Amerikaansche oéster meer koper bevat
dan de kleurlooze en naar verhouding meer in
de groene deelen dan in de minder groene,
zoodat hij daaruit besluit dat bij deze oesters
de groene kleur door koper veroorzaakt wordt.
Hij treft ook een grooter ijzergehalte aan in die
Uit te spreken als: „Luikosielose."
Ik kon aan den jongman zien, dat hij nog
iets op het hart had. //Waarom meer nabij de
grenzen?" vroeg ik. Hij aarzelde een oogenblik
met ziju antwoord. //Mijnheer," zeide hij toen,
//gij moet toch alles weten, zoowel wat mij bekend
is als wat ik vermoed. Het kon om het ont
dekken van een zware misdaad te doen zijn,
en er kon een nieuw ongeluk, eene nieuwe
misdaad door voorkomen worden."
De jongman streed nog altijd met zichzelven.
Het was geen komediespelhet was de strijd
van een wezenlijk edel bart. Ik moest hem te
hulp komeD.
//Mijnheer Helmers!" zeide ik: ,/voor dat gij
vervolgt, wil ik u eene mededeeling doenmaar
beantwoord mij eerst een paar vragen. Mijnheer
Ulrich Bertossa is vijf en twintig jaren oud,
rank van figuur, blond, zijn gelaaf een weinig
bleek, als iemand die niet al |te geregeld leeft."
z/Hoe was hij gekleed, toen gij hem op de
jaarmarkt gesproken hebt?"
„Hij droeg een bruinen jas en was verder
tn het zwart." //Derhalve geen grauwen
rok?"
z/Neenhoe zou hij daaraan gekomen zijn
groene Amerikaansche oesters dan in de on
gekleurde, maar dit verschil is, naar verhouding
aanmerkelijk geringer dan dat van het koper.
In de oesters van Falmouth, die eeu grooter
kopergehalte bevatten, vindt Herdman dat veel
koper stellig niet zoo zeer in het lichaam maar
veeleer losweg van buiten op de oester vastzit,
in eenen in water onoplosbaren vorm, waar
schijnlijk als eene zoogenaamde koolstofverbinding.
Doch somtijds bevat de oester van Falmouth
toch ook in het inwendige zijner substantie of
van zijne weefsels een veel grooter kopergehalte
dan de gewone, gezonde, ongekleurde oester en
in dat geval zullen ook deze oesters wel aan
dezelfde bovengenoemde ziekte lijden als de
groene Amerikaansche.
Wanneer stukken van zieke Amerikaansche
oesters onder den mikroskoop met ferroeyaan-
kalium en andere reagentiën behandeld worden,
treden de koperreacties daar op waar het dier
groen gekleurd is en Prof. Herdman besluit
bovendien uit deze fijne waarnemingen dat het
koper voorkomt in de boven beschreven bloed
lichaampjes, die iu aantal sterk toegenomen zijn.
Dit is dus die ziekte der Leueocytose, waarbij
koper in eene aanmerkelijke hoeveelheid in de
witte bloedlichaampjes of Leucocyten is opgehoopt.
De schrijver voegt ten slotte er nog bij dat
eene waterige oplossing van zuiver Haematoxylin,
eene scheikundige stof die bij apothekers
verkrijgbaar is, een even gevoelig onderzoekings
middel is op koper in oesters als op ijzer,
zooals reeds vroeger was aangetoond.
Behalve over de groene kleur deed Prof.
Herdman ook onderzoekingen over de verhouding
van de oester tot den typhusbacil, die, naar
verhaald wordt, in Engeland wel eens aanleiding
gegeven zou hebben tot typhus na het gebruik
van er mede besmette oesters. Hoewel hij in
oesters uit zee of van de markt ontvangen den
typhusbacil niet aantrof, gelukte het hem toch
in oesters waarmede proeven genomen werden
en die met typhusbacillen ingeënt waren, deze
tien dagen later nog in de dieren aan te toonen.
Hij ontdekte verder dat deze bacillen zich in
het lichaam en de weefsels van de oester niet
vermeerderden en dat zij in het darmkanaal
van deze schelpdieren afsterven. Ook werd
aangetoond dat zeewater nadeelig is voor den
groei dezer typhusbacillen. Hoewel in één
geval hunne tegenwoordigheid nog vastgesteld
werd 21 dagen nadat de oesters in zeewater
gebracht waren, bleken toch de bacillen niet in
aantal toegenomen te zijn.
Bij proeven waarbij besmette oesters in een
stroom zuiver zeewater afgewasschen werden,
waren de resultaten duidelijkna één tot zeven
dagen waren de typhus-bacillen sterk verminderd
of geheel verdwenen.
De bacillen die tot de groep van den bacillus
coli behooren, worden menigvuldig in schelp
dieren die in de steden verkocht worden en in
het bijzonder in de oester aangetroffen, maar
„Ik weet het niet; maar een jongman van
de jaren en hel geheele voorkomen van uw
vriend Ulrich, doch niet in een bruinen jas,
maar in een rok gekleed, is gisteren nabij de
grenzen, aan de Russische zijde, vermoord
gevonden. Ik kom bijna rechtstreeks van de
schouwing van het lijk af. De 'moord is in
den nacht van zondag op maandag of van
maandag op dinsdag gepleegd. Iets naders
omtrent de daad, den vermoorde en den
moordenaar was tot dusverre onbekend. Deel
mij nu mede wat gij verder nog te zeggen
hebt!" b
De jongman werd hevig aangedaan. //Mijn
God!" riep hij uit: //derhalve zou toch mijn
verdenking gegrond zijn en geen uitwerksel van
jaloezie?" Ja, mijnheer! ik had dat gevreesd,
en daarom kostte het mij zoo veel moeite oua
u alles te zeggen. Nu mag niets mij meer
terughouden. De arme Ulrich! Zou het dan
inderdaad zoo wezen? Ja, ja! en ook met den
grauwen rok komt het uit! O, welk eene-
ontzetteude misdaad doet zich daar voor mij op 1
En de ellendeling, de moordenaar zal
morgen Rosalia's man worden!"