s. it Twee pijlen uit m koter. Als Premie KAART n gedeeltelijk NOORD- en ZUID-BEVELAND, SLECHTS 50 CENTS, in. N°. 530. Zaterdag 24 Augustus 1895. Dertiende jaargang. EN J. M. C. POT, EILAND THOLEN doch uitsluitend voor onze abonné's Publicatie n. FEUILLETON. ZICH ZELF HELPEN. te A itei iarde doo lelijk •UT, den ver- 1676 IERSEKSCHE THOOLSGHE COURANT, i Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T hol en of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: T h o l e ir. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. fS, >rto. \nd. eden wij onzen abonné's aan eene zeer nauw- urige, met de uiterste zorg bewerkte, net tgevoerde van het (blad 4 van Holin's kaart van Zeeland). Deze kaart, een afzonderlijk geheel vormende, •vat tot in de kleinste bizonderheden alles wat en kan verlangen. DE PERCEELEN VIS- CHERIJ in de Ooster-Schelde, in de Eendracht, iz., zijn er DUIDELIJK op aangegeveu, waar oor de kaart onmisbaar is voor BELANGHEB- iENDEN bij de OESTER- en IVIOSSELTEELT. )e polders, waterschappen, waterleidingen, wegen, oetpaden, zelfs hofsteden kan men er op vinden, )odat ook de LANDBOUWER er het grootste ut en gemak van heeft. De prijs, vroeger f 4.stellen wij, op rauco per post, omnibus of vrachtrijder 60 cent. NIET-GE ABONNEER DEN betalen f 1.50, ranco f 1.60. Men zende slechts postwissel, waarop ermeld: „Premie I. en Th. Courant." De Burgemeester der gemeente Tholen brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belas tingen ter in\ordering is verzonden, het kohier voor de belasting op het personeel (no. 2), voor het dienstjaar 1895/6, met uitnoodiging aan een iegelijk wien zulks aangaat, om na bekomene kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend. Tholen, den 23 Augustus 1895. De Burgemeester voornoemd C. J. DE V. VAN NOORDEN. Burgemeester en Wethouders van Tholen zullen op Zaterdag, 31 Augustus a. s., des middags ten 12 uur ten raadhuize aldaar publiek verkoopen EEN HOOP STRAATMEST. De voorwaarden van den verkoop liggen van af heden ter inzage ter secretarie, iederen werkdag des voor middags van 912 uur. Tholen, den 2-1 Augustus 1895. Burgemeester en Wethouders van Tholen brengen, ingevolge art. 83 der algemeene politie-verordening, ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het vervoer van secreetmest kan plaats hebben gedurende den nacht van Woensdag 28 op Donderdag 29, Donderdag 29 op Vrijdag 30 en Vrijdag 30 op Zaterdag 31 Aug. Tholen, den 24 Aug. '95. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. J. DE V. VAN NOORDEN, M. G. VAN STAPELE, Wethouder. (Slot.) Wij moeten nu tot den graaf en zijnen erfgenaam erugkeerenwij moeten zien wat er voor Hugo's evensbaan werd bereid. Terwijl Clare zijne uigwijlige proef voor lichaam en ziel doorstond, ebeurde Hugo niets bijzonders, dat hem in zijnen >op van baatzucht, vadzigheid eu hoogmoed kou egen houden. Toen Clare de deur uit was, gaven ijne ouders hem nog meer toe en stonden geen ijner begeerten ooit in den weg. Wel kwamen t gestadig klachten tegen hem maar zijn vader loeg daar geen acht op, en zoo werd hij, door edelijk gevoel noch ouderlijk bed>vang in teugel ;ehouden, na verloop van tijd een ware vloek oor de omstreek. Er was meer dan één huis jezin, dat door jonkheer Ilugo van zijn schoonste •loem was beroofd, en men had schaars een boer derij kunnen vinden, waar men hem niet in ge- ijke mate vreesde, haatte en verachtte. Er zijn vele menschen, die als de zaken niet goed gaan, uitroependaar moest toch wat aan gedaan wordenZij hebben in het algemeen zoo'n idee, dat er wat gebeuren moet, en dat er iemand of iets moet zijn, waardoor dat gebeuren kan en moet, maar wie of wat, daarin verdiepen zij zich niet. Anderen gaan wat verder en noemen den staat, de gemeente, de regeering of de autori teiten of de politie, die zij aansprakelijk stellen, en vele voorlichters der menigte vallen allen te zamien in het woordgemeenschap. De gemeen- sc-hdp moet zoowat alles doen wat een ander nalaat. Dit is intusschen eene opvatting, die gewei in strijd is met die onzer vaderen, van wiej wij het spreekwoord overgehouden hebben: „Wie zich zeiven helpt is het best geholpen." JL)e aanleiding om deze opmerking te maken, verschaft ons een artikel, dat dezer dagen in een der bladen onze aandacht trok en waarin ge sproken werd over eene kolonisatie, die 50 jaar geleden naar Suriname plaats had. Die zaak is geheel mislukt, en men heeft daaruit afgeleid, dat zulke kolonisatie onmogelijk was. Neen, werd daartegen nu aangevoerdwant een tweetal van de kolonisten kwamen terug, vestigden zich in Suriname, hun ging het goed en nu zijn er een 200-tal Hollandsche boeren in dat land ge vestigd, wien het heel goed gaat en die van de twee eerstbedoelden afstammen. En nu volgt de onderlinge gevolgtrekking. Zoo liad het met allen kunnen gaan, als de Regeering aan de onder neming deu steun had verleend, dien haar toe- kwaiii. Wij zouden daarentegen zeggenzoo had het allen kunnen gaan,, als allen waren geweest als die twee Zeker, het valt niet te ontkennen, dat Re- geeringsmaatregelen in vele opzichten zulke plannen kunnen tegenwerken of bevorderen. Maar het welslagen hangt daarvan niet in de eerste plaats af. Integendeel, de hoofdvoorwaarde voor het slagen is geestkracht, de ondernemings geest, de volharding van hen, die ze ondernemen. Menschen, die zulke eigenschappen in voldoende mate bezitten, zullen hun doel natuurlijk ook gemakkelijker bereiken, wanneer cle uiterlijke omstandigheden gunstig, dan wanneer zij ongunstig zijn; doch zij worstelen tegen de zwarigheden, komen de hinderpalen te boven en,groeien tegen de verdrukking in! Zij daarentegen, die altijd steunen op anderen, die altijd iemand anders jioodig hebben om voor hen den weg te bereiden, die een open oog hebben voor elk bezwaar, maar geen gezicht hebben op de middelen om bezwaren ter zijde te stellen, zullen nooit slagen; want hoe de maatregelen ook genomen worden, hoe men ook ziju best doe, alles zoo goed mogelijk in te lichten, moeilijkheden blijven er altijd te over winnen over. Wie zich aangewend heeft, daar- De grootste slechtheid en zedeloosheid duurt echter maar korte jaren, gelijk de pijl verre af standen in een oogenblik bereikt, en Hugo stortte zich reeds vroeg in 't verderf. Onder plechtige trouwbelofte had hij een lief meisje, de dochter van een zijner pachters, uit haar huis weten te lokken, en daarna aan haar lot overgelaten. Men behoeft juist niet adelijk te wezen, om driftig te worden, en Mary Ritsdale's broeder gaf jonk heer Hugo, toen hij hem eens tegenkwam, zulk een portie zweepslagen, dat zijn adelijk gemoed ze moeielijk verduwen kon. Evenwel, John Rits- dale was sterk als een reus, en hoe de jonge graaf ook onder zijne zweep zich wrong en spartelde, hij liet hem niet los. Dien zelfden nacht werd de pachterszoon doodgeschoten, en gedurende het onderzoek naar dien verraderlijken moord ver dween jonker Hugo uit het kasteel, om er nooit weêr iu te komen. Noch de graaf noch de gravin hoorden ooit iets meer van hem, en slechts iets over hem, toen hij niet meer in leven was. Ge deeltelijk echter werden zij met de geschiedenis van hunnen zoon bekend; de pijl, dien zij af schoten, kaatste in hunne eigene harten terug en wondde ze doodelijk. Het werk des bloeds was op Hugo's hand, en tegen in te gaan, ziet zijne kracht wassen en den berg der moeilijkheden wegslinken. Wie, omgekeerd, tegen dien berg opziet, voor hem wordt hij hoe langer hoe hooger en die voelt zijn eigen kracht hoe langer hoe meer verzwakken. Zoo gaat het met kolonisatieplannen, zoo gaat het ook in de gewone maatschappij. Daar zijn in den tegenwoordigen tijd allerlei lastige zaken. De beschermende wiüd waait uit alle hoeken de vlagslasten worden allerwege hoe langer hoe zwaarder; de onderlinge mededinging bederft voor velen de markt, en de eischen van den werkenden stand maken het voor vele onder nemingen bezwaarlijk om het tegen buitenlandsch fabrikaat vol te houden. Door de verbeterde middelen van verkeer komt al wat in eeuig deel der wereld goedkooper voortgebracht dan hier tot ons, en zoo strijdt ieder voor zich tegen heel de wereld! Nu is niets gemakkelijker dan te roepen om hulp tegen al die bezwaren, maar er i" ook niets minder afdoende. De hulp toch, d. de Regeering aan den een zou verleunen, 'JUu dfUV ander afbreuk doen. Wie daarentegen ,den moei lijken weg inslaat en zich zeiven tracht te helpen, die bevindt alras, dat dit nog best luk-ken kan, en dat, zoo de heele wereld hem overstroomt met wat zij goed en goedkooper heeft, o ingekeerd ook de heele wereld open staat voor '?ijn onder nemingsgeest. En wie dat eenmaal ervaren heeft, verheft zich spoedig in eigen krach'1, en slaat zijne vleugelen wijd uit. Rb. de vloek des bloeds lag op zijne ziel. Hij had zich naar Londen begeven, waar hij onder de tallooze bevolking de meeste kans had om ver borgen te blijven, en waar de eenzaamheid, die een moordenaar ten vloek verstrekt, hem minder te vreezen stond. Hij leefde er eenigen tijd van het geen hij aan geldswaarde meegenomen had. Maar de angst vergunde hem niet, toen alles er door was, zelfs aan zijnen vader om onderstand te schrijven, en hij sleepte zijn ellendig bestaan door verachtelijke middelen voort. Bloed voor bloedEr zijn beulen, die in geen soldij van eeuig mensclielijk gerechtshof staan door de hand van zulk eenen viel Hugo. Laat op een winteravond wandelden eens twee mannen te zamen in een der geringste voorsteden van Londen; zij hadden beiden gedronken, maar een hunner had bizonder de hoogte gekregen. Zij geraakten over eene beuzeling in twist en weldra aan het vechten een hunner kreeg een stoot op de borst, die hem op de straat deed vallen en de steenen met zijn bloed bemorsten. Het was zoo laat, dat er geen oploop kwam, en de man, die den stoot had toe gebracht, sloop ontsteld over hetgeen bij gedaan had, eene steeg in en verdween oogenblikkelijk. De bloedende man lag eenigen tijd zonder Donderdagmiddag (15 Aug.) h&d de opvoering plaats van „de schoonc slaapster im het bosch" waar van in 't vorig blad reeds meld.ing werd gemaakt, 's Avonds om hall tien, werd ee,n schitterend vuur werk met beweegbare stukken, g/cleverd door de firma Pains te Londen, achter „de Duisternis van Afrika" afgestoken. Evenals vorige kieren lokte het ook ditmaal een groot aantal toeschouwers. Door ruim 11.000 betalende personen v^erd de Tentoonstelling dien dag bezocht. Den daaropvolgenden Zakerdag begonnen de schcrm- wedstrijden, waarvoor riwm 400 mededingers waren ingeschreven. Wegens de groote deelneming was het concours eerst Maandag algeloopen. Zondagmiddag ving de aangekondigde wedstrijd voel, en zag, toen- hij eindelijk de oogen opsloeg, eene vrouw, die, 'over zijn lichaam gebogen, haren dunnen sjaal om zijn hoofd had gebonden, en zoo het bloed stelpte, dat uit eene breede, gapende wond, in den aanvang van het gevecht hem toegebracht, stroomde. Die armoedige dunne sjaal kon toch maar slecht door de schamel ge- kleedde vrouw worden gemist, en ze stond in den kouden nachtwind te bevenmaar o er was iets, dat liaar feller aandeed, toen de gekwetste man zijne oogen opende; want zij herkende hem maar al te wel I De ellendige Hugo had geene woonplaats; hij nam de toevlucht aan, die zij het bedrogene meisje hem bood. Maar hij behoefde die schamele wijkplaats niet lang; hij kwam van dien hevigen stoot, die hem geveld had, niet op want zijn gestel was te zeer onder mijnd. Weldra verpaudde het arme schepsel, dat hem onder dak had genomen, haar laatste stuk voor graaf Hugo's doodkist. Zij alleen treurde bij zijn graf. Zoo is de vrouw, die gewoonlijk meer kwaad lijdt dan doet! die te argeloos, te veel vertrouwend is, en daardoor al te vaak haar eigen verderf berokkent. Geen onrecht kan hare liefderijke ge aardheid ten volle uitroeien; zelfs ontbering

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1895 | | pagina 1