ie
N°. 392.
Zaterdag 14 Januari.
1893.
EN
J. M. C. POT,
Publicatie n.
Landbouw.
FEUILLETON.
er
Eene vrouw aan boord.
IERSEKSCHE
831
Thoolsche Courant,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
het bureau te Tholen ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholen.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
INRICHTINGEN
die Gevaar, Schade oHinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Tholen
maken bekend, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage
ligt, een verzoek met bijlagen van Pieter van Zetten,
wonende Tholen, om VERGUNNING tot het oprichten
van een bewaarplaats van meststoffen op het perceel
kadastraal bekend Sectie G, No. 449.
Op Dinsdag, den 24 Januari 1893, des namiddags
Ie 12'/i uren, zal in de raadzaal gelegenheid bestaan
om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze
mondeling en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoekers al» zij die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen vóór het bovengemelde
tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen
van de ter zake ingekomen stukken.
Tholen, den 10 Januari 1893.
Burgemeester en Wethouders van Tholen,
C. J. DE V. VAN NOORDEN.
M. G. VAN STAPELE, Wethouder.
VERGADERING van leden der afdeeling
„Tholen" van de Maatschappij van land
bouw, enz. in Zeeland, gehouden te St.
Maartensdijk ten huize van den heer C.
Gaakeer, op Dinsdag 10 Januari 1893.
Tegenwoordig 32 leden.
Voorzitter de heer L. J. Dorst.
De notulen der vorige verg. worden na voor
lezing, goedgekeurd en vastgesteld, en vijf per
sonen als leden der afdeeling voorgesteld en
aangenomen.
Daarna verzoekt de voorz. den penuingmeester
3 rekening en verantwoording te doen over het
dienstjaar 1892 van de afdeeling, en d_en heeren
glTjC. Hartog en J. Polderman Jr., de bescheiden
na te zien.
De rekening sloot met een kwaad slot ad
f 23.04, behalve de onafgeloste aandeelen der
leening 1886.
De rekening van „Landbouwbelang" bedroeg,
met inbegrip van het goed slot dienstjaar 1891
ad f29.53, in ontvang f 14119.94, in uitgaaf
f14383.62 Y2 en wijst derhalve een goed slot
aan van f36.3iy2.
Uit het Duilsch
VAN
t HEINRICH BaCKER.
„Neen, dat zijn zij niet!" klonk achter Peters
rug de stem van Ralf, die juist binnengekomen
was. „Dat zijn zij niet, mijnheer Peter Petersen
„Kaptein!" verbeterde Peter, en dreigend,
als wilde hij den jongen man bang maken,
voegde hij er bij„Ik voer het bevel over het
schip, verstaat gij
„Ik versta, stuurman Peter Petersen. Gij
voert het schip en de dochter van onzen gestor-
Ten kapitein, juffrouw Atterson, naar Stavanger!"
antwoordde Ralf op bedaarden, maar vasten toon.
Peters oogen namen een groenachtigen glans
aan en hij balde zijne vuist van woede. „Ik
De voorz. betuigt, met instemming der verg.
dank voor de uitstekende wijze waarop de heer
de Wit Andriessen ook nu weder de admini
stratie èn van de afdeeling èn van „landbouw
belang" heeft gevoerd.
Nadat de voorz. mededeeling had gedaan van
de door het bestuur in verschillende commissiën
benoemde leden bij gelegenheid der te houden
tentoonstelling en de aanwezige benoemden zich
die hadden laten welgevallen, worden gekozen:
tot afgevaardigden ter algem. verg. de voorz. en
de secretaris en tot plaatsvervangers de hh. N.
Polderman en C. A. H. Wagtho.
Alvorens tot benoening van bestuursleden
wordt overgegaan, waarvan de helft volgens het
reglement moet aftreden, doch die allen herkies
baar zijn, geeft de voorz. te kennen dat het
bestuur het van belang acht dat in elke gemeente
twee bestuursleden zijn. De uitslag dezer stem
ming was dat alle aftredeuden herkozen werden
behalve de hh. M. Geuze en G. Clarijs, in wier
plaats werden benoemd de hh. Jacob Ilago,
Malland, en F. J. Arapt te Oud-Vosmeer.
Daarna deelt de voorz. mede dat in het aan
staande voorjaar ook te St. Maartensdijk eene
lading superpho«phaat gelost eu aan alle leden
een inschrijvingsbiljet zal gezonden worden.
Het laatste punt der agenda: bespreking aan
sluiting bij de vereen, van suikerbietenverbouwers,
is alsnu aan de orde. De voorz. deelt mede dat
hij dit punt op de agenda heeft doen plaatsen
naar aanleiding van een desbetreffend ingekomen
schrijven van Dr. Swaving.
De suikerbietenteelt, zoo ougeveer leidde de
voorz. dit onderwerp in, is hoe langer zoo meer
hier te lande ingedrongen en daarom is samen
werking tusschen de verbouwers onderling, zeer
wenschelijk. Beiden, verbouwer en fabrikant,
moeten iets te zeggen hebben; tot nog toe was
dit alleen met den fabrikant het geval. Het is
daarom dat hij, gehoor gevende aan Dr. Swaving's
uitnoodiging, voorstelt om zich bij reeds bestaande
vereen, van suikerbietenverbouwers in Z. Beve
land. enz. aan te sluiten en één, doch liever
twee afgevaardigden ter algem. vergadering, eer
lang te Breda te houden, te zenden, dédr onze
belangen te behartigen en contracten samen te
stellen. Wel is waar worden nu reeds verschei-
heb het bevel!" sprak hij heesch, „en voer de
brik, waarheen ik wil
Op dit oogenblik kwam de bootsman in de
kajuit en vroeg op een' toon, die heel onschuldig
klonk„Moeten wij nog altijd verder naar
't noorden, mijnheer Peter Petersen?"
„Voor den duivel, zeker, dat heb ik immers
bevolen
„Nu, mijnheer Peter Petersen, dan maken
wij een' omweg, want Stavanger ligt niet aan
de pool."
„Dat 's jou zaak niet, jij vaart daarheen, waar
ik het beveel!"
„Mijnheer Peter Petersen, ik, de bootsman
Chris Skjörn van de Midgard, verklaar, dat wij
dadelijk de koers op Stavanger zullen nemen."
De kalmte, waarmee de oude zeeman deze
woorden gesproken had, verschrikten Peter, zijn
aangezicht werd wit als krijt. Maar spoedig had
hij zijne zelfbeheersching herkregen.
„Ben je dronken, bootsman, of wil je muiter
worden
„Muiter worden?" Noem je dat „muiter wor
den", als ik den stuurman er aan herinner, dat
hij het bevel van den kaptein opvolgen moet?
dene contracten gesloten, doch dat verhindert z. i.
niet, ook dit jaar nog eenig gewicht in de schaal
te leggen. De vereen. Z. Beveland, enz. heeft nog
weinig succes op haar streven gehad, doch heeft
toch gedaan gekregen dat het voortreffelijke, bij
velen nog onbekende Wanslebenzaad gezaaid
werd. Hij opent de discussie over dit onderwerp.
De secretaris, de heer de Wit Andriessen,
hierop het woord verkregen hebbende, zegt, hoe
wel geen bietenteeler zijnde, toch uitstekend met
het voorstel te kunnen meegaan, om n. 1. 1 of 2
afgevaardigden ter vergadering te Breda te zen
den, waar gelegenheid tot nadere bespreking zal
zijn, hetwelk niet anders dan tot een goed resul
taat kan leiden.
Een der leden is van raeening dat, wil men
zich aanfluiten, de eenige weg is, dit te doen bij
vereenigingen in Zeelaud, en dat eene afdeeling
voor het eiland Tholen opgericht worde door
belanghebbenden, die alsdan afgevaardigden voor
de vergadering te Breda kunnen benoemen.
De voorz. dankt voor deze toelichting en kan
er zich volkomen mee vereeuigen. Om eene af
deeling te vormen zijn elf leden noodighij stelt
voor in deze vergadering te vragen wie er toe
bereid is.
De heer M. J. Mol vraagt of dit zaakje niet
wat laat is opgepakt, waaraan de heer van der
Maas toevoegt dat reeds een agent met ingevuld
biljet bij hem is geweest.
De heer Risch, hoewel leek zijnde, zou, al is
het voor dit jaar te laat, iu overweging geven
toch twee afgevaardigden naar Breda te zenden,
teneinde beteren waarborg voorde totstandkoming
dezer zaak te verkrijgen, alsdan afgaande op het
uit te brengen rapport der afgevaardigden, waarna
men tot een resultaat kan kornen.
De voorz. acht het wenschelijker te trachten
nn reeds eene afdeeliug tot stand te brengen en
antwoordt den heer Mol, op diens vraag of een
toegetreden lid, nog niet gecontracteerd hebbende,
daarmee kan wachten, dat hij zulks in over
weging zou geven en nader op het Wansleben
zaad terugkomende, bewijst hij met cijfers de
voortreffelijkheid daarvan eu dat het verreweg te
verkiezen is boven de beste andere soorten. Een
proefveld, door hem aangelegd, heeft dit bewezen.
De heer L. G. Tuijnman vreest, dat bijaldien
Kaptein Atterson heeft bevolenDe Midgard
gaat naar StavaDger!"
„Ja, dat heeft hij, ik heb het zelf gehoord",
bevestigde Ralf.
„En ik", schreeuwde Peter hun toe, „de
tegenwoordige kaptein geef thans een ander bevel!"
„Zoo! juffrouw, wat denkt u hiervan?"
Fina, die tot hiertoe vol spanning naar den
twist geluisterd had, zeide schouderophalend:
„Ik zou niet welen, wie dien heer tot kaptein
van de Midgard moest benoemd hebben."
„Jij zwijgt", riep Peter haar woedend toe en
deed een stap voorwaarts. Doch onmiddellijk
trad Ralf hem in den weg.
„Als u de juffrouw durft beleedigen, heb je
met mij te doen!"
Peter week terug, eu trad op den bootsman toe.
„Bootsman, jij hebt thans het roer, ga op je
post, ik beveel het
„Goed, mijnheer Peter Petersennaar Sta
vanger, niet waar?"
„Neen, noord moei je houden!"
„Ik houd oost!"
„Wil je gehoorzamen?"
,/t Komt niet in mij op", zei Skjörn, uam een
zich thans nog een zeker aantal belanghebbenden j
aansluit, de voorraad van dit zaad niet vol-j
doende zal wezen, waarom hij vreest dat er dit
jaar niets aan te doen zal zijn.
De heer H. J. Dorst acht toch aansluiting
wenschelijk, was liet alleen tot spoorslag van den
fabrikant om toeschietelijker te worden, en vraagtt
of ook niet- leden der maatsch. van landbouw
lid van dien bond zouden kunnen worden. De
voorz. ziet daar geen bezwaar in, ofschoon hij het
betreurt dat de landbouwers in 't algemeen niet
billijker zijn door de maatsch. te steunen met
hun lidmaatschap. Hij blijft bij zijne meening
dat directe oprichting van een afd. van verbouwers
van suikerbieten wenschelijk is, te meer daar de
contributie zeer gering zal zijn; waarna bij hoofde- I
lijken rondvraag 30 leden zich daartoe bereid
verklaren.
De vereeniging, dus geconstitueerd zijnde, stelt
de voorz. voor, gevolg te geven aan het schrijven i.
van Dr. Swaving, door twee afgevaardigden ter l
vergadering te Breda te benoemen. Op voorstel
van een der leden worden daartoe gekozen de I
voorz. en de heer C. A. H. Wagtho, die zich j
deze benoeming laten welgevallen.
De heer H. J. Dorst vraagt daarna of het
bezwaarlijk zou zijn, dat zoons van leden van de
afd. „Tholen" der maatsch. van landbouw hunnen j
vader op de vergadering vertegenwoordigen. De
voorz. verklaart zich daartegenzonen van land-
bouwers kunnen of liever moes'.en, als belang- j
hebbenden bij den landbouw, lid worden; willen
zij, wat zeer wenschelijk is, de vergadering als
toehoorder bijwonen, zonder een stem te mogen
uitbrengen, daar zou hij sterk voor zijn. Dien
overeenkomstig wordt besloten.
Niemand meer het woord vragende, sluit de i
voorz. de vergadering, onder dankbetuiging voor
de betoonde belangstelling en met een dringende I
aansporing, om ieder in zijn kring pogiugen aan
te wenden tot vermeerdering van het ledental
der Maatsch. van landb., eene vereeniging wier
streven het is, tot welzijn en bloei van den land
bouwenden stand werkzaam te zijn, en daarom
op d :n steun van alle belanghebbenden aanspraak
mag maken, en besloot met de hoop uit te
drukken dat 1893 voor allen een zeer vruchtbaar
jaar moge zijn.
versch pruimpje en reikte de doos zoo bedaard
aan Ralf over, als had hij pas eene vroolijke
geschiedenis verteld.
Peter sidderde van woede. Hij ging naar
Ralf toe, vatte dezen bij een' knoop van zijn
jas en zei
„Ralf Suren, ge zult den bootsman boeien en
onder in 't ruim laten brengen
„Wien? Christiaan?"
„Ja, Christiaan Skjörn, den muiter
„En als ik niet wil?"
„Je weigert ook te gehoorzamen?"
„Ja."
„Openlijke muiterijschreeuwde Peter, trok
een pistool uit den zak en richtte den loop op
Ralfs borst. „Wil je gehoorzamen ol"
De razende zou zeker geschoten hebben, als
niet Fina in het oogenblik van gevaar den be
dreigde met haar lichaam beschermd had. „Laffe
moordenaar!" riep het heldhaftige meisje haar
neef toe en richtte zich hoog voor Ralf op, die
zijn best deed, haar op zij te dringen.
„Terug, Fina, of je sterft met hem!" siste
Peter haar toe. In zijne woede bemerkte hij
niet, dat Christiaan achter hem aansloop. Plotse-