N.° 407.
Zaterdag 29 April.
1893.
EN
TG
J. M. C. POT,
Publicatiën.
ver het paard getild.
FEUILLETON.
.ANG GEWACHT.
BINNENLAND.
IERSEKSCHE
Thoolsche Courant,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
I'jjs per 3 maanden, franco per post 65 cents,
tor het buitenland 90 cents.
ngezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
T H O L E N.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
Et
N,-
VERZOEKSCHRIFTEN
ter bekoming van Jacht- en Vischakten.
Liemeester en Wethouders der Gemeente Tholen
i ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secre-
ateloos verkrijgbaar zyn, blanco-verzoekschriften
oming van jacht- en vischakten en van koste-
ergunningen tot uitoefening der visscberij niet
chtuig, voor het aanstaande seizoen \an 1893/»t.
,k. en aangeplakt te Tholen, den 29 April 1893.
nL Burgemeester en Wethouders van Tholen,
i J. DE V. VAN NOORDEN, Burgemeester.
|ie;:. G. VAN STAPELE, Wethouder.
01
Mij
^|j)r i©ic[]0'<»
leren zijn niet zelden lieve schepseltjes,
jdRleeu om hau uiterlijk, maar voornamelijk
l«üii ongekunsteldheid, onbevangenheid, schul-
Pr vreugde, reinheid van hart en zin voor
f id. Bepaald merkwaardig is het den ont-
len geest, de toeneming in kennis en
^Jirijkdora van een opgroeiend kind gade
[arfD. Iedere vordering in keunis verrast ons,
0jciieuw bewijs, dat de kring van zijn waar-
]p0,;en en gedachten zich uitbreidt, doet ons
p,ijam aan.
getwijfeld hebben kinderen ook min aange-
t affienaardigheden, raaar dit neemt niet weg,
UI al heel stug en eenzelvig moet wezen,
,|jjP$n kinderen in zijn nabijheid te kunuen
,|a(jer8 zijn natuurlijk het best in de gelegen-
ontwikkelingsgang van kinderen gade
en dit, verbonden met de omstandig-
zij met hun eigen kroost te doen
in> is oorzaak, daf zij meer en dieper dan
intA door de verrassingen, aan die waarneming
erzlen, getroffen worden,
er r dit juist levert voor hen gevaar op in een
wet^ vervallen, die zeer noodlottig op het
n Gan inwerken.
teut een vader of moeder zich verheugt over
:an fctelijke vorderingen van hun jeugdige
dat zij zich vermaken met het vroolijk
aki: de naiëve gezegden, de snaaksche guiten-
Naar het Engelsch.
de eigenares van Aberbach met Majoor
op en neder wandelde, kwam eens-
Fanshawe haastig aangeloopen en
y Edith op een schip dat zij in de
zien liggen.
}roer eens even, Lady, is dat niet de Sand-
lie daar ligt? Zou Mr. Middleton hierin
{«/ifaek zijn?"
Hl," antwoordde zij glimlachend, „dat is
af lijk. Toen Mr. Middleton drie weken
htinj plotseling van hier vertrok, had hij een
met een vriend te Milford, om samen
fje naar Ierland te maken."
.k geval," zeide Majoor Haverley, die
et had opgezet en daarmede naar de
had gekeken, „in elk geval kan dat
in de verte nooit de Sandpipcr zijn,
meldp
stukjes en de zoogenaamde wijze opmerkingen
van den kleine, is zeer natuurlijk, eu ieder gunt
hun gaarne dit echt ouderlijk genoegen, maar zoo
vaak worden deze dingen als bewijzen van een
hoogen geestelijken aanleg beschouwd. Hun kind
is toch bijzonder wijs, het is bepaald zijn jaren
vooruit. Zoo licht verbeelden ouders zich, dat
hun kinderen andere verre in schranderheid achter
zich laten, terwijl inderdaad het verschil tusschen
het eene kind til het andere niet zoo groot is.
Het hangt er hoofdzakelijk van af, of men zich
veel inet het kind bezig houdt.
Nu zou men iemaud zelfs disn waan van bij
zondere bevoorrechting kunnen gunnen, maar het
gevaar schuilt daarin, dat men zoo moeilijk zijn
vreugde in zijn hart kan opsluiten. Men wil zoo
gaarne ook anderen vertooncn, wat ons verbaasd
heeft; en zoo wordt met dat hoogwijze kind ge
pronkt voor iederen bezoeker, onverschillig of
het dezen gelegen komt of niet. Eerst wordt de
kleine bewonderd en al spoedig daarna geprezen,
alsof die kunststukjes, die voor het grootste deel
slechts naaperijen zijn, ware Salomos-wijsheden
waren, en zoo groeit het kind op in een atmos-
pheer van lof en wierook, die zoo licht den
kinderlijken geest benevelen en zijn karakter
bederven kan.
Gelukkig is er een tegenwicht. De raensch
schijnt een natuurlijken afkeer van vertooumakerij
en van openbare bewierrooking mee Ier wereld
te brengen. Zie het maar aan den kleine. Eene
moeder zal er met eenige moeite in geslaagd
zijn haar kind een aardigheid te leeren, en het
kind zal het kuustje uit eigen aandrift dikwijls
herhalen. Maar daar komt een buurvrouw, die
het ook eens zien moet, en nu bedankt liet kind
er voor. Juist als men het hebben wil, weigert
het. Dat zal wel geen toeval zijn
Hebt ge wel eens opgemerkt hoe een open
bare loftuiting den knaap een blos op de wangen
toovert? Waan niet, dat dit een blos van hoog
moed isIk verzeker u, het is een blos van
ja, hoe zal ik het noemen? Schaamte is het
ware woord niet, maar het grenst er toch aan.
Hij zou liever niet als de bewierookte zoo aller
oogen op zich gevestigd zien. Hij is zich bewust
zooveel eer niet te verdienen, hij heeft immers
maar zijn plicht gedaan? Toch ligt er iets zoets
of hij zou al verschrikkelijk toegetakeld moeten
wezen. Trouwens, de storm zal hein ook geen
goed hebben gedaan. Indien het waarlijk Mr.
Middleton is, dan moet hij zich toch door sterke
bauden hierheen getrokken hebben gevoeld, om
in zulk noodweer den overtocht te wagen."
„Gij vergist u, Mr. Haverley," antwoordde
Lady Trefew op koelen toon. „Er is geen sprake
van, dat Mr. Middleton zou terugkomen."
„Maar zie, hij is al terug," riep Rosië Fans-
hawe vroolijk. „Ik zie hem daar het hek al openen."
De jonge weduwe kleurde eensklaps hevig eu
deed een paar schreden vooruit in de richting
van het hek, doch bleef weder staan, terwijl zij
even plotseling verbleekte.
„Hij schijnt iemand bij zich te hebben
eene dame.... wie kan dat zijn?" riep Rosie
verwonderd.
„Misschien zijn dat de sterke banden, waar
van Majoor Haverley sprak," antwoordde Lady
Trefew, met eeu poging om te glimlachen.
Middleton kwam naderbij, te zamen met Ida,
die angstig en verschrikt de oogen nedersloeg
en geheel onder den indruk wa9 van het
zonderling geval.
in dien lof, en als nu bij ongeluk door gedurige
herhaling het bittere gevoel door het zoete onder
drukt wordt en als de knaap zich gaat verbeel
den werkelijk dien lof te verdienen, dan wordt
die blos werkelijk de blos der hoovaardij.
Wee den meusch, maar vooral het kind of den
jongeling met wien het zoover komt. Even heil
zaam als het eergevoel werkt, even verderfelijk
kan de eerzucht zijn.
Dat vergeten vele ouders ten opzichte van
hun geliefd kroost. Het kind, dat bewonderd
werd, wordt als knaap geroemd en geprezen alsof
hij de wijsheid in pacht had. Als de jougelui
zoo knap wnren, als de ouders u diets maken,
dan was de wereld vol geleerden.
Eu och, die snoeverij is tegenover vreemden
niet zoo erg, 't is alleen maar een beetje ver
velend, maar tegenover die arme kinderen
Een woord van waardeering zoo eenvoudig
en van pas mogelijk, en vooral niet in het open
baar werkt aanmoedigend zonder te over
prikkelen, als het maar zoo gegeven wordt, dat
de knaap of jongeling zich bewust blijft van
eigen onvolmaaktheid. Onthoud dat uw kind
nooit, als het zulks verdient. Maar sommige
ouders zijn zoo uitbundig in hun lof, dat de waan
van hooge voortreffelijkheid als opgedrongen wordt
en dit kan behalve onverzadelijke eerzucht en
zelfs afstomping van het eergevoel, tengevolge
hebben de inbeelding dat men werkelijk al knap
genoeg is en verdere inspanning onnoodig acht.
Ik heb wel eens een vader hooren zeggen: „die
jongen weet al meer dan ik." Kan men ooit den
eigenwaan krachtiger aankweeken? Waarbij nog
komt, dat het maar zelden waar is, want wat
beteekent het weinigje schoolkeunis tegenover
de vakkennis en levenswijsheid van den man
op jaren?
We bespraken hier een euvel dat zeer ver
klaarbaar en zeer algemeen, maar daarom niet
minder gevaarlijk is. Zeer verklaarbaar, want het
spruit voort uit liefde voor en ingenomenheid
met het dierbaarste wat ouders bezitten; zeer
algemeen, want menigeen maakt zich schuldig
aan wat hij misschien bij herhaling in anderen
heeft afgekeurd; maar daarom toch niet minder
gevaarlijk, want door die onberedeneerde en on
bewaakte ingenomenheid met onze kinderen be-
„Lady Trefew", zeide Middleton zonder eenige
verdere inleiding of begroeting, „door bijzondere
oinstf-ndighedcn kom ik uwe vriendschap eu
gastvrijheid inroepen voor deze jonge dame
Miss Henker."
Lady Trefew bekeek Ida van hoofd tot voeten.
Zij beschouwde hare kleeding, die erg door den
storm en het zeewater had geleden, terwijl haar
hoed bijna onkenbaar was geworden, en moest
onwillekeurig glimlachen. De schoonheid en be
valligheid van de jonge vreemdelinge deed haar
echter bedenkelijk de wenkbrauwen fronsen, en
zij begroette Ida met eene beleefde maar stijve
buiging, welke het meisje in groote verwarring
bracht en haar de woorden op de lippen deed
besterven.
„Het is jammer, Mr. Middleton, dat gij niet
geleefd hebt in de tijden der dolende ridder
schap", zeide La'ly Trefew. „Mag ik vragen
wie deze jonge dame is?"
„Ik heb de eer haar aan u voor te stellen
als mijne toekomstige vrouw, Lady Trefew."
De schoone Lady maakte onwillekeurig eene
beweging, die hare verstoordheid zou hebben
te kennen gegeven, indien zij zich niet aanstonds
staat de mogelijkheid, dat wij ze „over het paard
tillen" en aan zedelijk en geestelijk onheil
blootstellen.
Bij Koninklijk besluit van den 14 April 1893
no. 2 krachtens art. 49 der wet van den 17
Augustus 1878 Staatsbl. no 127, zooals die laatste
lijk is gewijzigd bij de wet van den 8 December
1889 Staatsblad no 175, zijn aan de navolgende
in Zeeland gelegen gemeenten de navolgende
snbsidiën verleend: Clinge f4500, Hengstdijk
f850, Kapelle f2750, Koewacht f3350, Nisse
f1150, Oudelande f1000, Rilland Bath f700,
Sint Jan Steen f 1200, Stoppeldijk f 1800, Yeere
f900, Waarde f1300, Westdorpe f950, Zuid-
dorpe f 900.
Benoemd tot waarnemend ontvanger van 'sRijks
directe belastingen te Tholen, de lieer Schippers,
surnumerair, te 's Hertogeubosch.
Door den Minister is benoemd tot postbode
van Tholen naar Bergen op Zoom A. Lindhout
te Oud-Vosmeer.
Tweede Kamer.
De nieuwe wet op het faillissement, dat in zijn
onderdeelen raaar weinig belangstelling zal
wekken, is in de zitting der Tw. K. van Woens
dag ten einde gebracht op de eindstemming na,
die nog wat uitgesteld is. De beslissing is niet
twijfelachtig: de wet zal ongetwijfeld aange
nomen worden.
Een der hoofdbedoelingen van de wet is, dat
ook niet-kooplieden failliet kannen worden ver
klaard, zoodat de staat van kennelijk onver
mogen is afgeschaft.
Verreweg de langdurigste en belangrijkste
discussie lokte art. 1 uit, vooral ten gevolge van
een amendement uit 19 art. bestaande van den
heer Levy, die onderscheid wei.schte te maken
tusschen den eerlijken, maar ongelukkigen koop
man en den moed willigen speler met een anders
vermogen. Zijn amendement, dat een nieuw
artikel 1 schiep, werd evenwel verworpen.
De voorstellers van ameudementen waren bij
deze wet gelukkiger dan dit bij dezen minister
weder had bedwongen.
„Geluk er mee," grinnikte de Majoor in stilte.
„Het zal mij aangenaam zijn de toekomstige
vrouw van Mr. Middleton als gast op Aberbach
te outvangen," zeide Lady Edith deftig. „Ik
hoop dat alles hier naar uw genoegen mag zijn,
voor zoolang gij zelve zult verkiezen. Miju dienst
personeel zal aanstonds uwe koffers in huis
brengen, en ik zal last geven om aan uwe kamenier
de kamer te wijzen, die voor u bestemd is."
„Maar ik heb geene koffers, en ook geen
kamenier," zeide Ida, terwijl de tranen haar in
de oogen sprongen. „Het is een ongelukkige.../'
en zij keek door hare tranen smeekend naar
Middleton die ongeduldig op zijne lippen beet,
„het is een toevallige samenloop van omstandig
heden. Wij maakten te zamen een zeetochtje,
en toen kwam op eens de storm opzetten, wij
hebben bijna schipbreuk geleden, maar zijn toch
gelukkig gered en van morgen hier binnen ge
komen en Middleton heeft mij toen
hierheen gebracht."
„Wat ik u bidden mag, Miss Fanshawe,"
zeide Middleton zacht tot de jonge dame, die
naast hem stond, „ontferm u over dit meisje;