roïliM, piijfl aai ie klaipa yan oesterteelt
si ob peit
N°. 427.
Zaterdag 2 September 1893.
Elfde jaargang.
J.'M. C. POT,
Zij, die zich van heden af op
it blad abonneeren, ontvangen de tot
October a.s. nog te verschijnen num-
ers gratis.
eïllustreerd Zondagsblad.
Publicatie n.
FEUILLETON.
LANG GEWACHT.
BINNENLAND.
RSEE
01
KS
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
T H O I. E N.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter p'aatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
Inhoud van No. 36.
De Horlogemaker en zijn vrouw, geïllustreerde
avelle naar het Engelsch door A. K. II. (Slot).
Romeinsche zwaardvechters (met illustratie).
Een gevaarlijk plekje voor reizigers (met
lustratie). De terdoodbrenging van graaf
rafford (met illustratie). Alles voor één ver-
ren cent (met illustratie). De opstand der
nn endée, de nederlaag bij Cholet (met illustraties).
Puzzle. Dat 's sterk (met illustratie).
plossing van prijsraadsel LVII. - In den goeden
iden tijd. De voornaamste wereldtaal.
sprookje van vervalsching. Het biljart.
Kostbare schatten. Niet veel crediet (met
Qstratie). De prijswinner van raadsel LIV.
Modes. Een zonderlinge sollicitatie.
- Onnoodig (met illustratie). Nieuw prijsraad-
1 LXI. Anecdote-proeve No. 21. Schaak-
ibriek. Mededeelingen.
ïisl
HA
1NH1CH Tlh GEN
^0 lie GevaarSchade of Hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Tholen
engen ter algemcene kennis, dat het verzoek van
C. van der Stel, wonende te Tholen, om op het
rceel, kadastraal bekend Sectie E. No. 152 een
I; waarplaats van petroleum te mogen oprichten, door
J.i|n is toegestaan voor den tijd van één jaar.
Afgek. en aangeplakt te Tholen, den 30 Aug. 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. J. D15 V. VAN NOORDEN.
Iz. VAN GORSEL, Wethouder.
Er is wel eens getwist over de vraag, wat er
ider geweest is: het kuiken of het ei. De
IDI
'edt
ter
Op
zij
Naar het Engelsch.
„En hebt gij hem foen niet nagezet?" vroeg
ank.
„Dat had ik eer>t willen doen Maar toen
am mij op eens eene duivelsche gedachte
or den geest, dat, nu mijn broeder toch dood
s (zooals ik toen dacht), ik mij zeer gemakke-
zou kunnen meester maken van de kuwe-
ts-acte, die hij bij zich droeg, en dat ik dan
1-0' 1 eenige rechtmatige erfgenaam zou zijn
st was een dollemansdenkbeeld, dat erken ik
).4! tar het was een denkbeeld, dat zich zoodanig
n mijn geest opdrong, dal ik het vervolgen van
moordenaar opgaf. Ik knielde neder naast
beweginglooze lichaam van mijn broeder en
sht in zijn borstzak naar de portefeuille, waaruit
straks die acte had te voorschijn gehaald,
rwijl ik nog daarmede bezig was, kwam de
l.3( i
questie is nog niet opgelost, geloof ik, wat niemand
zich erg behoeft aan te trekken. Het kuiken
en het ei zijn er nu eenmaal beide, en dat is
gelukkig.
Zoo kan men het ook oneens zijn over de vraag
of de zonde de oorzaak is der armoede of de
armoede de oorzaak der zonde. Die zaak is misschien
van meer belangin ieder geval kan men er niet
van zeggen als van het kuiken en het ei„Ge
lukkig! zij zijn er."
De kerk zegt„De armoede is, evenals alle
kwaad een gevolg der zonde;" het socialisme
daarentegen beweert„Los de broodvraag op en
al het andere komt van zelf terecht," waaruit
men zou mogen besluiten, dat het socialisme
van een precies tegengesteld gevoelen is als de kerk.
Wie heeft gelijk? Och, ik geloof niet, dat het
de moeite waard is, er over te twisten. Wat er
eerst geweest isde armoede of het zedelijk
kwaad; die vraag is van weinig actueel .belang.
Wel van belang is, dat zij beide bestaan,
van oneindig veel belang is het ze beide te be
strijden en te weten, in welk verband ze tot
elkander staan.
Dat dat verband bestaat, is duidelijk. Daar
over zal heel de wereld het wel eens zijn. Ot
de zonde in het algemeen de oorzaak is van de
armoede in het algemeen, die vraag kan iemand
koud laten, maar dat vele zonden noodwendig
armoede na zich sleepen, is een waarheid, die
geen weldenkend mensch onverschillig raag zijn.
Is het noodig voorbeelden te noemen Och,
denk maar aan dronkenschap, ontucht, verkwis
ting, luiheid, weeldezucht, gebrek aan overleg,
zucht tot spel en zoo vele anderen. Die voeren
op den duur hunne slachtoffers even zeker tot
den bedelstaf als dat duisternis volgt op het ver-
dwijuen van de zon.
Maar even onbetwistbaar is het, dat de armoede
de oorzaak is van veel kwaad. Het is voor een
rijke niet moeilijk zijn handen niet uit te strekken
naar eens anders goed, maar licht verklaarbaar
is het, dat de honger een mensch voert tot dief
stal of erger. Ontucht leidt tot armoede, maar
helaasarmoede heeft ook wel eens tot ontucht
gevoerd. Eerlijkheid, goede trouw, zindelijkheid,
en andere zijn deugden, die voor een vermogend
of welgesteld mensch gemakkelijker te houden
politie en nam mij gevangenNu weet ge alles."
„Gij moogt den Hemel danken dat gij be
waard zijt gebleven voor het plegen van zulk
een schandelijke misdaad."
„Gij hebt gelijk, en ik ben er nu ook dank
baar voor. Ik heb een harde les gehad.... een
verdiende les en ik ben overtuigd dat het
plan tot zulk een misdaad bijna gelijkstaat met
het plegen van de misdaad zelfDaarom
wil ik ook ten spoedigste dit land verlaten
ik zou hier geen rust meer kunnen hebben
Ik zou het niet kunnen verdragen, wanneer
anderen mij twijfelend of stil-verwijtend aan
keken En dat zou onvermijdelijk telkens
het geval zijnHeb ik gelijk of niet?"
„Gij hebt gelijk," antwoordde Frank ernstig.
„Ik wist vooruit dat gij mij dit zoudt zeggen.
Daarom durfde ik u ook verzoeken om bij mij
te komen."
„En nu wenscht gij dat ik uwe afscheids
groeten overbreng aan mijne nicht?"
„Ja. Zeg haar dat de eenige mogelijkheid
voor mij om een beter mensch te worden, zou
geweest zijn wanneer ik het voorrecht had mogen
hebben haar tot vrouw le verkrijgen. Dat zou
zijn, dan voor den ongelukkige, wien het meel
in het vat en de olie in de kruik ontbreekt.
Ja zelfs wordt beweerd, dat het ontbreken van
een voldoende, krachtige voeding (dus alweer
armoede) het gebruik en zoo ook het misbruik van
prikkelende, geestrijke dranken in de hand werkt.
Daarom zegt het socialisme Los de broodvraag
"op en het herstel der maatschappelijke kwalen
volgt van zelf. In eene maatschappij, aan welker
leden de armoede vreemd is, zal slechts zede
lijkheid wonen.
,Zou het waar zijn? Aangenomen dat een toe
stand werkelijk mogelijk is, waarbij het niemand
aan het uoodige ontbreekt, aangenomen zelfs,
dat in die nieuwe maatschappij ook eene deug
delijke zedelijke en verstandige opvoeding niet
ontbreekt, dan mag men nog veilig aannemen,
dat het socialisme zich een droombeeld schept,
velks verwezenlijking nooit te verwachten is.
ie, als de menscheu als baksleenen, naar een
zelfde model te kneden waren, als aanleg, karak
ter temperament, neigingen en hartstochten niet
Zoover uit elkander liepen, dan zou er misschien
ook eene moreele gelijkvormigheid te verkrijgen
zijn; maar nu is het eenvoudig een dwaasheid
zoo iets te verwachten. Een maatschappelijke
gelijkheid is er misschien te bereiken, eene ver
standelijke en zedelijke nimmer. Als armoede en
onkunde de eenige oorzaken der zedelijke kwalen
waren! Maar hoevele zijn er niet buiten dien!
Is de arme altijd slecht, is de onwetende, de
onopgevoede zelfs, altijd slechter dan de wel
ontwikkelde en beschaafde? De ondervinding
leert wel anders. Honger en gebrek zijn wel eens
aanleiding tot, meestal geringe, diefstallen, maar
wat zijn deze in vergelijking met de schande
lijke practijken voortkomende uit de heb- en
schraapzucht der rijken? De gevangenis-en worden
ook niet enkel bevolkt doorgeringen en onwetenden.
Neen, in de beste wereld of maatschappij zal
het kwaad blijven bestaan. Als de socialisten
het tegendeel geloovcn, misleiden zij zich zelf.
Maar dit alles neemt niet weg, dat de straks
genoemde betrekking tusschen armoede en zonde
blijft bestaan. En daarom, al gelooven wij niet,
dat er ooit eene volmaakte wereld zal zijn, zoo
zijn wij toch evenzeer overtuigd, dat als ooit een
toestand geboren wordt, die eenigzins gelijkt op
mijn behoud zijn geweest. Ik had haar lief...
werkelijk, oprecht en met de beste bedoelingen
Wij zouden wel gelukkig zijn geworden, maar
toen kwam die andere, die ons in den weg trad.
Ik heb mij gedragen als een dwaas, enMaar
neen, zij zou toch nooit gelukkig geworden zijn
met een man als ik ben, neen, stellig niet
Zeg haar liever niets van alles wat ik u heb
beleden. Zeg haar alleen dat ik diep berouw
gevoel over mijne houding tegenover haar, die
haar veel pijnlijk leed moet hebben veroorzaakt.
Zeg haar, dat ik haar ootmoedig om vergiffenis
smeek voor mijn onwaardig gedrag, en dat ik
haar van harte een gelukkige toekomst wensch.
Moge zij met toegevendheid over mij denken en
mij in hare herinnering bewaren als iemand,
dien zij nimmer zal wederzien. Wilt gij dat voor
mij doen, Frank?"
„Ik beloof het u," zeide Frank, met plecli-
tigen ernst.
Toen drukten de beide vrienden elkander de
hand, en namen afscheid zonder een enkel woord
te spreken.
Bij de begrafenis van Auslin Middleton was
wat het socialisme najaagt, als het ooit mogelijk
is, dat armoede verbaunen wordt, dat dan ook!
de aanleiding tot velerlei kwaad zal vervallen.,
Maar steeds blij ve de hoofdzaak verstandelijke
verlichting en zedelijke vorming, opdat het verstand
den mensch den besten weg wijze en de wiL
krachtig genoeg zij om dien besten weg te be-1
wandelen en zijne driften met rede te besturen.1
Dat ook de beste opvoeding niet altijd baardoel'
bereikt, dat levert slechts de uitzonderingen, die.
den regel bevestigen.
Wat leert ons deze beschouwing? Dat ieder,
die de algemeene welvaart bevordert, daardoor
te gelijk medewerkt tot de zedelijke verheffing l
der maatschappij, en dat dus het socialisme in
zoo verre waardeering verdient, dat het de armoede 1
wil bekampen. Dat het zoo dwaas is, een ideaal1
als bereikbaar voor te stellen, daarover spreken
wij niet verder, evenmin als over zijne middelen.
Benoemd tot Ridders in de orde van den
Nederlandsekeu Leeuw de heeren J. H. C. Heijse.
lid van Gedeputeerde Staten, Dr. J. C. de Man
en Mr. J. A. van Hoek, officier van justitie te j
Middelburg. Tot Ridder in de Oranjc-Nassau-orde
de heer Ph. J. Muskens, pastoor en deken te -
Bergen op Zoom. i
1
Bij Kon. Besluit werd de eere-medaille der I
orde van Oranje-Nassau in brons verleend aan
den conducteur der Posterijen 11. van Kranen, 2
dienst doende op den postrit Bergen op Zoom1
TholenZierikzee.
Bij koninklijk besluit is tot plaatsvervangend
lid van den geneeskundigen raad voor Zeeland 5
en Westelijk Noord-Brabant benoemd de arts
F. D. Kol 11 van Oisterwijk, te Kruiningen.
Aan het toelatingsexamen voor den hoofd-
cursus te Kampen, om aan deze inrichting te 1
worden opgeleid voor 2e. luitenant bij de iufan- 1
terie, hebben o. a. met goed gevolg voldaan de
sergeants P. G. van Stapele, van Tholen, en D.
O. de Witte, yan St. Maartensdijk, de laatste bij
de administratie.
natuurlijk zijn broeder Mowbray de hoofdpersoon.
Allen, die hem vroeger hadden gekend, waren
verbaasd of ontsteld door de groote verandering,
die in weinige dagen bij hem was teweeo-o-e- j
bracht. Zijn zenuwgestel had een zwaren schok 1
oudergaan, en hoewel zijne onschuld aan de 1
gepleegde misdaad z66 daghelder was bewezen, s
dat zelfs dé meest verstokte babbelaars er niets
tegen kondcu inbrengen, zoo was het toch dui- 1
delijk zichtbaar dat het feit dier beschuldiging
zelve op hem een onbeschrijfelijken indruk had G
gemaakt, dieper wellicht dan hij aanvankelijk
zelf geloofde.
Zijn uiterlijk was zeer verouderd; hij zag er
vermoeid en afgemat uit en sloeg zijne oo<*en c
bijna niet van den grond op. Het was zelfs
alsof hij dezelfde angstige vrees koesterde ten
opzichte yan zijne vijanden als van zijne vrienden, r
De buitengewone omstandigheden van Austin c
Middleton's dood, die al vrij spoedig algemeen i
bekend geworden waren, hadden een vrij groot J
getal belangstellenden en nieuwsgierigen naar het
kleine kerkhof van Sprattermouth gelokt. Zij i
keken met zekere eerbiedige vrees naar den in
zwaren rouw gekleeden man, die met gebogen 2