)e Zeeuwsche Socialist.
N°. 396.
Zaterdag 11 Februari.
1893.
EN
J. M. C. POT,
Publicatie n.
FEUILLETON.
Voorheen en Thans.
BINNENLAND.
IERSEKSCHE
Thoolsche Courant,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholen.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter p'aatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
Jurgeraeester en Wethouders van Tholen zullen op
urdag, den 18 Febr. a.s., des middags ten 12
ten raadhuize aldaar publiek verkoopen
EEN HOOP STRAATMEST.
)e voorwaarden der verkoop liggen van af heden
lezing ter secretarie, iederen werkdag des voor-
Idags van 912 uur.
[gj Tholen, 9 Febr. 1893.
Burgemeester en Wethouders van Tholen,
as,® C. J. DE V. VAN NOORDEN, Burgemeester.
M. G. VAN STAPELE, Wethouder.
idn
sociaal-democraten propageeren weer op
platteland van Zeeland. Behalve „ReeAt voor
ten" werd ook „De Zeeuwsche Socialist" rond
rent, een nog jonge spruit van de oproerzaai-
le partij van Domela Nieuwenhuis.
Een heel weelderig bestaan schijnt de pas ge-
a ene niet te hebben; het zou mij zelfs niet
wonderen, dat hij in de geboorte gebleven
j, want het nommer dat te koop werd aange-
len was no 1, van Juni i892. Waren er geen
ir dpger nummers? Het kan wel zijn, want alsof
n zich schaamde over dien ouden datum, had
n de dagteekening met een stukje papier be
kt. Van de geboorte af dus misleiding.
kt)at beantwoordt trouwens geheel aan het be-
jjsel. Misleiding, het volk zand in de oogen
4)oien, dat is uitsluitend de toeleg. Een greintje
arheid onder een berg van drogredenen, val-
voorstellingen en leugen. Het is bij zulk een
ïoud geen wonder, dat deze nieuwe socialist
H t bloeit. De valschheid is te doorzichtig om
P misleiden.
^Wat mij in het blaadje het meest tegenstond,
een soort van vleierij, waarmee het zeker op
goeden voet met de Zeeuwen wil komen,
worden heel lief aangesproken als beste, brave
els en aardige, frissche, goedhartige vrouwen,
te gader zuinig, eerlijk eu oppassend!
Maar zijt gij dan niet zuinig, eerlijk, oppas-
ïd, gij arme zwoeger roept onze nieuwbakken
ialist vol geestdrift uit.
de:
ter
(Slot).
De Munttoren liet inmiddels vijf slagen hooren,
7 uur ging de boot, en er was nog zooveel te
zoodat zij besloten maar op te stappen.
Zij daalden de trappen af en stonden op straat,
h waarschijnlijk door de vermoeidheid ver
ten zij zich in den weg en sloegen rechts om
plaats van links. Bij de brug gekomen die de
stelstraat met het Waterlooplein verbindt,
repen zij echter hun vergissing, want immers,
was de Amstel, en al hoewel thans over-
d door heel wat anders dan de houten wip-
bij vele Amsterdammers nog wel bekend,
water bleef toch het water en de diamant-
erijen links waren niet veranderd.
Alleen die gracht!?" Hoe moeten wij loopen?
ngen waar is de Botermarkt?" zoo luidde
vraag aan een klein manneke dat voorbij
g; de jongen keek vreemd op bij het hooren
Wel zeker, (antwoorden wij) maar niet allen.
Of zijt gij alleen een vreemdeling in Jeruzalem?
Gij weet wel, dat er ook in Zeeland menschen
zijn, waaraan wat of veel ontbreekt.
En zijn de zuinige, eerlijke, oppassende men-
schen rijk „Neen", zegt de Zeeuwsche Socialist,
„maar de verkwisters, dieven en doordraaiers zijn
wel rijk." Wij zouden zeggen: als er een middel
is om arm te worden dan zijn het de drie ge
noemde ondeugden, en onder de middelen om
rijk te worden tellen ongetwijfeld de drie ge
noemde deugden.
Alles laffe vleierij.
Daartoe behoort ook de aanval op het Heils
leger. Over het geheel heeft men 99 van de 100
kansen om instemming te vinden als men op het
Heilsleger scheldt. Nu, schelden is gemakkelijk,
en in dit geval krijgt men er misschien die beste
brave Zeeuwen en aardige, goedhartige Zeeuw-
innetjes mee aan zijn zijde. Maar als Domela en
consorten dan toch schelden willen, dan kunnen
zij wel personen vinden, die verder van hen af
staan, dan generaal Booth en de zijnen.
Ziehier een staaltje van de driestheid waarmee
leugens worden opgedischt. De „Zeeuwsche Soci
alist" kan bewijzen, dat er alleen in Europa en
Amerika meer aan levensmiddelen wordt voort
gebracht, dan door de bewoners der gansche aarde
verbruikt wordt. Wij zullen u bewijzen dat dit
een leugen is.
Europa eu Amerika tellen samen ongeveer 500
millioen zielen, de heele wereld ongeveer 1500
millioen. Europa en Amerika leveren dus een
overproductie voor 1000 millioen menschen. Van
tweeën ééndat overtollige wordt verbruikt of
uiet verbruikt. Wordt het verbruikt, dan doen
dat natuurlijk de rijken. Welke rijken? Laten
we maar zeggen: die der gansche aarde, alzoo
te gelijk aannemende, dat de andere werelddcelen
niet te veel voortbrengen. Dat maakt de rekening
niet onvoordeeliger voor de Zeeuwsche Socialist.
Hoeveel rijken eten dat alles op
Dat is niet gemakkelijk te zeggen, maar de
Z. Socialist helpt ons. De Z. S. zegt dat er in
Nederland 20 duizend zijn, dat is nog geen half
percent. Naar dien maatstaf zouden er op de heele
wereld 7ifi millioen zijn. Het zal wel minder
wezen, omdat Nederland tot de rijkste landen
van die hem onbekende markt; hij kende de
Nieuwmarkt en de Appelenmarkt; maar van de
Botermarkt had hij nog nooit gehoord, hij liep
dus maar door, denkende dat die twee ouden
hem beet wilden hebben.
„Weet jij ook waar de Botermarkt is, moeder"
werd toen aan een stokoude vrouw gevraagd
„Je loopt net mis mensch, draai je precies
„om en loop rechtuit dan kom je op het Rem-
„brandtplein, zoo heet tegenwoordig de Boter-
„raarkt."
„Rembrandtpleio De Botermarkt dus ook al
weg, geen ijzer en lood, geen kippen en duiven,
geen kleine vogels en witte muizen meer des
Maandags, hoe is het mogelijk De Araster
dammers hebben niets meer over voor hun oude
namen en herinneringen, zeide Muller, doch
Smit antwoordde niet, waarschijnlijk bij den aan
blik van het inmiddels bereikte plein, waar het
beeld des grootsten schilders die Neerland ooit
heeft voortgebracht zoo vreedzaam prijkt te
midden van het groen, en bij de gedachte dat
hoe groot de schatten ook zijn door de boter aan
Holland toegevoerd, er geen onsterfelijker naam
is dan die van Rembraudt.
behoort, maar laten we maar zeggen 10 mill'oen.
Dus dan eten en drinken die 10 millioen rijken
voor 1000 millioen gewone sterveliugen of 1
zooveel als 100. Alle respect voor de magen en
het verduwings-vermogen der kapitalisten 1 voor
100! Maar dat zal de meest verdwaasde socialist
toch niet durven volhouden.
Doch het overcompleet wordt misschien niet
verbruikt. Recht duidelijk is het niet, wat de
Z. S. daarvan denkt, maar laten we nu ook aan
nemen, dat het blijft liggen. Dan vragen wehoe
lang heeft die overproductie al geduurd? 10 jaar
zal toch wel niet te veel gerekend zijn. Goed:
10 jaar. Doch dan is er op dit oogenblik een
voorraad in magazijn voor 10 duizend millioen
menschen, en dan zou de heele wereld, al werd
er in 7 jaar geen korrel graan gezaaid en geen
beestje aangefokt, daarvan al dien tijd kunnen
genieten en dan moest de wereld al lang één
voorraadschuur zijn. De Zeeuwsche boer of zijn
arbeider zal daar niet veel van gelooven, want
elk jaar gaat zijn schuur leeg en zijn slachtvee
weg. Natuurlijk zou bij zulk een overvloed alle
productie al lang stil staan.
Dat zijn onwaarheden, die voor zich zelf spreken.
Maar de Z. S. heeft een klok hooren luiden,
maar weet niet waar de klepel hangt. Hij geeft
misschien wel eens gehoord, dat er op 't oogenblik
een voorraad van genotmiddelen is, die voldoende
zou zijn voor alle proletariërs. Maar dat is heel
wat anders.
Een andere scheeve voo; stelling. „De arbei
dende klasse moet de aarde, oorspronkelijk eigen
dom van allen, weder terugbrengen aau allen,"
wordt er gezegd. Een geschiedkundige onwaar
heid. De aarde is nooit gemeengoed geweest. Het
recht van den sterkste en andere, minder onedele,
oorzaken van ongelijk bezit hebben altijd ge-
heerseht, vroeger nog erger dan thans. Vroeger
had een klasse van menschen zelfs niet de be
schikking over eigen persoon, veel minder was
er sprake van persoonlijk eigendom.
De Z. S. zweert dood en vloek aan de maat
schappij en een oogenblik later spreekt hij van
broedermin. Hij wil een gelukstaat scheppen maar
een der grondzuilen is het wapen dat beschermt.
Waartoe nog een wapen in een gelukstaat, die
op broedermin steunt? Üp de eene plaats juicht
De drukte op het plein was groot, luidsprekende
en gesticuleerende waren eenige heeren bezig
op een aantal huizen te wijzen, gelegen tusschen
het café Mast en de Bakkersteeg, een hunner
mat zelfs met een stok de lengte van het terrein
ora terug gekomen uit te roepen„63 Meter."
„Het is ongeloofelijk sprak een ander, dat moet
een terrein geven van ruim 2000 vierkante meters."!
„Natuurlijk sprak een derde, een nog jonge
man van hooge gestalte met vastberaden uiter
lijk en blonden knevel;" „met minder kunnen
wij het niet doen, al wat men in Amsterdam op
kleine schaal doet is niets waard alleen groote
zaken réusseeren en daarom moet men alleen die
doen en de kleine laten rusten" en dit zeggende
rookte hij bedaard zijn sigaar net als of het reus
achtig, door hem geopperd en voor de hoofdzaak
reeds door hem uitgevoerd plan, kinderspel ware.
Onze oudjes waren inmiddels, nieuwsgierig
als alle oude lieden, naderbijgekumen en wilden
er meer van weten; een, daar met den rug tegen
een muur leunend, werkman, die toch niets te
doen had, was wel zoo goed hen te woord te
staan on nu vernamen zij het volgende:
Dat het geheele terrein, tusschen Café Mast
hij, dat het slaven volk zijn kracht bewust wordt
en gereed is zijn kluisters te verbreken en een
oogenblik later komt de klachtmaar de menschen
willen bedrogen zijnomdat er nog zoovelen
naar de zoo door hen genoemde zotteklap van de
geestelijke heeren luisteren.
En nu hebben we nog niet eens van de beginselen
en de bedoeling der socialisten gesproken. We
zullen dat ook niet doen, zij zijn genoeg bekend
en maar weinigen keuren ze goed. In Zeeland
schijnt de jacht niet voorspoedig te zijn; het
blaadje werd zelfs tegen verminderden prijs aan
geboden. 't Is anders nu geen ongunstige tijd om
bekeerlingen te maken.
We hebben hoop, dat Zeeland weinig stof
levert voor de onmogelijke theoriën der sociaal
democraten.
Den heer A. Hollestelle, te Tholen, is dezer
dagen het lidmaatschap aangeboden van het
Historisch genootschap, gevestigd te Utrecht".
Hij is tevens lid van het Zeeuwsch genootschap
van Wetenschappen" en van het Nedcrlandsch
natuur- en geneeskundig congres.
De heer J. M. van Stapele, adspirant-veri-
ficateur bij 's Rijks belastingen, invoerrechten
en accijnzen, aan het station te Maastricht, is
als zoodanig benoemd te Amsterdam, met ingang
van 1 Maart e.k.
Nu het ijs in de Ooster-Schelde grootendeels
verdwenen is, blijkt, dat de oesters op de ver
schillende perceeleu over het algemeen weinig
hebben geleden. Alleen van de mosselbanken
zijn groote hoeveelheden zaad met het ijs wegge
dreven.
Men schrijft dezen goeden afloop toe aan de
gunstige winden gedurende de strenge vorst. Door
de richting daarvan bleef de Ierseksche bank
over het algemeen vrij van veel eu zwaar ijs,
terwijl, tengevolge van de zwakke winden, de
ijsschotsen weinig schade berokkenden.
De qualiteit der oesters laat tot dusverre niets
te wenschen over. Van de hoeveelheid leverbare
oesters valt dit niet te zeggen; de oesterhande
laars maken nog altijd hooge prijzen. N. v. d. D.
en de Bakkersteeg, thans ingenomen door 17
huizen, was aangekocht door een combinatie, die
al die huizen zou sloopen, om op het daardoor
verkregen terrein één reusachtig Magazijn van
Manufacturen, levensmiddelen, meubelen, boeken
enz. enz. te stichten. In dat ééne magazijn zou
men alles kunnen koopen wat de vaderlandsche
en buitenlandsche industrie vermochten te schep
pen, in dat ééne magazijn, bediend door een per
soneel van eenige honderden mannen en vrouwen,
zouden millioenen 's jaars worden omgezet; het zou
een wereld in het klein worden, een tot nu toe
in Amsterdam ongezien iets, dat nog bovendien
het groote voordeel zou aanbrengen van voortaan
in Holland te houden al het geld dat nu voort
durend over de grenzen gaat naar Parijs, omdat
men daar, door den inkoop op groote schaal,
tegen lagere prijzen verkoopen kan.
„En hoe moet dat gebouw dan heeten?" vroeg
Muller, die het nieuwtje in zijn geheel in zijn
dorp wilde overbrengen:
„A la Métropole" antwoordde de werkman,
trotsch op zijn kennis dezer 4_rie Fransche woorden.
„En wat moet dat aii«H«el kosieu met al die
goederen uie er in moeten?"