Si ante N°. 671. Zaterdag 7 Mei 1898. Vijftiende jaargang. EN J. ML C. POT, BEDACHTZAAMHEID. FEUXLLETOH. De Stroopersmolen. i li j( 11r Publicatie n. BINNENLAND. Van onze berichtgevers. >m, TEEfc, LIJE f) IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT, Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. "Voor het buitenland 90 cents. Inaszonden stukken, enz. werden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan 0f V5$r DONDERDAGMIDDAG hij onzen medewerker te lerseke. het bureau te T h o I e n UITGEVER: Tkoiis. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elko advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts 2 maal in rekening gebraoht. De Burgemeester der Gemeente THOGEN brengt (ij deze ter kennis van de Ingezetenen, dat bij hem intvangen en aan den Ontvanger der Directe Be lastingen ter invordering is verzonden, het kohier ran de belasting op bedrijfe en andere inkomsten (No. 4) rejjoor het dienstjaar 1897/8, met uitnoodiging aan een ngiegelgk vrien zulks aangaat, om na bekomene kennis- Ngeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door ikthem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, #at de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen zes weken na heden behoor en te 'worden ingediend. T T hol en, den 2 Mei 1898. De Burgemeester voornoemd l, M. G. VAN STAPELE Bedachtzaamheid kunnen we onvoorwaardelijk i eene goede, een onmisbare hoedanigheid sie beschouwen. De gedachte ga steeds aan het mVroord en vooral aan de handeling vooraf; is het woord gesproken of de daad verricht, dan het onmogelijk het eerste, te herroepen en iet laatste ongedaan te maken; hoogstens kan >54 iet ïomtijds gelukken door een reeks van fci lorgvuldig overwogen pogingen den indruk weg dj U,nemen of de. gevolgen te verhoeden. Maar en dat is de dwaling waarin een lantal menschen verkeeren ernstig denken niet onvereenigbaar met snel denken. Er ioen zich in het leven tal van omstandigheden roor, waarbij het noodzakelijk is spoedig een leslnit te nemen; plotseling kan men gesteld worden voor een vraagstuk, dat onmiddellijk ;en oplossing vereischt. „Langzaam in het besluiten, vaardig in het rolvoeren", dat is een der vele gunstige ge tuigenissen, die de gezchiedscnrijvers hebben ifgelegd van Prins Prederik Hendrik. Zonder wijfel geldt dit van de grootste ondernemingen, loor hem tot een goed einde gebracht met kloek leleid en onverzettelijke volharding. En inder daad, wanneer wij hebben te beslissen over een .^jding van wijdstrekkend belang, waarbij ook het velzijn van anderen in meerdere of mindere mate betrokken is, laten wij zorgen, dat het geheele plan, in al zijn onderdeelen, ons klaar Voor den geest staat, met al de gevolgen, die, .—Baar menschelijke berekening, uit de volvoering linnen voortvloeien. Wij moeten dan zijn als port le ervaren schaakspeler, die ieder oogenblik het leele bord met al de stukken voor zijn aandacht leeft, ze als het ware ziet, al kijkt hij er niet laar en ook precies weet wat hem te'doen staat ,ls de tegenpartij met den verwachten zet is litgekomen. Bonduit gezegd, gelooven we, dat het z.g. vele menschen niet veel meer is •i.-, 5.—denken jorti n col ngetu i ve late ■ang he reele I 251 dan soezen. Zij hebben een poosje hun aandacht gericht op 't onderwerp dat hen bezighoudt, maar aan een bepaald punt gekomen, doen zij als de vermoeide wandelaar en gaan niet verder. Letterlijk blijven zij daar hangen, onjuist zon het zijn te beweren, dat zij zich op dat punt blind turen, want liet is niets meer dan een onbestemd staren, waarbij de ziel geheel werkeloos wordt. Dat is geen denken, 't lijkt er niets naar. En de man, die zich daarin verdiept, zou nog wel bedachtzaam willen heeten, zich geprezen willen zien wegens een niet bestaande eigenschap, die niets anders is dan traagheid van geest? Zegt niet, dat dit alles van weinig beteekenis is. Er blijft veel onverricht, dat zeer stellig en ten spoedigste gedaan zon moeten worden, alleen, omdat zij, op wie zekere taak rust, het „niet met zichzelven eens worden", hoe en wanneer en waar het behoort te geschieden Niet het beslist verzet verhindert 't meest den vooruil gang, maar de traagheid in het be naarstigen, gevolg van te weinig geestkracht bij het besluiten. In nauw verband hiermede 't is een open baring van dezelfde karakterfout, staat de vrij algemeene gewoonte om tegenover dingen van den meest tergenden aard „een afwachtende houding aan te nemen." Dat is de deftige uitdrukking voor iietgceu gcwoenlijk wotiizticdooin met„de kat uit den boom zien." Niet kijken, maar zien. Niet b.v., dat schuwe beest daar in de hoogte met onze oogen zoodanig hypno- tiseeren, totdat het wel genoodzaakt wordt zijn verheven zitplaats te verlaten, maar heel lijdelijk afwachten, totdat het wel zoo goed zal willen zijn den beganen grond voor lief te nemen. Stelt u voor een vurig ijveraar voor hetgeen hij meent dat goed is; die in gloedvolle be woordingen aan anderen zijn overtuiging tracht in te boezemen, en een noodige medewerking komt vragen om gezamenlijk tot stand te brengen, wat door één man of door de vereeniging van weinigen niet kan gedaan worden. Zijn betoog is werkelijk overredend; bedenkingen en bezwaren, die er tegen worden aangevoerd, doet hij verdwijnen als de zon een zomerschen morgennevel. Komt, sluit u aan, reeds velen hebben zich bereid verklaard, een aanvang is gemaakt, houdt u niet op een afstand, werkt mede en de overwinning is zeker. De aanwezigen gelooven het wel, vinden de zaak zelve ook van heel, heel groot belang, zouden gaarne zien, dat zij slaagde, maar, zij besluiten om toch maar eerst eens af te wachten hoe het verder gaan zal, zich niet al te spoedig te verbinden, enz. Bedachtzaamheid is ongetwijfeld hoog te waardeeren, bijna een deugd, maar haar toepassing moet uitloopen op doen. Zij mag niet zijn een voorwendsel van traagheid, niet opleveren een van de schoonschijnende gewaden, waarin het egoïsme gewoon is zich te hullen om zijn waar karakter te verbergen. In onzen drukken tijd moeten we geen tijd versoezen als sllehands aan dek geroepen worden, zorgen wij dan present te zijn! De socialisten hebben toch een onhebbelijke manier van zich uit te drukken. Daarin schij nen zij hun kracht te zoeken. Bij de behandeling der begrooting van marine klaarde de heer Mr. Troelstra over de slechte voeding aan boord der oorlogschepen en over de verstrekking van jenever. De toestand kon, volgens spreker, gesymboliseerd worden door een "aandel met het opschrift„Zuipen en vechten voor het vaderland." Erg fijne taal, en dat nog al van een meester in de rechten! De begrooting van marine is aangenomen. De beide hoofden der anti-revolutionaire partij trachten ieder op hun manier het wetsvoorstel op den leerplicht af te breken. Terwijl Dr. Kuijper dagelijks in zijn Standaard met allerlei bezwaren voor den dag komt, die de kwestie van den leerplicht eigenlijk niet raken, is Mr. Lob i»n in de Kamer meer passief opgetreden door zijn voorstel om net omwerp nog niet in de secties te onderzoeken. De laatste heeft zijn doel gemist. Wat zal de vrucht van den strijd des eersten zijn? Gisteren stond in hooger beroep voor het gerechtshof te 's-Gravenhage, terecht de beruchte Leo Miloen, door de Midd. rechtbank tot 4 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens het door hem te Biervliet tegen twee marechaussees gepleegde ernstige verzet in vereeniging met P. J. v. d. Velde, die door een der marechaussees werd gedood. Beklaagde werd in de rechts zaal door twee rijksveldwachters bewaakt en bleef bij zijn ontkentenis volharden. Het O. M. eischte bevestiging, openlijk hulde brengende aan den moed van de marechaussees Z. v. d. Waal en A. Adam. Naar Tiet Duitsch. LIE [T, Zw*ii Door het Schmiechendal komen drie mannen angzaam aangewandeldéén hunner steekt wel en hoofd boven de anderen uit, hij heeft iets ebiedends over zich; het ligt niet zoozeer in ijn lengte, als wil in den scherpen blik zijner ilauwgrijze oogen en in de houding alsook in ijn met donkerblonde haren bedekt hoofd. „Daar heb je nu den stroopersmolen", zegt e een, terwijl hij zijn arm uitstrekt, „daar heb s hem numaar ik wil er wat om verwedden, at je er niets uitricht „Zou je dat denken? vraagt de toegesprokene, net een spotachtig glimlachje. Maar het Jfe ook vaar, jij bent een Riedlinger, en je denkt er lan dat je met een brandspuit de zon niet unt blusschen, zooak jullie eens hebt willen ioen, toen de zon in een brouwerij scheen 1" De aangesprokene lacht, maar hij is toch loos om de aardigheid. „Als je het toch zoo vast van plan bent", ST. ANNALAND Bij de aanbesteding door het Betsuur van het Waterschap St. Annaland van de levering vrij op den wal aldaar van 700 M3 zuiver onderhondsgrint is ingeschreven door: Adr. van de Klooster fl,40 per M3 Abr. Theunisse f 1,39 per M3. M. van der Klooster fl,36 per M3. Aan den laagsten inschrijver is de levering gegund, terwijl allen te St. Annaland wonen. Gedurende de maand April ii op het hulpkantoor alhier in de Rijkspostspaarbank gebracht f2853,355 en terugbetaald f3108,76. Uitgegeven werd één boekje. IERSEKE. De havenvergrooting vordert goed. De aanvoering van zand is afgeloopen, zoodat de stoomzandzuiger reeds is vertrokken. In het gedeelte van den nieuwen havendijk, dat reeds klaar was, is in het binnenbeloop, waarschijnlijk door aanwending van te slappe grond, een verzakking gekomon, die herstelling behoeft. Woensdag is hier voor 't eerst tot de vorming van een buurtcommissie voor de kronings feesten besloten. Eenige bewoners van de Noord- zand- en de Kaaistraat vergaderden en kwamen overeen door onderling bijeentebrengen middelen en persoonlijke medewerking die straten te versieren. Een der vergaderden, die denkelijk alleen gekomen was om te protesteeren, wenschte liever op eigen gelegenheid zijn huis te versieren en beloofde o.a. een kroon te zullen maken van „dwangbevelen" en versleten broekjes van arme kinderen. Gelukkig ontbrak dus ook hier het komische element niet. Voor het kantongerecht heeft een vrachtrijder terecht gestaan, beschuldigd van het geregeld bezorgen van brieven tegen genot van vracht. Niettegenstaande de beklaagde de tegen hem ingebrachte aanklacht volledig bekende, werd hij toch op verschillende gronden vrijgesproken o.a. omdat zijn beiooutug vwr liofc Lororgei* Hw brieven in die voor andere boodschappen was ingesloten, en omdat, al ware hij er afzon derlijk voor betaald geweest, het meer dan één brief gold en binnen de grenzen des Rijks voorviel. Deze beide motieven schijnen ons wel wat tegen strijdig toe. In April zijn op het telegraafkantoor be handeld 1255 telegrammen, waarvan 1083 ont vangen en 172 verzonden. In de postspaarbank is ingelegd f 1451,20 en teruggevraagd f 1510,95. Uitgereikt 3 nieuwe boekjes. Woensdag is hier bijna een 4-jarig jon getje verdronken. Het was in een put gevallen. Toen het er uit gehaald was, schenen de levens- geweken, doch door toepassing der bekende middelen kwam het gelnkkig weer bij. ST. MAARTENSDIJK. Naar men verneemt is bij de politie aangifte gedaan, dat een 82- jarige grijsaard op ergerlijke wijze in zijn woning is mishandeld door den verhuurder, om reden de bewoner weigerde de volle huur af te dragen, alvorens in den naar het schijnt onbewoonbareu toestand der woning, door het veel voorkomen van ongedierte (ratten) verandering was gebracht. 't ls te hopen dat de Justitie den onverlaat een flinke straf zal opleggen- STAVENISSE. In de 11. Woensdagmorgen gehouden vergadering van den gemeenteraad werd er voor deze gemeente en derzelver in- zegt Kasper, „hadt je slimmer moeten zijn; je hadt er liever een ander op af moeten sturen." „Zou je dat denken?" vraagt de andere weer „ja, ja, jullie bent allemaal zoo drommels slim, precies als dien keer toen je een dak boven den zonnewijzer hebt gemaakt, weet je nog wel, om de kleuren niet te laten verbleekenl" Kasper Riedlinger knikt vergenoegd; die heeft nu ook zijn vet. Klaus Torgen, die al grijs haar heeft, legt nadenkend zijn «inger tegen zijn rooden neus. Dat meisje daarbinnen heelt net zoo'n stijven kop als haar vader; die oude is niet voor niet doodgeschoten, toen hij aan het stroopen was „Zoo, zoo, Riedlinger, heeft die oude van den molen wat „hoentjes" willen zoeken roept de grappige weer, terwijl hij met zijn woorden den burger der voormalige rijksstad er aan herinnert, hoe men haar inwoners verwijt de „h" niet te kunnen uitspreken. „Als jij het niet waart", zegt Kasper dan zon ik je wel anders dienenmaar het is grappig een mensch kan op jou nooit boos worden". De andere rekt zijn forsche schouders uit. „Ik zal zelf mijn woord wel doen, en dat ding daar zal ik wel klein krijgen, dat zweer ik je. Al drie nachten achter elkaar heb ik gedroomd, dal er in de buurt geen molenrad draaide, dat niet van mij was. En mijn zin zal ik hebben". „Ja, dat's waar, als je het gedroomd hebt", zeggen de anderen ernstig, „dan zal het zeker wel gebeuren". De donkerblonde zet een ernstig gezicht. „Ik heb nog heel wat meer gedroomd, en als dat ook uitkomt Als iemand driemaal iets droomt, en het middernacht is en er een Zondag op volgt, dan komt het zeker uit!" roept Kasper. Nu zijn ze vlak bij het huis. „Nu nog één ding", zegt Neithart met zijn indrukwekkend voorkomen. „Als ze me daar binnen niet kennen, dan verraadt je me niet. Anders moet ik veel duurder betalen, omdat nu ja, omdat ik het ben." De anderen knikken, tot teeken dat ze het begrepen hebben. „Trouwens", voegt hij er dan nog bij, ,,'t zon me zwaar verwonderen, dat iemand hier woonde die me niet kende". „Ja, dat zou het zeker," zeggen zijn makkers, „wie zou de Albgraaf niet kennen." Nu zijn zij het klapperende molenrad voorbij, en staan dicht bij de voordeur. „Hola, hei! I» hier niemand thuis?" roept een en herhaalt na een korte pooze die vraag. Daar wordt een venster opengedaan en een heldere vrouwenstem antwoordt: „Wij zijn gewoon dat de lui, die wat te brengen of te halen hebben, den klopper kunnen vinden 1 „Zoo, zoo I" zegt de groote boer, en de anderen zeggen ook met een beteuterd gezicht „zoo, zool Maar als zij verder daar binnen geen geluid hooren en de eigenaarster der stem ook niet voor den dag komt, begint de woord voerder te onderhandelen. „Zeg eens, we zouden graag binnen willen komen, maar we blijven net zoo graag buiten daar bij het bankje onder dien lindeboom kunnen we, zoo zou ik denken, kostelijk het zaakje klaarspelen." Zij zien vluchtig iets langs het venster glijden, zij hooren een kamerdeur kraken en de voordeur wordt opengedaan. Een flink opgegroeid meisje

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1898 | | pagina 1