.tl
No. .307.
Zaterdag 30 Mei.
1891.
EN
J. M. C. POT,
fi heer J.H.C. HEIJSE
Public a tien.
FEUILLETON.
De Hertogsmoorder.
De Rekening opgemaakt.
p B
C
IERSEKSCHE
Thoolsche Courant,
ijs per
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag,
maanden, franco per post 65 cents.
i >or het buitenland 90 cents.
ngezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholen.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
rieidL
Burgemeester der gemeente Tholen brengt bij
ter kennis van de ingezetenen, dat bij hem
igen en aan den Ontvanger der Directe Belas
ter invordering ia verzonden, het kohier voor
ïerd lasting op het personeel en het kohier van het
recht (4e kwartaal) voor het dienstjaar 1890|91
ïitnoodiging aan een iegelijk wier. zulks aan-
om na bekomene kennisgeving van zijnen aan
ten spoedigste bet door hem verschuldigde te
met herinnering tevens, dat de bezwaren,
dienaangaande mochten bestaan, binnen drie
len na heden behooren te worden ingediend,
olen, 26 Mei 1891.
u rg
oh
de aanstaande verkiezing voor een Lid
'weede Kamer bevelen wij ten zeerste aan
Mkzee, Lid van Gedeputeerde Staten
van Zeeland.
eft de heer HEIJSE zich om den wil van
leginsel candidaat doen stellen, dat de
le kiezers nu toonen dit op hoogen prijs te
door flink ter stembus op te komen.
rgem. en Weth. van de gemeenten Tholen|Ierseke
op art. 1 van het besluit van den Commissaris
8,1' [onings in deze provincie, van den 11 Mei
(Provinciaal blad no. 54).
wittigen bij deze de verlofgangers van de Mi-
e land, onverschillig tot welke lichting zij be-
n, voor zoo \er zij voor den 1 April 1891 in
enot van onbepaald verlof zijn gesteld en zich
:ze gemeente bevinden, dat die voor Tholen
op Maandag den 15 Juni 1S91, des voor
ga ten 10 ure te Tholen, en die voor lerseke op
Dinsdag 16 Juni te Kapelle zich voor het gemeentehuis
zullen moeten vervoegen, voorzien van de klecding- en
uitrustingstukken, van hun zakboekje en van hun
verlofpas, om aldaar door den Militie-Commissaris
te worden onderzocht.
Wordende een ieder wien zulks aangaat, ernstig
aangemaand, orn zich ten voorsc.hre\en dag, uur en
plaats te doen vinden, ten einde zich niet bloot te
stellen aan de straffen bij de wet bedreigd.
Gedaan te Tholen, den 30 Mei 1891.
Burgemeester en Wethouders van Tholen
C. J. DE V. VAN NOORDEN.
De WethouderA. VAN DER BURGHT.
Burgemeester en Wethouders van lerseke,
VERBOON.
De Secretaris, J. A. GEILL.
9)
Novelle.
:nige uren daarna kwam Eduard, die op een
ed in eene tent was gelegd en verbonden,
imen tot zichzelven.
Vat is met mij gebeurd?" vroeg hij.
je heer," antwoordde een zijner ede
len heeft getracht u te vermoorden."
Veet men ook wie de schuldige is?" hernam
net zwakke stem.
heer! het is Herman Bier van Heeze
eeft het zelf beleden; hij zit reeds gevangen."
Rechtvaardige hemel, hijstamelde de her
en verviel in nadenken,
ij zult nog herstellen, heer!" hernam de
„gij zult herstellen, om de vruchten der
rrijke overwinning te genieten,
tieenszinsik zal sterven, dit gevoel ikmaar
mijn bevel ten opzichte van den schuldige,
deel het anderen medeik wil dat Herman
worde losgelaten, en zoo ik sterf, raag hem
BERICHT AAN ZEEVARENDEN.
Schietoefeningen uit de forten bij den Hoek van Hol
land, te IJmuiden en op de Rarssens.
De Burgemeesters van Tholen en lerseke brengen
ter kennis van zeevarenden, dat het voornemen bestaat
gedurende de daarbij aangegeven tijdvakken, schiet
oefeningen te houden als volgt:
1. Van 20 Juli tot en met 25 Juli a. s. op het
fort bij den Hoek van Holland in Z. W. richting,
op een schijf geplaatst aan de Z. zijde van den
Nieuwen Rotterdamschen Waterweg, op ongeveer
2000 M. van het fort.
2. Van 27 Juli tot en met 1 Augustns a. s. op
het fort te IJmuiden op een gesleepte schijf in zee
binnen een sector, waarvan het middelpunt in den
koepel ligt en die begrensd wordt door de richtin
gen Z.W. en N.W.
Met een der mitrailleurs zal gedurende dien tijd
op een schijf in N. W. richting gevuurd worden.
3. Van 3 Augustus tot en met 8 Augustus a. s.
van het fort op de Harssens op een gesleepte scbijf
in het Marsdiep, binnen een sector, waarvan het mid
delpunt ligt in den W. koepel en die begrensd wordt
door de richtingen N.O. en N.N.O.
De Burgemeester van Tholen,
C. J. DE VULDEll VAN NOORDEN.
De Burgemeester van lerseke
VERBOON.
Kleinhandel in Sterken drank.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Tholen
maken bekend, dat onder dagteekening van den 28
Mei 1891 bij hen is ingekomen een verzoekschrift
van Jacob Vermeulen, van beroep schipper, wonende
te Tholen om vergunning tot het verkoopen van ster
ken drank in het klein in deze gemeente, in de vol
gende lokaliteit: Wijk C, no. 319 aan de kaai, thans
bewoond door de wed. L. J. Marico.
Afgekondigd en aangeplakt te Tholen, den 30 Mei 1891,
ter invordering is ter hand gesteld, en ieder daarop
voorkomende belastingschuldige verplicht is zijnen
aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen.
Afgekondigd en aangeplakt le lerseke den 19
Mei 1891.
De Burgemeester van Yerseke,
VERBOON.
BEKENDMAKING VERKIEZING.
De Voorzitter van den Raad der gemeente Tholen
maakt bekend, dat op Dinsdag den 9 Juni aanstaande,
eene verkiezing zal gehouden worden voor een lid
van de 2e Kamer der Staten-Generaal ten gevolge van
de periodieke aftreding van Mv. L. W. C. Keucheniüs.
volgende bepalingen der Kieswet worden hier
bij in herinnering gebracht: Art. 37 (2e zinsnede;
Den kiezer, die zijn stembrielje verloren, of er geen
ontvangen heeft, wordt gelegenheid verschaft, om er
ter Gemeente-Secretarie een te bekomen. Art. 38
(lezinsnede). De inlevering van hetstembriefje geschiedt
in de Gemeente, waar de kiezer op de kiezerslijst is
gebracht. Art. 39. Het stembrielje, schriltelijk in
gevuld, wordt door den kiezer in persoon op de plaats,
voor de inlevering bestemd, in de aldaar aanwezige
stembus gestoken. Art. 47. Tot de slembus wordt
niemand toegelaten, dan die, volgens de laatst geslo
ten kiezerslijst, bevoegd is lot de keuze mede te wer
ken. Art. 61 (le zinsnede). Van onwaarde zijn de
briefjes: die het vereischte zegel missen; die onder
teekend zijn; geen persoon duidelijk aanwijzen; niet
ingevuld zijn; andere stembriefjes omvatten, of daar
aan opzettelijk zijn vastgehecht.
Burgemeester en Wethouders van Tholen,
C J DE V. VAN NOORDEN, Burgemeester'
A VAN DER BURGHT, Wethouder
evenwel nimmer door iemand één haar gekrenkt
worden."
„Maar, genadige heer, het geheele land zal
verontwaardigd zijn en den moordenaar vloeken.
Het is ongehoord, dat zulk een kwaaddoener
losgelaten worde/'
„Het is mijn wil," hernam de gewonde,
eenigzins ongeduldig.
Dit bevel des hertogs werd volvoerd. Herman
werd ontslagen en het ten zijnen opzichte door
den hertog bevolene alom bekend gemaakt.
Drie dagen heeft Eduard van Gelder nog ge
leefd. Toen nam de dood hem den overweldigen
scepter uit de handen.
Het was den dag na Eduard's dood, dat voor
het slot Nyenbeek een ruiterstoet stilhield, waar
bij zich de voornaamste edelen der vroegere
Heekersche partij bevonden. Zij geboden op
hoogen toon de brug neder te laten.
„Volgens des hertogs bevel mag niemand hier
worden toegelatenriep men van binnen.
„Als gij Eduard bedoelt," antwoordde een der
edelen, „die is gisteren gestorven. Reinold
is weer hertog van Gelder, en wij komen om
hem het eerst op nieuw te huldigen."
Dit verrassend bericht werd dadelijk den slot-
Invordering 'sBijks directe Belastingen.
De Burgemeester der gemeente lerseke maakt be
kend, dat het kohier no. 5 voor de belasting op het
personeel en van het patentrecht, over het 4e kwartaal
van het dienstjaar 1890)91, invorderbaar verklaard
op den 16 en 21 Mei 1891, aan den ontvanger
voogd overgebracht, die aanstonds aan de poort
verscheen. Het klonk hem ongeloofelijk. Doch
daar zag hij ook Wouter van Voorst, wien hij
van vroeger gemeenzaam kende, onder de edelen.
„Heer Wouter," riep hij, „verzekert gij mij
op uwe riddereer, dat het waarheid is wat men
daar zegt?"
„Ik verzeker u op mijne riddereer," was het
antwoord, „dat Eduard, dien gij hertog noemdet,
niet meer leeft, en dat wij heer Reinold als
onzen wettigen heerscher op nieuw komen hul
digen."
De brug viel neder, en dreunend reden de
edelen haar over, en het slotplein op.
Men snelde naar den toren, die Reinold ter
woning verstrekte. Roderik ontsloot de deur,
en de edelen traden binnen. Heer Wouter ging
voorop, en voor Reinold nederknielende, sprak
hij: „Heer Reinold, ontvang op nieuw onze hulde
als wettigen hertog van Gelder, dat gij altijd
geweest zijt. Eduard leeft niet meer!" En de
andere edelen volgden allen zijn voorbeeld.
Diep getroffen, raaar toch niet bovenmate ver
baasd, zag Reinold dit aan.
„De voorspelling wordt vervuld," sprak bij
mompelend bij zichzelventoen zich tot de ede-
Nu het eerste 4-jarig tijdperk der Tweede
Kamer-vertegenwoordiging volgens de huidige
grondwet, en tegelijk daarmee de eerste periode
van de aera van het christelijk bewustzijn ver
streken is, maken de kiezers de rekening op van
hetgeen beloofd en gegeven is, van wat verwacht
werd en vervuld is geworden.
Vindt gij dat goed? Dwaze vraag! De nieuwe
staatkundige beginselen zijn reeds zoo in ons
vergroeid, dat twijfel aan het recht van reken
schap te vragen aan Ministers en Volksver
tegenwoordiging als eeD beleediging zou aange
merkt worden.
En toch wordt gewoonlijk vergeten, dat dit
niet altijd zoo was, en gedenkt men niet meer
het bloed en de tranen, waarmee dat recht
gekocht is, hoewel maar een spanne tijds ons
scheidt van den strijd, die den volken dat recht
verworven heeft. En wat niet minder af te
keuren is, men vergeet, wat zeg ik men weet
niet eens aan wie wij dat voorrecht te danken
hebben.
Wilt gij het weten? Dat hebben ons de
liberalen geschonken, en gekocht voor hun eigen
goed en bloed. Zou die wetenschap ook een
plicht van dankbaarheid in zich besluiten?
Doch dit in het voorbijgaan.
De 4 jaren zijn dan om, en als wij nu vragen
wat werd er bij het begin van dat tijdperk
beloofd, dan slaan wij eerst de troonrede op,
den len Mei 1888 uitgesproken. Daar wordt
in het vooruitzicht gesteldeen schoolwet reke-
len wendende, zeide hij
„Zijne ziel zij bij God; moge die hem verge
ven wat hij mij en het land gedaan heeft, gelijk
ik hem op dit oogenblik vergeef! Ik dank u, edele
heeren, voor uwe trouw. Het is dan Gods wil,
dat ik nogmaals mijne wettige macht herneem.
Ik zal mij daarnaar voegen, en reken op uwe
ondersteuning."
„Nu, edele hertog," zeide heer Wouter, nadat
men Reinold de omstandigheden van Eduard's
dood had medegedeeld, „spoeden wij ons van
hier! Het is lang genoeg dat gij in dezen
ellendigen toren versmacht. Thans heeft het
uur der bevrijding geslagen
*Dat gaat niet, heerenantwoordde
Reinold. „Men heeft, listig genoeg, de deur zoo
nauw gemaakt, dat zij slechts een gewoon
lichaam doorlaat, en gij ziet hoe ik door de gedwon
gen bewegeloosheid ben uitgedijd."
Dat bezwaar was niemand der edelen ingevallen.
„Geen noodriep heer Wouter. „Laat spoedig
houweelen brengen!" gebood hij den slotvoogd;
//wij willen alle. helpen, om onzen hertog te
bevrijden."
De jongere edelen kn>jden een glimlach niet
onderdrukken. Zoodra de dienaren het noodige