rtsÉsii MÉ tarnt
BIJVOEGSEL
Publicatiën.
KONKELPOTTEN.
VAN DE
van Zaterdag 7 Januari 1893.
AANGIFTE FOOR DE ZEEMILITIE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Tholen,
noodigcn de lotelingen hunner gemeente, behoorcnde
tot de lichting van dit jaar, uit, om, wanneer zij bij
de zeemilitie verlangen te dienen, zich daartoe in
persoon, vóór den 1 Febr. eerstkomende, op een
werkdag, van des voormiddags 9 tot des middags
12 uren, ter secretarie dezer gemeente aan te melden.
De bepalingen der wet, die betrekking hebben tot
de zeemilitie, konten hoofdzakelijk op het volgende
neder
le de zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van
de verdedigingsvaartuigen voor den binnenlandschen
dienst en langs de kusten.
Zij wordt niet naar de koloniën en bezittingen
van het Kijk in andere werelddeelen gezonden, tenzij,
ingeval van zeer buitengewone omstandigheden, eene
nadere wet daartoe machtiging verleene:
2e voor de ingelijfde» bij de militie ter zee duurt
de dienst vier jaren
3e alleen aan hen, die vóór hunne inlijving bij
de militie hun beroep van de buitenlandsche zeevaart
maakten cu zich voor de zeemilitie hebben aange
boden, wordt ook wanneer zij bij de zeemilitie niet
hebben kunnen worden aangenomen, gedurende hun
nen verloftijd, vergunning verleend, om het beroep
van buitenlandsch zeevarende te blijven uitoefenen,
welke vergunning in gewone tijden hun niet wordt
geweigerd, en zonder welke zij niet lot eene ver
bintenis voor dc buitenlandsche zeevaart worden
toegelaten
4e. de manschappen bij de zeemilitie kunnen, in
gewone tijden, vergunning bekomen tot het aangaan
van een huwelijk, wanneer zij hun derde dienstjaar
hebben volbracht;
5e zij zijn, na bet bekomen van een behoorlijk
paspoort, in tijd van vrede, van den dienst der
schutterijen vrijgesteld.
Tholen, den 7 Januari 1893.
Burgemeester en Wethouders van Tholen,
C. J. DE V. VAN NOORDEN.
M. G. VAN STAPELK, Wethouder.
Op vele plaatsen worden Nieuwjaarsbedeelingen
ingesteld met de nevenbedoeling om het welge
meende maar daarom niet minder lastige
nieuwjaarswensellen wat te coupeeren.
Dat nevendoel wordt tamelijk wel bereikt; we
zijn met die nieuwjaarscomraissiën al een heel
eind opgeschoten, maar we zijn nog niet waar
we wezen moeten: Want als zoo'n commissie
als voorwaarde van medebedeeling stelt: „niet
nieuwjaarwenschen" dan houdt de begunstigde
partij de begunstigers strikt aan hun woord en
zij gaat niet wenschen op «iewwjaarsdag maar
helaas wel op oudejaarsdag. Of liever zij doet
het niet zelf, maar daar hebben ze hun men-
schen, namelijk hun kiudereu, voor.
Die sturen zij er op af met hun konkel-,
alias rommelpotten, en als men dan 't geluk
heeft in een tamelijk sterk bevolkte gemeente
te wonen, dan is 't een gekonkel van den och
tend tot den avond, dat u de hecle oudejaarsdag,
anders nog al een plechtige dag, bedorven wordt.
Dan lijkeu de konkelpotten als paddestoelen uit
den grond op te schieten en voor, achter, links
en rechts van uw huis hoort ge dat liefelijke
gerommel als accompagnement van verschillende
liedekens, die voorgedragen worden op een toon
en met een gezicht, waarmee dezs dilettant- en
aspirant-bedelaartjes de geroutineerden in het
vak haast beschaamd zetten. En o wee, als ge
één keer het ongeluk gehad hebt u te laten
vermurwen. Dan staat uw deur niet stil, want
ik geloof stellig, dat die lieve kleinen er geheime
teekens of iets van dien aard op nahouden om
elkaar te waarschuwen „den dieën die geeft"
of „den dieën geeft niks."
Vindt ge dal alles nu niet recht vervelend?
Of rekent ge dat misschien lot de poëzie van
het leven te behooren, die al meer en meer de
wereld uitgaat? Zoo ja, dan gun ik u die poëzie.
Over den smaak valt niet te twisten, maar ik
vind dat geronk en dat gezeur akelig, afgezien
nog van het kwaad, dat het sticht. Dergelijke
oude volksgebruiken openen den weg tot vol
slagen bedelarij en verlies van eergevoel.
Konkelpottenhoe komt men aan dien naam?
Ik weet niet of het woord „konkelen" in een
I Nederlandsch woordenboek staat, maar hier in
de buurt is het tamelijk geijkt en ieder onzer
weet wel zoo ongeveer, wat men er onder ver
staat, en dat het een ongunstige beteekenis heeft.
En als men dan nagaat, hoe de centen, met
deze vermomde evenals die met andere soorten
van bedelarij opgedaan, vaak besteed worden,
dan kan ik me best begrijpen dat die naam
„konkel"-pot niet toevallig is, maar dat het volk
zelf er mee te kennen heeft wilhn-geven, dat
de daarmee opgebedelde centen gewoonlijk „ver-
konkeld" worden.
Daarom zou ik dat konkelen, poëzie of geen
poëzie, trots zijn eerbiedwaardigen ouderdom,
maar met anderen ouden rommel uit den heiden-
schen tijd willen opbergen en het bewaren van
de gedachtenis er aan willen overlaten aan
kroniekschrijvers en andere verzamelaars van
rariteiten.
Eu daarom zou ik wenschen, dat de nieuw-
jaarscommissiën nog een stapje verder gingen en
tevens o?W<yaör5commissiën werden. Dat kon
best in ééne moeite doorgaan.
Het is gebleken, dat het nieuwjaarwenschen
tamelijk wel te voorkomen is, waarom dan niet
het nog vervelender konkelen? Het behoefde den
commissiën maar één woord te kosten.
En als dan het publiek een beetje meewerkte
door onverbiddelijk alle konkelaars van buiten
de gemeente te laten konkelen, dan konden
we behalve een rustigen nieuwjaarsdag tevens
een rustigen oudejaarsdag hebben.
Maar dan He beminnaars van die lieve, oude
volks- of levenspoëzie O, daar weet ik ook raad
voor. Als die rommelpotten nooHig hebben om
hen tot ernstige oudejaarsavondgedachteu te
wekken, dan inviteeren zij een paar konkelaars
om speciaal voor hen te konkelen van den mor
gen tot den avond. Maar dan binnenskamers,
als 't u blieftdan heeft een ander er geen
hinder van.
Ierseke. X.
OPENBARE RAADSVERGADERING
gehouden te Ierseke op Vrijdag 30 December
1893, des avonds te 6 uur.
Tegenwoordig 9 leden, af .ezig de heer Van
Oeveren, voorzitter de Burgemeester.
De notulen der vorige verg. worden gelezen en
ongewijzigd gearresteerd.
De Vz. deelt mede, dat er verkooping is gehoude
van eenige losse goederen aan de gemeente tocbi
hoorende, welke f21,25 heeft opgebracht, en U
leest het proces-verbaal der laatste kasopneming l]
den gem.-ontvanger voor, volgens hetwelk in kas vrj
f 1015,82, een cijfer dat overeenkwam met de boeket;
Ingekomen zijn de volgende stukken
le van Ged. St. goedkeuring der gemecnterekenii
over 1891 in ontv. f 27192.625, uitgaaf f 26237."
goed slot f 955.34,
2e mede van Ged. St. goedkeuring van de ve
hooging der jaarwedden van de onderwijzeressen,
3e verzoek van den koffiehuishouder Hagenaa
om vergunning voor verkoop van sterken drank
't klein. Dit verzoek was aan den Raad gericl
maar behoorde bij B. en W. Daarom wordt het nie
ontvankelijk verklaard.
4e van het Burg. Armbest. eene aanbeveling, ti
staande uit de hoeren W. van Oeveren Jr. en J. 1
van der Burght. tot benoeming van een lid v,
gemeld bestuur. De heer Van Oeveren, aftr. li
wordt inet 8 van de 9 st. herkozen.
5e van den heer J. B. Eekman verzoek om eerv
ontslag als onderwijzer aan school 1, met ing;
van 1 Jan.
B. en W. stellen voor het ontslag te verleen
tegen l Maart, of zooveel vroeger als de vacato
zal zijn vervuld.
De heer Cupéry meent, dat het wel vroeger ka
omdat er nu sollicitanten genoeg zijn om 2 onde
wijzeressen te benoemen en als deze er zijn is
geen noodzaak om den heer Eekman zoo lang
houden.
Het voorstel van B. en W. wordt evenwel at
genomen.
6e van den heer C. E. Fiedeldy een verzoek
verhooging van 750 tot 1000 gld. van zijn salal
als gem. geneesheer. Vroeger genoot hij behalve
f 750 ook vrije woning. Hij verliet de woning vi
willig, zonder daarvoor vergoeding te vragen, mzl
nu dat huis voor f 300 verhuurd wordt, acht hij ij
niet onbillijk zijn traktement tot f 1000 te verhoogi
Zijne collega's in naburige en andere gemeeni
genieten ook minstens die belooning.
De billijkheid der verhooging wordt erkend, nu
daar het verzoek niet op zegel gesteld is, kanalkl
besloten worden het weer in handen van adress^
te stellen.
Nu komt aan de orde de benoeming van
tweeden gemeente-arbeider.
Bij de discussie wordt het bezwaar geopperd,
de bcgrooting, waarop voor het eerst het salaris
deze betrekking voorkomt, nog niet is goedgekeu
Daarom wordt besloten de benoeming uit te stcll<|
Nu verzoekt de Vz. aan de commissie uit
Raad, belast met het onderzoek naar een gesol
terrein voor eene nieuwe begraafplaats, versla;
te brengen van hare bemoeiingen, waaraan de cc
missie, bij monde van den heer Sauer voldoet.
Hieruit blijkt, dat 2 stukken grond in aanmerk
kwamen. Het eene, gelegen in den Stceweg, bchi B
in eigendom aan den heer Spruit te Antwerpen,
commissie heelt zich tot dezen gewend, maar zij
naar zijn zaakgelastigde te Kapelle verwezen,
wien zij evenwel niet verder kwam.
De heer Cupéry meent, dat men spoediger tol
resultaat zou komen, als men met den eigcr
persoonlijk onderhandelde.
Het denkbeeld wordt nog geopperd om dc z
verder aan B. en W. op te dragen, wat ande
evenwel beleedigend achten voor de commissie.
Na verdere discussie stelt de heer Cupéry
f 20 beschikbaar te stellen voor een mogelijk
soonlijk bezoek aan den eigenaar.
De Vz. neemt dit voorstel over, waarna het
S tegen 1 st. wordt aangenomen.
Op voorstel van den heer Sauer wordt df"Fer:l
slaging over den aankoop van grond
begraafplaats met gesloten deuren voortgeze