Onze Jachtwet.
No. 295.
Zaterdag 7 Maart.
1891.
EN
J. M. C. POT,
-
Publicatiën.
in
rs
ie,
FEUILLETON.
De Hertogsmoorder.
r>
slee
U
IERSEKSCHE
Thoolsehe Conrant,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
1 Voor het buitenland 90 cents.
rltm Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
lam het bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
T H O L E N.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
NAllONALE MILITIE.
)e eerste zitting van den Militieraad zal voor
gemeente lerseke gehouden worden op Dinsdag
17 Maart 1891, voor de gemeente Tholen op
lensdag den 18 Maart 1891, des morgens te 10
in het gewone lokaal in de Abdij te Middel-
rg-
Die zitting is bestemd tot het doen van uitspraak
trent de vrijwilligers voor de militie, de lo'elingen,
redenen van vrijstelling hebben ingediend, de
ïlingen bij artt. 55 en 56 der wet bedoeld, en
overige lotelingen.
:n uln persoon moet voor den militieraad verschijnen
vrijwilliger voor de militie, de loteling die vrij-
lling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of
.reken, of wegens gemis van de gevorderde lengte.
ïersekejTholen, den 23 Februari 1891.
Burgemeester en Wethouders van lerseke
J. SINKE, Jr. l.b.
De SecretarisJ. A. GRILL, l. s.
Burgemeester en Wethouders van Tholen,
C. J. DE V. VAN NOORDEN, Burgemeester.
A. VAN DER BURGHT, Wethouder.
DK.
door den burgemeester den dag van vertrek te doen
vermelden, en inlichtingen te ontvangen aangaande
de reis2o. dat zij op de aangegeven dagen, in
uniform gekleed en voorzien van hunne verlofpassen,
alsmede var al de bij hun vertrek met groot verlof
medegenomen voorwerpen van kleeding en uitrusting,
bij hunne korpsen zijn aangekomen vóór vier uren
na den middag.
Verder wordt hun medegedeeld, dat, ingeval ziekte
hunne opkomst mocht verhinderen, zij daarvan zoo
dra mogelijk, door eene op gezegeld papier geschreven
en behoorlijk gelegaliseerde geneeskundige verklaring,
ter gemeente-secretarie moeten doen blijken.
Het niet ontvangen eener bijzondere oproeping ont
heft den verlofganger geenszins van zijne verplichting
tof opkomst onder de wapenen, daar de tegenwoor
dige kennisgeving eenig en alleen als bewijs geldt,
dat de verlofganger behoorlijk is opgeroepen.
Tholen, 28 Februari 1891.
De Burgemeester van Tholen
C J DE VULDER VAN NOORDEN,
Oproeping van Verlofgangers in tcerkelijken dienst.
'e Burgemeester der gemeente Tholen
ngt ter kennis van onderstaande verlofgangers der
thting 1886, dat zij worden opgeroepen om op de
;en, hieronder vermeld, onder de wapenen te
(men, en het aan hen verleend verlc f alzoo wordt
;etrokken
[Cornelis Johannes Liebaart en Johannis Deurloo
9 Maart (garnizoensplaats Bergen op Zoom). Jan
;rinus de Jonge op 6 April (garnizoensplaats Mid-
burg). Ambrosius Bernardus Roman, Micbiel van
jffelen, Johannis Beijedictus van Eekelen en Maiinus
'ince op 9 Maart 1891 (garnizoensplaats Bergen
Zoom).
enlDe opgeroepen verlofgangers zullen zorgdragen lo.
zij zich daags vóór hun vertrek ter gemeente-
Itretarie vervoegen ten einde op hunne verlofpassen
i ba
lij
lOllt
U!
•AG
Novelle.
Voor den stedeling moge de jachtwet een
onbekend iets zijn, niet alzoo voor den platte
landsbewoner, die daarmee soms nog al eens in
aanraking komt, wanneer hij zich bewust of
onbewust aan eene kleine overtreding heeft
schuldig gemaakt. Het laat zich begrijpen, dat
op grond daarvan, de jachtwet velen onaange
naam, en een doorn in 't oog is, want menig
landbouwer ondervindt er den last van, of heeft
zich over de onbillijkheid dier wet te beklagen.
Geen wonder is het dan ook, dat deze of gene
landbouwer kwalijk gemutst is, wanneer hij
het maar lijdelijk moet aanzien, dat het wild
zich met de opbrengst zijner landerijen voedt,
en dat hij dit alleen raag bemachtigen of dooden,
wanneer hij daartoe van het Rijk de vergunning
koopt, in den vorm eener jacht-acte, die f21
kost. En dit kan zelfs dos maar alleen dan
geschieden, wanneer zijne landerijen niet ge
legen zijn, daar, waar nog heerlijke jachtrechten
gelden; want, waar de gronden met die jacht
rechten bezwaard zijn, baten geen acten; daar
moet men geduldig afwachten, dat het den
eigenaar der jacht behaagt, een weinig schrik
onder het ongedierte te brengen, of, dat de
stroopers het wagen, zich op de eene of andere
ongeoorloofde wijze, zich iets van het vele wild
toe te eigenen.
Verre zij het van ons, dat wij de handel
wijze der stroopers zouden goedkeuren, integen
deel, zij doen iets, wat zij niet mogen, en al
is het ook, dat de eigenaars van landerijen of
bosschen, enz. het gaarne zien, althans oog
luikend toelaten, dat de stroopers hunne grou-
den en velden van het overtollig gedierte, dat
zooveel schade aan gewassen, jonge boomen, enz.
berokkent, zuiveren, moeten wij het afkeuren,
dat zij zich aan overtreding eener wet schuldig
maken, waarvoor zij, zoolang die wet van
kracht is, strafbaar zijn. In ieder geval maken
zij zich aan diefstal schuldig, wanneer zij eenig
wild wederrechtelijk bemachtigen.
Ter bescherming van het jachtrecht, en om
tevens te waken tegen hen, die zich verstouten,
het wild, waarop zij geen recht hebben, te
stroopen, zijn er jacht-opzieners aangesteld.
Het spreekt van zelf, dat de stroopers geen
bijzondere vrienden van de jacht-opzieners zijn,
integendeel is het bij meer dan eene gelegen
heid duidelijk gebleken, dat de eersten tegen
de laatsten een ingekankerd en haat hebben.
De reden hiervan zal wel minder te zoeken
zijn in de moeilijkheden, die den stroopers in
den weg worden gelegd, dan in de wel eens
wat al te groote lichtvaardigheid, waarmee door
vele jacht-opzieners eene jacht-overtreding wordt
geconstateerd.
Uit den aard is het moeilijk om zulk eene
overtreding te kunnen constateerenwant de
Hertog Reinold ondervond weldra de treurigste
volgen van den opstand zijns broeders en de
(E. jeuwerking der Bronkhorsten. De kastijding
n Tiel had meer verbittering dan schrik ver-
ikt. Eduard's aanhang werd eiken dag
:rker. Nijmegen verklaarde zich voor hem,
zijne vrienden waaronder vele machtige
elen behoorden verbonden zich steeds
en (kuwer met hem, en hoewel ook Nijmegen
door Reinold werd veroverd, en Herman
iolit i andere getrouwe aanhangers voor zijne zaak
hy :den wat zij konden, was de uitslag voor
z-f einold toch zoo ongunstig, dat hij weldra
sdwougen werd met zijnen broeder een ver-
en .irag te sluiten, waarbij hij dezen de landvoogdij
r vrijer geheel zijn hertogdom toekende, en zich
et den hertogstitel en een jaarlijksch inkomen
oest vergenoegen.
Met leedwezen had Herman de zaken dien
>op zien nemen. Eene omstandigheid was er
wilddief, die het wild door middel van strikken
tracht te verschalken, moet door den jacht
opziener juist bij het zetten der strikken ge
snapt wordengelukt hem dat niet, dan moet
hij zoolang bij den strik de wacht houden,
totdat de strooper komt, om te zien wat hij
in den strik gevangen heeft. Doch dit gaat
niet altijd zoo gemakkelijk en spoedig als men
denkt, of als de jacht-opziener zou wenschen
't lijkt er niet naar, want de stroopers zijn óók
geen kinderen, en zij weten, dat er op hen
geloerd wordt, en begrijpen zeer goed, dat er
hier of daar een zoogenaamde //koddebeier" in
hinderlaag ligt. Daarbij hebben de stroopers,
die er eene eer iu stellen om de wet te ont
duiken en de jacht-opzieners te misleiden,
meestal eenige handlangers, die hen waarschuwen
als er „onraad" is, en in dat geval kunnen de
opzieners der jacht lang wachten, tenzij de jacht
opziener, vermoedende, wie de eigenaar der
strikken is, tegen dezen dikwijls reeds proces
verbaal opmaakt, wanneer hij hein op meerderen
of minderen afstand van den strik tegenkomt
of ziet loopen. Dat is eene fout van den
jacht-opziener, dat mag bij niet doen, al heeft
hij ook bij zich zeiven de zekerheid, dat de
persoon, dien hij op het oog heeft, de ware
schuldige is; hij moet volgens de wet, het
oogenblik afwachten, dat den strooper de strikken
zet: eerst dhn kan tegen de strooper proces
verbaal worden opgemaakt.
Wel is waar gaat het met de jagende wild
dieven iets eerlijker toe, maar toch zijn er be
wijzen genoeg bij te brengen, dat de opzieners
personen bekeurden en zelfs met eeden bezwoeren,
dat zij hen gezien hadden, terwijl de verdachte,
al of niet schuldig, op zulk een afstand was,
dat het onmogelijk te onderscheiden was, of de
man met een geweer of met een wandelstok
liep. Het laat zich begrijpen, dat hierdoor
gemakkelijk wrok en verbittering tegen de jacht-
echter, die zijn leed over de vernedering van
Reinold, zijnen weldoener, verzachtte, namelijk,
dat de nu gesloten vrede hem zou toestaan
met Adelheid vereenigd te worden. Reinold
had zijn woord gehouden. Het huis van Her
man's voorvaderen was hersteld en weder be
woonbaar gemaakt, en eene streek gronds te
Heeze en in andere dorpen rondom Nijmegen
aan hem afgestaan, zoodat, nu ook de woelingen
van den krijg waren geëindigd, niets meer
hunne verbindtenis in den weg scheen te staan.
Ook nu zou echter hunne hoop nog worden te
leur gesteld. In het volgende jaar namelijk,
toen reeds aanstalten werden gemaakt om in
heer van Male's huis met alle feestelijkheid het
huwelijk te vieren, werd Herman door den heer
van Heekeren en andere vrienden des hertogs,
die met misnoegen het verdrag hadden zien
sluiten, dat in hun oog den hertog zoo zeer
vernederde, aangezocht om zich andermaal met
hen te vereenigen. Zij wilden de Veluwbe-
woners, een sterk en woest volk, door goede
beloften van voordeel en meerdere vrijheid dan
deze lijfeigenen tot hiertoe genoten, tegen
Eduard en de Bronkhorsten opzetten, en hen
overhalen om tegen dezen de wapenen op te
vatten. Herman zoude de Yeluwe doorkruisen
en het volk te wapeu brengendoor zijnen
vurigen ijver en jeugdige voortvarendheid, ge
paard met de trouwste gehechtheid aan Reinold's
persoon en zaak, achtte men hem voor die taak
buitengemeen geschikt. Herman, gloeiende van
ijver om zijnen weldoener van den op hem
rustenden smaad te bevrijden, aarzelde geen
oogenblik om die taak te aanvaarden; en hoe
Adelhcids tranen ook vloeiden, toen zij hem
wederom de gevaren zag tegemoet gaan, en
ook Herman de teleurstelling betreurde, moest
het huwelijk toch worden uitgesteld, daar
beiden begrepen, dat eer en plicht niet veroor
loofden anders te handelen.
Met goed gevolg volbracht hij zijne taak.
De Veluwbewoners, hakende naar meerdere vrij
heid, versmeedden hunne kouters en spaden
tot lanzen en zwaarden, en vielen in de andere
deeleu van Gelderland, schrik en verwarring
rondom zich verspreidende. Groote nadeelen
werden daardoor aan de partij van Eduard
toegebracht. Ook gelukte het Reinold Tiel,
Doesburg, Arnhem en Kleef te veroveren; maar
even spoedig vielen deze steden weer in Eduard's
handen. De Veluwnaars kwamen, toen zij zagen
dat zij met ongegronde uitzichten en valsche
beloften waren gevleid, weer tot bedarenvele
edelen waren, om deze ongeregeldheden, nog
meer tegen Reinold verbitterd, zoodat zijne
zaak niet had gewonnen, en hij zich met het
bezit der Yeluwe, welke hij zich na den dood
zijner moeder toegeëigend had, moest verge
noegen, terwijl andermaal een verdrag tusschen
de broeders werd gesloten.
Nu keerde Herman, die een groot aandeel
had gehad in de verovering der vorengenoemde
steden, eindelijk naar zijne woning te Heeze
terug, en zag het oogenblik gekomen, dat zijne
dierbaarste wenschen vervuld zouden worden. Het
lang uitgestelde huwelijk had plaats; Adelheid
werd zijne gade, en met een gevoel vau onuit
sprekelijk geluk, leidde hij haar de aloude
woning van zijn geslacht binnen. Diiar, droomde
hij, zouden zij in stillen vrede een hemel op
aarde vinden; hij had gedaan wat hij kon voor
zijnen vorst en heer, en thans wenschte hij,
vooral ook om Adelheid's wil, dat het lang
mocht duren, eer hij zich weer in het krijgs-
gedruisch moest storten.
Hoe schoon en beminnelijk was Adelheid als
bruid en gemalin Zij telde zestien jaren, toen
hij uit Italië terugkwamthans had zij een en
twintig zomers beleefd, en hare ontluikende
schoonheid was tot vollen bloei ontwikkeld
iKnm.