BINNENLAND.
Van onze berichtgevers.
Gemengd iNieuws.
Bij Kon. besluit is benoemd tot lid van het
bestuur der waterk. van het calam. waterschap
Scherpenisse, de heer J. Lokker.
De Tweede Kamer heeft de vorige week nog
de verschillende hoofdstukken der Indische be
grooting zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd.
Na aanneming eener menigte kleine wetten,
waarbij eeue tot exploitatie van Staatswege der
sedert 25 jaar veel besproken Ombilien-kolen-
mijnen op Sumatra's westkust, is de algemeene
beraadslaging over de Staatsbegrooting begonnen.
liet nieuwe lid de heer Poelman zette zijne
staatkundige beginselen uiteen. Hij schaarde
zich van harte onder de liberale vaan, maar
meende dat de oplossing der sociale kwestie
ging boven de vraag: liberaal of klericaal? Hij
wenschte vóór alles een uitgebreid kiesrecht
liefst algemeen en eene progressieve inkomsten
belasting. De heer De Kanter stelde ook zijn
eischeno. a. afschaffing van den gerechtelijken
eed en instelling van een Landbouwraad. De
heer Nonrdtzij wenschte scheiding van kerk en
staat, terwijl de heeren Pyttersen en Heldt
weder voor de werklieden op de bres sprongen.
De eerste keurde de voorgestelde wetten voor
de militie en eene nieuwe ridderorde af en de
laatste eischte kiesrechthervorming binnen het
jaar en wettelijke regeling van den werktijd.
Bij de gehouden verkiezing te Gouda voor
een lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal (vacature-Boogaard) zijn uitgebracht
2157 geldige stemmen. Gekozen is de heer
J. P. Havelaar (anti-rcvol.), oud-Minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid, met 1320
stemmen. De heer Ph. van den Breggen (lib.),
verkreeg 1070, de heer J. N. Bastert (lib.) 50
en A. H. Gerhard (soc.) 16 stemmen. Er waren
21- stemmen van onwaarde.
OUD-VOSMEER. Als stoffelijk bewijs van
belangstelling van het Gemeentebestuur, werd
aan Jacobus Bartelson, bij gelegenheid van
zijne veertigjarige dienstvervulling als gemeente
veldwachter, een prachtige lamp geschonken.
Voor de verkiezing van drie notabelen
bij de Ned. Hervormde Gemeente, werden uit
gebracht 58 geldige stemmen. Met bijna alge
meene stemmen werden de drie aftredende leden,
zijnde de heeren C. Maris, W. Barendse en
Joh. A. Quist, herkozen.
Door het. kiercollege is tot ouderling benoemd
de lir. J. C. Quist, Bz., en tot diaken de hr.
J. M. de Graatf, Az.
Naar men verneemt zal ds. W. B. II. van
Linschoten den 13 December a.s, ziju afscheids
rede houden.
In de maand October bedroeg het verzuim
aan de O. L. school alhier nog ruim 40 pCt.
Geen wonder dat personen welke met hart en
ziel de belangen van het onderwijs voorstaan,
op leerplicht aandringen. In het bijzonder moet
leerplicht dan ook een weldaad zijn voor kinderen
van hen, die prijs stellen op het onderwijs, maar
voor wie geen rustig en regelmatig onderwijs
mogelijk is, als zoo'n groot aantal kinderen,
door hun willekeurig komen en gaan, een der-
„Bravo!" zeide hij meesmuilend, „ik maak
je mijn compliment! Dat is meer dan ik ver
wacht had! En wat is er in dien ketel?" voegde
hij er nieuwsgierig bij.
„Eene stijve grog, zooals die op het oogenblik
voor ons alleen een vereischte is!" zeide Ren
ting vergenoegd, en schonk den heer des huizes
een glas van den dampenden drank in. „Zie
zoo, nu is ook mijn biefstuk gereed!"
Terwijl allen, groot en klein, met ware
vreugde smulden, zat Agathe met neergeslagen
oogen en kloppend hart aan tafel. Renting had
nog niet de geringste toespeling op de gewichtige
gebeurtenis gemaakt, en toonde zich zoo onbe
zorgd en vroolijk, al hadde hij des vaders in
williging reeds in den zak. Van de toestemming
harer moeder had Agathe zich voor het eten
reeds verzekerd, en eene alleszins verklaarbare
zenuwachtigheid bij de gedachte, hoe men den
vader het gebeurde zou mededeelen, deed het
hart der beide dames kloppen.
Thans nam de heer Bauer eene flinke teug
uit zijn glas, en leunde met eene uitdrukking
van groote bevrediging achterover in zijnen stoel.
„Nu, dat moet ik zeggen", begon hij ge
moedelijk, „je. hebt je zaakjes schitterend gedaan,
ik vergeef je zelfs de geschiedenis met den
pels!"
„Daarmede ben ik nog niet tevreden!" zei
Renting schijnbaar zeer onbevangen, maar voor
iemand die goed luisterde toch met een zekere
gelijk gewenschten toestand bij voortduring
verhinderen.
Door de huurders der jacht m de Am
bachtsheerlijkheid Oud-Vosineer zijn in den tijd
van drie dagen met zeven geweren ongeveer
160 hazen geschoten, een getal slechts de helft
van vorige jaren, liet voortdurend ongunstige
zomerweder blijkt van veel invloed te zijn ge
weest. Op patrijzen is, zooals dat op andere
jaren altijd gebeurt, volstrekt geen jacht gemaakt.
STAVENISSE. Heden avond had alhier voor
dezen winter de eerste vergadering met Dames
plaats der vereeniging „Nut en Genoegen." Na
aanneming van nieuwe leden werd benoemd in
de plaats van wijlen den heer J. N. Broodman
als Secr.-Penn. der vereeniging, de heer J. A.
Beneker. Als spreker trad op de heer W. C.
Crucq, die tot onderwerp had„Toon de plag-
gendief of de schrik van t Dorp." Eenige voor
drachten, waaronder ook van den heer C. de
Jonge te St. Philipsland, die korten tijd geleden
in deu Provincialen wedstrijd te Zierikzee met
een 2en prijs voor het voordragen bekroond werd,
hield het publiek eenige uren gezellig bijeen.
THOLEN. Ter secretarie alhier zijn 4 ge
vallen van febris typhoidea aangegeven.
In een der plaatsen van de provincie
Noord-Brabant werd eene nieuwe wijze van hef
fing ingevoerd van staangeld op markten. De
berekening geschiedde per vierkanten meter.
De nieuwbenoemde controleur kwam nu in
allen ernst in een ijzerwinkel een vierkanten
meter bestellen. N. B. C.
De Oorlogskreet (orgaan van het „Leger
des Heils") schrijft:
„Toen wij Maandagavond met vele broeders
en zusters te Kampen bijeen waren, hadden wij
een waren Bloed- en Vuur-bidstond, gevolgd
door eene groote getuigenis-bijeenkomst, waarin
vele verlosten het den zondaar vertelden, welk
groot werk de Heer aan hunne ziel gedaan had.
Terwijl een onzer broeders een solo zong,
van liet volkje, dat hier op aarde kon roemen
in de genade Gods, traden onze geëerde burger
vader en de commissaris van politie op het
platform aan, cn vroegen onzen kapitein, waarom
hij dat ding (wijzende op onze groote trom) liet
bespelen, daar het door hem verboden was.
Ónze kapitein antwoordde hierop den burger
vader, dat hij liern na afloop der gof&dienstige
samenkomst te woord zou staan, waarop deze
overheidspersoon (bidt voor hem!) ten antwoord
gaf: „Wat? Godsdienstoefening? Café Chantant
en dat ding moet nou weg!" waarop het door
de Heilsoldaten zoo geliefkoosde instrument,
alsmede de tambourijns van den kapitein en
van onze broeders door eenige dienaren der
politie, onder het luid gejuich der volksmenigte,
zoowel binnen als buiteii ons perceel, van „hart-
gaat-ie" naar het bureau van politie werd ge
voerd, om daar uit te rusten van de bekomen
halleluja-slagen der verloste broeders en zusters!"
De vrouw van een landbouwer te Lichte-
voorde, reeds eenigen tijd ziekelijk, werd door
hare 14-jarige dochter opgepast en verzorgd.
Volgens ouder gewoonte ging het meisje Dins
dagmiddag uit om eenige doode takken te ver
zamelen en zag bij hare thuiskomst dat een
trilling in de stem. „Ik zou u gaarne nog iets
verzoeken
De heer Bauer zag hem met ontwakende
achterdocht aan.
„En dat is?" vroeg hij langzaam.
„Ik wilde gaarne een toost instellen", zei
Renting stoutmoedig.
„Anders niet?" vroeg de vader met een ver
lucht hart.
„Jawel u moet mij beloven met dezen
toost in te stemmen!" voer de jonge man
lachend voort.
„Nu, dat wil ik wel doenzei de heer Bauer,
en zag zijne vrouw vragend aan, die hem toe
knikte, als wilde zij zeggen: „Laat hem zijn
gang maar gaan!"
Renting tikte tegen zijn glas.
„Dames en heeren!" begon hij met luider
stem. „Er is hier een verloofd paar in ons
midden
De heer Bauer sprong op.
„Zeg eens!" riep hij verschrikt.
„Een feit, mijnheer Bauer! Mag ik u ver
zoeken met mij op het welzijn der dochter van
den huize te drinken, en tegelijk op het mijne?
Mijnheer Bauer ik heb uw woord
Hij zag hem met zulk een trouwhartig gezicht
aan, dat de vader, slechts na een oogenblik
aarzelens, de hem toegestoken hand vatte en
hartelijk schudde.
„Nu, het zij zoozeide hij half geroerd,
dikke rookwolk de woning vulde. Haastig bin
nentredende, vond zij hare moeder, bij de bran
dende kachel dood ter neder zitten en bleek
dat de arme vrouw, die niet loopen kon, vele
en hevige brandwonden had bekomen.
De landbouwer Mulders, te den Ham, die
gelegenheid geeft tot nachtverblijf aan allerlei
rondzwervend volk, is dezer dagen slecht te pas
gekomen. Hij kreeg nl. twist met een zijner
bezoekers, zekeren Rotman, welke zoo hoog liep,
dat R., na eerst de lamp, stoelen en venster
ruiten verbrijzeld te hebben, hem met een bus
bont en blauw sloeg en ten slotte met een bijl
dreigde te vermoordt n.
Mulders deed van het feit aangifte bij de
politie, die proces-verbaal opmaakte, doch tevens
tegen Mulders verbaliseerde wegens het niet
houden van een nachtregister terwijl hij daarbij
door de ambtenaren van 's rijks belastingen werd
bekeurd wegens het niet hebben van een patent
als slaapsteehouder. Z. C.
Op den kastelein Menger te Noordwolde
is een moordaanslag gepleegd door 4 persouen,
Bosma, vader en zoon en Jan en Willem Velt, die
hem met messen aanvielen. Menger heeft daarop
uit zelfverdediging op hen geschoten. Twee der
aanvidlers zijn zwaar gewond, een derde is in
hechtenis genomen.
Sake Bosma, de zoon, is door Menger zoo
geslagen, dat hij nog niet vervoerd kan worden.
Het blijkt d t Jan Velt verscheidene malen
M. het mes, dat vlijm scherp was, op de keel
heeft gezet; eene kleine wonde is te zien. Ook
Willem Velt bedreigde M. met een mes.
De vader Bosma gebruikte bij zijn aanval een
stoel tot wapen, geholpen door zijn zoon Sake.
Volgens Menger is een klein verschil over een
gelag door Sake vroeger gemaakt, 20 ets., de
aanleiding geweest tot den aanval, want dadelijk
had Sake's vader bij het binnentreden gevraagd
„Heb jij gezegd dat mijn zoon zoo gemeen is",
waarop M. ontkennend antwoordde. Toen werd
dadelijk de hanglamp stukgeslagen en begon het
gevecht op leven en dood, hetwelk ongeveer
een half uur duurde.
De moedige vrouw van Menger werd Woens
dag door den rechter van instructie gehoord.
Zij had op de mannen losgeslagen en, evenals
haar elfjarig meisje, Menger toegeroepensla
ze dood.
De herberg van Menger werd Maandag en
Dinsdag door vele personen bezocht, om het
terrein der vechtpartij te zien. Gelukkig dat
M. een geladen geweer in huis had. „Dit is noo-
dig" zei Menger, „ik weet welke personen ik in
de buurt heb." Het dnbbelloopsgeweer staat
nu weer geladen in den hoek, maar M. hoopt
het nooit weer op die manier te moeten ge
bruiken als Zondagnacht.
Ook van Bergen op Zoom is een rekest
aan den minister van waterstaat gezonden, onder
teekend door 103 belanghebbende personen. Het
zijn allen schippers, gewoon de Zeeuwsche stroo-
raen te bevaren, zoowel uit deze stad, als van
naburige plaatsenBruinisse, St. Annaland, enz.
Zij vragen daarin aan den minister eene vlucht-
haven op het Krammer, omstreeks Oude Tonge.
Zij wijzen er op dat tot heden op den geheelen
weg van de Kil tot het kanaal door Zuid-Beve
land nergens zulk eene wijkplaats gevonden
wordt, zoodat wanneer storm hen overvalt, ze
half spijtig, waarop Agathe hem om den hals
viel en hem niet weder losliet, dan toen hij
haar brommend vroeg of zij hem aanstonds, op
het verlovingsfeest al, wilde verworgen.
De algemeene opstand, door de groote ge
beurtenis teweeggebracht, onderscheidde zich in
zooverre van andere verlovingsoogenblikken, dat
eerstens hier de moeder tweemalen weggeroepen
werd, omdat Frans zoo huilde; dat ten tweede
Ernst, die, na zich flink te goed te hebben
gedaan, van tafel was opgestaan, thans op een
paar stelten, die hij gevonden had, reusachtig
groot, al stampend kwam binnenstappenen
dat daardoor het poeder tegen de motten, waar
van het tapijt nog vol zat, ieder in neus en
keel vloog, zoodat men altijd juist moest niezen
en hoesten, als men iets roerends of teeders
wilde zeggen.
Maar met een goeden wil vermag men
veel; dat zag men hier, bij deze verloving met
hindernissen, wederom bewaarheid.
Het laatste storende intermezzo bestond hierin,
dat de huisheer, toen het avondeten nauwelijks
afgeloopen was, nog eens even kwam kijken.
Hij had eene brochure in de hand en reikte
die den heer Bauer over met de woorden„Ik
ben namelijk spiritist!"
De heer Bauer schonk hem een glas grog in.
„Alsjeblieft", zeide hij, „dan zal dit juist
iets in uw vak wezen!"
„O neen", merkte de ander beleedigd op, „in
nergens eene veilige ligplaats kunnen opz
Het nieuwe vaarwater voor Oude-TongB
den ze voor de aangewezen plaats in heti
deel der schipperij, die daarvan dan ra
minste tijdverlies zou kunnen gebruik
zoo de nood aan den man komt. Want
schippers met tij uit Holland of Zeeland 1
kunnen zij het meest allen tot op de
va o Oude-Tonge brengen.
Daar er door de regeering voortdurend
loffelijke maatregelen genomen worden c
leven der raenschen in fabrieken en wer
sen te beveiligen, is het het vaste vertr
dat de minister ook geneigd zal zijn ger
vluchthaven te doen maken, in het belai
veiligheid van het leven der duizenden scl
die de Zeeuwsche stroomen bevaren.
Terwijl te Bruinisse van oudsher v
uitoefening der mossel- en oestervisscherij
hoogaarsen in gebruik waren is schipper
Koning aldaar op het denkbeeld gekom
een ander vaartuig, een soort blazer, tt j
maken, omdat die met veel meer spoed j
en gemakkelijker voor de uit te voeren
zaamheden zijn.
Thans, sedert eenige weken in gebruik
voldoet het, volgens onzen berichtgeve e
boven verwachting aan de gestelde eisen s
het voorbeeld van genoemden schipper d
door een ander gevolgd zal worden. Het 1
is echter niet zoo snedig als dat der hoog
MM. 3
Dezer dagen vertrok de zoon v
vrachtrijder *an B. uit U., een jong
twintig jaar, des nachts per vrachtkai g
Schaik. Onderweg sprongen twee kert s(
een boschje te voorschijn, die hem, onc
dreiging met den dood, zijn geld afei; w
„Geld geven doe ik niet en sterven is u
genoeg, doch ik zal je een kleinigheid e H
sprak de onverschrokken ferme voerman. 3.
weet hij zich meester te maken van een tt B
der kar hangend houweel en geeft dai
den grootsten zulk een flinken slag op het
dat hij bewusteloos neertuimelt; intussclin fo
nommer twee met een mes te voorschijn, k<
ook deze wordt zoo geducht toegetakeld,
een plaatsje naast zijn buurman bekomt,
slotte deelt de voerman nog eenige schop
trappen uit en vervolgt daarna zijn wes
er niets gebeurd was. (A Nöï
Een geestelijke, die op reis wa?,
stil in een logement, dat voornamelijk do
delsreizigers bezocht werd. De kastelei
niet gewoon was geestelijken aan zijne I
zien, zag h m met verbazing aan. De re w
lieten al het snelvuur van huns pofzuchti re
spelen, zonder hem een woord van zelfvi j£
ging te kunnen ontlokken. De geestel Wl
bedaard voort en scheen de spotternijen
tafelburen niet eens te hooren. Eindelijl le
een hunner, die wanhopig over zijn lankn )a
heid werd, tot hem„Ik verbaas mij ot re
geduld. Hebt gij niets gehoord van all ,e
er van u gezegd is?" „O ja, maar tl s
ik wel gewoon. Weet ge wie ik ben
„Neen." „Nu, dan zal ik het u |e
Ik ben kapelaan van een krankzinnigenge 0
dus zulke gezegden hebben op mij gei jj
werking." ie
Een jachtopziener te Weeze, een Pn r.
dorp nabij de Limburgsche grenzen, b c]
dien zin verzoek ik u mijne woorden n G]
te vatten ik houd mij bezig met de gi I;
wereld." }e
„Nu, daar behoor ik niet toeantw
de heer Bauer ongeduldig. „Wij viere!
de verloving mijner dochter, en bemoei -
derhalve niet met geesten!"
De huisheer zette groote oogen op bi el
mededeeling, die plotseling al zijne s )i
plannen ten opzichte der familie Bauer veri ee
Hij bleef maar kort, en vertrok met zuil o
kwaadaardige uitdrukking op het gelaat, o
vrouw des huizes jammerend uitriep: „H ie
ons de huur op!" ei
„Laat hem, mamaatje!" trooste Rentii it
hebt toch eene kleinere woniug nood)
Agathe van den zomer gaat trouwen." ai
„Zoo?" bromde de heer Bauer, „weet ie
al zoo zekerw
„Natuurlijk!" zei Renting. En dan n< ei
de geheele verhuizing op mij dan zal
zien hoe vlug het alles in zijn werk gaai
„Ja, als je mij dat zwart op wit geel
zei de heer Bauer.
„Met alle genoegen!" riep Renting.
„Spreek mij toch niet van opnieuw verb
zuchtte mevrouw Bauer. „Hemel, wat ef
schrikkelijke dag was dat heden!"
„Nu, ik vond hem niet verschrikkelijk'
woordde Agathe.
EINDE.