P aan k klanp Tan oesterteelt, landtai, enz. uj. 4 u N°. 438. Zaterdag 18 November 1893. Elfde jaargang. EN J. K C. POT, 1 Publicatie n. FEUILLETON. fAARHEID SPREKEN. IER8EKSCEE Thoolsehe Conrant Dit blad verschijnt eiken Zaterdag Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden slakken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Innewanht aan hel bureau Ie Tholen ol v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker Ie "erseke UITGEVER: van het Geillusteerd Zon dagsblad bevat behalve het vervolg op den roman van Jder Haggard, getiteld: het Testament van Meeson, wederom tal van belangwekkende wtratiën en boeienden teks, als: Een trouwpartij West-Indië (met illustratie). Eigenaardige k (met illustratie).Gelukkig gered (met i illustraties).Het in brand steken van weide den in Australië (met illustratie).Een episode den slag bij Wörth (met illustratie). Gedenkt i arme! (met illustratie).Een rekenkunstje. üen vreemde gewooDte.Uit den Congo-staat s t illustratie).Uit de artisten-wereld. Een nd in den nood (met illustratie).Yoorheeu p thans op den Oceaan.Verwonderlijk (met 3 "z straties).Voor de huishouding.Onmisbaar r Patroons (met illustratie).Gedachten ter rweging.De letter D.Afgereisd.Hoe onze chers het weer voorspellen.Harde kritiek t illustratie).Op een Amerikaansch dag- Ibureau. G toorts Puzzle. Annecdoten. De Prijswinner Raadsel LXV, Oplossing Prijsraadsel LX VIII, uw prijsraadsel LXXII. Schaakrubriek. Me- Qui bSen' e j Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. irgemeester en Wethouders van Tholen brengen, b'l ?0lge art. 83 der algemeene politie-verordening, SU tennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het irac )cr van secreetmest kan plaats hebben gedurende Pa nacht van lau sandag 20 op Dinsdag 21, nsdag 21 op Woensdag 22 en 2 inderdag 23 op Vrijdag 24 November, den 18 November 1893. Burgemeester en Wethouders van Tholen, C. J. DE V. VAN NOORDEN, M. G. VAN STAPELE, Wethouder. Nieusve denkbeelden zijn zaden, die eenigen tijd noodig hebben om wortel te schieten, maar als men ze maar goed verzorgt, lukt het eindelijk wel. Of, om edn ander beeld te gebruiken, zij zijn als het ijzer dat men warm moet kloppen. Frappez, frappez toujours! Blijf maar dapper door slaan en hameren, ten slotte zullen de vonken er wel uitvliegen. Of, om eindelijk eens zonder beelden te spreken, zeg tienmaal en honderdmaal, zoo noodig, duizendmaal hetzelfde, gij zult eindi gen met gehoor te vinden. Hond goeden moed, uw stem zal niet blijven die eens roependen in de woestijn. Houdt goeden moed, onderwijzers van Neder- land, gij zult niet immer de paria's der maat schappij zijn. Het is al menigmaal gezegd, dat gjj slecht bezoldigd wordt, het is al gezegd in de Kamers, bet is al gezegd tot voor den troon, belaas met nog weinig succes, maar laat u dat niet ont moedigen. Blijft steeds gewagen van het onrecht dat u geschiedt en van de ongeëvenaarde stelsel loosheid, predikt het van de daken hoe gij achter staat bij andere ambtenaren, blijft vragen en petioneeren en eischen, gij zult niet eeuwig voor doove ooren prediken. Het daghet in het Oosten 1 de menigte wordt reeds wakker; nog een wijle tijds en gij hebt de publieke opinie gevestigd. Het daghet in het Oosten. Reeds zijn enkele groote gemeenten voorgegaan om de onderwijzers salarissen billijker te regelen (let welte regelen), reeds hebben een paar volksvertegenwoordigers een goed woord voor de onderwijzers gedaan en wat misschien meer dan dat waard is, reeds <*even velen buiten de onderwijzerswereld gaarne toe, dat het zoo niet langer kan. Als wij de onderwijzers de paria's der maat schappij noemen (een hard woord, maar dat wij toch moeilijk kunnen terugnemen, nu het er \eJce. Naar het Duitsch. it een van geluk en vreugde stralend gelaat Morris juist gereed om in een omnibus te en, toen hem op eens een welbekende stem ooren klonk. oddank, daar is hij eindelijk, die onge- riep deze stem. „Wat een zegen, dat em toch nog gevonden hebben Maar »ild ziet hij er uit! Juist alsof hij zoo n zal beginnen te springen en te razen heui nu ziet, kan toch geen oogenblik meer ijfel zijn, dat hij krankzinnig isHein- mijn arme jongen, kent gij uwe oude tante meer?" vroeg juffrouw Morris want fas het terwijl zij hem vol bezorgdheid oogen keek. ik u ken, tante?Wel, waarom zou niet kennen O, beste tante, ik ben zoo gelukkig!" antwoordde hij. „Werkelijk, mijn goede jongenzeide zij, op zachten en vriendelijken toon ongeveer alsof zij te doen had met een klein kind, met wien men maar een beetje meepraat, doch te gelijk week zij voorzichtig eenige schreden terug en zeide tot iemand, van wien Heinrich nog niet had gemerkt, dat hij bij haar behoorde: „Hij wordt al wilder en wilder. Ik zou u raden, dat gij hem maar terstond in bewaring neemt, voordat hij gelegenheid heeft om zich zelf of iemand anders kwaad te doen. Bind hem vooral stevig de handen, opdat hij zich niet kan losrukkenDoch doe het alles met zachtheid en voorzichtigheid, want wij mogen hem niet behandelen als een misdadigerDie beste, brave jongen!" De politie-agent, die geen enkele reden had om aan de juistheid van juffrouw Morris' raede- deelingen te twijfelen en inderdaad eenigszios op een dwaalspoor geleid werd door Heiurich's op gewonden gelaat en uiterlijk, kwam voorzichtig naderbij en sloeg met zeer veel vlugheid en bedrevenheid een strik om 's jonkman's arm. Natuurlijk verzette deze zich nu met kracht tegen eenmaal uit is) dan hebben wij vooral het oog op hunne bezoldiging. Over het aanzien van den stand, over de waardeering van hun arbeid valt minder te klagen. Integendeel, zelfs de autoriteiten er kennen, dat zij bepaald onmisbaar zijn; eeu onzer ministers had nog niet lang geleden de goedheid den geest van het corps als vrij van socialisme te roemen, en als een onderwijzer (het behoeft nog niet eens een hoofd te zijn) zijn zilveren jubileum viert, dan gewaagt de heele gemeente en veien daarbuiten van zijue onwaardeerbare en niet te remplaceeren verdiensten. Werkelijk, over het algemeen is de onderwijzer wel gezien en geëerd, alleen men wil hem niet fatsoenlijk betalen. Voor alles is geld te vinden, maar zoodra een minimuralijder om 50 of f100 verhooging vraagt, dan zijn de financiën in „zoo'n treurigen toestand." Als men eeu ouderwijzer 500 en een hoofd f 800 geeft, dan meent men vaak al veel gedaan te hebben, ('tls toch 100 gld. boven het minimum Zeer kort geleden werden voor f 750 hoofden met Eransch en voor f 950 dito met drie talen opgeroepen. Als een onderwijzer veel kinde ren heeft, dan heet het: „Wij kunnen hem toch voor zijn kindereu niet betalen," en heeft hij er weinig, dan zegt men weer: „Hij heeft zooveel niet noodig." Dat zijn feiten en helaasniet eens uitzonderingen. Doch als wij van paria's spreken dan moeten wij nog andere feiten releveeren. Er zijn een menigte ambten waarvan de bekleeders in klassen verdeeld zijn en zonder nader examen naar dienst ijver en vooral naar dienstjaren hooger klimmen en dus beter bezoldigd worden. Bij de onderwijzers is daarvan geen sprake, eenige grootere plaatsen uitgezonderd, of tenzij er gebrek aan personeel is. En dan zijn er bij andere ambten zelfs waarvan de bekleeders met geen of een onbeduidend examen in den laatsten rang meer verdienen, dan de minimum onderwijzers. De minste kommies bij de belastingen geniet nog f420, de minste rijksveldwachter f 550, de minste ontvanger f1200. De eerste kan klimmen tot 744, de tweede tot dezen onverhoedschen aanval, doch het was reeds te laat. „Wat is dat?" riep hij utt. „Wat moet dat beteekenen Maak mij terstond weder los, zeg ik uWat heb ik toch gedaan Dat zal u berouwen, geloof dat maarMaak mij los, zeg ik „O, Groote Hemel, zijne razernij wordt al erger en ergerHeinrich, mijn beste arme jongen, wees toch bedaard en ga met dezen goeden man mee. Het geschiedt alles voor uw eigen bestwilzeide tante Morris, wederom op zoet-vriendelijken toon, ofschoon steeds op een eerbiedigen afstand. „Een goede man, zegt gij? Een onbe schaamde politie-speurhond, die de greazen van zijne bevoegdheid schandelijk te buiten gaat 1 Maar hij zal zijn verdiende loon wel krijgen!" schreeuwde de jougeling, die nu onmogelijk meer bedaard kon blijven en zich met alle macht te weer stelde. „Och, och, mijn beste jongen, wij meenen het zoo goed Wij wilden u alleen de ge legenheid benemen om iemand leed te doen." „Iemand leed te doen Ik denk er niet aan 900, de laatste tot enkele duizenden, en dat alles alleen door anciënniteit en ijver. We willen ons onthouden van laatdunkende vergelijkingen, maar een onderwijzer (we bedoelen een gewoon onder wijzer, geen hoofd) zal toch dunkt ons wel waard zijn als een kommies of veldwachter gesalarieerd te worden. Men zegt, dat ieder goed soldaat den veldmaarschalksstaf in zijn ransel draagt. Waarom kan men van een onderwijzer niet zeggen dat hij den inspecteursstaf (als een inspecteur een staf heeft) bij zich draagt? Omdat bij nooit inspecteur wordt! Wat zegt U, hij mag niet eens op 100 gld. verhooging rekenen, tenzij hij een nieuw examen aflegt endauinzijn nieuwe kwali teit benoemd wordt. Niets wordt gedaan om hem aan te moedigen. Hij mag werken en ijveren zoo hard hij wil, hij mag vergrijzen in den dienst, voor hem bestaat geen anciënniteitals er niet nu en dan eens gebrek aan personeel was, bleef hij misschien tot aan zijn dood toe minimumlijder. En dan durft men nog klagenneen, men klaagt gelukkig zelden, men roemt zelfs tot vlak bij den troon toe en van uit den troon, maar als men klaagde over den geest of den ijver der onderwijzers, aan wie zou de schuld zijnDank Z. E. voor uw lof over den goeden geest in het corps, maar die lof gaat niet geheel meer op. Er zijn al socialistische onderwijzersWij weten niet of zij het zijn uit oorzaak hunner ellendige trak tementen en treurige vooruitzichten, maar als dat zoo ware, welk ruim bezoldigd ambtenaar of schriel raadslid zou dan den eersten steen op hen werpen? Verstaat gij het kunstje om met eeu gezin, met een klein gezin maar, rond te komen met 500 of f600? Wij niet, menig werkman verdient meer. Ja maar een werkman Stil, geen hatelijke vergelijkingen. Als ge vergelijken wilt, kunnen wij u nog wel andere cijfers noemen. Dan wijzen wij op ambtenaren bij de posterijen en telegrafie met hunne directeuren, die tol 4 en 5 duizend kunnen komen, op land meters, opzichters bij den waterstaat en andere. Ik geloof waarlijk, dat gij beiden krank zinnig geworden zijt „Och ja, zoo zijn die ongelukkigen," jam merde de oude vrouw. „Zij houden altijd ieder een voor krankzinnig, alleen zichzelven niet." „Juist, precies als met de dronken lui; die antwoorden ook altijd zoo," bevestigde de politie agent, die intusschen zijne uiterste krachten had in te spannen om zijn slachtoffer goed en wel in een rijtuig te krijgen. „Zoo waar ik leef, schurk, zal ik het u nog eens doen inpeperen!" riep Heinrich woedendt „En u ook, tante!" „Och, och, hij weet niet eens meer wat hij zegt, die ongelukkige! Ja, dat is altijd het treurigste bij die beklagenswaardige schepselen, dat zij altijd, het hevigst razen tegen hunne beste vrienden zuchtte de oude dame. „Maar neem dan toch iemand tot hulp mijnheer." „Wacht maar, mevrouw, ik zal wel helpen," zeide een bedelaar, die juist dien morgen van Heinrich een ruime gift gekregen had. Met behulp van dezen man die natuur lijk meende, dat hij zich tegenover zijn onge lukkigen weldoener zeer verdienstelijk maakte

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1893 | | pagina 1