k;
TE LAAT.
te o. 320.
Zaterdag 29 Augustus.
1891.
tl
EN
Wat van het nieuwe minis
terie verwacht wordt.
ei
oc
J. M. C. POT,
Publicatie n.
FEtniLETOH.
Efi
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 8 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
T H O L E N.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
lam.
\og
tter
w
DE,
tdet
ïrd;
Dpli ,n,
ijn
Burgem. der Gem. Tholen/Ierseke, brengt bij
ter kennis van de Ingezetenen, dat bij hem ont-
;en en aan den Ontvanger der Directe Belastingen
invordering is verzonden, bet kohier van het pa-
recht en voor de belasting op het personeel (le.
rtaal) voor het dienstjaar 1891/92, met uitnoodi-
aan een iegelijk wien zulks aangaat, om na
imene kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoe-
te het door hem verschuldigde te kwijten, met
nnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaan-
ide mochten bestaan, binnen drie maanden na
in behooren te worden ingediend.
'holen/Ierseke, den 27 Aug. 1891.
De Burgemeester van Tholen,
C. J. DE V. VAN NOORDEN.
De Burgemeester van lerseke
J. SINKE, Jz. L. B.
Oproeping van verlojgangers.
Burgemeester van lerseke;
lelet op eene aanschrijving van den heer Cominis-
des Konings in deze provincie
oept bij deze op, al de zich in deze gemeente
ndende verlofgangers der nationale militie van
lichting van 1888, behoorende tot het 3de
lent infanterie, met nameADRIAAN VAN
EDENADRIAAN CORNELIS VAN DER
1GHT, CORNELIS PRIEM, allen in garnizoen
Middelburg en CORNELIS JACOB NOUSE, in
lizoen te Vlissingen, tegen den 14 September a. s.,
welken dag zij des namiddags voor vier ure, bij
corps zullen moeten aangekomen zijn, en waar-
zij zich rechtstreeks moeten begeven, voorzien
een order tot opkomst, van hun voor gezien
ekende verlofpas en van al de voorwerpen van
iding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met
it verlof medegenomen, ten einde in werkelijken
st te worden gesteld.
Uit het Duitsch.
Ibui
ictor kreeg zijn stok en langzaam gingen zij
it elkander langs het tuinpad tusschen de
vruchtboomen door, zonder veel te spreken,
it toen zij aan het open veld kwamen, dat zij
moesten steken om het bosch te bereiken,
mnen zij te praten. Het was dan ook zoo
kwaardig rustig om hen heen, dat zij zich des
neer gedrongen voelden om die groote stilte,
:e als een last op hen begon te drukken,
spreken op te heffen. In de trillende
t zweefden en dansten verschijnende en ver-
nende iusekten, de kwartel sloeg in het reeds
Inde koren, en de aren der onafzienbare
nvelden, waaruit hier en daar slechts een
ile boom, aan een lagen wal geplant, te voor-
n kwam, golfden op den adem van het
te koeltje als een licht bewogen zee. „Welk
rust en vrede omgeeft ons hier van alle
a" merkte Victor op, hetgeen Suzanne aan-
ng gaf om plotseling de vraag tot hem te
en„En zijt ook gij eindelijk tot rust en
Wordende zij, voor zooveel noodig, er op gewezen,
dat, zoo zij in gebreke blijven op den bepaalden dag
onder de wapenen te komen, zij, bij hunne latere
opkomst, zooveel langer in dienst zullen worden
gehouden, en dat zij, niet aan de oproeping voldoende,
als deserteur zullen worden behandeld.
En is hiervan afkondiging geschiedt waar het be-
behoort, den 28 Augustus 1891.
De Burgemeester van lerseke
VERBOON.
We hebben nu weder liberale Kamers en een
liberaal ministerie. Wat zullen zij ons geven?
Zullen zij weer den tijd zoek mal" u met onop
houdelijk geharrewar en een eeuwigen strijd over
ondergeschikte zaken? Zal weder ieder zijn zin
willen hebben, en niemand iets toe willen geven,
om toch eens tot de oplossing al was het maar
van een enkel groot vraagstuk te komen, gelijk
er zoo veel aan de orde zijn? Het afgetreden
ministerie, hetwelk zoo dikwijls werkeloosheid is
verweten, heeft ten miuste iets groots gedaan
het heeft de onderwijs-questie tot een oplossing
gebracht, die een steen des aanstoots en een rots
der ergernis was. Laat het nieuwe bewind er een
voorbeeld aan nemen.
Er zijn onder het nu opgetreden ministerie
eminente knappe mannen, en er is werk genoeg.
Wat verhindert hen te werken?
Daar hebt ge bijvoorbeeld het kiesrecht! Drie
jaar lang hebben de liberalen in de oppositie ge
roepen Geeft ons toch een nieuwe kieswet!
Zullen zij, regeeringspartij geworden, nu geven
waarom zij zoo langs machtend verlangd hebben
vrede gekomen, Victor?"
Zonderling dat zij nu juist heden voor de eerste
maal zulk eene vraag tot hem richtte en daardoor
opzettelijk zijn treurig verleden scheen te willen
aanroeren. Hij beschouwde dit als een goed voor
teeken. „Ik heb overwonnen" antwoordde hij,
om er onmiddelijk aan toe te voegen„maar,
dat niet alleen Suzanne, ik ben nieuwe droomen
gaan droomen en voed nieuwe verwachtingen,
die zich aan het verledene vastknoopen en over
alles, alles wat er tusschen dit en het heden ligt
eene brug zullen slaan. Ik koester nieuwe plannen
voor de toekomst Suzanne, ik wilde zoo gaarne
de grondslagen leggen voor een nieuw levensge
luk."
Hij bemerkte zeer duidelijk dat haar den adem
dreigde te begeven en hij zag hoe zij hare hand on
willekeurig tegen het hart drukte. Zij had hem
dus begrepen, hoe zou het ook anders mogelijk
geweest zijn „Suzanne" zeide hij onder het verder
voortwandelen, terwijl zij recht voor zich uitkeek
„mijn huis is zoo eenzaam, mijn kind mist hare
moeder. Wilt gij de nieuwe meesteres van mijne
woning, wilt gij de moeder van mijn kind
worden
Een diepe zucht perste zich uit hare borst en
tegelijk schudde zij langzaam het hoofd, zonder
hem aan te zien. Daarop zeide zij zacht, alsof
Den afgetreden minister van financiën is gedurig,
en te recht, verweten, dat hij niets deed. Hij
ging door voor een kundig man. Zijn opvolger
eveneens. Zal het weer den zelfden weg opgaan,
en zullen wij weer een heele vierjarige periode
moeten voortsukkelen met een ellendig stel be
lastingen? De oplossing is moeilijk, nog moei
lijker dan die van het kiesrecht, maar laat er ten
minste een poging gewaagd worden. Het zal
waarlijk den nieuwen minister niet moeilijk val
len om zijn voorganger te overtreffen. Maar dat
mag men dan ook met recht van hem eischen.
Men mag wel stellen, dat de meerderheid in het
land voor het minst de meerderheid der liberalen
een progressieve inkomstenbelasting vraagt, die
het roerend vermogen treft. Zal het nieuwe
kabinet het aandurven?
Aan het arbeiders-vraagstuk is door minister
Ruijs niet ongelukkig gewerkt, at blijft er nog
genoeg te doen over. Welnu, laat de nieuwe
titularis, die onder de kundigsten van het nieuwe
achttal gerekend wordt, den afgebroken draad
hervatten. Hij heeft het heft in handen om den
langzaam wassenden, maar reeds ontzag inboe-
zemenden stroom der sociaal-democratie of wat
daar op gelijkt, op vreedzame wijze tot staan te
brengen. De arbeiderspartij stelt vele eischen,
die door de mannen der economische wetenschap
en de liberale partij als rechtmatig beschouwd
worden. Als het den nieuwen minister van justi
tie gelukken mocht daarvoor inwilliging te er-
laDgen, dan zou hij daardoor op de eenvoudigste
en natuurlijkste wijze het dolzinnige in de theo-
riën van Domela Nieuwenhuis en zijn kornuiten
onschadelijk maken en gezonde propaganda voor
het liberalisme maken onder dat deel van het
volk, dat waarschijnlijk binnen korten tijd het
kiesrecht zal verwerven.
En leerplichtHet ministerie-Mackay heeft
zij slechts tot zichzelve sprak„Zoo is dit oogen-
blik toch gekomen, het mocht mij dus niet be
spaard worden
Hij keek haar aan, want hij begreep haar niet.
Instinktmatig gevoelde hij slechts dat hij te ver
geefs gedroomd en gehoopt had, maar tegelijk
drong het zich aan hem op dat hij de vrouw aan
zijne zijde, zonder het te willen, een groot leed
had veroorzaakt. Hef was hem echter niet dui
delijk hoe de door hem gesproken woorden deze
uitwerking konden hebben. Gedurende eenige
seconden gevoelde hij zich ten prooi aan eene
felle smart; eene gewaarwording van koude maakte
zich van hem meester, alsof plotseling iets in hem
was uitgedoofd, dat tot hiertoe als eene heldere,
zuivere vlam in zijn binnenste gebrand had-
„Suzanne," zeide hij met bevende stem, „hebt
gij mij niets te antwoorden?"
„Met de puinhoopen van je levensgeluk,"
dus viel zij hem in de rede, „kan ik mij niet
meer tevreden stellen, Victor, nu ik eenmaal
zoo zeker verwachtte, dat gij mij in de volle kracht
van je jeugdig leven aan je zijde zoudt geroepen
hebben, nu ik eenmaal geloofde, dat gij mij
noodig hadt om je bestaan helder en beteeke-
nisvol te maken, nu ik eenmaal meende dat ik
zoo noodzakelijk in je leven paste als de zon in een
helderen zomerdag. Begrijpt gij dat niet, Victor
er niet aan gewild; zal het nieuwe kabinet beter
inzicht en hooger moed hebben? Zal het, zonder
de bezwaren gering te achten, en die zooveel
mogelijk verzachtende en wegruimende, eindelijk
begrijpen, dat al het gepreek en geleeraar voor
groote menschen ellendig stukwerk is en dat
men beginnen moet met het begin, dat is met
het kind? Al de zedelijke en stoffelijke ellende
van de vele eeuwen, waarvan de geschiedenis
gewaagt, zij kwam voor het grootste deel voort
uit domheid, ruwheid, onbeschaafdheid, knecht
schap en kindschap, tegen al hetwelk geen dam
is op te werpen, als algemeen onderwijs en
opvoeding het niet doen kunnen. Preek bijv. maar
zooveel gij wilt tegen het onmenschelijke van
den oorlog, zoo lang het volk dat zelf niet
inziet en waardiglijk en cordaat weigert te
moorden, zoolang zal er aan die menschen-
slachterij geen einde komen. En van waar zal
het volk dat beter inzicht en het vereischte
humaniteitsgevoel erlangen als het hun niet op
de school als met den paplepel wordt ingegeven?
De godsdienstGoed, maar de godsdienst
kan het niet alleen, dat bewijzen reeds meer
dan veertig eeuwen. Met leerplicht zal men
ook niet de volmaaktheid bereiken, maar zonder
leerplicht gaat het zeker niet.
We zouden ook nog over den krijgsdienst
kunnen spreken, die zoo nabij eene tamelijk
bevredigende oplossing was, doch de lezer zal
al begrijpen, dat de nieuwe regeering niet be
hoeft te vragen: Wat zullen wij nu toch eens
uitrichten?
Het volk heeft in Juni tamelijk duidelijk te
kennen gegeven dat het niet van een politiek
van stilzitten gediend is. Het meerendeel wil
vooruit, de liberale baan op. De hemel geve,
dat de volksvertegenwoordiging en het nieuwe
bewind dien wenk gehoorzamen.
Toen gij mij achteloos zijt voorbij gegaan als een
wandelaar, die naar eene bij uitstek fraaie bloem
zoekt, en daarom geen acht slaat op de minder
schoone planten op welke zijn oog sinds de kin
derjaren gerust had, toen hebt gij voor altijd in
mij het aangenaam zelfbewustzijn gedood, dat
mij eens zulk een duizendvoudig geluk voor
spiegelde, en ik zoude er nu zelfs niet meer aan
kunnen gelooven, dat ik je gelukkig kon maken,
omdat gij daaraan niet geloofd hebt. Ziet gij dan
niet in, Victor, dat je wensch om mij nu nog te
bezitten op mij een onaangenamen indruk maakt,
dat het mij grieft, omdat gij, die mij eens niet
waardig keurdet je levensgezellin te zijn, toen gij
nog in den bloei van je leeftijd waart, mij thans
dit voorstel doet waar het eenzaam en treurig
om je heen is geworden? Begrijpt gij dan niet,
Victor, dat mijn vrouwentrots, het eenige en
laatste wat ons nog blijft, als men den schat
onzer liefde versmaad heeft, het niet toelaat om
nu de plaats van eene andere iu te nemen, aan
wie gij de voorkeur gaaft, toen ik op u alleen
mijne hoop vestigde, toen ik mijne jeugd alleen
om u in droomen en verlangen deed opgaan?
Neen, Victor, geloof mij, het is geen wraak, die
ik neem; deze woont niet in mijn hart, evenmin
thans, als in den tijd toen ik hoorde hoe ellendig
gij er aan toe waart. Nog eens Victor, wraak