BINNENLAND. Van onze berichtgevers. Gemengd Nieuws. Ingezonden stukken. Burgerlijke Stand. f een energie, die voor geen moeilijkheden terug deinst en door hinderpalen slechts aangevuurd wordt. Meen niet, dat die mannen niet geleerd en gedacht hebben, alleen hun leertijd begon wat later en hun leeren bepaalde zich meer tot hun vak. En bovendien, hoe zullen zij in hun uitgebreiden werkkring behoefte gevoeld hebben aan wat meer kennis. Hoe oneindig lastig moet het voor een fabrikant zijn, niet te kunnen lezen en schrijven. Zoo zijn er meer voorbeelden, doch deze bewijzen niets tegen de noodzakelijkheid van te leeren, evenmin als een schilder zonder armen het overbodige van die ledematen bewijst. Maar toch bewijzen zij, dat nadenken, werken en volharden nog machtiger factoren zijn in ons streven om vooruit te komen in de wereld, dan algemcene kennis. Wij moeten in ons hebben een geest die het leven aandurft en zich door geen hinderpalen laat ter neder slaan. Leeren en denken en werken doen ons het hoofd boven water houden, energie brengt ons vooruit op de baan naar hooger. Wie dus vooruit wil komen in de wereld en zich een positie wil veroveren, die moeten iets, liever nog veel welen, veel kunnen, maar bovenal veel en onverzettelijk willen. Vrijdag 1.1. werd door de rechtbank te Zierik- zee vonnis gewezen in de zaak van Matthijs Last, die door het kantongerecht te Tholen veroordeeld werd tot 15 dagen hechtenis wegens het ter verkoop in voorraad hebben van sterken drank, zonder vergunning, en weigerde, om tot het ondergaan van die straf, van Oud-Vosmeer naar Zierikzee te loopen, hoewel de geneesheer in eerstgenoemde plaats hem daartoe in slaat achtte. Onderweg moest Last op een mestwagen ge bonden en zoo tot Stavenisse vervoerd worden, waar hij nog steeds bleef weigeren te gaan, zoodat de hem begeleidende politie genoodzaakt was, hem in een kruiwagen op de boot te brengen, waar hij op het dek bleef liggen. Te Zierikzee aangekomen, scheen hij zijn bekomst te hebben van de minder geriefelijk ingerichte vervoermiddelen, althans van de boot tot aan het huis van arrest stapte hij flink door. Deze weerspannigheid kost hem een maand gevangenisstraf en kan anderen tot voorbeeld strekken. Ook de h.h. L. B. v. d. Slikke te Stavenisse, C. v. d. GraafF te Scherpenisse, F. W. O. Wiskerke te Oud-Vosmeer, J.Lindhout te Ternea zen, J. van Houte te Grijpskerke, F. J. Beun, A. Geluk en P. S. van 't Hof, allen onderwijzers, de drie laatsten te St. Annaland, hebben met goed gevolg te Middelburg examen afgelegd in de vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek. Met November zullen de rijksambtenaren J. Hoogkamer te Tholen en Adriaansen te Cortgene onderling van standplaats verwisselen. Onder de velerlei personen, die door het pu bliek gerucht werden aangewezen als in aan merking te komen voor het burgemeestersambt van Rotterdam, is ook de heer mr. E. Fokker genoemd, wiens naam althans niet uit de lucht een jonge kerel, die werken kon; en hij had ze van allerhande mooie dingen meegebracht; cn hij had immers een paar flinke armen aan zijn lijf, waarmee hij ze wel door de wereld zou helpen.Maar nu had hij tijden, dat hij bedacht, dat het toch maar goed was, dat hij alleen maar over was. Maar zijn dochter met haar kindertjes, een weduwe, die zich nu nogal zoo'n beetje door de wereld kou helpen, doch die het niet meer zou kunnen, als hij met zijn ouwe Chineesche rim- metiek, ook nog te haren laste kwam Want hij wist, dat Jans, zijn dochter, haar ouwe vader niet zou laten verhongeren. Zij was ook zoo'n taaie; met een goed hart „Nou zou ik met mijn domme verstand zeg gen, dat het voor mijn ook tijd wordt om op te stappen" Ja, er was een oogenblik, dat hij dat wel eens bij zich zelf dacht maar dan kwam toch de levenslust weer bij hem op. Toch, met al die Chineezen in zijn rug, had hij toch geen lust, om op te stappen Jans, en de jongens, ze hielden zoo veel van hem Krimmeneel, neen, ik wou toch nog wel een beetje Daar kwam de winter van negentig op een en negentig Die stuurde den heelen boe del in de war Zoo'n winter daar was niets tegen bestand. De Chineezen begonnen nu heelemaal dol te worden en Arie had tijden, dat hij het uitbrulde van pijn, als hij zich wilde bewegen Wat verdienen? Och heere, hij was blij,dat gegrepen schijnt te zijn. Intusschen vernemen wij, dat er met zekerheid nog niets omtrent zijne benoeming tot hoofd van ons gemeente bestuur te zeggen valt. N. R. Ct. POORTVLIET. In een Donderdag 1.1. ge houden vergadering van den gemeenteraad is benoemd tot onderwijzer met hoofdacte, op eene jaarwedde van 600.de heer J. Mol, te Scherpenisse. THOLEN. In de laatste dagen werd alhier veel geklaagd over het ontvreemden van op het land ingekuilde aardappelen en te veld staande kool. Het is onze ijverige rijks- en gemeente-pnlitie mogen gelukken, de daders, leden van een alhier wonend gezin, dat eenigen tijd geleden niet te vergeefsch een beroep deeil op de liefdadigheid der ingezetenen, op het spoor te komen. De ontvreemde aardappelen zijn in beslag genomen en aan den eigenaar teruggegeven. OESTERS. Er valt op 't gebied van oesterteelt en oester- handel ditmaal weinig nieuws te vermelden. De kwaliteit der oesters is over 't algemeen goed en wordt gaandeweg nog beter. De verzending is nog slap, alhoewel ze in de laatste dagen iets toegenomen is. De prijzen handhaven zich. De mosselverzending neemt in omvang toe. Naar men verneemt, zou Davenport, alias Sequah, voornemens zijp, wanneer zijn contract met de „Sequah-maatschappij" te Londen is afgeloopen (dat contract duurt nog zes maanden), zich te Utrecht te vestigen als masseur. UD.) Te Arasterdam is het plan gevormd om de geneeswijze van Sequah op den duur toe te passen. Naar ons wordt medegedeeld, heeft een consortium f 120,000 beschikbaar gesteld voor een sanatorium, dat aldaar zou verrijzen en zou staan onder de leiding van een hier gevestigd masseur, die dan op meer „wetenschappelijke" manier dan Sequah de olie zou inwrijven. De uitvoering van dit plan zou echter afhan gen van de Sequah Company, daar de ontwerpers met den alleen verkoop der middelen belast wil len worden. Hdbl. Te Lageland (Gr.) is door een noodlottig schot uit een geweer van een strooper een knaap in het hoofd doodelijk getroffen en zijn zusje licht gewond. De dader heeft zich zelf bij de justitie aangegeven. In de gevangenissen van den Amerikaan- schen staat Massachusetts worden den gevange nen, blijkens een officieel rapport, dagelijksch gerechten voorgezet alsvleeschsoep, visch met botersaus, aardappelmoes met uiensaus, ge rookt vleesch met appelmoes, roastbeef met groenten, gort met melk, als dessert tarwe- en roggebrood met boter, peperkoek, kaas, pruimen en andere vruchten, koffie en thee met melk en suiker en chocolaad. Er worden voorts muziekuitvoeringen en voordrachten gehouden hij nog slikken kon Wanneer er wat te slikken was, altoos; want dat werd hoe langer hoe minder hij bracht geen cent meer thuis en Jans, zijn dochter werd ziek, een heelen tijd lang. „Och Lieve Heertje," kermde Arie, 't wordt tijd, dat je me den bijl geeft*), maak er een eind aan Ik met mijn ouwe romp eet hier het heele huis nog leeg Neen, Jans, geef dat aan Willemke, die kan het beter gebruiken, dan ik AiO, krimmeneeldie ver vloekte Ghineezen van binnen in mijn bast Ik houd het er altoos voor, dat ik dat aan Kaap Hoorn heb opgeloopen; daar hè' we een week of zes tusschen de ijsbergen gezeten. Och heere, Jans Neen, ga weg met dien rom mel je bent een beste meid, maar ik ben de reparatie niet waard Zou er dan nooit een eind komen aan dien winter Daar zijn geen spaarduiten tegen bestand, en naar Armenzorg of zoo wat te loopen neen, daarvoor waren ze te groot van hart Het vroor maar steeds door, den eenen nacht nog harder dan den andereualleen van tijd tot tijd voor de variatie een dagje heele of halve dooi en dan een beetje sneeuwjacht en hagel er tusschen door. „Ik wil er uit" had Arie gezegd, „ik wil, Jans, ik doe het, en als je mij niet laat gaau, dan ruk ik er uit, als je slaapt. Hij deed het, hij had het gedaan; hij was op weg om zijn pijjekker te verkoopen nDen byl geven": een schip, dat oud is, sloopen. en liefdadige genootschappen mogen den ge vangenen boeken, nieuwjaarskaarten en zelfs bloemen geven. Kortom, het schijnen daar wat de Duitschers noemen fidele Gefangnisse te zijn. In 't Rat. Hand. leest men het volgende Onlangs deed een maleische prauw het eiland Celebes aan. Een der matrozen van het vaartuig ging aan wal om betelnoten te zoeken. Ver moeid van het zoeken, legde hij zich om uit te rusten aan den voet van een boom neder. De bemanning in de prauw werd onverwachts opgeschrikt door éen luid aanhoudend gekerm; in aller haast stapten zij aan wal om hun kameraad ter hulp te snellen, dien zij door een ontzaggelijken phytou-slang omkneld zagen. De slang bezweek weldra onder hun veree- nigden aanval, doch hun ongelukkige makker was gestorven zijn hoofd, nek, borst en heupen, waren verbrijzeld door de omhelzing van het dier, terwijl zijn vuist de sporen droeg van de tanden van het monster. In den morgen van 28 Augustus heeft nabij Melbourne een aanvaring plaats gehad tusschen de Gambier van Sydney, met 66 passagiers en eene bemanning van 87 koppen aan boord en de Easby van Melbourne. De Easby trof de Gambier in de zijde en maakte een gat van 6 voet. Laatstgenoemd schip zonk binnen enkele minuten. Bij het uitzetten der booten raakte een daarvan onklaar en werd bij liet zinken van het schip door de davids ge grepen en medegesleurd later raakte zij weder vrijmaar te vergeefs beproefden de uitgeputte passagiers, de boot zwemmende te bereiken 18 hunner en bovendien 8 matrozen vonden hun graf in de golven. Mijnheer de Redacteur! Sta mij toe kort het woord te voeren tot myne onbekende vrienden, mijnheer Kikeri en /«/Trouw of mevrouw Kaatje. Me dunkt, u kunt mij dit moeilijk weigeren, waar hef geldt mij te verdedigen en tegelijk te beproeven uw blad van den blaam te zuiveren, dat het onwaarheid heelt verkondigd. Hoogachtend en dankzeggend, Uw Berichtqeveb.' Aan Mijnheer Kikeri en mejuffrouw of mevrouw Kaatje. Veroorloof mij U tegelijk te antwoorden, daar Uw beider schrijven vrijwel op hetzelfde neerkomt. Waar inyn antwoord niet precies voor beiden tegelijk geldt, zult U wel zoo vriendelijk zijn het zelf te schiften. Ik heb tot mijn last, dat ik het thuis laten van vreemde politie tijdens de kermis uitbundig geroemd heb, en dat ik, in strijd met de waarheid, heb be richt, dat de kermis bijna zonder wanordelijkheden is afgeloopen. Of bedoelde maatregel als een daad van moed of van overmoed moet aangeschreven wor den, daar sta ik buiten. Daar heb ik geen oordeel over uitgesproken. Zoo bijzonder uitbundig ben ik niet met mijn lot geweest, naar ik mij herinneren kan. In de I. en Th. Ct. heb ik in 't geheel geen lof toegezwaaid, in een ander blad schreef ik, dat de proef uitnemend geslaagd was. Wil men dat lof noemen, mij wel ik noem het een thesis, de vermelding van een feit. Maar die thesis was valscher zijn ruiten inge gooid, bruiden en bruidegoms verscheurd, klappen uitgedeeld; er heeft zelfs bloed gevloeid! „Was het Maar 't was nog kouder, dan hij had ge dacht hij bracht het tot aan den hoek van de Kraaienvangerssteeg; daar dichtbij woonde een uitdrager. Maar dichtbij dien hoek was het glad en net kwam een leelijke warrelwind; het woei een halve storm, met hagel en sneeuw (zoo iets in den geest van Kaap Hoorn) en net daar bij dien hoek, neen, aan deze zij er van, daar viel hij, en, daar lag hij. Hij kon niet weer opkomen, 't was te glad, en het was betrekkelijk al vrij laat en zulk smerig, gemeen, koud, venijnig koud weer, dat er ook bijna geen mensch meer voorbij kwam Daar lag Arie, de taaie, ouwe kerel.Daar lag hij te schelden op de Chineezen in zijn rug en op al de ellende en koude van deze wereld, want ja, in dit oogenblik was hij mistroostig, de ouwe taaie rakker „Ik wou wel," zuchtte hij, dat ik nou die vrind eens hier had en dat ie eens wou vertellen, waarom ik nog niet word opgeruimd. „Geef me den bijl maar, maak er een eind aan Er is ominers toch niks meer aan te doen; brandhout kennen ze van mij maken, en mijn ouwe spullen brengen toch altoos nog wat op Hij zweeg een oogenblik en deed nog weer eens zijn best, om op de been te komen, maar 't lukte niet. „En ik was toch vroeger zoo'n taaie, ouwe rakker.,maar nou is 't: laat vallen je an ker ofneen, neen,goddank, daar den berichtgever niet bekend, datvraagt Kaa tot viermaal toe, met een zeker pathos. Natuurli etj niet, lieve juffrouw of mevrouw Kaatje: Als ik d Ko alles geweten had, zou ik zeker eenigszins ande geoordeeld hebben. Ik wist alleen van een vect partytje bij Steven, maar dit maakte de kermis ni tot eene wanordelijke kermis. Dat het zelfs met overige feiten zoo'n verschrikkelijke kermis geweo is, om daar zoo'n beweging over te maken, zie, d is een bewering, die ik nu weer overdreven noen Of het verleden jaar beter was, kan ik mij nit 10 herinneren, maar dat het met vreemde polite w 1 eens erger was, weet ik zeker. QS „Hadden de vergunningslokalen in de Damstrai r01 en Burenpolder geen bescherming noodig?" vraaj Ij mijnheer Kikeri. Wel zeker! maar daar zal de pol it :,j( toch nu en dan ook wel eens den neus ingestoke hebben, en men kan toch kwalijk bij iedere herbei een veldwachter posteeren. Het doet mij genoegen te vernemen, dat Kaal niet aan pessimisme doet (dat staat ook niet lief as een dametje of dame), maar het riekt toch wel ee beetje naar ergdenkendheid, zoo dadelyk aan gebre aan waarheidsliefde en een ruim geweten te denkeii Als ik nu eens pessimistisch of ergdenkend zij mag, dan vermeen ik, dat Kikeri en Kaatje ee casus criticus gezocht hebben, m. a. w. een slok oi een hond te slaan. t Is altyd nog de vraag of dezelfde ongeregeld heden met sterker politiemacht evenzeer niet zoude plaats gehad hebben. Die by den schoenmaker Hag zeker, want dat geschiedde, het induwen der ruitei 1 althans, heel onwillekeurig, en dat was op Vrijdag 3 en 's Vrijdags wordt geen vreemde politie te hul]1 geroepen. En glazen ingooien, zooals in het Kaai stiaatje, dat doet men wel als de politie er vlak bj •taat. Hoe dit zij, ik geloof riet, dat er met opz< misbruik gemaakt is van de afwezigheid van vreemd politie, en ik heb niet hooren betwisten, dat erovei het algemeen een goede toon heerschte. In de vermelding van die ingegooide ruiten, ver scheurde bruidegoms en bebloede hoofden ben ii tekortgeschoten, dat is waar. Maar dat heb ik nie met opzet of met nevenbedoelingen gedaan, niet pessimistische juffrouw of mevrouw Kaatje Met verschuldigde gevoelens enz. de inzender van het kermisberichtje. P Gemeente IERSEKE, van 15 Sept. tot 1 Cct. 1891. Ondertrouwd: Hendrik Baaij, jm. 30 j. en Cornelia Tramper, wed. van Johannes de Koster, 31 j. - Geboren: Cornelis, zoon van Adriaan Lamper en Anna Hartoog. Johannes Willem, zoon van Jo hannes Willem Maghielse en Janna van de Vrede. M] Krijn Pieter, zoon van Marinus de Regt en Lena Janse. Cornelia Jannetje, dochter van Jan van Koe- veringe en Paulina Schouwenaar. Maria, dochter van Johannes Heynsdyk en Jannetje Zoelewey. Cor- l nelis Jacobus, zoon van Jasper Lemson en Jacobs Stevense. Cornelia Catharina, dochter van Jacobus Evertse en Neeltje Kole. Johannes Cornelis, zoon van Johannes van Es en Kornelia Janna Maria van i der Bliek. Jacobus Jan, zoon van Hendrik Leijs D en Janna Danielse. Geerard, zoon van Jan Dekker en Tannetje Huige. Overleden: Elizabeth Wilhelmina, 3 md. dochter van Willem Johannes Harthoorn en Elena Nieuwenhuize. Jacoba Scheele, 33 j. vrouw van - Willem Goeman. Wilhelmina Elizabeth, 3 md. dochter van Willem Johannes Harthoorn en Elena Nieuwenhuize. Maatje, 5 md. dochter van Pieter Yerachuure en Pieternella Ferdinandusse. Neeltje, 9 md. dochter van Dingenis Verschuure en Maatje Slager. Maria Paauwe, 75 j. wed. van Jan Griep, as komt er een aan... Halloo, hoo! Halloo help eens een handje... halooooo!" Ja, goddank, daar kwam er een paar aan, ze hoorden den ouwen ziel, ze hielpen hem op I de been, en ik geloofneen, ik weet I1/, zeker, dat ze hem ook verder hebben geholpen, ia want zoo „menschelijk" zijn de menschen nog wel Maar, met het oog op den winter, die weer komen moet en op zoovele winters, die nog n zullen volgen en op zoovele „ouwe Aries", die r eens „taaie ouwe rakkers" waren, wilden we u vragen, of ge niet nog een paar ouwe eenten zoudt willen geven, om ze voor goed en altoos onder dak en op stal te brengen, want kijk, dat V{ is toch maar waar: „wat oud is, moet op stal." at En die „stal" voor de ouwe zeelui is onze Prins Hendrik Stichting te Egmond, waar al wat f onder hen oud en „rimmetiekig" is, een rustigen ouden dag kan hebben. Och, de arme zielen hebben het zoo noodig. d Denk er eens aan, als ge uw kopje thee J drinkt. Zonder zeelui zoudt ge dat nooit hebben kunnen doen. Haal nu uw beurs eens voor J den dag en - haal er ook wat uit. 0 A. WERUMÉUS BUNING. Bovenstaande schets werd ons toegezonden door het Bestuur der Prins Hendrik Stichting, dat tevens een beroep doet op de algemeene liefdadigheid. Onze Redactie zal zich gaarne mede belasten, bijdragen in ontvangst te nemen en aan hét k Hoofdbestuur op te zenden. 3<

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1891 | | pagina 2