Ei wlM, pip aai de Maipi ïai oesterteell, enz. te, ers; -E N°. 578. Zaterdag 25 Juli 1896. Veertiende jaargang. EN J. M. C. POT, 1 SEi P u b 1 icatiën. V «ui: flflie De beste vriendin voor jonge meisjes. FEUILLETON. TWEE ZUSTERS. Van onze berichtgevers. IERSEK SCHE THOOLSCHE COURANT, ber pei sn fijt :ogels. Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. voor neu uuiicuuvuu vu wuuo. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan iet bureau te T hol en ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: Thoieh, Advertentiënvan 1 tot 4, regels 4,0 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. irl. B >uiten koerse Burgemeester der gemeenlc Tholen brengt ter )js dat de Minister van Oorlog den dag van o.p- ist onder de wapenen voor herhalingsoefeningen het 3e en het 6e Regiment infanterie en bij de compagnie Hospitaal-soldatey nader heelt vastge- 1 op 17 Augustus e. k. 'holen, 17 Juli 1896. 3 pro vrea. ■gs ka Burgemeester der gemeente Tholen, brengt bij ter kennis van de ingezetenen, dat bij hem langen en aan den Ontvanger der Directe Be ngen ter invordering is verzonden, het kohier de belasting op bedrijf- en andere inkomsten r het dienstjaar 1S96/7, met uitnoodiging aaneen OEL1 ;iijk wien zulks aangaat, om na bekomene kennis- ing van zijnen aanslag, ten spoedigste het door verschuldigde te kwijten, inet herinnering tevens, XTC de bezwaren, welke dienaangaande mochten be- L V kj m> binnen zes weken na lieden behooren te worden ifeffld. cole|Tiolen, feit Juli 1896. De Burgemet&ier voornoemd C. J. DE V. VAN'^SlhSlKPEN. dijk tot den Boschhoeveweg van 27 Juli tot en met 1 Augustus 1896. Tholen, den 22 Juli 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd C. J. DE V. VAN NOORDEN, Iz. VAN GORSEL, Wethouder. jevraa LAN r lurgemcester en Wethouders der gemeente Tholen. elet op artikel 219 der gemeentewet; Jrengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen, ac ^okcuiiig van de inkomsten en uitgaven dezer neente,over het jaar 1896 aan den Raad is over- cgd, en die Rekening van den 20 Juli 1896 tot 4 Augustus 1896 op de Secretarie der Gemeente, een ieder ter inzage zal liggen, alsmede dat en betaling der kosten, afschriften van haar kunnen rden verktegen. Tholen, den 20 Juli 1896. 3ST1Ï SLIJ TIT, Zooi 30 ste ja Koi Oog t do SCÜ U TT ER IJ. urgemeester en Wethouders der gemeente Tholen, ken aan de belanghebbenden bekend, dat de com- ssie uit het gemeentebestuur, ingevolge art. 15 der :t, belast met het onderzoek nopens de al of niet ;rondheid der redenen welke tot vrijstelling of sluiting van den dienst der schutterij zijn inge- icht, hare eerste gewone iaarlijksche zitting zal ginnen op Woensdag den 29 Juli e. k. Wordende de belanghebbende personen ten over- oede uitgenoodigd, de schriftelijke bewijzen tot ving hunner redenen van vrijstelling, bij de wet vorderd, alsnog, voor zoo verre, zulks niet alreeds geschied, twee dagen te voren ter secretarie alhier er te *1 eggen. Tholen, den 21 Juli 1896. Burgemeester en Wethouders van Tholen, brengen Vt kennis van belanghebbenden dat in de gemeente jiisjjjid-Vosmeer voor hel verkeer met rij-en voertuigen vee zullen afgesloten zijn: 1. den Molenwegvan den weg over den Molendijk den Duivekeetschenweg van 20 tot en met 25 ili 1996 2. het Groenewegjevan den weg over den Molen- is en 1 te GE, r. VA 'osmet L C. Zelf- ngen F 3* Prijs kke- noet eeft, eren azin in- els), 04 Dezen vereerenden titel geeft Legouvé aan ja, dat raadt men niet in zessen. Het raadsel wordt te moeilijker omdat de bedoelde teveDS de vriendin is van getrouwde vrouwen, oude zoowel als jonge, waarom de titel eigenlijk wel wat mank gaat, en eenigszins geschikt is om de belang stelling op een dwaalspoor te brengen. We zullen dezen dan ook maar niet langer laten raden en maar zeggen, dat de bedoelde vriendin niemand, of eigenlijk niets anders is, dan de naald. j^Iietwaar ge stemt het ons toch toe, dat dit onaanzienlijke, kleine, brooze, ja zelfs stomme wezentje tot het üo.T;1. bfcVoort, wat ooit het vrouwelijk geslacht bezeten heelt'-.5 Is niet alles wat ons in staat stelt tot nutte bezigheid en ons alzoo tot afleiding, troost en steun verstrekt, de naam van vriend of vriendin waardig? En wat doet dat voor de vrouw meer en beter dan de borduur-, naai- of breinaald? Door alle tijden heen is de naald, in welken vorm dan ook, bij uitnemendheid het werktuig der vrouw geweest, der vrouw van eiken leeftijd en van eiken stand. 't ls waar, in onzen tijd, die allen handenarbeid door werktuigen verdringt en die ook de naai machine op den troon gebracht heeft, in onzen tijd waarin men alle naald en werk eenvoudig of kunstig, voor ettelijke stuivers per dag kan verkrijgen, en waarin nuttig of fraai handenwerk door vrouwen van aanzien minder beoefend wordt, begint men ook al op de naald met minachting neer te zien, maar geen verstandige vrouw zal bewereu, dat zij haar missen kan en we behoeven niet te vreezen, dat zij vooreerst den naam van vriendin der vrouw onwaardig zal zijn. De kunst van naaien en borduren stond reeds bij de oude volken in hooge eer. Zelfs koning innen en prinsessen sponnen, weefden, naaiden en borduurden en leidden die bezigheden in hunne woningen en Homerus noemt als leermees teres van de beroemde koningin Penelope niemand minder dan Minerva, de godin der wijsheid. Diezelfde Penelope vormt eeu voorname schakel in de geschiedenis der naald, en flat haar naam na zoovele eeuwen nog niet gestorven is en nooit, zoolang de wereld bestaat, sterven zal, heeft zij Novelle. aan naar naald te danken. Niet alleen omdat zij die zoo kunstig hanteerde, maar vooral omdat zij haar maakte tot het symbool der huwelijkstrouw. Men weet, dat zij gedurende de langdurige om zwervingen van haar man de dringende, maar ongewenschte aanzoeken van nieuwe miunaars onsciadelijk wist te maken door hun de voltooiing van een sluier als het tijdstip van de vervulling hunner wenschen in het vooruitzicht te stellen. Maar des nachts vernietigde zij, wat zij des daags verricht had en zoo bleef zij voortborduren tot dat haar Ulyssus terugkwam. Wie zou gedacht hebben, dat men zooveel poëzie aan die eenvoudige naald te danken had Dat ook koning Salomo de naald hoog schatte, blijkt uit zijue beschrijving van de sterke vrouw in iijne spreuken. Met de oudheid is het tijdperk der poëzie vau de naald niet afgesloten. Ook nog in den tijd der ridderschap, die merkwaardige instelling, uit een samensmelting van het christendom en der Germaansche zeden ontstaan, geeft de aanzien lij vrouw haar vereering en liefde voor haar ridder te kennen door haar kunstvlijt in sjerpen, strikken, dotten en andere versierselen ten toon- ges^reid, en er is een verhaal bewaard van een v ®°*:e die' i'il een Jereelijk kunstwerk van haar iiL'irr ccuige van heur haren* .vlfioht .als T ware om altijd bij haar ridder te zijn. De naald is ook geschiedschrijfster geweest. Er bestaat nog een borduurwerk uit de 12e eeuw, een 212 voet lange en iy2 voefc breede linnen strook, waarop in 35 groepen van figuren de overwinning der Engelschen op de Noormannen is afgebeeld. Dit stuk geeft den geschiedvorscher niet te versmaden aanwijzingen omtrent kleeding, wapenen en gewoonten van dat tijdvak. Ondanks den realistischen geest onzer eeuw is zelfs heden ten dage nog niet alle kunst en poëzie uit het werk der naald verdwenen. Nog beijvert zich menige vrouwenhand om met de borduurnaald iets schoons te scheppen en tracht het meisje of de vrouw in haar werk haar ziel te leggen, niet alleen haar schoonheidsgevoel, maar ook haar liefde, vriendschap, achting, of genegenheid voor haar verloofde, vriendin of bloedverwant. En laten wij vooral de weldadigheid niet vergeten. Hoe veel er ook in den loop der eeuwen veranderd zij, en wat men ook van onzen tijd zeggen moge, wie durft beweren dat alge- meene menschenwil en weldadigheidszin verdwenen zijn Nog beijveren vele vrouwen van aanzien en geboorte zich om met haar naaldwerk den nood der armen te lenigen en hen van kleederen en deksel te voorzien of bij een algemeene ramp En nu hebben wij uog niet de meer prakti sche en alledaagsche arbeid der naald beschouwd. In het bedrijvige leven der mindere standen speelt zij een nog veel grootere rol. Hier dient zij om in het bestaan of de behoeften van het gezin te voorzien. Daar verricht zij arbeid, waar aan alle poëzie ontbreekt en dat waarlijk niet voor tijdverdrijf wordt verricht, maar zullen deze vrouwen haar daarom niet als eene vriendin be schouwen? Wee de vrouw, die dat niet doet, of de naald veracht of haar niet kent! Geen werk tuigen kunnen haar geheel vervangen en niets heeft de vrouw waardoor zij in zoo hooge mate tot het welzijn vau het gezin kan bijdragen. De naald zal steeds eeu gewichtige factor in de opvoeding van liet jonge meisje blijven, en Legouvé overdrijft dus niet te zeer, als hij ze haar beste vrienden noemt. ,Mijn hemel, kind, wat scheelt er aanriep mte Betsy verschrikt, toen zij na weinige oogen- likken Truiria bleek als een doode en met ezenlooze oogen aantrof. Truida reikte haar tante den brief over. „Lees it," zeide zij met schorre stem, „het zal mij (ene verklaring besparen." „O, nu begrijp ik allesriep de oude vrouw it,eu zij sloeg haren arm beschermend om haar ichtje heen. „Truida, waaroih mij niet alles ver- eld, het zou je smart verlicht hebben." Truida antwoordde niet. Zij zag er allesbehalve redelievend uit, hare oogen gloeiden in het oodsbleek gelaat, en hare vuist balde zich in tilte. ,Het is dwaas van mij," zeide zij eindelijk iet een pijnlijk glimlachje, „ik kon dit immers tel voorzien; maar tante, ik heb veel verdragen; ST. ANNALAND. Een knaap van 8 jaar, deze week spelende op een zeer gevaarlijke plaats aan den spuiboezem alhier, viel daar in en werd door den sterken stroom door de sluis meege voerd in de haven. De jongen verkeerde in ernstig levensgevaar eD gelukkig dat door 't geschreeuw vau ztju .usje rilA aandacht van eenige schippers op* ongeval gcvesiigu4 Wöitt1, etr ollP «zi/ïb mi'- middellijk te water begaven en met veel moeite den jongen half bewusteloos op 't droge brachten. Een boerenknecht raakte gisteren op het land, bij het ploegen door het schichtig worden der paarden in de war. Hij viel met de paarden in een watergang en werd daardoor ernstig aan het hoofd gekwetst. IERSEKE. Tot dijkgraaf van den Molenpolder is benoemd de heer A. van der Burght alhier, n°. 2 van de voordracht. Tot onbezoldigd rijksveldwachter is benoemd de heer Dingenis Gier urn alhier. De varkensziekte heeft deze week weer enkele otters geëischt. In 't geheel zijn tot heden (Donderdag) aangetast 43 dieren, waarvan 10 voor de cousuintie geslacht. Tot de vereeniging tot onderlinge schade loosstelling tegen de varkensziekte, die wij ge makshalve varkenshond zullen noemen, zijn tot heden eeu 30-tal belanghebbenden toegetreden. Dit getal is wel te klein, maar in de hoop, dat nog meerderen hun belang zullen begrijpen, zal met het out werpen van een reglement een aan vang worden gemaakt. THOLLN. Het zomerconcert voor donateurs hulp te verleeneu. We durven wel aannemen, en gewone leden van „Concordia" zal op Dinsdag dat in dit opzicht de tijd er niet op achteruit- 28 Juli a. s. plaats hebben in den tuin vau gegaan is en de man bij de vrouw achterstaat, j de sociëteit „Nou Semper. ik heb uit vrijen wil mijn tehuis verlaten, maar laat mijn vader niet van mij verlang t- 'at ik terugkom, voordat Mina heengegaan is. n „Aan hoevele folteringen zou ik dan dagelijks blootgesteld zijn? Neen tante," barstte zij op wauhopigen toon uit, „zelfs wanneer gij mij uwe gastvrijheid onthieldt, dan zou toch mijne laatste gedachte zijn, in den tegen woord igen staat van zaken naar buis te gaan. Noem het hardheid, noem het trots, ik kan niet anders." „Bedaar mijn kind," zeide tante, vriendelijk haar liefkozend. „Je weet toch wel, dat je niet j verlaten op de wereld staat, zoolang je oude tante l leeft. Blijft bij mij zoolang je wilt, hier is voor- j taan je tehuis 1" Ruim een half jaar daarua bevindt Truida Hoevel zich op weg naar huis en legt zij de eentonige, lange reis voor de tweede maal af. Naar huis! In die twee enkele woorden ligt een schat van blijde verwachtingen verborgen, en een sterk verlangen grijpt den reiziger aan, wanneer hij na eene lange scheiding het zoo ge liefde ouderlijke huis nadert. Maar het zijn geen vroolijke gedachten, die Truida's geest vervullen, terwijl de afstand al deelen in haar geluk korter en korter wordt en zij de grijze kerk- Droevig staart zij in den vlammenden haard, toren van hare geboortestad gewaar wordt, en in hare verbeelding ziet zij hare zuster met den Daar houdt de trein stil, en onder verschil- bruidskrans op de schoone lokken aan de zijde lende gewaarwordingen stapt zij in het rijtuig, van den trouweloozeu mau. Zij heeft woord ge- dat aan het station op haar wacht. ^houden; de huwelijksdag was voor Mina aange- Eene lichte ontroering overvalt haar, ter- broken, maar geen vriendelijke zusterhand heeft wijl het rijtuig bij de pastorie stilhoudt, en het bruidje getooid en den sluier op de blonde zij op de breede stoep haren vader ziet staan, lokken gehecht. haren vader ouder en zwakker dan zij zich voorgesteld had in dien langen tijd van hunne scheiding. Snikkend ligt zij in zijne armen, en diep be wogen treedt zij de huiskamer binnen. „Is u verheugd, dat uwe oudste dochter weer thuis is?" zegt zij met een bezorgden blik op zijne verouderde gestalte. „Het was hier zeer eenzaam in de pastorie, toen Mina vertrokken was," zegt de oude man somber, en hij laat er verwijtend op volgen „Waarom heb je haren brief niet beantwoord, waarom wilde je niet gelooven aan haar berouw iet was de eenige schaduwzijde van haar geluk, dat jij onverzoenlijk bleef." „ik kon uiet," zegt zij bitter, „ik kon niet Twee dagen na het huwelijk heeft Truida hare tante vaarwel gezegd en is zij, door een sterk verlangen gedreven om haren ouden vader weder te zien, naar het ouderlijk huis teruggesneld. En zij is nu weder thuis. De huiskamer is niets veranderd, ja toch, zij mist het lage stoeltje, waarop hore zuster zich 's avonds nedervlijde, en ook het fraaie boekenrekje met Mina's lieve lingsboeken. „Moeten dan ook alle voorwerpen mij aan haar herinneren?" denkt zij wrevelig, terwijl haar oog valt op verscheidene half verwelkte bouquetten, die eens het mooie bruidje van verrassing deden blozen en door hare fijne vingers verzorgd werden, maar die nu door

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1896 | | pagina 1