(1 Wo. 333. Zaterdag 28 November, 1891. J. M. C. POT, Onze arme eeuw?! FEUILLETON. VERHUIZEN. Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND inoewacht aan Het bureau t. T h o I e n ot vdór DONDERDAGMIDDAG bij onzen raodeweZ teïerseko UITGEVER: Tholen. Ingezonden Kort geleden hoorde ik een prediker onder :1 zakelijks o. a. ook een paar malen mis- Y ostig uitroepen „Onze arme eeuw! Men heeft geroepen en 3|\ )ept het nog: geef meerder onderwijs, maak menschen wijzer, en het zal beter gaan! gaat het nu zooveel beter? O, arme ;uw Die uitroep, die vraag, die klacht bevielen maar half, neen, kat ik oprecht zijn, zij ielen mij in 't geheel niet. Laat mij u waarom. predikant is een man van gezag. Zijn JIJ ird is voor het gros zijner hoorders een ngelie. En als nu zulk eeu man op die misschien tegen zijne bedoeling, eene ere klein- of minachting voor het onderwijs spreekt, dan kan dat bij de minder nadenkende minder ontwikkelde schare niet anders dan eelig werken; de waardeering van het onder- lijdt er onder. )at kan de bedoeling niet geweest zijn, on gelijk. leder predikant weet het onderscheid G ichen de barbaarschheid en het zedelijk ver der voor- en middeleeuwen en de verlichting er 19e eeuw met haar ontegenzeggelijk hoogere ilijkheid en welvaart. Hij weeldat de ont- kelingsgang van het menschdom een lange ihiedenis vormt, eene nimmer ten einde lende periode van steeds rijper wordende having en veredeling en hij weet, dat onder een der machtigste factoren dier ontwikke- is. Hij weet verder, dat een predikant en r, die eenige betrekking in maatschappij of Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Naar het Duilseh. lij mag duchtig helpen riep de heer Bauer L augd, en wreef zich in de handen: „dat kan 'M «rust voor mijnen pels vergen 1 Ik steek hand meer uit!" !t duurde niet lang, of Renting keerde au vergezeld van drie man, die verschillende droegen. jonge officier had een eenvoudig grijs aangetrokken en begon aanstonds met veel en overleg den arbeid. Hij stelde ieder te zelfs Julius en Ernst, die, goed aangepakt, ijk zoo onbruikbaar niet bleken te wezen ird eeds na verloop van korten tijd begon er col e orde in den bajert te komen. drie mannen, allen militairen, aan Pruisi- tücht gewoon, werkten ijverig en stil onder ngs bevelen, en voerden meer uit dan tien Iers en pakkers van beroep, terwijl hun erder zelf, door liefde bevleugeld, overal jk scheen te zijn. eene oogenblik stoud hij op eene trapleer kerk bekleedt, nooit die hoogere sport zou beklommen hebben zonder onderwijs. Ja, dat onderwijs is zoo veelvermogend, dat het menschen vormt tot een beroep, vak of waardigheid, waar voor zij van nature noch geschiktheid noch neiging hadden. Beroeps/£tf?;s<? en beroepstf««- leg zijn zoo verbazend verschillend. Toch ver- eftent onderwijs dat verschil. Ligt er dan geen waarheid in die teleur stelling: Gaat het nu zoo Yeel beter? en die klacht: O, arme eeuw!? Wel zeker! Onze eeuw is, ondanks het on noembaar verbeterde en vermeerderde onderwijs, nog niet volmaakt, en wie zich voorgesteld heeft of voorstelt, dat het onderwijs aan het mensch dom weder de engelenvolmaaktheid van den bijbelschen Adam teruggeven zal, die moet wel bedrogen uitkomen. Nat kan het onderwijs niet, maar dat kan niets ter wereld. Dat kan noch het onderwijs, noch de godsdienst, noch de op eigen voordeel en welzijn bedachte eigen liefde, dat kunnen zelfs niet de tranen en smeekingen eener liefhebbende moeder, noch de volmaaktste voorbeelden. Al kon het onderwijs volmaakt worden, dan zouden er nog onver beterlijke menschen blijven, dan zou de ont wikkelingsgang der menschheid nog onvoltooid zijn, dan zou men nog blijven zoeken en tasten naar waarheid. Waar zit dan de fout in des predikers woord? Hierin, dat slechts de helft der waarheid is gezegd en bovendien op die helft een valsch licht is geworpen. Goed onderwijs kan niet alles, maar het kan veel. We hebben reeds gewezen op den nacht der middeleeuwen. O, gij twijfelaars aan de waarde van verstandsver lichting, slaat de boeken der wereldgeschiedenis op, vooral die der eeuwen na het jaar 300, een tijdstip toen het christendom de overwinning en hing de lamp op het andere pakte hij eigenhandig de vloerkleeden uit en zette het noodige vaatwerk voor het avondeten gereed, kortom, hij toonde zich in alle opzichten het ideaal van eenen steun voor de vrouw des huizes. Agathe sloeg hem zwijgend en getroffen gade; al had zij van hem, den held harer droomen, ook nog zulke hooge gedachten gekoesterd, deze veelzijdigheid overtrof hare stoutste verwachtingen. Juist riep hij haar toe: „Juffrouw Bauer, mag ik u verzoeken mij even een paar schroefjes aan te geven?" En druk in de weer met vijl en schroeven draaier, zonder van zijnen arbeid op te zien, vroeg hij„Kunt ge u thans niet voorstellen, dat ik ook mijn eigen huis recht netjes zou weten in orde te brengen?" Agathe zweeg haar harte klopte geweldig. „En zoudt u mij daarbij niet willen helpen voer hij op kalmen toon voort en schroefde verder. Zij reikte hem eene andere schroef toe, als had zij hem niet begrepen. Renting lachte en zag op maar in zijne oogen lag diepe ernst. „Neenzeide hij en nam de kleine hand, die de schroef vasthield, in de zijne: „hierbij niet, juffrouw Bauer! ik bedoel bij het in orde brengen van mijn huisIk wil het gaarne bewoonbaar maken, door de meubelen te plaatsen, I door lampen en gordijnen op te hangen; maar scheen behaald te hebben op heidensche dwa lingen, een tijdstip hetwelk de aera van den waren godsdienst scheen te openen. En wat is er gekomen? Diepe duisternis, zedelijke ellende, eeuwen lang; vernietiging van het evangelie bijna, omdat onbeschaafde volken uit het Oosten de overhand kregen op de ontwikkelde Romeinen van het Zuiden en Westen. Tijdelijk de over winning behaald op den christelijken godsdienst! Zie, dat vermag domheid en ontstentenis van onderwijs Onderwijs maakt van de menschen geen engelen, maar minstens denkende wezens, en het denken, het verstand, heeft invloed op onze zedelijkheid en onzen levenswandel. Verstand, gevoel en wil, deze drieëenheid, die de mensche- lijke ziel vormt, kunt gij niet scheiden. Het etiüc .oefent onmiddellijk invloed uit op het andere. Daarom is er haast geen onderwijs denkbaar zonder opvoeding. Vermeerdering onzer kennis werkt steeds in op de twee andere ziel vermogens en meestal ten goede. Maar ik stem toe gij zult bij onderwijs alleen niet zwerenMen moet het op de opvoedende kracht van het ouderwijs op zichzelf, niet laten aankomen, maar ook opzettelijk opvoeden. Gij weet toch wat dat is: opvoeden? Gelijk het onderwijs ten doel heeft, het verstand te verhelderen en de kennis te vermeerderen, zoo wil de opvoeding het zedelijk gevoel ontwikke len en den wil heiligen. En dat kan het best geschieden door de eenvoudige maar juist daarom te machtiger leer van Christus. Dat zweefde den prediker misschien voor den geest, en daarom was zijne bedoeling niet op zettelijk misleidend. Maar zoo gaai het gewoon lijk; wie een halve waarheid zegt, leidt" op een dwaalspoor. Jezus zelf leerde, d. i. onderwees het volk; de gezelligheid, zie, die moet gij aanbrengen wil je, Agathe?" Agathe zag glimlachend naar hem op, en sprak het eenlettergrepige woordje uit, dat over haar volgend leven besliste zoodat men ten minste naar waarheid kon getuigen dat er op dien dag der verwarringen toch één ding in orde was gekomen. „Maar heden mag je nog nergens van spreken!" smeekte zij. „Je weet, hoe papa is hij zou misschien op het oogenblik volstrekt niet geneigd zijn, ons zijnen zegen te geven!" Renting beloofde het zoo half en halfwat zou hij niet beloofd hebben! Geheel volgens den aard der dingen werden de eerste oogenblikken van gelukzaligheid aan stonds gestoord, want bleek en verdrietig ver scheen de heer Bauer en zei: „Als ik maar eens wist wanneer wij vandaag warm eten zullen krijgen „Ja", antwoordde Agathe, ter nauwernood in staat hare verlegenheid te verbergen, „dat zal moeilijk genoeg gaan „Moeielijk? Volstrekt niet!" zeide Renting. „Laat dat maar eens aan mij over, mijnheer Bauer, en u zult eens zien hoe netjes en ge zellig u straks het avondeten zult opgedischt vinden." De heer Bauer zag hem ongeloovig aan. „Nu, daar zal ik toch benieuwd naar zijn hij ging het land door goeddoende en leerende, en zijn laatste woord tot zijne discipelen was' juist: Gaat henen, onderwijst alle volken. En dat hij onderwees, op zijn eigen oorspronkelijke, kernachtige manier, zoo versehillend van die der farizeeën en schriftgeleerden uit die dagen, daaraan had hij juist zijn grooten aanhang en toeloop te danken, 't Is waar, zijn onderwijs had hoofd zakelijk een opvoedende strekking, maar alles was toch ook bestemd om zijne hoorders, die armen van geest, tot nadenken, tot zelfstandig denken op te voeren. Er zou nog veel over het aangrijpende en bezielende van Jezus leertrant te zeggen zijn, maar dit zou ons buiten ons bestek voeren. We wilden maar aantoonen, dat hij niet wars was van onderwijs en verstandsontwikkeling. Gelukkig gaat overal het onderwijs, vooral het volks- onderwijs, met opvoeding gepaard, en zulk onderwijs verhindert niet de nadering tot hooier en algemeener geluk. Die het zoo voorstelt, die breekt af, in plaats op te bouwen, want hij werkt willens of onwillens de waardeering van het onderwijs, die toch nog zooveel te wenschen overlaat, tegen, en geeft voedsel aan het denk- beeld alsof domheid deugd zon zijn. We eindi- gen met den wensch Onderwijs, o machtige factor tot mensohelijk geluk, nog zoo treurig onthouden aan velen, daal in steeds mildere mate en steeds volmaak ter op ons, armen van geest, neer, en word, gesteund door een veredelende, christelijke op voeding, voor ons of ons verre nageslacht een verlosser der armoede, een voleinder der oorlogen en reddingsengel van alle andere maatschappe- lijke en zedelijke ellenden!" zeide hij, en zonk afgemat in eenen stoel. „Juffrouw Bauer, mag ik u verzoeken voor een tafellaken te zorgen?" vroeg Renting plecht statig, en volgde Agathe, die buitengewoon lang werk had om den koffer met het linnengoed open te doen. Terwijl zij hiermede bezig was, nam Renting het waar, om haar toe te fluisteren „Als ik je vader een smakelijk soupeetje bezorg, zegt hij van avond nog ja! Wedden?" Zij lachte verlegen en knikte. Renting toonde zich ook hier weder een voortreffelijk man. Ontbrak er nog het een of ander, zoo bekommerde hij zich daarover niet, en toen de begrijpelijkerwijs zeer goed geluimde luitenaut na verloop van een half uur de familie door het luiden van eene tafelbel naar binnen riep, moest ieder toegeven dat hij het onmogelijke mogelijk had gemaakt. Er lag een kleed op den vloer, de gedekte tafel was voor de sofa geschoven en de hang lamp verspreidde haar vriendelijk licht er over. Onder eenen veelbeloveudeu ketel suisde de spiritusvlam, terwijl de biefstukmachine, dat onontbeerlijkste aller meubelen eener jongge zellen woning, geuren opzond, die de stoutste verwachtingen rechtvaardigden. De heer Bauer legde behaaglijk zijn servet over de kn eën en stak den jongen man de hand toe.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1891 | | pagina 1