Levenslust. ^o. 314. Zaterdag 18 Juli. 1891. EN J. M. C. POT, Publicatie n. m FEUILLETON. ZIJNE MOEDER. lERSEKSO :de Thoolsche Courant, Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: T H O L EN. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. OPROEPING VAN VERLOFGANGERS IN WERKELIJKEN DIENST. De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat verlofgangers, wier namen hieronder zijn ver- 134 leid, op het achter hunnen naam aangegeven tïjd- het lip, in werkelijken dienst worden opgeroepen, om in en wapenhandel te worden geoefend. Carel Johanne9 de Leeuwen, Anthonie de Korte, ieter Marinus Nelisse, Abraham Gerrit de "Wilde, chting 1887, 3e reg. infanterie, op 17 Augustus 891, de eerste te Middelburg, de overigen te Bergen Zoom; Jacob van Dijke, lichting 1888. reg. ■enadiers en jagers, op 10 Aug. 1891, te 's Graven- Ei* ageJan Braai, lichting 1888, 3e reg. infanterie, 14 Sept. 1891, te Bergen op Zoom; Johannes isparis Avé, lichting 1889, 4e reg. vesting-artillerie, 7 Sept. 1891, te Willemstad; Jacob van Stee, chting 1889, 3e reg. infanterie, op 28 Sept. 1891, Middelburg; Marinus Coinclis Quist, lichting 1889, e reg. infanterie, op 28 Aug. 1891, te Middelburg; omraarus van der Linde, lichting 1888, korps pon- inniers, op 10 Aug. 1891, te Dordrecht. De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen dat zij zich daags vóór hun vertrek des voor- liddags tusschen 10 en 12 uur ter Gemeente-Secre- vcrvoegen, ten einde op hunne verlofpassen oor den Burgemeester den dag van vertrek te doen srmelden en inlichtingen te ontvangen aangaande reis; 2e. dat zij op de aangegeven dagen, in nïform gekleed cn voorzien van hunne verlofpassen, Israedo van al de bij hun vertrek met groot verlof i£|e| ledegenomen voorwerpen van kleeding en uitrusting, ij hunne korpsen zijn aangekomen des namiddags óór 4 uren, of op het uur, door den Burgemeester bepalen. Ingeval ziekte hunne opkomst mocht verhinderen, loeten zij hiervan zoodra mogelijk door eene op tzegeld papier geschreven en te legaliseeren genees- andige verklaring ter Gemeente-Secretarie kennis Bven. Het niet ontvangen eener bijzondere oproeping iet 671 Naar het Fransch. Den volgenden dag, terwijl Henri met den immandant het middagmaal gebruikte bracht ervais een brief voor hem. Dat is zeker de aanstelling" zeide de com- andant „want ik zie aan het schrift dat het van l0p lijn vriend Blaisot is. Maak hem dus spoedig pen, want ik ben waarlijk nieuwsgierig wat hij ihrijft. Henri opende den brief en las vluchtig den orten inhoud „Over een maand kan ik aan de fabriek geplaatst orden," zeide hij, van zijn stoel opstaande laarWat heb je bij zoo'n spoedige be- oeming nog voor een maar," vraagde de com- andant. ,,Ik kan mijne moeder niet meebrengen," ichtte Henri. „Het salaris is zoo gering, dat. ik Rfr nauwernood voor mij zeiven genoeg heb." De commandant fronste het voorhoofd, doch irak Henri moed in, hem verzekerende dat anneer hij met lust en ijver op de fabriek werk- ontheft den verlofganger geenszins van zijne ver plichting tot opkomst onder de wapenen, daar deze Bekendmaking alléén als bewijs geldt, dal de verlof ganger behoorlijk is opgeroepen. Tholen, den 18 Juli 1891. De Burgemeester, C. J. DE V. VAN NOORDEN. BEKENDMAKING. De Burgemeesters der gemeenten Tholen|Ierseke gezien de circulaire van den Commissaris des Konings in deze provincie van 6 Juli 1891 A no. 505/1, le Afdeeling; maken bekend, dat do verbodsbepalingen tegen het vangendooden en vervoeren van de bonte kraai, de roek, de kauw, kerkkauw, torenkauw, torenka, de huismusch, de ring- musch, boom-, berg- of veldmusch, voor de geheele provincie Zeeland worden opge heven, cn zulks van 7 Juli 1891 tot en met 31 Maart 1892. Terwijl, volgens art. 5 der wet van 25 Mei 1880 (Staatsblad no. 89) tot bescherming van diersoorten, nuttig voor landbouw of houtteelt, het slechts is vrijgelaten de genoemde vogels, evenals al de overige beschermde dieren, te vangen of te dooden, wanneer zij zich bevinden helzy op, aan of in eene woning of op het daarbij behoorende afgesloten erf, hetzij in tuinen, fruitboomgaarden of kweekerijen, zal van 7 Juli 1891 tot en met 31 Maart 1892 het van gen of dooden van de bovengenoemde vogels overal, ook op het veld, zijn vrijgelaten, daar die vogels ge durende dezen termijn in dit opzicht niet meer als beschermd zijn aan te merken. De bepalingen der wet van 13 Juni 1857 (Staats blad no. 87) tot regeling der jacht en visscherij blijven evenwel ten volle van kracht. Daar art. 20, 2de alinea dier wet straf bedreigt tegen hem die, zonder daartoe bevoegd te zyn, zich met geladen schietgeweer in het veld bevindt, wordt er met nadruk de aandacht op gevestigd, dat het dooden der genoemde diersoorten in het veld door middel zaam was, dit zeker door den heer Blaisot zou opgemerkt worden en naar waarde beloond. „Ik ben u zeer dankbaar, mijnheer Beraud," zeide Henri eindelijk, „maar voor ik een besluit neem, wil ik eerst mijne moeder raadplegen. Ik verf rek dus morgen weder naar Parijs en zal vandaar don heer Blaisot schrijven, en u den inhoud van mijn brief laten weten. Hoewel de commandant hiertegen in verzet kwam en Henri het leven aan de fabriek telkens schooner voor spiegelde met het oog op Henri's toekomst, toch scheen al zijn praten geen invloed uit te oefenen en bleef hij bij zijn besluit. Dien dag was Henri zeer afgetrokken; het leven drukte hem als 't ware loodzwaar bij de gedachte dat hij zijne moeder, die reeds zooveel leed had doorstaan, nog niet kon verblijden met de tij ding dat hij in staat was voor haar te zorgen en haar droevig leven door de dagelijksche be wijzen zijner liefde eenigzins te veraangenamen. Hij gevoelde bijna spijt dat hij den dienst ver laten had, overtuigd als hij was, dat hij zich aan het eentonige dorpsleven, nog niet eens zoo ge makkelijk gewennen zou. Na den middag begaf Henri zich met den com mandant in den tuin; de frissche lucht deed hem goed en weldra liep het gesprek weder over de fabriek en deed de commandant nogmaals alle van schietgeweer alléén mag geschieden door hen, die, hetzij in open jachttijd krachtens eene groote jacht akte, hetzij krachtens eene buitengewone machtiging, bedoeld in art. 26 van genoemde wet, bevoegd zijn zich met geladen schietgeweer in het veld te bevinden. Tholen,/lerseke 13 Juli 1891. De Burgemeester van Tholen, A. VAN DER BURGHT. 1. b. De Burgemeester van lerseke VERBOON. INVORDERING S RIJKS DIRECTE BELASTINGEN. De Burgemeester der Gemeente lerseke, maakt be kend, dat het kohier no. 1 van het Patentrecht over het dienstjaar 1891192 .invorderbaar verklaard op den 13cn Juli 1891, aan den Ontvanger ter invordering is ter hand gesteld en ieder daarop voorkomende be lastingschuldige verplicht is zijnen aanslag, op den by de wet bepaalden voet, te voldoen, lerseke, 16 Juli 1891. De Burgemeester van Yerseke, VERBOON. Er zijn menschen, die alles somber en zwart inzisn, die altijd wat te klagen en te zuchten hebben, die het verleden betreuren, voor de toe komst beven, en het heden ongemerkt laten voor bijgaan. Voor hen schijnt de zon nooit helder genoeg zij ontwaren reeds in het verre westen het kleine stipje, dat zich tot een gevaarlijke on weerswolk zou kunnen ontwikkelen; en elke ontwakende blijde hoop wordt steeds omzweefd door honderd angstige „als" en „maars". Waar lijk, zulke menschen hebben het zwaar te ver antwoorden in het leven, of veeleer, zij maken moeite om hem te bewegen de betrekking aan te nemen alvorens hij naar Parijs vertrok. vIk begrijp uwe goede bedoeling," zeide Henri, „maar ik kan er niet toe besluiten voor ik mijne moeder geraadpleegd heb." „Welnu, vervolgde de commandant, indien gij reeds morgen wilt vertrekken, heb ik nog iets mee te deelen." „Moet ik nog meer treurigheid vernemen," vraagde Henri, met een zucht. „Oordeel zelve. Toen ge ongeveer 10 jaar oud waart werd ge zeer ongesteld en daar uwe ziekte bpsmettelijk was, mocht uwe moeder u niet bezoeken en moest de zorg van haar kind aan vreemden overlaten. Ge begrijpt hoe vreeselijk dit voor haar was, en daar ik destijds nog eene zuster bij mij had, besloot ik u bij ons te nemen ter gerust stelling uwer moeder. Toch bleek de ziekte niet van zoo ernstigen aard te zijn, als de dokter eerst meende en na enkele dagen was het gevaar geweken, doch nu werd mijn zuster in veel heviger mate door dezelfde ziekte aangetast, waaraan zij weldra bezweek. Ik gevoelde mij destijds ook tamelijk onwel doch verzette er mij zooveel mogelijk tegen. Toen mijne zuster over leden was, kreeg uwe moeder eindelijk verlof haar kind te bezoeken, doch nauwelijks was zij een dag bij ons of ik kreeg zulke zware koortsen het zichzelf ontzaglijk zwaar, en niet alleen zich zelf, maar hun geheele omgeving. Zoüder vreugde, zonder licht en zonneschijn is geen enkel men- scheuleven; geen enkele dag gaat voorbij, waar op ons niet iets goeds óf liefs óf verblijdens ten deel valt. De rechte levenskunst bestaat daarin, dat te ontdekken en dankbaar te genieten. Velen wier bezigheden en beurs het slechts eenigszins toelaten, maken grootere of kleinere uitstapjes; en dat is zeer goed, want het wekt den mensch op en geeft hem nieuwen lust en ijver voor zijn dagelijkschen arbeid. Wie het maar verstaat op de rechte wijze te werken en te ge nieten, die bezit de ware levenslust, het wonder- elixer, dat hem steeds frisch, opgewekt en jong doet blijven. Daarom is het een gewichtige zaak, onze kin deren deze belangrijke kunst te leerenhet bezit daarvan maakt hen rijker dan dat van geld en goed, die niet altijd geluk met zich brengen. Maar hoe leeren wij hun dankbaar de kleinste genoegens op te merken en ze met volle waar deering te genieten? Daar is ook weer een goed voorbeeld de beste leermeester. Daar kan het voorbeeld der moeder oneindig veel goeds stich ten; het leert de kinderen vergenoegdheid en te vredenheid veel eerder, dan duizend woorden en vermaningen. De moeder maakt de kinderen op merkzaam op het een en ander, roemt in den winter dankbaar de warme kamer, waarin zij het zooveel beter hebben dan arme kinderen, of toont hun in het voorjaar de ontelbare wonderen in de ontluikende natuur; zij maakt vaders ver jaardag tot een wel is waar bescheiden, maar toch klein familiefeest, waarop men zich lang te voren verheugt, en weet in 't algemeen aan het leven in den hniselijken kring die bekoring te verleenen, die alles verguldt en verwarmt en het afschijnsel van dien inwendigen zonneschijn is, die haar hart zoo rijk en liefdevol, zoo voortdu- dat ik te bed moest blijven en de dokter uwe moeder bijna smeekte mij op te passen, daar hij anders voor mijn leven vreesde. Zij bleef, hoe wel zij hierdoor hare betrekking verloor en toen ik langzamerhand herstelde en zij besloot weder in eene betrekking te gaan, stelde ik haar voor bij ons te blijven en beloofde ik haar, indien zij tot een huwelijk inet mij besluiten kon, u als mijn kind aan te nemen cn erfgenaam te maken. Een oogenblik aarzelde zij't was misschien bij de gedachte dat zij dit offer moest brengen ter wille van haar kind, maar die aarzeling duurde niet lang en zij weigerde. Hier hield de commandant even op en pinkte een traan weg. z/Dit kan ik mij van mijn goede moeder voor stellen," zeide Henri. Zij heeft gemeend dat u haar uit medelijden ten huwelijk vroeg, doch ik kon mij zoo voorstellen dat 't haar strijd heeft gekost bij de gedachte dat zij hierdoor haar kind onttrok aan de smet die op hem rustte; en tevens zijn toekomst verzekerde, toch gevoel ik thans nog meer achting en liefde voor mijne moeder. z/lk heb haar altijd met geheel mijn ziel lief gehad," zeide de commandant met een zucht, doch nimmer durfde ik later miju aanzoek her halen en toch

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1891 | | pagina 1