Van onze berichtgevers.
Gemengd N i e u w s.
Kamer bij herhaling blijk van groote ingeno
menheid met den minister van Koloniën, hetgeen
niet belette, dat hij enkele aanmerkingen aan te
hooren kreeg, en dat een paar posten op zijne
begrooting geschrapt werden.
Een der hoofdzaken, die besproken werden,
was de opheffing der gedwongen en invoering
der vrije koffiecultuur, welke verleden jaar in
beginsel door de aanneming van een motie-Van
Houten was goedgekeurd, en waarvoor 500.000
gld. als eerste post was toegestaan. Men wraakte
het, dat van dien post slechts f 40.000 gebruikt
was, en dan keurde men nog af, de wijze waar
op deze gebruikt waren. De Minister gaf daar
omtrent evenwel inlichtingen, waar men zich bij
neerlegde. Alweer bleek duidelijk, dat de Kamer
in 't belang der Indische bevolking en tevens
van de koffiecultuur zelve tot een opheffing van
den gouvernements dwang genegen was.
't fs toch goed, dat er leden van verschillende
kwaliteit in de Kamer zitten. Daardoor heeft
menigeen een hoofdzaak, waar hij zijn aandacht
aan wijdt. Zoo o. a. de heer Levy (rechtsge
leerde), die de Kamer bepaalde bij de gebrek
kige rechtspleging in Indie. Hij somde ver
scheidene arresten van het Hooggerechtshof op,
die in strijd waren met het geschreven recht en
van grove onkunde getuigden. Zou dat hof soms
ook aan overvloed van de wijsheid des onderdon»
lijden, evenals onlangs van ons Hoog Militair
Gerechtshof gemeld werd?
Er werd gevraagd om erkenning Her Chr. Ger.
gemeente in Indië, doch de Minister gaf een
antwoord, hierop neerkomende dat hij niet wijzer
wilde zijn, dan zijn ambtsvoorganger (een geest
verwant van den vrager), die ook de zaak liet
zooals zij was, omdat men hier slechts met een
kwestie van vorm te maken had.
Een gedeelte van deze begrooting werd in
geheime zitting behandeld, waarschijnlijk om daar
in de plannen van verdediging van Java te be
spreken, een zaak die natuurlijk niet voor
vreemde ooren geschikt is.
In verband met de Indische begrooting waren
door de Regeering aangeboden een ontwerp tot
het nemen van een proef met de opium-regie
en een tot machtiging van den Gouv. Gener.
tot onderhandschen verkoop der Ombiliën-koleu-
velden. Beide werden aangenomen.
De kapitein van het 3e reg. infanterie S. P.
Eindhout, werkzaam bij do topografische inrichting
te 's Gravenhage, is benoemd tot onder-directeur
dier inrichting.
ST. ANNALAND, 30 Nov. Bij de herstem
ming voor lid van den gemeenteraad werden
165 geldige stemmen uitgebracht. Gekozen is
de heer Jan Goedegebuure Johz. met 90 steramen.
De heer II. J. Dorst verkreeg er 75.
Bij de eerste stemming volbrachten 113 vaji
de 200 kiezers hun plicht en verkregen de heer
Dorst 32 en de heer Goedegebuure 28 stemmen.
IERSEKE. De raazelen-epedemie alhier kan
als geëindigd beschouwd worden.
OESTERS.
Er openbaart zich in de laatste dagen in de
prijzen der oesters een sterke neiging tot daling,
zelfs zijn zij reeds gekomen benedeu een grens,
die de kweekers liefst niet overschreden hadden
o-ezien. De geringe vraag der laatste weken
heeft hiertoe aanleiding gegeven.
De schade door den storm aan het zaaigoed
toegebracht is aanmerkelijk hooger, dan we ver
leden week meldden. Het mosselzaad daarentegen
dat in de Grevelingen zoozeer geteisterd is, heeft
in de Ooster-Schelde weinig geleden. Doch de
storm heeft verscheidene oesterperceelen sterk
doen verzanden.
KAPELLE. Door den raad dezer gemeente
is de jaarwedde van den onderwijzer A. v. d.
Brugge met f 100 verhoogd, en deze gebracht
op f 700-
OUD-VOSMEER, 30 Nov. St. Andries is
de dag, waarop de boerenknechts hun dienst
verlaten, of weer voor een volgend jaar worden
ingehuurd, maar blijven of vertrekken, die dag
is bestemd tot „uitgaan." Gepast uitgaan wie
zal het ten kwade duiden, maar uitgaan, waarbij
vechtpartijen, bebloede koppen enz. het einde
zijn, dat komt ons minder gepast voor.
Overigens scheen vechtlust op genoemden datum
in de lucht te zitten, daar over het gemeen
schappelijk gebruik van een regen waterput, kwes
tie ontstond tusschen twee buren (een man en
eene vrouw), waarbij Eva's dochter, het zwakkere
geslacht, haar buurman zoodanig te lijf ging, dat
hij, tot groot vermaak van de omstanders natuurlijk,
den aftocht moest blazen.
THOLEN, 29 Nov. Een groot aantal belang
hebbenden en belangstellenden in „de opleiding van
den toekomstigen ambachtsman," vulde hedenavond
de bovenzaal van Mej. de "Wed. Hoek, waar de
heer Mr. II. Smeenge, lid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal, daartoe uitgenoodigd door
het depart. „Tholen" der Maatsch. tot nut van
't algemeen, over dit onderwerp een volksvoor
dracht zou houden.
Met opgewektheid betrad deze begaafde spreker
de catheder, nu hij zoovelen voor zich zag, vooral
van hen, die tot den ambachtsstand behooren
en wier aandacht hij verzocht bij de behandeling
eener zaak, welke hem zoo na aan het hart ligl.
Na ook als oorzaak van den achteruitgang
van den ambachtsstaud de afschaffing der gilden
genoemd te hebben, zonder het goede daarin
gelegen te behouden, schetste de heer Smeenge
op voor ieder bevattelijke wijze wat sedert, vooral
gedurende de laatste 40 jaren, in het belang van
den ambachtsman is gedaan. Vakscholen, burger
dag- en avondscholen, ambachtsscholen,enz. werden
opgericht, doch hoe nuttig deze instellingen ook
zijn, toch kleven er gebreken aan; immers niet
ieder kan daarvan profiteeren.
Be opleiding in de werkplaats, docli onder
toezicht eener vereeuiging en gebonden door een
contract, verbindend zoowel voor den baas als
voor den leerling en diens vader of voogd, de
verplichting om van het herhalings- en teeken-
onderwijs gebruik te maken, ziedaar in korte
trekken wat spr. uiet als het middel maar als een
middel tot verbetering beschouwt. De „Vereeni-
ging tot bevordering van het ambachlsotiderwiis
in Drenthewaarvan spr. mede oprichter is, werot
in dien geest, en, hoewel nog slechts een jaar
bestaande, met vrucht. Dergelijke vereenigingen
in- het leven te roepen of te steunen ligt z. i. op
den weg van ieder die wil medewerken tot ver
betering van den ambachtsstand.
De onverdeelde aandacht waarmede deze voor
dracht gevolgd werd en het daverend applaus
waren voorzeker de beste bewijzen dat het ge
sprokene ieders sympathie wegdraagt. Moge het
ook ter harte genomen worden
De voorzitter van ons departement, de heer 1.
van Gorsel, kon dan ook met volle waardeering
als tolk der vergadering den dank brengen aan
een man, die toont een warm hart te hebben
voor de belangen van den ambachtsman.
woorden, en reeds zijn al mijne voorspellingen
naar de letter uitgekomenKom, Heinrich,
spreek gij nu verder voor uzelf."
„Het is geheel en al zooals Blewith u ge
zegd heeft," begon de joukman. „Sinds van
morgen zeven uur ben ik begonnen, op alles,
wat mij gevraagd werd, zonder omwegen en naar
waarheid te antwoorden, en daardoor heb ik in
weinig uren tijds alles verloren wat ik bezat, en
beu nog bovendien op de ergste wijze mishandeld
gewordenOom Erits," vervolgde hij, zich
nu tot den ouden man wendende, „wanneer gij
u ons gesprek van hedenmorgen nog eens goed
wilt herinneren, dan zult gij erkennen, dat alles
in werkelijkheid andérs is gegaan dan het zoo
even door u en door tante, onder den iuvloed
harer angst en vrees, werd voorgesteld. Het eenige
wat ik gezegd heb is, dat ik niet geloofde, dat
mij het hart van verdriet zou breken, wanneer
gij een van b^den of allebei kwaamt te sterven."
„Tegenover u, juffrouw Robinson," vervolgde
hij tot f* kamenier, „kan ik mij alleen ver
dedigen door u te herinneren, dat, toen gij
absoluut mijn oordeel over uwe kleeding wildet
weten, ik u mijne oprechte meening daarover
gezegd heb."
Zonder iets te antwoorden, keerde de onver-
De Tliomson's prijs van vijf en twintig
gulden is op Zaterdag 25 November 1893 ten
deel gevallen aan den heer L. Deramers Spui^tr.
208 Amsterdam de premie aan den winkelier
den heer F. H. Jacobs Wijdesteeg 20 aldaar.
Naar de Z.Z. Nwsb. verneemt heeft de
arrondissements-rechtbank tegen S. van T. com
missionair, wonende te Poortvliet, thans gede
tineerd in het huis van bewaring alhier, beklaagd
onder meer andere diefstallen, van diefstal van
een schaap uit de weide, ten nadeele van den
landbouwer H. te Poortvliet, verleend rechts
ingang met last tot instructie en bevel tot ge
vangenhouding.
Zooals men weet is de heer B. Quist,
winkelier te Goes, beschuldigd van het onbevoegd
uitoefenen der geneeskunde (homopathie) door
de rechtbank te Middelburg vrijgesproken. De
officier van justitie had van dit vonnis cassatie
aangeteekend.
De ambtenaar van het Openbaar Ministerie
bij den Hoogen Raad concludeerde tot verwerping
van dit cassatie-beroep.
De uitspraak zal plaats hebben 27 Dec. a.s.
De veroordeelden in zake den moord op
den wachtmeester der maréchaussee G. Hoek
man G. v. Gelderen en A. v. Berkum
hebben tegen het vonnis der Bossche rechtbank
appèl aangeteekend.
Ook de officier van justitie heeft geappelleerd
in zake Gebr. De Bie, die door de rechtbank
wareu vrijgesproken. NoordbrDbl.)
Met 1 Januari zal verschijnen bij den uit
gever JAN A. G. JUTEN te Bergen op Zoom
2'^X^N.Ö/2/.£/,TijdschriftvoorNoord-Brabantsche
Geschiedenis en Volkskunde, onder redactie van
den heer W. J. F. JUTEN, met medewerking
van vele bekende Noord-Brabantsche geschied-
vorschers.
In verband met de bij gelegenheid van het
aanstaande St. Nicolaasfeest te verwachten drukte,
wordt de vergunning om meer pakketten aan
hetzelfde adres per pakketpost te verzenden,
vergezeld van slechts éene adreskaart, voor den
tijd van 2 tot en met 6 December a. s. inge
trokken, en zal derhalve bij elk, gedurende dat
tijdvak, ter verzending aangeboden pakket, éene
adreskaart gevoegd moeten zijn.
Voorts wordt met nadruk aanbevolen om bij
de onderwerpelijke gelegenheid
le. voor eene stevige en doelmatige verpakking
van de te verzenden pakketten zorg te dragen,
in dier voege, dat de inhoud op afdoende wijze
voor breken of beschadigen gevrijwaard zij;
2e. zooveel mogelijk de adressen op den
omslag der pakketten zelf te schrijven, en waar
opplakking of aanhechting van het adres onver
mijdelijk is, dit in ieder geval zoo te doen plaats
hebben, dat voor het verloren geraken daarvan,
tijdeus het vervoer, redelijkerwijs geen vrees
behoeft te bestaan.
Volgens Het Vad. zullen weldra 2 onder
officieren en 3 mindere militairen uit de Oranje
kazerne in Deu Haag zich voor den krijgsraad
hebben te verantwoorden wegens ergerlijke on
zedelijkheid crimen nefandum). Verschillende
anderen zijn van hetzelfde misdrijf verdacht, dat
in vereeniging met leden der burgermaatschappij
werd gepleegd. De auditeur-militair moet zich
met de burgerlijke justitie hebben verstaan, om
deze zich meer en meer uitbreidende schandelijk
heden zooveel mogelijk te vervolgen.
De beide bedoelde sergeanten jonkheer v. d. S.
en baron T. v. A., zijn naar het huis van be
waring overgebracht. Eene uitgebreide en voor
velen compromitteerende briefwisseling moet zich
in handen bevinden van den auditeur-militair.
De vervolging geschiedt op grond van art. 249
sub 3 Wetb. van Strafrecht. De medeplichtigen
moeten voorloopig als getuigen dienst dien.
In het Kalkwijksterdiep, gemeente Hooge-
zand (Gr.), zijn ongeveer 7 jaren geleden twee
lijkeu opgehaald. Er werd toen wel gedacht aan
moord, doch er waren geen aanwijzingen te vinden.
Dezer dagen is de vrouw van een arbeider
aldaar krankzinnig geworden, en in dien toe
stand heeft zij gezegd, dat haar man bij die ge
beurtenis tegenwoordig is geweest. De man is
gevlucht.
zoenlijke hem deu rug toe.
„Mijnheer Black, op uwe beschuldiging, dat
ik al de klanten uit uwen winkel zou hebben
weggejaagd, heb ik niets anders te zeggen dan
dat ik volgens de strikte waarheid heb geant
woord, toen eenige dames mij het een en ander
vroegen over de qualiteit en de duurzaamheid
van sommige stoften, welke gij als echt in uwen
winkel tentoonstelt.
„En nu nog een woordje tot u, Elise," ver
volgde Heinrich, thans het woord tot zijne voor
malige verloofde richtend„daar uwe aanklacht
de zwaarste van alle is, hoop ik, dat gij bereid
zult zijn, die voor een groot gedeelte in te
trekken of althans te verzachten. Wat gij hier
hebt voorgesteld als een grove beleediging, be
stoud immers alleen hierin, dut ik u zeide, dat
gij geen volmaakte schoonheid en ook geen engel
waart. Is dat niet zoo?"
„Ja. Dat is immers even goed alsof gij mij
een monster of nog erger noemt!"
„Neen, Elise, dat is niet hetzelfde. Gij deif.'t
dit misschien, omdat gijzelve gewoon zijt u ai (.ijd
in zulke scherpe en hatelijke bewoordingen te
uiten. Gij behoeft immers nog geen monster te
zijn, ook al zijt gij geen volmaakte schoonheid,
en
„Geef u maar geen moeite, mijnheer Morris,
om het weer goed te maken," viel het meisje
hem driftig in de rede; „want ik wil toch niets
meer daarvan hooren 1"
„Eerlijk gezegd, lag dit ook niet in mijne
bedoeling," antwoordde Heinrich. „Het eenige,
wat ik u wilde verzoeken, is, dat gij in het ver
volg tegen dengene, die misschien bij u mijn
vroegere plaats zal mogen innemen" en hier
mede keek hij tersluiks zijn vriend Blewith glim
lachend aan „althans een weinigje oprechter
zult zijn dan gij tegenover mij geweest zijt."
Vervolgens trad hij eenige schreden vooruit
eu zeide tot Helene:
„Eu gij, Helene,mijn beste Helene
gij, die u over mij hebt ontfermd, toen al de
anderen mij verlieten wat moet ik hier nu
tot u zeggen?"
„Tot mij?" antwoordde de jonge dame glim
lachend. „Op dit oogenblik en op deze plaats
volstrekt niets. Maar aan uwe vrienden kunt gij
uit mijn naam zeggen, dat allen, die zich over u
hebben ongerust gemaakt en u voor kraukzinnig
hebben gehouden alleen omdat gij een ge-
iieelen dag de waarheid hebt gesproken
voortaan gerust kunnen zijn, wanneer zij weten,
dat ik mij heb belast met uwe verpleging!"
Een geneeskundige van naam, Dr. Urbino
de Freitas, hoogleeraar in de geneeskunde en c
gezondheidsl:er te Oporto, staat aldaar terecht
wegens vergiftiging. De akte van beschuldiging
vermeldt alleen het vermoorden van zijn ne<
en een poging tot moord op twee zijner nichteu,
door vergiftigd suikergoed. Maar de professor
wordt nog verdacht van minstens drie andere
moorden, nl. op zijn schoonbroeder dien hij,
evenals de bovengenoemde bloedverwanten, wilde
uit den weg ruimen om zijn vrouw meer geld
te laten erven, op een professor die de Freitas
toen nog maar assistent in den weg stond
voor zijn spoedige bevordering, en van een bankier
die het hem en zijn broeder lastig maakte.
Van die misdaad heeft men echter, gedurende
de instructie, welke drie jaar duurde, geen
noegzame bewijzen kunnen vinden.
Er zijn 100 getuigen opgeroepen in het op
zienbarend proces.
De Kleine Courant van Botterdam, dd. 3(1
Nov. 1893, bevat o. m. de volgende dichterlijki
ontboezeming
THOLEN, 23 November 1893
Een troostwoord aan mijnen Eerwaarden ge
leerden vriend Erasmus te Rotterdam.
Erasmus, ik hoor U steeds klagen,
'k Neem deel aan Uw leed, waarde vrind,
Waar zijn de oude, de goede dagen
Toen Gij door elk werd bemind V
Uw maagschap, schijnt ook uitgestorven,
Ge staat daar als een wees alleen,
Uw kleed en boek, geheel bedorven,
Men geeft u moog'lijk nog een houten been.
Mijn vriend, wij kunnen samen klagen,
Mijn jas is ook bijzonder kaal,
Ik kende vroeger, goede dagen,
De tijd schijnt slecht, de beurzen schraal,
'k Heb ook al dag en jaar gekeken,
En naar een schilder omgezien,
Maar mijn crediet is ook geweken,
En niemand komt mij hulpe biên.
Het gaat met ons naar de oude sleur,
Gij staat, ik hang als een verwaarloosd kind,
Mijn naam is groote Torendeur,
Maar moed gehouden, met St.-Niclaas, mijn beste vrind
Dan krijgt gij jas en vest en broek,
Misschien nog nieuwe schoenen aan,
En op den koop toe, een nieuw boek,
Dan kunt gij jaren inêe nog gaan.
Mijn waarde, ik kom mijn troost U bieden,
Omdat ik zelf ook zelf hulp zoek. Ach wee en o
Wij samen, wij zijn invaliden
Van voor den tijd van Waterloo
Erasmus eens slaan ze nog Uw wijzen kop tot cente
Ge kent den geest des tijds en weet er alles vai
Het goud gaat bovenal, het maakt van menschen, krente
En daarom laat men mij en u vervallen, man,
Mijn waarde vriend, heb maar geduld,
Eens wordt uw klacht naar wensch vervuld.
Uw noodlijdende vriendin,
De Groote Torendeür.
OPENBARE VERGADERINGvan d
Gemeenteraad te Tholen.
Afwezig de heer J. W. Wagtho, met kennisgevin
De notulen der vorige verg. worden, na voorlezir
goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen le. Eenige missives van hh. Gedc
Staten, waaronder eene begeleidende de gem.-rekeni
over 1892, vastgesteld, na enkele bemerkingen,
ontvang op f31013.47, uilgaaf f 28835.45 goed s
f2178.02.
Al deze stukken worden voor kennisg, aangenomt
2e. Een request van de onderwijzers en ond
wijzeressen aan de o. 1. school alhier. Na de mei
deeling dat hunne jaarwedde te gering is om
hoorlijk in hun stand te leven, dat ook aan andt
gemeente-ambtenaren verhooging vau salaris is ti
gekend en zij, onderwijzers, buiten het geven
onderwijs, geen andere betrekkingen mogen vervuil
verzoeken zij eerbiedig eene regeling der jaarwede
in het leven te roepen, als door hen voorgeste
In eene begeleidende memorie tot toelichting worc
de aangevraagde verhoogingen nader uiteengezet.
Na voorlezing hiervan doet de voorz. opgaaf
de traktementen, thans door de onderwijzers geuot
te weten: de hh.: van Dijk f 600, Avé f 700, M.
Maas f 550, van den Broeke f 600, de Carpeni
I 500, Rietveld de Hondt f 700, F. J. Maas f 6
en de dames: Bal, de Lange en van der Moer iedfl
t 450. Volgens bekomen opgaaf van het hoofd de 5el
school, directeur der Rijksnormaallessen, ontvangt d M
heer van Dijk als leeraar aan deze inrichting een
jaarwedde ad f 300, de heer Avé f 150, de heer d Ing
Carpentier f150 en Mej. Bal f200.
De voorz. acht verandering onnoodig. Niets belt
de onderwijzers te trachten elders meer traktemen jj 1
te verdienen, wat z. i. moeilijk gaan zal voor bc 'J
die tevens aan de normaalschool verbonden zijn tar
hoewel de raad hiermede geen rekening mag houder
Hy stelt voor dit request met de memorie tot toe
lichting te stellen in handen eener commissie bestaand 'e
uit de hh. Boom, Christiaanse en Wagtho. Met alg.
wordt hiertoe besloten, terwijl beide eerstgenoemde!
ter verg. aanwezig, zich bereid verklaren in dei mi
commissie zitting te nemen. gfg
3e. Een bezwaarschrift van P. van Vliet tege
zijn aanslag in den hoofdei, omslag. Nog slecht
korten tijd in deze gemeente woonachtig, weet b
Ia ons no. van 4> Nov. 11. namen wij deze door de ondf
wijzers voorgestelde regeling op.