la) No. 293. Zaterdag 21 Februari. 1891. EN J. M. C. POT, Publicatiën. BINNENLAND. FEUILLETON. De Hertogsmoorder. IERSEKSCHE cha 26 Thoolsche Courant, Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per S maanden, franco per post 65 cents. Voor het buitenland 90 cents. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan iet bureau te T h o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke. UITGEVER: T H O L E N. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer 10 cents; groote letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. VACCINATIE. SSf >e Burgemeester van Yerseke, brengt bij dezen ter ibare kennis, dat de gemeente-geneesheer zal :eeren tot kostetooze inenting en herinenting van jokken in het ziekenhuis aan de Steeiceg op Maan den 16 en Woensdag den 18 Februaritelkens namiddags om 3 uur. elanghebbenden, worden tevens herinnerd om n na de inenting zich bij den gemeente- cesheer te vervoegen om de pokben te doen na- aangezien de nalatigen zullen worden gelijk- eld met niet gevaccineerden. tró Invordering 's Rijks Directe Belastingen. Burgemeester der gemeente lerseke maakt be- dat het kohier no. 4 voor de belasting op personeel, over het 3e kwartaal van het dienstjaar -1891, invorderbaar verklaard op den 14 ruari 1891, aan den ontvanger ter invordering hand gesteld, en ieder daarop voorkomende V stingschuldige verplicht is zijnen aanslag, op bij de wet bepaalden voet te voldoen. De fd. Burgemeester van lerseke. J. SINKE Jz. Utll LOTING mor de NATIONALE MILITIE. •e ingeschrevenen voor de Nationale Militie van het 1890, voor de lichting 1891, worden voor de ide maal verwittigd, dat de Loting is bepaald Zaterdag den 28 Februari 1891, des morgens te te Kapelle in het gemeentehuis, jenen, die redenen van vrijstelling hebben, kG.j|den opgeroepen om op Maandag, den 2 Maart I voormiddags te 10 uren, te verschijnen tersecre- ie der gemeente, tot opmaking van de getuig- ^toiften voor de vrijstelling wegens broederdienst of *Veeni| iSi Te Rotterdam is tot lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal (vacature-Verniers van der Loeff) gekozenJhr. Mr. A. P. C. Van Karnebeek, (lib.), met 1765 van de 2690 gel dige steramen. De heer Mr. J. A. van Gilse (lib.) verkreeg 293, en de heer J. M. Voorhoeve (aut.-rev. 606 stemmen. Het district telt 8311 kiezers, waarvan 2717 zijn opgekomen. Aan den polder Oud-Kempenshofstede (Sta- venisse) is eene niet onbelangrijke oeverafschui- ving ontstaan. Deze grondval aan de westzijde van het zuil- werk van 1881 heeft langs de laagwaterlijn cene lengte van ruim 90 M., terwijl de laagwaterlijn 20 jL 40 M. daardoor tot den dijk is genaderd. De val is afgebroken bij het westelijkste zuil stuk, dat daardoor echter weinig is beschadigd. Voor den waterkeerenden dijk bestaat nog geenerlei gevaar. Deze calamiteit zal echter wel aanleiding geven tot voorziening of uitbrei ding van het vaste verdedigingspunt, dat thans den oever over 125 M. lengte beschermt. eenige wettige zoon gevorderd; terwijl de lotelingen 'unne ouders verplicht zijn tegelijkertijd de be- van broederdienst bij den burgemeester over leggen. erseke, den 16 Februari 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. SINKE, Jr. l.b. De SecretarisJ. A. GEILL, l. s. In de Ned. Sport, d.d. 14 Febr. l.l. komt onderstaand stuk voor van Mr. v. Appeltere, waarin deze de handschoen opneemt tegen de z. i. ten onrechte aangevallen jachtwet. Ofschoon het gevoelen des heeren v. A. niet in alle opzichten deelende, voldoen toij gaarne aan het ons gedane verzoek lot opnamedoch komen later op dit onderwerp terug. Het stuk is van den volgenden inhoud: Het geschetter tegen de Jachtwet. Onder geschetter versta ik een geweldig leven maken zonder degelijke bewijzen over toestanden, waarvan de nadeelen met groote woorden een zijdig en overdreven worden voorgesteld aan den lichtgeloovige of der zake onkundige. Zoo danig geschetter wordt thans aangeheven tegen gth) Novelle. ,dajDe jonge hertog Reinold was steeds onder.de jrdr'n£ van zjjne moeder geweest, doch werd reeds geruimen tijd moede. Het was vooral tor den invloed van haar en hare raadslieden, hij de partij der Bronkhorsten bij uitsluiting begunstigd. Hij begon allengs te toonen hij naar eigen inzicht wenschte te regeeren, geenszins de afkeerigheid wilde versterken eene machtige partij, als die der Heekerens, r deze veeleer aan zich wenschte te ver- len. Maar dit was den Bronkhorsten een rn in het oogzij gevoelden zich beleedigd begonnen zich van hem af te keeren, en dit cht er hen toe om Eduard, Reinold's jongeren eder, te kiezen tot het middel om zich op ies nold te wreken en hun eigen voordeel te S4'1 artigen. loewel Eduard nog een knaap was, wisten zij zijn hart voor de eerzucht te duen ontvlammen. Reinold was als oudste zoon wettig opvolger op den hertogstroondoch Eduard, door de Bronk horsten aangezet, eischte zijn erfelijk deel, Roer- monde en het graafschap van Zutfen, dat geen leengoed, maar bijzonder eigendom zijns vaders was geweest. Reinold, verbitterd omdat de zaak van de Bronkhorsten uitging, weigerde aan dien eisch gehoor te geven, eü nu brak de tweespalt tusschen de beide broeders weldra zonder terughouding uit. Eduard verklaarde, wat hem toekwam met geweld te zullen nemen, en met geestdrift schaarden de Bronkhorsten zich aan zijne zijde. Herman, die nog steeds op aandrang des hertogs op het slot Rosendael was gebleven, werd op een morgen in het kabinet van den hertog geroepen. Reinold zat peinzend, met het hoofd op de hand geleund, voor eenige geschriften. In eerbiedige houding trad Herman voor hem. „Thans, mijn vriend", sprak de hertog, uit zijne mijmering ontwakende, „thans heb ik eene andere taak voor u, dan mijn medicijnmeester te ziju. Mijn broeder heeft, zooals gij wellicht de Jachtwet. Aan die schetteraars en hun, die dat geschetter lezen of hooren, salüthet volgende ter over weging. A. Wat het heerlijke Jachtrecht betreft: Het Jachtrecht is, evenals het Tiendrecht, in het begin der middeleeuwen ontstaan, doordat de leenheer gronden ten geschenke gaf, doch zich het Jachtrecht of Tiendrecht voorbehield. Op diezelfde voorwaarden zouden er in ons land nog honderdduizenden liefhebbers te vinden zijn, die eenige bunders laDd ten geschenke zouden willen hebben, al waren er wat veel hazen op dat land. Dat schenken is evenwel zoo lang geleden gebeurd, dat men de bezwarende vooowaarden nu ook maar zonder vorm van proces over boord wil werpen en hen, die thans dat Jachtrecht voor hun geld hebben verkregen, eenvoudig tegen alle recht in van hun eigendom zonder eenige vergoeding wil ontzetten. Hoe eerlijk, niet waar Wel geeft artikel 3 van de Jacht wet den grondeigenaar het recht om het heerlijk Jachtrecht op zijn gronden af te koopen, maar daarvan schijnen de heeren schetteraars niet ge diend. Het is zelfs een hooge zeldzaamheid, dat daarvan wordt gebruik gemaakt. Zeker wel het krachtigst argument tegen al het ge schetter over schade, door het wild veroorzaakt! Immers, als in een heerlijk Jachtrecht een vierde der grondeigenaren, wier eigendommen overal verspreid liggen, het Jachtrecht afkoopt en dat wekelijks laat afjagen, is de rest ook nagenoeg zonder wild, omdat het wild telkens van plaats verwisselt. Dat de Jachtwet in artikel 26 aan ieder, zonder onderscheid, die door wild of konijnen schade lijdt, den weg opent om zonder akte in gesloten jachttijd, dat wild of die konijnen te schieten, of op elke andere wijze te bemeesteren, dat weten de heeren schetteraars wel; ook dat die aanvragen bijna nooit gedaan worden, weten zij ook wel; maar zij zwijgen liever daarover. zult gehoord hebben, het gewaagd, tegen mij de wapenen te grijpen, om mij van mijn wettig eigendom te berooven. Eenige steden, en daar onder ook Tiel, hebben zich voor hem verklaard. Zijne partij", ging hij driftig voort, „bedoelt niets minder, dan hem op mijnen hertogstroon te plaatsen. Deze misdaad moet dadelijk streng worden gestraft, opdat niet meer steden het kwade voorbeeld volgen. De heer van Arkel, die mijne, zaak is toegedaan, zal over eenige dagen Tiel aantasten, doch is alleen niet sterk genoeg. Hij zal door heer Walram en eene krijgsbende, die van hier zal oprukken, worden ondersteund. Nu wenschte ik het bevel daar over aan u op te dragen, omdat ik de beste verwachting heb van uwe trouw en dapperheid; ik denk dat gij ook welhaast verlangen zult uw ridderzwaard uit zijne rust te wekken „Niets liever, heer antwoordde Herman met vonkelend oog. „Ik dank U voor het in mij gestelde vertrouwen, en zweer u, dat het niet zal worden teleur gesteld." „En", hernam de hertog, hem vriendelijk aanziende, „als gij uwe taak naar eisch vol brengt, zal mijne belooning niet uitblijven." Het zou hun geschetter te niet doen. B. Het Jachtrecht der grondeigenaren. In het jaar 1852 heeft de Staat van zijn Jachtrecht afstand gedaan en dat aan de grond eigenaren zonder eenige vergoeding geschonken, maar bij dezelfde wet bepalingen vastgesteld, dat van dat geschenk geen misbruik zou worden gemaakt, door het wild geheel uit te roeien. Eu zeer terecht. Want als men ziet, hoe in onze waterrijke polders, wier wateren, mits be hoorlijk beheerd, voor honderdduizenden men- schen visch zouden kunneu opleveren, zonder eenige kosten of schade, die visch bijua geheel vernield is, omdat een vischakte bijna voor niets te krijgen is en de vischtijd bijna het geheele jaar duurt, dan ligt het voor de hand, dat, bij afschaffing der Jachtwet, in twee jaren tijds de geheele wildstand zou vernield zijntot niemands voordeel; tot nadeel van vele bijzondere be langen tot schade voor het algemeen, want voor honderdduizenden guldens zal men aan wild uit het buitenland moeten invoeren, ter wijl wij nu uitvoeren. Tot schade van vele bijzondere belangen, en wel in de eerste plaats van de grondeigenaren. De jagers betalen gaarne den baas, dien zij voor f 1.50 of 2 gulden bij den poelier kunnen koopen, met 4, 5, 6 tot tien gulden bij ver pachtingen van jacht, alleen om het genot van de jacht te hebben. De grondeigenaar verkoopt dus den haas, die hem (ik las onlangs een cijfer van 1 '/i cent, maar ik wil dit 40 maal hooger nemen) 60 cent aan voedsel kost, voor 4, 5 of 6 gulden. En dit is niet overdreven. Óp alle verpachte jachten, die mij bekend zijn, kost de haas aan den jager, alleen wegens retributie aan den grondeigenaar, minstens 4 gulden. Als de grondeigenaren hun paarden en koebeesten even voordeelig konden van de hand zetten, waren ze in korten tijd allen schatrijk. Als de heeren schetteraars soms jachten kunnen aanbieden tegen minder dan 4 gulden per haas altijd „Wanneer", vroeg Herman, hopende zich eene toekomst te verwerven, die hem zijn doel nader zou brengen, „wanneer wil U dat ik optrek „Nog dezen middag. Begeef u naar den linker toren op het binnenplein; daar is een afgezant van Walram, die gisteren avond is aangekomen, gehuisvest. Overleg met hem, waar gij u het best met de Asperschen kunt vereenigen." Herman voldeed dadelijk aan dit bevel. Er werd bepaald op dien zelfden dag voor de oproerige stad aan te komen, om haar met ver- eenigde macht aan te tasten. Nog den zelfden namiddag was Herman met zijne bende, van eenige honderd mannen sterk, op weg naar Tiel, en eenige dagen later bereikte hij te gelijk met de bende van Walram de stad. Den Tielenaren was niet veel tijd gelaten om toebereidselen ter verdediging te maken; toch werd een dappere tegenstand geboden. Doch, terwijl de heer van Arkel aan de eene zijde zijn krijgsgeschreeuw deed hooren en de muren bestormde, vielen Walram en Herman de veste aan den anderen kant met onstuimigheid aan.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1891 | | pagina 1