BINNENLAND. Vau onze berichtgevers. Gemengd Nieuws. Ingezonden stukken. weinig tegenspraak oplevert. Met hunne ontwikkeling is het over het al gemeen ook treurig gesteld. Hoe zou het ook anders kunnen, daar de meesteu het dan ook niet ver in de edele leeskunst gebracht hebben, daar ze, zeer jong reeds op kleiner broertjes en zusjes moesten passen, daarna reeds vroeg, vader in zijn zwaren taak om brood voor zich en de zijnen te verdienen moesten bijstaan, zoo dat van geregeld schoolgaan dan natuurlijk geen sprake kan zijn. We willen gaarne aannemen, dat het lot van den boerenarbeider niet overal zoo ongunstig is als ons dit door Graphoo geschetst is, maar toch moet het erkend worden, dat de toestanden vau dit gedeelte des volks, alles behalve rooskleurig zijn! Bij de openbare behandeling der Indische begroo ting in de Tweede Kamer, die verleden Vrijdag aanving, werd de Minister, de heer W. K. Van Dedein, door alle partijen met do meeste welwillend heid en hartelijkheid ontvangen en van zijn optreden werd veel goeds verwacht. Van eene beoordeeling van zijn beleid kon na tuurlijk nog geen sprake zijn, maar zijne voornemens, omtrent de richting zijner Indische politiek werden besproken en hier en daar gecritiseerd, hoewel zijn stelsel: geen directe baten uit Indië voor Nederland, door niemand bestreden werd. De Minister is voornemens om ten behoeve van eene reorganisatie, meer bepaaldelijk eene decentra lisatie van het bestuur in Indië en van zoo nood zakelijke bezuiniging een onderzoek in te stellen door een ambtenaar, die overal toegang zal hebben en den Gouverneur-Generaal kan inlichten en ad- viscoren. Van dit onderzoek werd over 't algemeen weinig goeds verwacht. Als de Gouv.-Gen. en de Indische autoriteiten geen kans zien om te bezuini gen. hue zal dan zulk een ambtenaar daartoe de de middelen vinden De Min. meende daarentegen dat ieder ambtenaar in Indië verplicht was zuinig met 's lands penningen om te gaan, en dat wie in dit opzicht zijn plicht verzaakt, onbruikbaar is. Uit de ingenomenheid waarmede deze uitspraak begroet werd, zou men mogen afleiden, dat de Kamerleden meer achter deze woorden zochten dan eene alge- mcene waarheid. Vrij algemeen was men het eens over eene mid dellijke versterking der inkomsten, namelijk over het aanleggen van besproeiingswerken ten einde de pro ductiviteit van den bodem te verhoogen, en van spoorwegen. Ook vond men het goed, dat daarvoor geleend werd, gelijk de Minister voornemens is, en dat Nederland geen rechtstreeksche balen meer uit Indië zal trekken Indië voor Indië Het moeder land heelt zijn koloniën reeds genoeg uitgezogen. Men ziet dat de humaniteit veld wint in onze Kamers. Dat kon men ook daaraan merken, dat vurig gepleit werd voor vermindering van dessa- en heeren diensten en beperking der gedwongen cultuur. Verder werden o. a. als middel om den toestand der inlan&che bevolking te verbeteren, wering der Chineezen, die den Javaan uitzuigen, hoewel de Minister beweerde, dat hieromtrent overdreven wordt. Ten opzichte van Atjeh was men het vry wel eens, dat de blokkade, hoewel van 't begin af een fout, bestendigd en krachtig gehandhaafd moest worden, totdat zij door iets beters: eene scheepvaartregeling nam., kon vervangen worden. ST. ANNALAND, 15 November. De heer A. J. Bierens, die op 7 Augustus jl. zijn 40- jarig ambtsfeest mocht vieren als burgemeester dezer gemeeute, heeft aan II. M. de Koningin vlakkiger, die heeft ecliter een heel goed huwe lijk gedaan. Haar man is nu niet juist een hoog vlieger, maar, mijn hemel, ieder mensch behoeft toch ook geen hoogvlieger te zijn." „O neen!" stemde de ongelukkige Bauer toe. „Maar een beste, brave man!" voer de huis heer in zijncu vermakelijken kroniekstijl voort. „Na Anna komt Paul een uitstekend knappe jongen maar de talen de talenDaar zit het hem 1" Ja, jade talen 1" zuchtte de heer Bauer mat. „Hij is niet verder dan de derde klasse ge komen, maar nu is hij op een koopmanskantoor en schijnt zeer tevreden. Zonder overdrijving kan ik zeggen zeer tevreden. Hij schrijft - wacht, ik heb, geloof ik, zijn laatsten brief bij mij De huisheer tastte in verschillende zakken, en de heer Bauer voelde werkelijk gedachten aan moord oprijzen in zijn binnenste, bij de voor stelling, dat hij den brief vau den ontaalkundi- gen Paul zou moeten aanhooren. Maar, als de nood het hoogst is, is redding nabijdaar kwam Julius aanstormen en wierp met de woorden „"Wat krijg ik voor het vinden?" zijnen vader haast van de tobbe. Ernst trok uit alle macht zijnen broer van achteren aan het buis, en hield vol dat h ij den bril gevonden had. Het contract werd te voorschijn gehaald, en men nam eindelijk afscheid van den huisheer voor den tijd van een paar uur, na de verzeke ring van hem te hebben ontvangen, dat hij nog wel eens kwam kijken. „Haal mij de drommel, als ik voor den kerel geene voetangels koop!" riep Bauer. Nu toog ieder weer aan het werk; alles begon tegen 1 Januari a. s. zijn ontslag uit die betrek king gevraagd. IERSEKE. Zondag 1.1. had hier een treffend ongeluk plaats. Een sedert kort hier woonachtige schippersknecht, die als gewoonlijk zijne slaap plaats aan boord had, werd des morgens te vergeefs bij zijn schipper gewacht om te ont bijten. Hij bleef zoo lang uit dat men ongerust werd, en toen men ging zoeken vond men hem verdronken in de haven. Hij moet des nachts bij het aan boord gaan te water geraakt zijn, zonder dat iemand dit ontwaarde. Men zegt, dat de ongelukkige aan toevallen leed, anderen meeneu dat drankmisbruik bij dit ongeval in het spel was. OESTERS. De verzending van leverbare oesters is tame lijk ruim toegenomen: er gaan er veel weg. De prijzen houden zich voortdurend vrij wel staande: le soort 70, 2e soort 45 gld. Zaterdagavond werd te Zierikzee gehouden de door de rederijkersvereeniging Concordia uit geschreven provinciale wedstrijd iu het voordragen. Twaalf mededingers hadden zich aangegeven, nl. vijf voor de afdeeling Ernst en zeven voor de afdeeling Luim. Van dezen namen negen aan den wedstrijd deel. De uitslag was, dat de eerste prijs voor de eerste afd., zijnde een verguld zilveren medaille met diploma, werd behaald door den heer A. W. den Doop, van Middelburg, met Bij de H'iege van een kind des armenvan J. v. Beets; de tweede prijs, eene zilveren medaille met diploma, door den heer C. de Jonge van St. Phi- lipsland, met Uit het teven van J. J. L. ten Kate; terwijl voor de afdeeling Luim alleen de tweede prijs kon toegekend worden, zijnde eene zilveren medaille met diploma, die verworven werd door den heer C. J. Verton, van Dreischor met Een huiselijk looneeltje van dr. E. Laurillard. De jury bestond uit de heeren J. Th. Ooster man, J. II. v. d. Bosch en Jacq. Erank. De eerste reikte met eene gepaste toespraak de medailles uit. Dinsdagavond keerde een 20-jarige fabrieks arbeidster uit Hoogerheide naar huis terug. Op ongeveer 20 minuten afstands van de stad reed de stoomtram naar Antwerpen haar voorbij. Zij liep met eene andere vrouw in druk gesprek en schijnt de tram niet te hebben hooren naderen. Zij werd door een der waggons aangegrepen en onder het rijtuig ongeveer honderd passen mee gesleurd. Men vond haar met verpletterde beenen en vreeselijk verminkt op den weg lig gen. Naar het ziekenhuis te Bergen op Zoom vervoerd, overleed zij daar oensdag, na een duldeloos lijden en bij volkomen bewustzijn. Bij de politie te Maastricht is aaugifte gedaan van pogingen tot verworging. Een knaap van 12 jaren werd nl. Dinsdagavond in een afgelegen straatje aangerand door een onbekend persoon, die hem een jas over het hoofd wierp en met een touw trachtte te worgen. Ook in de vorige week werd een jongen naar een eenzame plaats gelokt door een onbekend per soon, die beproefde hem een zakdoek om den hals te werpen. Beide knapen wisten gelukkig te ontkomen. De politie die door de aange vallenen het signalement van den onbekende opnieuw even verward door elkander te loopen, als te voren. Het ontbrak aan een hoofd, aan iemand die met verstand en overleg de zaak leidde, leder arbeidde voor zich en werkte ge woonlijk den ander geheel tegenwat er een op zijne plaats had gezet, schoof een tweede weer ter zijde, en zoo herinnerde het op orde brengen der woning levendig aan die bedevaarten waarbij de vrome pelgrims telkens twee schreden voor waarts en ééue achterwaarts doen. De jongens, van de algemeene verwarring partij trekkend, hadden hun strafwerk stilletjes in den steek gelaten en speelden paardje te midden van het glas- en aardewerk, dat nog al tijd op den grond der eetkamer stond. Tante was gelukkig naar huis gegaan, zoodra men den eersten werkelijken dienst van haar gevorderd had. De heer Bauer zag met droeven blik naar den chaos om zich heen, die met iedere minuut uog scheen toe te nemen, en smachtte naar een oogenblik van rust. Ouderzoekend zag hij rond, of er niet ergens een plekje zou te vinden zijn, waar hij het moede hoofd kon nedervlijen. Daar stond wel de sofa, maar het beste hoekje was ingenomen door eenen ontzaglijk zwaren Apollo \ran Belvedère, dien men heden reeds in alle toonaarden had verwenscht, en die, bij de vol slagen onmogelijkheid om hem een onderkomen te bezorgen, veel kans had zijn leven te zullen eindigen iu een toevluchtsoord voor hui6vesting- loozen. De heer Bauer schoof zijn eigendom voorzich tig een weinig op zij, en nam als een niet on aardig pendant naast den Apollo plaats, waar hij, bezit, doet alle pogingen om hem in handen te krijgen. Voor de spelende jeugd in een Limburgsche gemeente was dezer dagen een heerlijk buiten kansje weggelegd. De landbouwer J. A. had, als zorgvolle huis vader, ook dit jaar, gelijk vele tevoren, voor de noodige stroop voor zijn huishouden zorg gedra gen. Met kar en paard werd dan een groot vat boordevol door den man aan de fabriek afgehaald. Gemakshalve, doch ook uit vrees dat het vat met zijn kostelijken inhoud somwijlen mocht kante len, werd het goed en wel van een deksel voor zien, door onzen vrachtrijder tot zitplaats uitge kozen. Terwijl hij echter met zijn schat onze straten doorreed, schijnt het deksel tegen een last van 90 kilo (zijnde het bruto gewicht van onzen man) niet bestand te zijn geweest. Althans: plotseling wijkt het, en poef! daar zakt hij gedeeltelijk in de stroop. Dit bedrijf ontgaat niet aan het allesziend oog der spelende jeugd en toen onze Kobus, geheel met stroop besmeerd, de kar verliet, brak het lieve leventje los. In een ommezien was er een groot aantal kleine bengels bij elkaar, die al likkende aan de broekspijpen van onzen goeden man, hem om singelde en hem den weg verder feitelijk onmo gelijk maakte! Te Oorschot is een diefstal gepleegd, moeielijk in brutaliteit te overtreffen. Bij een landbouwer hebben dieven ingebroken, al het geld, gouden sieraden der vrouw enz. gestolen en bovendien uit de bedstede, waarin man en vrouw sliepen, het horloge van den man, zonder dat men er voor 's morgens iets van be merkte. Tot heden is het niet gelukt de daders op te sporen. Eergisteren zonk op het Braassemermeer eene te vol geladen praam. De twee opvaren den, een jongen van 15 jaar en een getrouwd man van 36 jaren, woonachtig te Langeraar, zonken weg. Uit eene te hulp snellende schuit werd aan de drenkelingen eene lijn toegeworpen, die ge grepen, maar weder losgelaten werd. Toen men er eindelijk in slaagde beiden op het droge te brengen, werden nog alle pogingen aangewend tot opwekking van het leven, doch vruchteloos. Uit Londen wordt gemeld dat in het „Alhambra Theatre" op het oogenblik iets te zien is, wat men met recht „the talk of Bondon" noemen kan. Het is namelijk eene jonge dame, slechts 98 Engelsche ponden wegende, die de kracht van 7 a 8 sterke mannen weerstaat. De eerste proefneming bestond in het omwerpen van een heer, die een stoel tegen zijn borst hield. Alleen door de hand op de zitting te leggen, bracht zij de genoemde uitwerking ti weeg. Daarna hielden zes heeren den stoel tast met hetzelfde gevolg. Daarop ging een heer op den stoel zitten en door eenvoudig het vlak der baud tegen de rugleuning te leggen ging man en stoel naar boven. De proefneming werd herhaald met zes heeren op elkaar gesta peld, welke onder groote hilariteit op dezelfde wijze opgelicht werden. Nog meer verbazing wekkend was een proefneming met een billard- queue. Miss Abbott hield deze voor zich uit op den palm der beide handen, doch de kracht van 8 man was niet in staat om de queue, noch de dame van plaats te doen veranderen. Eveneens was het ondoenlijk haar van den grond niettegenstaande het rumoer en de onrnst, on danks tocht en rook, een paar minuten zalig sliep. Maar de korte rust had bem huiverig gemaakt, en toen hij ontwaakte, schoot hem eerst wederom het verlies van zijnen pels te binnen. „Ik zou wel eeus wilieu weten," riep hij Agathe toe, „waar die vereerder van jou met mijnen pels gebleven is!" Gelijk in een tooversprookje vaak slechts een zeker woord behoeft uitgesproken te worden, om behulpzame geesten te doen toesnellen, zoo ook hierDe vleugeldeur werd geopend, en luitenant Renting verscheen, gevolgd door zijnen oppasser, beladen met pels, dekens, en voetenzak. „Mijnheer Bauer," begon de jonge man, „ik waag het ter nauwernood mij te verontschul digen Dat zon ook nu bedroefd weinig meer baten!" gaf de heer Bauer ten antwoord, terwijl hij on verwijld in den pels kroop, welken hem de op passer overhandigde. Een hooge blos had bij Renting's binnentreden Agathe's wangen gekleurd; zij was aan het ven ster getreden, en de officier maakte van het oogenblik gebruik, waarin de heer Bauer zijnen pels aantrok, om zich tot haar te wenden. „Hoe is u de reis bekomen, juffrouw Bauer? en wat heeft u wel van mij moeten denken „Ach, wij hadden geen van allen tijd om aan iets te denkengaf Agathe op klagelijken toon ten antwoord. „Kijk eens rond van van morgen vroeg af zijn wij allemaal bezig, en we komen maar niet verder Renting overzag den toestand met éénen blik, en daar hij een buitengewoon practisch krijgs- op te beuren; dit was echter mogelijk ini ze op een zijden zakdoek stond. De laatste toer was zeker het meest verba wekkend. Een billardqneue werd met de naar beneden gezet, terwijl op het andere t 8 heeren hunne handen legden. Op dit van handen nam onder veel gelach een neo persoon plaats, waarna miss Abbott het g opbeurde, den heer op zijn ongemakkelijke plaats incluis. De eerste voorstelling werd gegeven in ti woordigheid van vele genoodigden, waaro doktoren, leden van het parlement, enz. Edison moet na persoonlijk onderzoek ge hebben, dat, indien deze kracht door electrii ontstaat, hem deze truc onbekend en c grijpelijk is. LANDBOUW. Men schrijft uit Klundert aan het N. v. d „Hoewel de campagne nog niet geëindigi hebben eenige suikerfabrikanten reeds getn hier en in de omstreken contracten te sli voor het volgende jaar k f 12 per 1000 De landbouwers zijn hiervoor niet gene vooral met het oog op de slechte uitkom van dit jaar en de hooge graanprijzen, enkele landbouwers, die gecontracteerd heb zijn meest kleine boeren, voor wien het r schot onmisbaar is. „Van een door oe fabrikanten onderliug paaldeu prijs is evenwel nog geen sprake." Door het hoofdbestuur der „Maatschs ter bevordering van Landbouw en Veetee; Zeeland" is tot vice-voorzitter benoemd, in plaats van den heer L. A. Bybau te Co! plaat, de heer mr. P. C. J. Hennequin te S Tot eene waarschuwing voor paan houders meldt men uit Borculo, dat bij et landbouwer aldaar drie paarden zijn gestor tengevolge van het eten van beschimmelde hi terwijl bij een anderen, in dezelfde geme; wonenden landbouwer een paard stierf door eten van door water bedorven hooi. Buiten verantwoordelijkheid der redactie Mijnheer de Redacteur Vergun mij even terug te komen op het inge den stuk van den heer X in uw vorig nommer. De Redactie is reeds zoo goed geweest aa; toonen, dat Kea's man slecht geluisterd heeft; i was het maar bij slecht luisteren geblevenHet mij voor, dat die man opzettelijk verschillend; waarheden vertelt. Ten le heeft de Raad er voor willen zorgen, niet zoo spoedig over het graf van Ma der mo geloopen wordt, door te bepalen dat na de slo van de tegenwoordige begraafplaats de overgeblt betrekkingen gedurende 40 jaar het recht hebbei laatste rustplaats hunner dierbare overledenen dikwijls zij willen te bezoeken en daarop goedvinden versieringen aan te brengen, gelijk meermalen op andere begraafplaatsen geschiedt. En dat is meer, dan Ma verkrijgen zal, ali begraafplaats blijft, waar zij is. Want dan zal het misschién nog beleven, dat de overblijfselen haar moeder worden opgegraven en vermengd die van anderen in een kist e gens onder den gr gestopt worden, zooals dat op begraafplaatsen, v men op blijft begraven gebruikelijk is en trou> niet anders kan. Ten 2e is het stukje grond, «lat door B. en man was, ontwierp hij suel een plan en be het even snel ten uitvoer te brengen. Hij zag uit deze verwarring den lichtsti eener mogelijkheid opdoemen om zich aangem te maken, en toen juist op dat oogenblik arme vrouw des huizes vermoeid en afge binnentrad, ging hij haar verheugd tegemoe „Mevrouw Bauer, mag ik wel het genoe hebben, u een weinig de behulpzame hand bieden?" vroeg hij, na haar begroet te heb' „Ik ben een groot liefhebber van helpen i huizen, en heb eigenlijk mijn loopbaan gec ik had behanger en stoffeerder moeten n den Zoo sprekende'had hij zich van helm en ha schoenen ontdaan, en scheen ernstig van p! deel te nemen aan de algemeene werkzaamh De vrouw des huizes zag ietwat aarzel haar mau aan, deze echter riep met kalm egois „Wel, dat is goed, dat ge ons helpen wilt, gerust je gang!" „Een oogenblik," zei Renting„ik woon na lijk toevallig hier juist tegenover veroor mij, dat ik even wat anders ga aantrekken ben aanstonds weder terug dan zal u eens z hoe snel de zaak van stapel zal loopen!" „Het ware te wenschenzuchtte mevrc Bauer: „ik zie niet hoe wij voor den n: eenigszins op orde zullen komen!" „Ik volkomen, mevrouwriep Renting. ,/V drie kamers sta ik ten minste in de hoe zaak is immers in orde!" En nu ga ik mij s{ dig verkleeden. Dit zeggende snelde hij heen. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1891 | | pagina 2