SrSlag
I
Zaterdag 6 Mei.
1893.
EN
1%
J. M. C. POT,
Bijvoegsel behoorende bij dit
m|;', is opgenomen de voorloopige
d ienstregeling van den Stoomtram,
angen I Mei 1893.
'n 1 P u b 1 i c a t i n.
ya
TL
j.
-
-
w
-
BINNENLAND.
FEUILLETON.
LANG GEWACHT.
IERSEKSCHE
Thoolsche toorant,
ent,
J Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
per 3 maanden, franco per post 65 cents.
het buitenland 90 cents.
iden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
te Tholen of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholen.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt «leohta
2 maal in rekening gebracht.
en Wethouders der gemeente Tholen
'öeDter kennis van de belanghebbenden, dat de
inschrijving voor de Schutterij
Thö.uJtA hebben in de tweede helft van de
rJ^i moeten zich aanmelden alle mannelijke
ty tn, die op den 1 Januari dezes jaars hun
doa'f jjj,, ingetreden, hoedanigen zijn, die ge-
'den in het jaar 1868 na zich vooraf te
d oorzien van een geboorte-extract, teneinde
hunnen juisten ouderdom ter behoorlijke
ft.hg te verzekeren.
moeten zich ten bovengenoeraden tijde en
S oen inschrijven alle manspersonen, geboren
*n ("en 1859 tot en met 1868, welke in de
jchtP» elders ingeschreven zijndoch sedert dien
deze gemeente zijn komen wonen, met
g van het bewijs der vroeger gedane
chrijving.
rlfls,sonen, welke reeds ingeschreven zijn en
t kc^e' loting genomen hebben, behoorende tot
ingv klasse, zijnde gehuwden met een of meer
welke door sterfgeval of anderszins alsnu
na men der eerste klasse vallen, moeten hier-
ede ten boven bepaalden tijde en plaatse
Serscheidene daarvan te houden registers
den 1 Juni eerstkomende worden gesloten
jUen, welke bevonden zullen worden ten
dig te zijn geweest en zich na dien tijd
ingeven, of ontdekt worden, aan het einde
sre ambtshalve worden ingeschreven onver-
Ie daarop gestelde boeten en straffen.
6 Mei 1893.
urgemeester en Wethouders van Tholen,
|^DE V. VAN NOORDEN, Burgemeester.
VAN STAPELE, Wethouder.
aangaande den gang
en den toestand van het Openbaar
Lager Onderwijs in de gemeente Tholen
over het jaar 1892.
■Ulgtal leerlingen, ingeschreven als werke-
k [talg aan de, bedroeg:
jlW J. M. Totaal.
m 298 243 541
276 231 507
287 244 531
283 248 531
laPrluril
1892
286
darin waren aanwezig:
h(ll*n. 1892 249
"Vil 191
"uli 206
Ètober 180
242
M.
184
161
189
177
528
Totaal.
433
352
395
357
83(1: 214 185 399
8,4:it blijkt reeds, dat het schoolverzuim zeer
9.0.|k is. Dit jaar is het van kinderen
12 jaar wegens huis- en veldarbeid weder
°/0 toegenomen, zoodat het reeds
0 bedraagt.
iw kan ik constateeren, dat het school-
[egens het godsdienstonderwijs gering
welwillend is geweest dat onderwijs buiten de
gewone schooluren te geven.
Het schoolverzuim van leerlingen beneden 12
jaar wegens huis- en veldarbeid in 1892 was aldus
over de verschillende maanden verdeeld:
A Aantal gehouden schooltijden in het
geheele jaar voor alle leerlingen beneden 12 jaar.
B Aantal verzuimen van leerlingen beneden
12 jaar wegens arbeid.
C Aantal verzuimen in procenteu.
Maanden.
A.
B.
C.
Januari
13333
696
5.22
Eebruari
12544
858
6.76
Maart
17415
1264
7.26
April
13066
1607
12.03
Mei
15717
1447
9.26
Juni
15561
2240
14.39
Juli
15720
1767
11.24
Augustus
9312
1726
18.53
September
13192
2486
18.84
October
15703
2644
16.84
November
17908
1587
8.86
December
12896
717
5.56
Totaal
172367
19039
11.04
De volgende cijfers geven een overzicht van
dat verzuim over de laatste vijf jaren:
Jaar.
1888
1889
1890
1391
1892
A.
169941
169724
183006
182201
172367
B.
12658
11422
15410
18525
19039
C
7.45
6.73
8.42
10.16
11.04
Wat de middelen betreft ter bestrijding van
het schoolverzuim, ben ik zoo vrij te verwijzen
naar het jaarverslag over 1891.
Door tusschenkomst van het Departement
Tholen van de Maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen schonk het Hoofdbestuur der Maat
schappij f 100 voor de schoolbibliotheek, terwijl
de Gemeente daarvoor f25 op de begrooting
bracht.
Het onderwijs in de afzonderlijke leervakken
werd gemiddeld genoten door de volgende aan-
8 Meisjes
tallen leerlingen
Gewone avondschool
9
jongens
8
Fransche taal
9
Gymnastiek
4
Teekenen
20
5
Herhalingsonderwijs
10
Nutt-. handwerken
235
Zangschool
20
28
Aan het herhalingsouderwijs werd deelgenomen
door slechts 10 mann. leerlingen, voorzeker een
getal, dat niet van groote belangstelling blijk
geeft. Maar tevens is daarvan oorzaak, dat vele
rlingen de school reeds hebben verlaten alvorens
de hoogste klasse bereikt te hebben.
In den loop van 1892 werd de school verlaten
door 27 J. en 24 M., totaal 51 leerlingen zonder
dat zij geacht konden worden het gewoon lager
onderwijs volledig genoten te hebben. Deze kun
nen dus later voor het herhalings-onderwijs niet
in aanmerking komen. Daarvan behoorden
in
de 2e klasse
1
1
5e
II
1
1
6e
M
2
3
5
7e
6
5
11
8e
2
5
7
9e
II
3
1
4
10e
7
2
9
M
11e
II
4
7
11
12e
li
2
2
Totaal
27
24
51
Bovendien verlieten S J. en 7 M. de school,
nadat zij de school geheel hadden doorloopen.
Gedurende het jaar 1892 vertrok de Onder
wijzeres Mejuffr. A. C. H. Ittmann, die ver
vangen werd door den Heer D. Rietveld de
Hondt. Bovendien werd nog als onderwijzeres
aangesteld Mejuffr. T. K. M. de Lange.
De leermiddelen werden geregeld aangevuld
en vernieuwd naar de behoefte dit noodig maakte.
Voor atlassen en zangboekjes scholen de finantiën
te kort.
In de wintermaanden zijn er nog een 10
15-tal schoolbanken te kort.
In het afgeloopen jaar werden enkele wijzi
gingen aangebracht, opdat ook de Rijksnormaal
lessen in het gebouw der Openbare Lagere School
gegeven konden worden. Die nieuwe toestand
bevalt uitstekend.
Bij de Rijksnormaallessen zijn thans inge
schreven 20 mann. en 12 vrouw, leerlingen.
Die der hoogste leerjaren komen geregeld één
dag per week in de school, om zich onder toezicht
der bevoegden practisch te bekwamen.
Het Hoofd der school
A. LUIJENDIJK.
Tholen31 Maart 1893.
Maandag 1 Mei zijn de verleden jaar aange
nomen nieuwe belastingen in werking getreden.
De zeep wordt daardoor 5 cent, het zout 3
cent per pond goedkooper; de onkosten bij
verkoop van huizen en ander onroerend goed
worden ruim 4 gulden op de 100 minder. Alleen
de sterke dranken worden iets duurder, doch
zoo weinig dat men het haast niet merken zal.
Door deze wetien wordt in meer dan één op
zicht een daad van rechtvaardigheid gepleegd.
Vooreerst zijn wij er weer een paar accijnzen
door kwijt, die zwaarder op de» minderen man
dan op den meer gegoede drukken. Ten anderen
wordt, daar met de afschaffing dier accijnzen enz.
een belasting op het vermogen gepaard gaat, een
belastingdruk van 8 mill. gulden, waarvan de
lagere volksklasse het grootste deel opbracht,
overgebracht op hen die hem het beste dragen
kan: op de schouders der vermogenden.
12)
Naar het Engelxch.
„Wat beteekent deze grap?" vroeg Lady Trefew
aan Middleton, zoodra Ida haar niet meer kon hooren.
„Een grap? Weinige uren geleden had het
meer van een treurspel," antwoordde Middle-
leton somber.
„En zijt gij voornemens met dat meisje te
trouwen':"
„Ja."
„Wat een dwaze invalIk voorspel u, dat
gij binnen een maand reeds berouw zult hebben
over zulk een dwaas plan."
Hij antwoordde niet en staarde gedachteloos
voor zich uit.
„Gij zult niet met haar trouwen," riep Lady
Trefew op vastberaden toon.
„Ik kan niet anders. Mijne eer is op het spel!"
„Uwe eer?" vroeg zij met een glimlach vol
Is dat niet billijk? Is dat geen vooruitgang?
Vroeger kon men bijna niets in den mond ste
ken of men moest eerst naar den ontvanger.
Met de brandstoffen ging het eveneens. Dat
was niet alleen lastig, maar ook onbillijk. Want
als een arm en een rijk gezin beide in een jaar
voor 100 gld. brood of spek gebruikten, dan
moesten beide daarvan evenveel belasting betalen,
zonder dat de regeering vroeg wie het het best
missen kon. Zoo kon het gebeuren, dat de een
naar evenredigheid 10 of 20 maal meer betaalde
dan de ander. De arme man was er altijd het
slechtst aan toe.
Dat kwam omdat de koningen van de verder
felijke leer uitgingen„Wat niet weet wat niet
deert." Men betaalde zijne belastingen zoo on
gevoelig, en dus was liet goed. Een echte
struisvogel-politiek.
Veel is daarin verbeterd. Er zijn nu nog wel
accijnzen, maar van de voornaamste buiten die
op sterke dranken dat zijn die op vleesch en
wijn kan men ten minste nog dit goede zeggen,
dat zij vooral drukken op de meer vermogenden.
Een werkman drinkt in ons land geen wijn en
eet weinig of geen vleesch en zou dat ook waar
schijnlijk niet doen al waren zij onbelast.
En aan wie hebben wij die verbeteringen te
danken? Bijna uitsluitend aan de liberale regee
ringen en kamerleden. De wetten van verleden
jaar, die wij boven bedoelden, kwamen tot stand
zonder dat een enkel-antirevolutionair er voor
was. Alle Tweede Kamerleden van die richting
stemden tegen. En zoo is het nog steeds gegaan.
Alles wat in de politiek en het sociale leven
verbeterd is, komt voor rekening der liberalen.
De anderen wisten alleen van remmen.
Door radicalen en socialisten wordt gedurig
met eene zekere voorliefde aan de liberalen
hunne tekortkomingen verweteu. Eu dan steeds
met de schromelijkste overdrijving.
Zoo durven zij o. a. maar stoutweg beweren,
dat de liberalen niets voor het ouderwijs deden.
Hoe is het mogelijk! Zij zullen toch wel genoeg
van de geschiedenis weten om niet te ontkennen,
dat het onderwijs verbeterd is. En wie hebben
dat dan gedaan? Toch niet de oude conserva
tieven of de nieuwere christelijk-historischen of
anti-revolutionairen? En zoo ja, dan gedreven
door den vrijzinnigen stroom des tijds.
verachting. „Uw hart dus niet?"
„Mij dunkt dat gij, Edith, wel de laatste zijt
die recht heeft om daarover met mij te spreken."
Zij gingen zwijgend verder.
Aan Miss Rosie durfde Ida haar vertrouwen
schenken en alles zeggen wat haar op het hart
lag. Rosie was een voorkomend en vriendelijk
jong meisje, dat wel smaak vond in een ietwat
romantische liefdesgeschiedenis, en tevens ver
heven was boven elk gevoel van jaloezie. Zij
bewonderde Middleton, die in hare schatting
als een groote held stond aangeschreven, en
het was voor Ida een genot hare nieuwe vriendin
te hooren uitweiden in zijn lof.
Rosie verhaalde haar (wat zij nog niet van
Middleton had vernomen) dat hij kort voor zijn
vertrek naar Ierland eenige weken op Aberbach
had gelogeerd. En toen het aardige snapstertje
nog verder doorsprak en haar zeide hoe Middle
ton zich steeds met zooveel gratie in de groote
wereld wist te bewegen en op vriendschappelijken
voet stond met lords en la dies, begon Ida te
begrijpen welk een geduchte afstand haar scheidde
van de kringen waarin hij gewoon wasteverkeeren.
Het was voor haar geene opvroolijkende ge^