uselffl, mi aan de klaipi yan oesterteelt, WAARHEID SPREKEN. N°. 434. Zaterdag 21 October 1893. Elfde jaargang. EN J. lil. C. POT, Publicatiën. m HISIOB. De Wetenschap en de Drankbestrijding. IERSEKSCHE Thoolsche Coaran Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: Thoisn. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. De Burgemeester der gemeente Tholen Gelet op de aanschrijving van den heer Commis- ris der Koningin dezer provincie waarbij de loting de Nationale Militie in deze gemeente is bc- lald op Zaterdag den 28 October aanstaande; Brengt hierdoor in herinnering art. 118 der alge- eene politie-verordening, luidende als volgt: Van 11 ure des avonds tot 6 ure des morgens, iogen in de herbergen, koffie- en bierhuizen of "T roegen geen gelagen worden gezet. De houders dier huizen zullen gedurende boven- jrmelde tijden niemand behalve reizigers daarin lelaten, en de aanwezige personen verwijderen, des- oods met inroeping der politie. Op den dag bestemd voor de loting der Nationale ilitie zal in bovenvermelde inrichtingen geen ster drank mogen worden verkocht, noch om niet orden toegediend. Het is mede verboden in bovenvermelde inrich- ngen, gedurende dien dag sterken drank te drinken. Zoowel de herbergiers, koffiehuis-, bierhuis- of roeghouders, voor zoover zij aan de hun opgelegde erplichtingen niet voldaan hebben, als de bezoekers, illen bij overtreding van dit artikel strafbaar zijn. Tholen, den 21 October 1893. De Burgemeester der gemeente Tholen, brengt ter ennis van belanghebbenden dat bij beschikking van en Belgischen Minister van Landbouw, Nijverheid n Openbare werken van 28 Sept. 11., de bepalingen p den invoer in Belgie van rundvee uil Nederland, iet ingang van 3 dezer zijn gewijzigd en dat deze ewijzigde bepalingen ter inzage van een ieder op e secretarie der gemeente zijn nedergelegd. Tholen, 14 October 1893. De Burgemeester voornoemd, C. J. DE VULDER VAN NOORDEN. Burgemeester en Wethouders van Tholen brengen, igevolge art. 83 der algemeene politie-verordening, ir kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het ervoer van secreetmest kan plaats hebben gedurende en nacht van Maandag 23 op Dinsdag 24, Dinsdag 24 op Woensdag 25 en Woensdag 25 op Donderdag 26 October. holen, den 21 October 1893. PERSONEELE BELASTING. Den ingezetenen wordt herinnerd dat, volgens de bepalingen omtrent de suppletoire aangifte voor de personeele belasting, een ieder, die door uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het aanschaffen van belastingvoorwerpen der grondslagen van het personeel komt te vallen onder de toepassing van een nieuwen oi verhoogden aanslag in den loop des dienstjaars, verplicht is tot het indienen van behoorlijke aangifte deswege; kunnende daarvoor een biljet ter invulling bij den Ontvanger der belasting worden afgehaald. Tholen, den 21 October 1893. Burgemeester en Wethouders van Tholen, C. J. DE V. VAN NOORDEN, M. G. VAN STAPELE, Wethouder. De Burgemeester dezer gemeente, brengt ter kennis van belanghebbenden dat op 24 October a. s. en zoo noodig een der volgende dagen, van 10t/t uur voor middag af schietoefeningen zullen gehouden worden op het fort bij den Hoek van Holland, in Z. W. richting, op eene schijf geplaatst aan de Z. zijde van den Nieuwen Rotter damschen waterweg. Op de dagen dat gevuurd zal worden, zal van 9 uur voormiddag tot na afloop van het vuren op het fort eene roode vlag geheschen worden. Tholen, 21 October 1893. De Voorzitter van den Gemeenteraad voornoemd C. J. DE V. VAN NOORDEN. Naar het Duitsch. Een verstandig mensch heeft graag grond onder zijn voeten. Als hij iets doet of laat, dan doet hij dat zoo graag op goede gronden; als hij strijdt voert, wil hij verzekerd zijn, dat hij voor een goede zaak strijdt. Waar zal hij, bij verschil van meening, steun zoeken? Wel, wie kent krachtiger bondgenoot dan de wetenschapAls die bijv. heeft uitgemaakt, dat de vaccine doeltreffend is, laat dan gerust uw zwaard flikkeren, vrees dan niet voor verzinken, want dan staat gij op vasten bodem. Helaas! de wetenschap! Reeds vele jaren lang hebben talrijke raenschen- vrienden den strijd aangegord tegen den alcohol, in de heilige overtuiging, dat hij tot niets nut en voor alles schadelijk is. Zij zijn dat begonnen misschien niet op strikt wetenschappelijke!) grond, maar gedreven door de droeve ervaring; doch toen de wetenschap zich met den alcohol ging bemoeien en zijne werking op lichaam en ziel ging naspeuren, toen hebben de afschaffers zich in hun eenvoud denkelijk wel gevleid, dat zij een kracktigen steun zouden krijgen en een absolute bekrachtiging van hun principe de alcohol is tot niets nut. Hoe kon het ook anders, waar zij zooveel ellende aanschouwd hadden. Zou dan de ervariug zoo misleiden Helaas, de wetenschap heeft ook op dit gebied nog niets met zekerheid uitgemaakt. Het in Augustus te 's Gravenhage gehouden congres tegen drankmisbruik is er het bewijs van. Daar was de wetenschap aan het woord. Mannen van naam uit vele landen van ons werelddeel ^aven er hun beschouwingen en ervaring ten beste, maar het einde was, dat men met al hun wijsheid nog weinig wijzer werd. Over één ding was men het eens: nam. dat misbruik af te keuren is. Nu dat is gemakkelijk: misbruik is in alles nadeelig, daar heeft in de 17e eeuw onze Camphuis al een mooi vers over gemaakt. Maar overigens werden er de tegenstrijdigste meeningen verkondigd. Mochten sommigen meenen, dat zij al een heele concessie doen met toe te geven, dat de alcohol, met mate gebruikt, geen kwaad kan, op het congres ging een der sprekers, bepaald een man der wetenschap, een belangrijke schrede verder door te leeren dat een matig gebruik be paald nuttig is en geheel onthouding voor vele personen niet aan te bevelen. Nu is het wel waar, dat die geneesheer niet veel toestond, twee of drie lepels/es sléchts, dus niet eens zooveel als een gewoon oud-Hollandsch bittertje, maar die twee of drie lepeltjes waren dan ook beslist heilzaam. Hij zei er nog al meer goeds van, alles zeer beslist. Minder helder was hij in zijn raad gevingen tegen misbruik: iedereen moet voor zichzelven weten tot hoever hij gaan mag; zij, die zich niet kunnen beheerschen, moeten zich onthouden; op middelbaren leeftijd kan het na deelig zijn zich te gaan onthouden. Gemakkelijk gezegd, maar wie weet dat alles. Iedereen is geen medicus. En bovendien de medici zijn het zoo oneens, het congres bewijst het. Wie weet van „Terstond dan den winkel uit brulde Black. Morris nam haastig zijn hoed en het hem door Brohn toevertrouwde pakje, sprong over de toonbank en snelde den winkel uit. Waarom hij dat pakje had meegenomen, wist hij eigenlijk zelf niet. Was het eene geheel werktuigelijke handeling geweest, of bedoelde hij wellicht daardoor gebruik te kunnen maken van de hem aangeboden gelegenheid om aan de jonge dame, voor wie het bestemd was, persoonlijk een bezoek te kunnen brengen?... Wij weten het niet, en waarschijnlijk wist hij het zelf evenmin. „Het zijn nu nog nauwelijks zes uren, dat ik bezig ben met waarheid-spreken," zuchtle Morris, terwijl hij met het pakje onder den arm over de straat ging, „en reeds ben ik buiten mijne schuld door raiju oom onterfd en door mijne patroons weggejaagd Zal nu ook het overige van Blewith's voorspelling eveneens vervuld worden? Zal ook Elise, omdat ik misschien eene waarheid zal zeggen, die haar niet aanstaat, mij mijn afscheid geven? Of zal men mij ten slotte als een gevaarlijk mensch in het krankzinnigen gesticht opsluiten?... In het krankzinnigenge- te voren, of hij zich zal kunnen beheerschen? Wie zal zeggen, hoe velen, die zich sterk genoeg waanden, voor de macht van koning alcohol be zweken zijn? Waarlijk, als men hierop door redeneert, kan men moeilijk tot een ander besluit komen, dan dat geheel onthouding maar het beste is, zoodat de uitersten hier elkaar weer raken. Er is reeds gezegd, dat de leden het nergens over eens waren, dus onnoodig er bij toe te voegen, dat de zoo even bedoelde spreker bestreden werd, hoewel hij in zijn gevoelen niet alleen stond. In alle opzichten dezelfde onzekerheid! Zei de een dat geestrijke dranken bij zware ziekten een bepaald noodzakelijk medicament vormen, volgens een ander was dit even bepaald verkeerd ingezien. Verkondigde de een dat suiker in het lichaam in alcohol wordt omgezet (een zuiver wetenschappelijk vraagstuk) een ander ont kende dit weer. Geleerde A zei, dat de joden groote drinkers waren, geleerde B prees hen in tegendeel om hun groote soberheid. Zelfs was men het niet eens of er tusschen goede en slechte spiritualiën wel zoo'n groot verschil is. Enz., enz. Arme afschaffers, als zij van de wetenschap steun verwacht hebben. Is hiermede kwaad van de wetenschap gezegd In geenen deele! Zelfs niet van de beoefenaars der wetenschap. We zijn vast overtuigd, dat al de mannen, op het congres tegenwoordig, hunne wezenlijke overtuiging hebben uitgesproken en gekomen zijn om ernstig en in het belang der menschheid te adviseeren. Er is maar één objectieve waarheid: ieder meent, dat hij haar gegrepen heeft, en men mag niemand er een verwijt van maken, als hij verkeerd gegrepen heeft. Maar wij wilden er slechts op wijzen, dat de voorstan ders der geheel onthouding tot heden door de wetenschap nog niet op een onwrikbaren bodem geplaatst zijn. Zij zullen het vooreerst nog maar met hun ervaringen, iudividueele meening, met hun subjectieve waarheid en hun warm hart moeten wagen. Wij voor ons hopen van harte, dat hun die grond niet onder de voeten zal weg zinken, al is het misschien maar zandgrond. Of dan dit congres nutteloos geweest is? Verre van daar. Door wrijving van gedachten komt men tot de waarheid. Tegenspraak spoort aan tot scherper nadenken en ervaring. De leden hadden in ieder geval één schoon doel. En de stichtIn elk geval zou ik daar kost, inwoning en verpleging hebben, en wanneer ik daar de waarheid blijf spreken, zal men mij niet weg jagen, maar integendeel des te zorgvuldiger vasthouden Zijn eerste bezoek gold Elise. Hij vond haar in het kleine kamertje naast haren winkel, waar zij eiken dag, omringd door kant, sluiers en gordijntjes, als een aardige kleine spin in haar web zat, vlijtig bezig om vrouwelijke vliegen daarin te vangen. Toen Morris binnentrad, was zij juist alleen en druk aan het namaken van een nieuw model van dameshoed, dat zij uit Parijshad doen ontbieden. „Komt gij eindelijk?" vroeg zij hem, zonder op te staan. „Ja," antwoordde hij en ging van vermoeienis terstond op den eersten den besten stoel zitten. „Ik hoop, dat gij u gisteravond met uwe vriendin juffrouw Robinson, goed geamuseerd zult hebben," zeide Elise. „Wat bedoelt gij?" „O, ik weet wel wat gij doet en met wie gij omgaat, ook al denkt gij dat ik het niet weet Ik heb nog veel meer gehoord. Misschien hebt gij juffrouw Robinson wel beleedigd, niet waar? Doch doe maar geen moeite om bij mij uw troost te zoeken. Tracht maar zelf met uwe vriendin de kamenier weer vrede te sluiten." „Elise, waarom zegt gij zulke dingen, waar mede gij weet dat gij mij grieft?" riep de jonkman, op heftigen toon en met gloeiend gelaat, zoodat het jonge meisje verschrikte en iets minder spottend antwoordde: „Het is dan mogelijk, dat gij haar niet het hof gemaakt hebt; maar gij kunt mij niet kwalijk nemen dat ik het geloofd heb, want zijzeive is vanmorgen hier geweest en heeft zich er over beklaagd, dat gij het gewaagd hadt haar eene liefdesverklaring te doen." „Ik eene liefdesverklaring aan juffrouw Robinson?" „Nu ja, zij zeide het niet met duidelijke bewoordingen, maar zij gaf toch genoegzaam te kennen, dat het zoo iets moet geweest zijn." Elise (gaf daarop aan Heinrich een kort ver slag van haar gesprek met de kamenier. „Goed, en nu zal ik a eens vertellen wat er inderdaad tusschen haar en mij is voorge vallen," antwoordde Heinrich en gaf een kort en levendig verslag van zijne ontmoeting op

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1893 | | pagina 1