weeMafl, pijjtl aai de Maipi van oesterteelt, laiütionw, enz. Baarheid spreken. il IETS OVER KAPITAAL. N°. 433. Zaterdag 14 October 1893. Elfde jaargang. EN J. M. C. POT, D K P E U I L L E T 0 B. BINNENLAND. Van onze berichtgevers. IERSEKSGHE Thoolsche Courant, Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: T H O L E N. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Iet is een betreuringswaardig verschijnsel, dat ^huishoudkundige waarheden nog weinig al leen bekend zijn, en dat daaruit niet alleen keerde maatregelen, maar 'ook veel verkeerde •rippen en dientengevolge misverstand en jd voortkomen, die door betere denkbeelden, stere inzichten geheel uit den weg te ruimen STlfen. Over geen onderwerp is misschien het verstand grooter dan over den rol, die het litaal speelt in de voortbrenging en in de deeling der rijkdommen. Dit onderwerp in B geheel te behandelen is niet denkbaar, maar r aanleiding van een onlangs voorgekomen feit ele opmerkingen te maken, schijnt ons niet ienstig. eene algemeene vergadering van de Ver- iging Maatschappelijk Belang werd een voor- behandeld van de afd. 's-Gravenhage om te n onderzoeken of de coöperatie niet de strek- heeft den rentestandaard te doen dalen, wat jens de voorstellers in het nadeel van handel nijverheid zou zijn. De Bond is, zooals men it, hoofdzakelijk bestemd om Eigen Hulp te trijden, en daaruit kan men reeds afleiden, men in die daling der rente een kwaad zag. d vergadering deelde die meening blijkbaar i en verwierp het voorstel. Op haar standpunt :cht, maar daarmede hebben wij ons nu niet te laten, wel met de vraag: of daling der nadeelig is voor handel en nijverheid, andere woorden: wat is voor handel en n, 1 erheid beter, dat het kapitaal duur of dat het dkoop is? Wel, zei een der aanwezigen: ik liever geld tegen 4°/0, als ik het met voor op i VÜ ost gaa i O >Ien kan aanwenden, dan tegen als ik Is mee doen kan. Ja, dat is een waarheid, arU .zij Naar het Duitsch. Ziet ge, dat had ik wel van u gedacht; gij altijd bereidwillig en voorkomend," hernam patroon. Och, ik wil het u wel zeggen geloof, dat die dame het niet onaangenaam It wanneer gij op hare villa komt; ik heb al j\\ opgemerkt, dat, wanneer zij bij ons in e winkel komt, zij altijd door u bediend wil len. Wanneer iemand van ons, oudere heeren, da hare nabijheid komt en ook eens iets wil ;en, dan zie ik terstond haar gelaat betrekken; schijnt geen van onze stoffen haar te kunnen ld en verlaat zij meestal spoedig den telJa, het is een groot voorrecht vijf- no( wintig jaar oud te zijn en een kop mooi bruin te hebbeu vervolgde Brohn, terwijl hij ^ott met de hand over den spiegelgladden en 'lel streek. e altijd bescheiden Morris kleurde onwille- bij dit onverwachte compliment, doch Ned roordde naar waarheid >ttef Ja, het is een groot voorrecht." maar dat bewijst tevens, hoe eng des sprekers gezichtskring was, want de vraag was niet, wat voor hem, wat voor iemand anders min of meer wenschelijk, maar wat voor het algemeen voordeelig zou zijn. Uit dit voorbeeld blijkt, op hoe wankele grondslagen der meesten redeneeringen rusten. Zoo ook van den inleider, dien men zich, zonder hem te kennen, gerust kan voorstellen als een houder van een magazijn van weelde-artikelen, of althans van fijne waren, wiens clientèle hoofd zakelijk bestaat uit aanzienlijke lieden, die hun geld hoofdzakelijk belegd hebben in Staatsfondsen. Daalt de rente, dan dalen hun inkomsten, en dan gaan zij niet den bakker en den slager, maar wel zijn magazijn voorbij, en daling van rente is dus voor hem vermindering van klandizie, en dus nadeelig voor handel en nijverheid. Dat d u s is foutief. Daling der rente kan zeker na deelig zijn voor personen, die in het geval ver- keeren, waarin wij ons den inleider dachten; zij is in het algemeen nadeelig voor kapitalisten, die minder ontvangen voor hun kapitaal, maar zij is voordeelig voor hen, die met het kapi taal werken, dat is, die handel drijven, eene nijverheid uitoefenen, in het algemeen voor den arbeid. Om twee redenen. Naarmate het kapitaal goedkooper wordt, zijn tal van zaken, die anders niet met voordeel te doen zijn, wel winstgevend. Men kan meer om zetten in den handel, meer voortbrengen in de nijverheid, dientengevolge wordt de hoeveel heid werk, die te verrichten valt, grooter, ergo er is meer werk, het aantal dergenen die met werken hun brood verdienen, wordt grooter. Maar er is een tweede punt. De meerdere vraag naar arbeidskracht werkt het stijgen der Joonen in de hand, en door de lagere renten kunnen de hoogere loonen zonder bezwaar betaald worden. Ziedaar dus het antwoord op de vraag. Alle winst is het product van kapitaal en arbeid. Kapitaal, dat niet door arbeid vruchtbaar gemaakt wordt, is, dood arbeid, die zonder kapitaal verricht wordt, is niet dood, niet on vruchtbaar, want alle kapitaalvorming is de vrucht van arbeid, die zonder kapitaal begonnen is, maar zij is moeielijk en geeft weinig, want om zich arbeid zonder kapitaal te denken, moet men zich een wilde in den natuurstaat voorstellen in een maagdelijk woud. Zelfs Robinson Crusoë op zijn eiland had nog iets van zijn schip ge red, en dus nog eenig kapitaal, dat is: vrucht Van vroegeren arbeid. Omdat de winst van kapitaal en arbeid ver kregen wordt, moeten kapitaal en arbeid haar deelen. Hoe meer nu het kapitaal krijgt, hoe minder er voor den arbeid overblijft, hoe minder het kapitaal noodig heeft, hoe meer de arbeid overhoudt; lage rente beteekent, dat het aandeel van het kapitaal daalt, en dus dat van den arbeid vermeerdert. Goedkoop kapitaal is dus meer en beter betaalde arbeid, en daarom is het in het algemeen belang, dat het kapitaal zoo goedkoop mogelijk zij. Dinsdag overleed te Middelburg de heer C. M. van Visvliet, in leven school-opziener in het district Middelburg. De patroon keek hem een oogeublik verwonderd aan en dacht bij zichzelf: „Zou hij dan werke lijk precies even dwaas en ijdel zijn als al de anderen Doch neen, dat kan niethij wordt immers al verlegen bij het enkele denk beeld, dat eene rijke jonge dame met hem inge nomen schijnt. Ik heb hem dus niet goed ver staan, of hij mij niet." Tot Morris zeiven zeide hij: „ik heb u nog iets anders mede te deelen. Maar dat moet voor- loopig nog geheim blijven. Ga dus even met mij mede in het spreekkamertje." De jonkman volgde zijn patroon naar het bedoelde vertrek. „Ik wil mijzelf niet het genoegen laten ont gaan van de eerste te zijn die het u zegt," vervolgde Brohn, zoodra zij alleen waren. „En daar ik vanmorgen nog op reis moet om inkoopen te doen, zou ik anders daartoe geen gelegen heid hebben." Heinrich werd natuurlijk zeer nieuwsgierig. Brohn keek nog eens goed rond, om zich te overtuigen dat geen luisteraars in de nabijheid waren, en begon toen „Zaterdagavond hadden wij, mijne compagnons, toevallig een klein maar fijn soupeetje, in „den Engel aan het Braadspit" een zonderlinge naam voor 6en restaurant, vindt gij niet?" „Ja, een zonderlinge verbinding van twee IERSEKE. Woensdagavond had een zoon van den landbouwer D. v. S. het ongeluk met zijn verschillende dingen," antwoordde de jonkman. „En toch niet geheel oneigenaardig," hervatte Brohn; „want indien mijne keukenprinses mij altijd zulke uitnemende biefstuk en coteletten wist te leveren als daar worden opgedischt, dan zou ik haar ook zeer goed een „engel aan het braadspit" kunnen noemen HahahaDie is aardig bedacht, al zeg ik het zelfYindt gij ook niet „Niet bijzonder," antwoordde de waarheidspreker. „Wat zou hij nu meenen?" dacht Brohn. „Ik begrijp hem vandaag niet goed; hij zegt telkens zulke onbegrijpelijke dingen Doch daar het onderwerp van het aangekon digde gesprek belangrijker was dan deze kleinig heid, ging hij niet verder daarop door en hernam „Nu dan, zooals ik u zeideWij zaten heel gezellig en fideel in een afzonderlijk zaaltje. Ons gesprek liep over de zaken, en zoo kwamen wij vanzelf ook op u Algemeen prees men uw beleid en uwe toewijding aan de zaak, uwe aangename manieren, welke vooral de dames schijnen aan te trekken, en en kortom, wij zijn het er over eens geworden, dat het billijk is u als lid van onze firma op te nemen en u een behoorlijk aandeel in de winst toe te staan." „O, mijnheer Brohn!" riep da. verheugde jonkman, vol dankbare verrukking. Het was al sinds vele jaren zijn streven geweest door linkerhand in een snij molen te geraken, bij welke gelegenheid hem een gedeelte van den voorsten vinger werd afgesneden en ook de duim gekwetst werd. Alhier heeft onder oesterhandelaren een request gecirculeerd aan den Directeur-Generaal van het Post- en Telegraafwezen, waarin zij be tuigen de diensten van den heer A. Bevin, tele grafist, die zij gedurende ruim 4 jaar hebben leeren waardeeren, niet gaarne bij de grootste drukte der verzending zouden missen, reden waarom zij eerbiedig verzoeken de verplaatsing van den heer Bevin naar Oudenbosch in te trekken. OESTERS. De handel in leverbare oesters is zeer levendig en de prijzen goed. Voor impérialen, waarvan de voorraad, jammer genoeg, vrij gering is, wordt 100 tot 115 gld besteed; le kwaliteit, wegende 90 tot 100 KG. geldt om de f90, 2e kwaliteit 50 tot 55 gld. De superieure qualiteiten beginnen reeds zoo te verminderen, dat men spoedig verplicht zal zijn een le soort te maken; waarvan het gewicht niet boven de 90 KG. bruto komt. Van deze soort is er een goede voorraad. De handel in pannen beteekent weinig. De goede worden verkocht voor 20 tot 25 gulden. De handel in mosselen was deze week iets minder levendig, en de prijzen een weinig teruggeloopen. ST. MAARTENSDIJK. Op de heden ge houden veemarkt waren aanwezig: 50 stuks runderen, 150 biggen en 10 schapen. De handel was levendiger dan de vorige markt, terwijl werd bedongenvoor jaarlingen f 50. a f 60.2-jarigen f 110.a f 125.—, 3-jarigen f170.h f180.vare koeien f 100.h groote zuinigheid langzamerhand zooveel bijeen te sparen en zich ondertusschen in de zaak zoo verdienstelijk te maken, dat hij mettertijd wel licht als lid der firma zou kunnen opgenomen worden. Doch dat zoo iets reeds zóo spoedig zou kunnen geschieden en zonder dat men van hem eenige inbrengst van kapitaal verwachtte alzoo alleen om zijne persoonlijke bekwaamheden dat was meer dan hij ooit had durven droomen Stil, stil!" zeide de patroon; „niet zoo hard spreken. Men zou ons kunnen hooren, en de zaak moet voorloopig nog een geheim blijven tusschen ons Maar ik zie, dat er verscheidene klanten in den winkel staan te wachten. Wij moeten dus ons gesprek maar eindigen Of ja, nog iets. Black wil uit de zaak gaan zoodat ik dan oudste compagnon word." „Ik wensch u daarmede geluk." „Ja, en gij moogt uzelf ook gelukwenschen, want ik geloof wel, dat ik een vriendelijker chef zal zijn dan onze tegenwoordige senior met al zijne luimen. In elk geval wordt nu de firma met 1 Mei a. s. Brohn, Morris tenminste wanneer gij niets daartegen hebt." „O, mijnheer Brohn, mijne dankbaarheid „Ja wel, dat weet ik Maar vergeet niet wat ik u gezegd heb. Het is nog een geheim, en mijne compagnons wilden u daarmede ver rassen. Houd u dus goed en laat aan niemand

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1893 | | pagina 1