IsraksÈBüloIsÉ Courant BIJVOEGSEL YAN DE van Zaterdag 25 Februari 1893. OPENBARE RAADSVERGADERING, gehouden ie Ierseke op Donderdag 23 Maart 1893, des avonds te 6 uur. Afwezig de heeren Sauer en Van der Burght. Tegenwoordig S leden. Voorz. de Burgemeester. 1. De notulen der vorige vergadering worden ongewijzigd goedgekeurd. 2. De Vz. deelt mede, dat de Nieuwjaars commissie deze week vergaderd heeft om de reke ning en verantwoording van den penningmeester aan te hooren die is goedgekeurd. 3. Betreffende het adres van Neeltje Louïssen omtrent de overplaatsing van haar krankzinnigen zoon naar een ander gesticht is van Ged. St. bericht ontvangen, dat de beslissing over derge lijke plaatsing en overplaatsing bij Ged. St. en niet bij den raad berust. 4. De geraeentebegrooting 1893 is door Ged. St. goedgekeurd met onveranderd eindcijfer. 5. In een schrijven van Ged. St. berichten deze dat door hen omtrent de subsidie aanvrage van den Baad voor de vergrooling der openbare scholen geadviseerd is, dat de gemeente niet bij machte is iels in de kosten bij te dragen. Indien de Baad niet reeds besloten had tot een leening van f 2500 voor den aankoop van grond dan zouden Ged. St. ook een subsidie daarvoor heb ben aanbevolen. De Minister heeft geantwoord dat een subsidie zal worden verleend tot een bedrag van de kosten van den aanbouw na aftrek van de opbrengst der afbraak tan 2 huizen en van de kosten van den grond, welke laatste voor rekening der gemeente blijven. De Vz. voegt er bij, dat de bouwkundige stukken nog niet van den Minister zijn terug ontvangen. 6. Tot 2en vasten gemeente-arbeider wordt uit 7 sollicitanten zonder voordracht van B; en W. benoemd L. J. Soeters met 5 van de 8 st. 7. B. en W. stellen een wijziging voor in het reglement op de heffing van schoolgeld. Tot heden wordt voor ieder leerling zonder onder scheid, die de Fransche cursus bijwoont, 10 gld. geheven. B. en W. stellen voor dit bedrag tot 30 gld. te verhoogen voor dezulken die elders hun wettig domicilie hebben of in het bevolkings register eener andere gemeente zijn ingeschreven. Aangenomen met alg. st. 8. Ingekomen een verzoek van den smid Huissen oin zijne bezoldiging voor het onder houd der brandspöit van 15 tot 25 gld. te ver hoogen, aangezien hij dat werk voor f 15 on mogelijk kan doen overeenkomstig de bepalingen der instructie. B. en W. stellen voor de jaarwedde met f 10 te verhoogen hetwelk met alg. st. wordt aangen. Bij loting zal worden uitgemaakt wie der sollicitanten met genoemd onderhoud zal worden belast. 9. Ingekomen een verzoek van C. Soeters, conciërge van het gemeentehuis, om behalve vrij woning, vuur en licht een geldelijke bijdrage te genieten, het bedrag door den Baad te bepalen. B. en W. stellen voor f 25 toe te staan. De heer Cupéry schat de waarde der vrije huishuur enz. op f 100 en meent, dat daarvoor liefhebbers genoeg zouden zijn. De Vz. stemt dit toe, maar merkt op dat de woning niet schitterend is en dat alle sollicitanten niet zoo geschikt zouden zijn als Soeters. Het voorstel wordt met 6 tegen 2 st. verworpen. 10. B. en W. stellen voor in de instructie voor den gemeente-geneesheer in te lasschen, dat deze aanvrage om ontslag minstens 6 weken te voren moet indienen. Aangenomen met alg. st. 11. Aangezien na herhaalde oproeping zich geen sollicitanten voor onderwijzer tegen eene bezoldiging van f 500 hebben aangemeld, stellen B. en W. voor het salaris zoodanig te wijzigen, dat boven de f 500 twee jaarlijksche verhoogingen van f 25 zullen toegestaan worden, de eerste in te gaan in 1894. De heer Cupéry vereenigt zich daarmede mits het hoofd der school rapport gevraagd worde, alvorens de verhooging toe te staan. Hij ver wacht, dat er na de examens sollicitanten genoeg zullen komen, maar deze zullen niet allen geschikt genoeg zijn om voor de verhooging in aanmerking te komen. De Vz. vreest dat onder die bepaling geen ervaren onderwijzers zullen meedingen. De heer Sinke gelooft ook, dat men bij onvoor waardelijke toezegging de meeste kans heeft om een geschikt onderwijzer te krijgen. Ook acht hij dat rapport voor het hoofd der school geen gemakkelijke zaak, waarmee de heer Van Oeveren instemt. Het voorstel wordt met 7 tegen 1 st. aangen. 12. Naar aanleiding van het verzoek van den Baad om den aanleg op Bijkskosten van een kei weg tusschen Ierseke en 't station Kruiningen is een schrijven van Ged. St. ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat zij, deswegens geraad pleegd, den Minister van W. H. en N. een gunstige beschikking hebben aanbevolen. De Minister heeft geantwoord, dat van het Bijk geen subsidie tot het volle bedrag te wachten is. Alleen wanneer de provincie en de betrokken gemeenten willen medewerken, wil Z. E. het verleenen eener subsidie in overweging nemen. B. en W. stellen nu voor aan het rijk te vragen lj3 der kosten, aan de provincie eveneens Y3, en tevens aan de provincie een renteloos voorschot voor het overige 1/3, af te lossen in 20 jaar, dit laatste te dragen door de beide gemeenten Ierseke en Kruiningen. Aan den Kruiningschen gemeenteraad zal dus verzocht worden een verzoek om subsidie in ge lijken zin te doen, en een evenredig deel van het y3 der kosten te dragen, hetwelk ongeveer f 4000 beloopen zal. Het voorstel wordt met alg. st. aangenomen. 13. Ingekomen een tidres van 14 ingezetenen, houdende het verzoek om op het besluit tot ver grooting der scholen terug te komen en te beslui ten tot den bouw van een derde school voor lager onderwijs benevens uitgebreid lager onder wijs in de hoogste klasse. B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken, omdat de schoolvergrooting het laatste stadium is ingetreden en slechts op de terugzending der bouwkundige stukken door den Minister wacht. De Yz. motiveert verder het voorstel van B. en W. uitvoerig en volgt daarbij het adres op den voet. Men zal moeten beginnen met de pas toege stane subsidie te weigeren en het is te betwijfelen of voor de 3e school subsidie zal worden toege staan; in ieder geval zal men misschien weer een jaar moeten wachten eer in de behoefte aan schoolruimte kan voorzien worden. Adressanten willen uitgebreid lager onderwijs in de hoogste klasse. Met uitgebr. lager onde-rw. bedoelen zij zeker 3 talen (en meer dan dat, merkt de heer Cupéry op). Maar als dat alles alleen in de hoogste klasse moet onderwezen worden, zullen de resultaten zeker niet bevredi gend zijn. Men kan beter in een vorige klasse met Fransch beginnen. De toeneming der schoolbevolking was de laatste jaren niet 50, zooals adressanten beweren. Dit was alleen in 1892 het geval, in 1890 daalde zij zelfs. Dat het schoolverzuim zoo noodlottig zou zijn ook voor de trouwe school bezoekers betwijfelt de Vz. Vooreerst is het schoolverzuim hier op verre na zoo erg niet als in andere plattelandsgemeenten en ten andere wordt door de onderwijzers met het onderwijs voortgegaan al zijn er verzuimers. De leerlingen die de school verlaten zouden niet geschikt zijn om over te gaan tot hoogere inrichtingen en het aanleeren eener vreemde taal. Het onderwijs in het Fransch bewijst het tegen deel daar zijn leerlingen bij uit de 5e klasse. Ook zal de toestand veel verbeteren als school 1 zeven lokalen krijgt. Dan zullen de leerlingen der 6e klasse geschikt zijn voor het aanleeren van het Fransch en die der 7e kl. voor 2 andere talen bovendien. Die anders beweren zijn slecht ingelicht of vergissen zich. Verder toont preker aan dat, al werd de 3e school door de 122 kinderen bezocht, die in Jan. 11. het volle schoolgeld betaalden, daaronder toch hoogstens 20 zouden zijn voor hoogere inrich tingen besterad, en voor die 20 zou men 102 anderen moeten noodzaken hooger schoolgeld te betalen. Ook de finantieele zijde van het verzoek pleit niet voor inwilliging. De gemeenteuitgaven zul len er doorstijgen met f 1425 hetwelk met cijfers gestaafd wordt. De Vz. eindigt met een afwijzende beschikking aan te bevelen. De heer Cupéry meent, dat eene andere be slissing niet mogelijk is. De subsidie te weigeren is gewaagd. Hij blijft vóór de vergrooting der scholen. Adressanten vergeten dat de 3e school het le jaar zeer zwak bevolkt zal zijn, hoogstens 33 leerlingen. Maar later zullen er meer zijn, en daarom geeft spreker in overweging uitge breid onderwijs te geven in de 7e kl. van school 1 en met den bouw der 3e school tot later te wachten. Hij is overtuigd dat deze toch noodig zal zijn, al worden de bestaande scholen vergroot. Wij moeten ook op onze hoede zijn, dat wij het onderwijs zoo goed mogelijk maken, opdat nie mand daarvoor uit de gemeente behoeft te ver huizen. Hij is dus wel voor uitgebr. lag. ond., maar niet in eene 3e school. De Vz. stelt zich van de deelneming aan taal onderwijs niet veel voor. Toen de gelegenheid voor het Duitsch opengesteld werd, meldden zich 5 leerlingen aan. Dat spreekt nog al. Doch B. en W. streven zeer zeker naar een zoo uit stekend mogelijk onderwijs. De heer Joos Sandee verklaart zich sterk voor taalonderwijs en acht het wenschelijk dat daar voor zoo spoedig mogelijk onderwijzers worden aangesteld. De behoefte zal niet alletn blijken, maar is reeds gebleken. Dat geringe getal leer lingen voor het Duitsch bewijst niets. Voor het Fransch waren er eerst ook maar 5, nu 25. De heer Van Oeveren merkt op, dat, wat de heeren Cupéry en Sandee willen, reeds door B. en W. besproken is. De Vz. had er dit bij kunnen voegen. De Baad kan zich gerust op B. en W. verlaten. Het voorstel tot afwijzende beschikking wordt daarna met alg. st. aangenomen doch door de heeren Cupéry en Sandee alleen in zooverre het den bouw eener nieuwe school, niet wat het verzoek om uitgebreid lag. ond. betreft. De heer Van Harmeien stelt daarom voor aan het voorstel toe te voegen, dat zooveel mogelijk in de bezwaren zal t-i geraoet gekomen worden. De heer Sinke vindt dat te onbepaald, er worden zooveel bezwaren genoemd. De heer Van Harmeien wijzigt daarom zijn voorstel aldus, dat zooveel mogelijk door het geven van uitgebr. lag. ond. aan de bezwaren van adressanten zal te gemoet gekomen worden. Aangen. met 5 tegen 3 st. 14. Ingekomen is nog een mededeeling, dat de heer Spruit te Antwerpen een stuk grond voor een begraafplaats wil afstaan tesren f 3000 de H.A. en niet minder, en mits de nieuwe pachter daarmee genoegen neemt. De Voorz. meent dat er niets anders te doen zal zijn, dan het. aanbod aan te nemen, doch de heer Cupéry meent gehoord te hebben, dat ook de heer G. Schipper grond wil afstaan. Dit wordt door den heer Sinke bevestigd en wel tegen f2000 de H.A. Die grond wordt geschikt geacht waarom de heer Cupéry het aanbod van den h. Spruit wenscht af te wijzen. Doch de Vz. acht het beter dit uit te stellen totdat B. en W. nadere inlichtingen kunnen verstrekken. De heer Sinke stelt tevens voor de verdere behandeling aan B. en W. op te dragen en de Vz. de commissie onder dankbetuiging van hare taak te ontlasten. Aangen. met 7 tegen 1 st. Daarna wordt de openb. vergadering gesloten en gaat de Baad in geheime zitting over ter behandeling van het kohier van den Hoofd. Omsl.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1893 | | pagina 3